![Geurende Houtige Gewassen En Vaste Planten](https://data.docslib.org/img/3a60ab92a6e30910dab9bd827208bcff-1.webp)
Geurende houtige gewassen en vaste planten Ir. M.H.A. Hoffman Plantengeuren spelen een belang- rijke rol in ons leven. Desondanks is de eigenschap geur jarenlang miskend en verwaarloosd bij de selectie van nieuwe cultivars. De laatste jaren komt er duidelijk meer erkenning voor de eigenschap geur. Steeds vaker komen geuraan- duidingen in catalogi of op labels te staan of worden lijsten gepubli- ceerd met planten die deze eigen- schap bezitten. Geur is ook steeds een belangrijk argument voor aankoop van planten. Zo bleek uit recent marktonderzoek dat de eigenschap geur bij Lavendel een belangrijk aankoopcriterium is. PPO Bomen deed onderzoek naar geur bij een groot aantal boom- kwekerijgewassen. In dit artikel een overzicht van geurige gewassen voor de tuin. In het kader van het onderzoeksproject ‘Sorti- keuren voor bepaalde planten worden al dan niet ment en gebruikswaardeonderzoek houtige bewust ook door geur bepaald. Uit een recent gewassen en vaste planten’ is onderzoek gedaan gepubliceerd marktonderzoek van het Product- naar het thema geur bij boomkwekerijgewassen. schap Tuinbouw blijkt voor 75% van de Neder- De gegevens zijn ontleend aan literatuuronder- landers de eigenschap geur het belangrijkste zoek en eigen ervaringen en waarnemingen. Het aankoopcriterium voor het kopen van een onderzoek is gefinancierd door het Productschap Lavendel te zijn. Tuinbouw. Geuren leveren zonder twijfel een belangrijke bijdrage aan ons welbevinden. Een mooie Geur als gebruikswaardekenmerk zomeravond kan behoorlijk vergald worden De plantenkeuze voor het aanleggen van een door stankoverlast en aan de andere kant kunnen tuin of een groenstrook wordt in belangrijke aantrekkelijke (planten)geuren in belangrijke mate bepaald door visuele en onderhoudsken- mate bijdragen aan een heerlijke en onvergete- merken. Geur speelde in praktijk lange tijd een lijke sfeer. Aangename plantengeuren in tuinen ondergeschikte rol. Toch speelt geur, vaak en parken worden als vanzelfsprekend onbewust, een grotere rol dan gedacht. Voor- beschouwd. Toch is dit niet zo logisch als het 26 Dendroflora nr 42 2005 15. Voorkeuren voor tuinplanten worden deels door geur bepaald (Lavandula angustifolia 'Hidcote'). lijkt. Lang niet alle soorten geuren en bovendien De laatste jaren is het geurbewustzijn duidelijk is de eigenschap geur in de plantenverdeling verbeterd. Dit is bijvoorbeeld te merken aan de jarenlang ondergeschikt geweest aan bijvoor- ontwikkeling van speciale geurlijnen in Rozen beeld kleur, grootte, bloeirijkheid en gezond- en een aantal andere gewassen en aan het feit heid. Hierdoor is menig cultivar, ook van beken- dat de eigenschap geur steeds vaker vermeld de geurende plantensoorten, (vrijwel) reukloos. wordt op plantenlabels en in catalogi. Geurende plantendelen De twee meest bekende plantendelen die kunnen geuren zijn de bloemen en de bladeren. Maar ook bijna alle andere plantendelen kunnen meer of minder sterk geuren. Hieronder de delen van de plant die geur afgeven met enkele sprekende voorbeelden. Bloemen Schors Citrus, Jasminum, Lonicera, Philadelphus, Betula lenta, Calycanthus, Magnolia Rhododendron (Azalea), Rosa en Syringa. stellata, Prunus serotina en Prunus padus. Bladeren Hout Eucalyptus, Lavandula, Mentha en Thymus Cedrus, Liquidambar, Cedrela, Lindera, Vruchten Magnolia salicifolia en Viburnum opulus Fragaria (Aardbei), Cydonia (Kweepeer), (onaangenaam). Juniperus (Jeneverbes), Myrica (Gagel) Knoppen /hars/gommen en diverse Citrus (Sinaasappel, Citroen, Abies balsamea, Pinus, Populus Limoen en Bergamot). balsamifera en Pseudotsuga. Zaden Wortels Ginkgo (onaangenaam), Ferula (Venkel- Acorus (Kalmoes), Armoracia (Mieriks- zaad) wortel), Iris germanica (met name de culti- var ‘Florentina’) en Zingiber (Gember). Dendroflora nr 42 2005 27 16. Geurstoffen in bloemen geproduceerd door 17. Geurstoffen in bladeren vaak geproduceerd door onderste deel kroonbladen en soms meeldraden olieklieren (Thymus vulgaris 'Silver Posie') (Philadelphus 'Hidden Blush') Waar komt geur bij planten vandaan? Waartoe dienen plantengeuren? Plantengeuren worden veroorzaakt door vluchti- Bloemgeuren hebben voor planten een duidelijk ge/gasvormige chemische stoffen die zich door doel, namelijk het aantrekken van insecten of de lucht verspreiden. Deze geurstoffen zijn vaak andere dieren om voor de bestuiving te zorgen. afgeleid van bepaalde stofwisselingsproducten Bloemen van windbestuivers geuren zelden. van de plant. Het zijn zogenaamde secundaire Bij vruchten staat de geur of eigenlijk vooral de plantenstoffen. De geurstoffen zitten vaak opge- smaak in dienst van de zaadverspreiding. De lost in door plant aangemaakte olie, de etheri- (immobiele) plant wil zijn areaal uitbreiden door sche olie (bijvoorbeeld bij Lavendel, Munt, zijn zaden