Flamenpolitik En Aktivisme

Flamenpolitik En Aktivisme

Flamenpolitik en aktivisme Vlaanderen tegenover België in de Eerste Wereldoorlog Lode Wils bron Lode Wils, Flamenpolitik en aktivisme. Vlaanderen tegenover België in de Eerste Wereldoorlog. Davidsfonds, Leuven 1974 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/wils002flam01_01/colofon.htm © 2009 dbnl / Lode Wils 7 voorwoord Als ik rond mij zie, is het eerste wat ik opmerk dat het denken van de wereld vol zit van verminkte of vervalste geschiedenis, van historische myten die, omdat ze zo weinig verband houden met de verleden werkelijkheid, daarom niet minder krachtig op de nationale en internationale politiek van het heden inwerken (Prof. Dr. P. Geyl, Gebruik en misbruik der geschiedenis). Elke politieke, sociale of andere stroming is myte-scheppend. Ze kreëert haar eigen geïdealizeerd beeld, samen met de karikatuur van de tegenstander: dat zijn zelfs haar twee scherpste wapenen. In de mate waarin een gedachte zegeviert, worden samen met haar de myten die ze heeft voortgebracht en gebruikt, algemeen aanvaard. Ons geschiedenisbeeld steekt dus vol mytische idealizeringen en karikaturen. Wie zich daartegen durft verzetten komt voor als een ondermijner van de idee die aan de myte ten grondslag ligt, als een verdediger van het voorbijgestreefde of verslagene, als een vijand van de heersende waarden. Hoe recenter het behandelde verleden, hoe heiliger de myten en dus hoe heiligschennender en partijdiger degene die ze onderzoekt. Maar Pieter Geyl besloot het boek, waaraan we het motto ontleend hebben, met volgende woorden aan het adres van de beroepshistorici: ‘Wij moeten onze funktie vervullen, en dat is: naar het beste van ons kunnen de myten ontmaskeren en de wereld alles vertellen wat wij omtrent de verleden werkelijkheid kunnen vinden: kortom, recht- Lode Wils, Flamenpolitik en aktivisme 8 matig gebruik bevorderen en het misbruik der geschiedenis tegengaan.’ Graag danken we allen van wie we hulp ontvingen, bijzonder Prof. J.L. Charles, docent aan de Krijgsschool; Drs. E. Defoort, bibliotekaris aan de K.U.L.A.K.; Dr. E. Lamberts, docent aan de K.U.L.; de Heer en Mevrouw L. Picard te Gent; Drs. L. Simons, adjunktkonservator van het A.M.V.C.; Drs. R. Vervliet, wetenschappelijk medewerker aan het C.S.V.C.; Dr. J. Van den Nieuwenhuizen, adjunkt-konservator aan het Stadsarchief te Antwerpen; Mevrouw M. Van Cauwelaert, schepen der stad Antwerpen. En de studenten van de Katolieke Universiteit te Leuven, die in 1969-70 en 1970-71 hebben deelgenomen aan de seminarie-oefeningen over de Belgische pers in 1914 en 1915, welke het vertrekpunt vormden voor dit boek. Lode Wils, Flamenpolitik en aktivisme 9 1. omstreden verleden Tijdens de Eerste Wereldoorlog hebben een aantal flaminganten met de Duitse bezetter samengewerkt om een oplossing van het Vlaamse vraagstuk te forceren. Waarom en hoe zijn ze daartoe gekomen? Werden ze door de Duitsers aangelokt, of namen ze zelf het initiatief? Daarover bestaan er verschillende voorstellingen. Volgens Maurits Basse had het Duits bestuur in Brussel ‘de aktivistische molen aan het draaien gebracht. Intussen zorgde men aan fransgezinde zijde al vroeg voor koren op die molen’, door aanvallen op de Vlaamse Beweging.1 Frans Van Cauwelaert drukt het nog scherper uit in zijn Gedenkschriften2: ‘Het aktivisme is een vreemd gewas, zorgvuldig voorbereid en kunstmatig door de Duitse veroveringspolitiek op de Vlaamse Beweging ingeënt.’ Dr. Hendrik Elias daarentegen oordeelt: ‘Van Duitse inwerking op een ontwaken van de Vlaamse Beweging is hier niets te ontdekken. De Vlamingen zelf zien wij overal het initiatief nemen: in Gent, Antwerpen en Brussel. Nog sterker zal dit blijken uit de lotgevallen van De Vlaamsche Stem in Nederland. De hoofdoorzaak van dit ontwaken is niet ver te zoeken. De antivlaamse kampanje die door de frankofonen in het teken van het antiduitse verzet werd gevoerd tegen al wat vlaamsgezind was, werd hier doorslaggevend.’3 Al gaan deze drie auteurs dus niet akkoord over de rol van de Duitse politiek, ze zijn het erover eens dat de vlaamsgezinden werden geprovoceerd door frankofone aanvallen. Inderdaad, de aktivisten zelf beweerden al in de lente van 1915 dat ‘er stelselmatig door gezaghebbende mannen in het openbaar voortdurend en met boos inzicht laster verspreid wordt tegen hen [de Vlamingen] in bladen, Lode Wils, Flamenpolitik en aktivisme 10 schriften en redevoeringen, waarin zij van de aanvang van de oorlog af als ontrouwe vaderlanders uitgekreten worden’4. De Raad van Vlaanderen uitte zich in plechtiger stijl, in de brochure Aan het Vlaamsche Volk! waarmee hij zijn stichting in februari 1917 aankondigde: ‘De overgave van Antwerpen gaf aanleiding tot de kwaadwilligste aanvallen tegen alomgeachte stadsbestuurders, ja, tegen al de vlaamsgezinden. Een Waals volksvertegenwoordiger wendde zich tot de bezettende overheid, om te vragen dat het Frans alleen als officiële taal zou gelden in België. In den vreemde werd beweerd dat de Vlamingen streden voor de Latijnse kultuur. Na de oorlog zou van het Vlaams geen sprake meer zijn en het België van morgen zou Frans zijn of ondergaan. De godsvrede was verbroken. Deze bedreigingen lokten natuurlijk krachtig verzet uit bij de Vlamingen.’ Al tijdens en ook na de oorlog werd deze voorstelling door antiaktivistische vlaamsgezinden gegeven, en niet alleen om de Vlaamse Beweging wit te wassen. Vermoedelijk onder invloed van de lijvige apologie van A.L. Faingnaert, Verraad of Zelfverdediging?, werd er na 1932 nog meer nadruk op gelegd. Zo schrijft Dr. A.W. Willemsen: ‘Al in de eerste weken van de oorlog uitte de antivlaamse stemming zich in artikelen in de franstalige pers, in aanplakbiljetten en in fluisterkampanjes. Er zou nu maar eens voorgoed korte metten met het Vlaams gemaakt moeten worden: Après la guerre on ne parlera plus le flamand (...) Het ontstaan van het aktivisme is door de antivlaamse provokatie weliswaar ten zeerste bevorderd, maar de wortel lag nochtans dieper... Ook zonder de Waals-franskiljonse haatkampanje zou het aktivisme, zij het in wat bescheidener vorm, ontstaan zijn.’5 We mogen besluiten dat in de literatuur een stijgend belang wordt gehecht aan ‘de Waals-franskiljonse haatkampanje’. Men ziet er wel niet de fundamentele oorzaak van het aktivisme in, die klaarblijkelijk te zoeken is in de nationale inhoud van de Vlaamse Beweging, maar toch de voedingsbodem. Het valt op dat, hoewel de Belgische vluchtelingenpers vele dagbladen telde, alle auteurs verwijzen naar een klein aantal voorbeelden van ‘provokaties’, die ze vermoedelijk ontleenden aan flamingantische propagandaliteratuur. Het is dus wenselijk dat een onderzoek zou worden ingesteld naar het waarheidsgehalte van die beschuldigingen. Behalve Willemsen kennen alle auteurs een belangrijke rol toe aan de polemieken rond Lode Wils, Flamenpolitik en aktivisme 11 de val van de vesting Antwerpen, die dus bijzondere aandacht moeten krijgen. Welk was het doel van de Duitse Flamenpolitik, welke waren de gebruikte propagandamiddelen? Is het juist, zoals Prof. F. Petri schrijft, dat die politiek in haar konkrete inhoud geenszins een Duitse uitvinding was, dat haar wezen er veeleer in bestond in te gaan op de wensen die van aktivistische Vlaamse zijde aan Duitsland werden gericht?6 Welke mensen zijn aan de kollaboratie begonnen, en met welke bedoelingen? Waren het wel Vlamingen, of waren het vreemdelingen zoals de Nederlander Domela Nieuwenhuis, over wie een aantal medestanders schreven in juli 1917: ‘Met recht kan men zeggen, 't geen dan ook door vriend en vijand wordt erkend, dat deze man de man is, die de hele Vlaamse zaak in beweging heeft gebracht, die de stichter is van al het politieke Vlaamse leven dat zich nu openbaart, die de vreesachtigen naar voren heeft gebracht, de onverschilligen heeft bezield, de overtuigden de weg gewezen... Als hij niet gesproken had, zou niemand gesproken hebben.’7 Hoe reageerden de flaminganten wanneer sommigen - hetzij Duitsers, Vlamingen of Nederlanders - met een kollaboratiepolitiek begonnen? Hoe reageerden de regering en de koning? Hoe heeft het aktivisme zich verder ontwikkeld, welke invloed heeft het uitgeoefend op de soldaten aan de IJzer? En welke waren uiteindelijk zijn gevolgen? Een zo kapitaal verschijnsel in de gescheidenis van de Vlaamse Beweging, ja, in de geschiedenis van België, verdient een grondig onderzoek. Eindnoten: 1 BASSE, De Vlaamsche Beweging, I, 165. 2 Blz. 265. 3 ELIAS, Vijfentwintig jaar Vlaamse Beweging, I, 30-31. 4 Antwerpen Boven, mei 1915 B. 5 Het Vlaams-nationalisme, 29-30. 6 Zur Flamenpolitik, 528. 7 M. VAN DE VELDE, Geschiedenis van de Jong Vlaamsche Beweging, 185. Lode Wils, Flamenpolitik en aktivisme 12 2. het klimaat in de diaspora en in het bezette land Een groot deel van de 7,5 miljoen Belgen is uitgeweken tijdens de Eerste Wereldoorlog, en niet alleen de regeringsdiensten die in of bij de Noordfranse stad Le Havre verbleven. Het Duitse leger dat was verbitterd over de onverwachte tegenstand, en door paniek aangegrepen tengevolge van zijn eigen propagandavoorstellingen over vrijschutters uit de burgerbevolking, richtte op tal van plaatsen vreselijke verwoestingen aan en massale moordpartijen die aan meer dan 6000 burgers het leven kostten: Visé, Andenne, Dinant, Aarschot, Leuven, Dendermonde...1 De bevolking stroomde in massa weg voor de naderende vijand. Naar schatting vluchtten 1,4 miljoen mensen naar het buitenland, vooral naar Nederland. De meesten van hen keerden nog in 1914 naar huis terug, of in 1915. Maar velen bleven of staken over naar Engeland en Frankrijk, waar bij het einde van de oorlog respektievelijk

View Full Text

Details

  • File Type
    pdf
  • Upload Time
    -
  • Content Languages
    English
  • Upload User
    Anonymous/Not logged-in
  • File Pages
    261 Page
  • File Size
    -

Download

Channel Download Status
Express Download Enable

Copyright

We respect the copyrights and intellectual property rights of all users. All uploaded documents are either original works of the uploader or authorized works of the rightful owners.

  • Not to be reproduced or distributed without explicit permission.
  • Not used for commercial purposes outside of approved use cases.
  • Not used to infringe on the rights of the original creators.
  • If you believe any content infringes your copyright, please contact us immediately.

Support

For help with questions, suggestions, or problems, please contact us