te verspreiden en kan hiervoor een Citrus en Roos). Deze olie verdampt bij norma- (mobiel) dier benutten. De plant levert hiertoe le buitentemperaturen. De stoffen kunnen in ver- voedsel voor het dier dat, gelokt door kleur en schillende plantendelen worden geproduceerd geur, de smakelijke vrucht opeet en de zaden door speciale klieren. Op bladeren zijn de olie- nadien onbewust verspreidt (al dan niet via het klieren en/of de oliedruppeltjes soms duidelijk maagdarmkanaal). Vervolgens kan zich, een zichtbaar als kleine gekleurde puntjes (bijvoor- eind van de moederplant vandaan, een nieuwe beeld bij Thymus of Hypericum). Deze olie komt generatie planten op een nieuwe plek vestigen en vrij via verdamping of na beschadiging, bijvoor- kan een soort overleven en/of zich uitbreiden. beeld door vraat. Bij bladgeuren is het in grote lijnen precies Bij de bloemen wordt de geurstof meestal gepro- andersom. Verschillende plantensoorten hebben duceerd door de kroonbladen en soms de meel- in de loop van de evolutie allerlei smaakafsto- draden, vaak geconcentreerd aan de basis. tende chemische stoffen in het blad ontwikkeld Ook harsen en gommen worden door speciale om vraat van dieren tegen te gaan. Ook hierbij is klieren geproduceerd, vaak in knoppen of in het dus eigenlijk vooral een smaakkwestie, maar hout. Bij de Douglas vind je verspreid over de veel smaakstoffen zijn tevens geurstoffen. Van stam kleine blaasjes met hars, die bij openkrab- sommige plantensoorten uit warme droge gebie- ben het hars vrijmaken waarbij een aangename den wordt gedacht dat de etherische olie dient geur vrijkomt. om het bovengrondse deel van de plant te koe- 28 Dendroflora nr 42 2005 len. Het verdampen van olie kost energie, wat de temperatuur van het blad op een aanvaardbaar niveau houdt (net als zweten bij mensen en die- ren). Veel geurstoffen in het hout in knoppen zijn afkomstig van hars en spelen een rol om rotting (bacteriën en schimmels) tegen te gaan. Geurstoffen van planten hebben dus veelal een signaalfunctie naar dieren (en mensen): aanko- men of afblijven. Het is een communicatiesig- naal. Uiteraard kunnen planten zelf niet echt ruiken, maar soms kunnen planten onderling communi- ceren door geurstoffen. Bij Betula lenta is bij- voorbeeld bekend dat bomen die massaal wor- den aangevallen door rupsen een bepaald gas afscheiden (ethyleen). Dit gas kan via de lucht andere Berken bereiken, die vervolgens nog voor de rupsen aanwezig zijn afweerstoffen (tan- ninen, looistoffen) gaan maken. Geur en bestuivers Bloemen die door dieren bestoven moeten wor- den, moeten deze op de één of andere manier lokken. De meeste planten richten zich op hoofdgroepen bestuivers, bijvoorbeeld vogels, 18. Door (nacht)vlinders bestoven bloemen hebben vlinders, kevers, vliegen, vleermuizen of bijen vaak sterke geuren (Verbena bonariensis). en hommels. Soms is de plant-bestuiver-relatie zeer specifiek en is één plantensoort afhankelijk maar anderzijds is er een gevaarlijke afhanke- van één insectensoort en andersom, bijvoorbeeld lijkheid. bij de Vijg en sommige Orchideeënsoorten. Dit Naast vorm en kleur van de bloem kunnen spe- zorgt enerzijds voor een zeer efficiënte bestui- cifieke geurstoffen bepaalde groepen of soorten ving (weinig onnodig verlies van stuifmeel), bestuivers lokken. Soms is er alleen maar visu- Bestuiving en bloemgeur In hoofdlijnen is er voor de verschillende bestuiversgroepen de volgende relatie met bloemgeur: Bijen en hommels In het algemeen zoete geuren in allerlei variaties. Geur niet altijd waarneembaar voor ons. Voor- beelden: Viola odorata, Tilia en vele Asteraceae en Rosaceae. Vlinders en motvlinders Vaak sterke zoete geuren, vooral bij aantrekken van motvlinders (’s nachts). Voorbeelden: Bud- dleja davidii (dagvlinders) en Lonicera periclymenum, Brugmansia, Jasminum, Gardenia en Tra- chelospermum (nachtvlinders). Vogels Vaak geen bloemgeur. Voorbeelden: Fuchsia, Callistemon en Phormium. Kevers Uiteenlopende geuren, van zoet tot weezoet tot scherpzoet tot kadaverachtig. Voorbeelden: Paeo- nia delavayi, Chimonanthus, Calycanthus, Sambucus, Castanea sativa, Amorphophallus titanum en Victoria amazonica. Vliegen Vaak voor ons onaangename geur, zoals kadaverachtig, urineachtig, mestachtig. Voorbeelden: Arum, Aristolochia, Euonymus en Hamamelis (deze laatste geurt vaak wel aangenaam). Dendroflora nr 42 2005 29 ele aantrekking, soms alleen maar aantrekking door geur (nachtbestuivers) en soms beide. Nabootsen van geuren Een bekend fenomeen in de natuur is dat som- mige planten insecten nabootsen met hun bloe- men om bestuiving gerealiseerd te krijgen, bij- voorbeeld sommige Orchideeën (zg. mimicry). Ook geuren worden in de natuur veelvuldig nagebootst. Zeer bekend zijn het nabootsen van kadaverlucht, mestlucht of schimmelgeuren door bloemen van Arum, Aristolochia
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages62 Page
-
File Size-