Landelijk convenant Sociale Veiligheid in het OV 2020-2025 Bevordering van samenwerking, kennisuitwisseling, informatiedeling en innovatie omtrent sociale veiligheid in het openbaar vervoer. 3 Landelijk convenant Sociale Partijen, Veiligheid in het OV 2020-2025 1. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Water- 11. Gedeputeerde staten van de provincie Overijssel, staat, mevrouw S. van Veldhoven – Van der Meer, te dezen vertegenwoordigd door de gedeputeerde hierna te noemen: IenW; Mobiliteit, Water en Klimaatadaptie, de heer 2. De Minister van Justitie en Veiligheid, de heer B. Boerman; F.B.J. Grapperhaus, hierna te noemen: JenV; 12. Gedeputeerde staten van de provincie Utrecht, te dezen vertegenwoordigd door de gedeputeerde Partijen genoemd onder 1 en 2, ieder handelend in Mobiliteit, Vergunningverlening, Toezicht & Hand- hun hoedanigheid van bestuursorgaan; having, Communicatie en Participatie en Recreatie en Toerisme, de heer A.J. Schaddelee; 3. Gedeputeerde staten van de provincie Drenthe, 13. Gedeputeerde staten van de provincie Zeeland, te dezen vertegenwoordigd door de gedeputeerde te dezen vertegenwoordigd door de gedeputeerde Verkeer en Vervoer, de heer C. Bijl; Infrastructuur en Mobiliteit, de heer A.J. van der Maas; 4. Gedeputeerde staten van de provincie Flevoland, 14. Gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland, mede namens de gedelegeerde concessieverlenende te dezen vertegenwoordigd door de gedeputeerde gemeenten Almere en Lelystad, te dezen vertegen- Verkeer en Vervoer, de heer F. Vermeulen; woordigd door de gedeputeerde Mobiliteit, de heer 15. Dagelijks bestuur van het OV-Bureau Groningen- J. de Reus; Drenthe, te dezen vertegenwoordigd door de 5. Gedeputeerde staten van de provincie Fryslân, voorzitter, mevrouw F. Gräper-Van Koolwijk; te dezen vertegenwoordigd door de gedeputeerde 16. Bestuurscommissie Vervoersautoriteit Metropool- Verkeer en Vervoer, mevrouw M.A. Fokkens-Kelder; regio Rotterdam Den Haag, te dezen vertegen- 6. Gedeputeerde staten van de provincie Gelderland, woordigd door de portefeuillehouder OV-concessie- te dezen vertegenwoordigd door de gedeputeerde management, de heer I.S. Bal; Openbaar Vervoer, de heer J. van der Meer; 17. Dagelijks Bestuur van de Vervoerregio Amsterdam, 7. Gedeputeerde staten van de provincie Groningen, te dezen vertegenwoordigd door lid van het dagelijks te dezen vertegenwoordigd door de gedeputeerde bestuur, de heer G. Slegers; Verkeer en Vervoer, mevrouw F. Gräper-Van Koolwijk; 8. Gedeputeerde staten van de provincie Limburg, Partijen genoemd onder 2 tot en met 17, ieder handelend te dezen vertegenwoordigd door de gedeputeerde in hun hoedanigheid van bestuursorgaan, hierna samen Energie, Natuur en Openbaar vervoer, mevrouw te noemen: “Concessieverleners”; C. Brugman-Rustenburg; 9. Gedeputeerde staten van de provincie Noord- Brabant, te dezen vertegenwoordigd door de gedeputeerde Mobiliteit, de heer C.A. van der Maat; 10. Gedeputeerde staten van de provincie Noord- Holland, te dezen vertegenwoordigd door de gedeputeerde Mobiliteit, mevrouw Z. Pels; 4 Landelijk convenant Sociale Veiligheid in het OV 2020-2025 18. N.V. Nederlandse Spoorwegen (NS), statutair 27. Lid korpsleiding van de Nationale Politie, gevestigd te Utrecht, te dezen vertegenwoordigd Mevrouw E.G.M. Huyzer; door de directeur Operatie, mevrouw M.E.F. Rintel; 28. ProRail B.V., statutair gevestigd te Utrecht, 19. RET N.V., statutair gevestigd te Rotterdam, te dezen te dezen vertegenwoordigd door de directeur vertegenwoordigd door de algemeen directeur, Stations, mevrouw A.L.K. Bunt. de heer M.B. Unck; 20. GVB Holding N.V., statutair gevestigd te Amsterdam, Hierna allen gezamenlijk te noemen: Partijen, dan wel te dezen vertegenwoordigd door de algemeen ieder afzonderlijk: Partij. directeur a.i., de heer M.C.J.M. Lohmeijer, en door de financieel directeur, de heer K. Beeckmans; 21. HTM Personenvervoer N.V., statutair gevestigd te ’s-Gravenhage, te dezen vertegenwoordigd door de financieel directeur, de heer G.J. Boot, en door de algemeen directeur, de heer J.N.K. Bierman; 22. Transdev Nederland Holding N.V., statutair gevestigd te Utrecht, te dezen vertegenwoordigd door de algemeen directeur, de heer P. Eringa; 23. Arriva Personenvervoer Nederland B.V., statutair gevestigd te Heerenveen, te dezen vertegenwoordigd door de algemeen directeur, de heer A.B. Hettinga; 24. Keolis Nederland B.V., statutair gevestigd te Deventer, te dezen vertegenwoordigd door de directeur Rail & Operations Support, E.M. Broersma; 25. Qbuzz B.V., statutair gevestigd te Amersfoort, te dezen vertegenwoordigd door de CEO, de heer G. Spijksma; 26. EBS Public Transportation B.V., statutair gevestigd te Purmerend, te dezen vertegenwoordigd door de algemeen directeur, de heer W.R. Kurver; Partijen genoemd onder 18 tot en met 26, hierna samen te noemen: “Concessiehouders”; 5 Landelijk convenant Sociale Komen het volgende Veiligheid in het OV 2020-2025 overeen: Artikel 1 Meer samenwerking en kennisdeling op Ambitie landelijke en regionale schaal Partijen borgen de tot stand gekomen samenwerking, Artikel 3 delen kennis, wisselen informatie uit, bevorderen innovatie Landelijk overleg sociale veiligheid en hanteren gezamenlijk de ambitie om het behaalde niveau van sociale veiligheid in het openbaar vervoer Partijen komen regelmatig bij elkaar om actuele concessie- (hierna te noemen: OV) te behouden en waar mogelijk te overstijgende en (concessie)grensoverschrijdende thema’s verbeteren. Deze ambitie gaat over sociale veiligheid in rond sociale veiligheid in het OV met elkaar te bespreken. het OV, zoals afgebakend in artikel 2. IenW organiseert de bijeenkomsten, regelt hiervoor het secretariaat en zit het overleg voor. Jaarlijks gaat het om Artikel 2 vier bijeenkomsten (naar behoefte meer) op beleids- Scope niveau, twee op directieniveau en één op bestuurlijk niveau. IenW nodigt de ondertekenaars van het Dit convenant ziet toe op bevordering van sociale Convenant en de vakbonden uit om deel te nemen aan veiligheid in het OV, wat gedefinieerd wordt als de mate deze bijeenkomsten. Alle deelnemers krijgen van tevoren waarin reizigers en personeel beschermd zijn en zich de mogelijkheid om onderwerpen te agenderen. beschermd voelen tegen incidenten die zijn verwoord in de ABC-methodiek (opgenomen in bijlage 2). Artikel 4 Onder incidenten wordt onder andere verstaan: lastig BOA-inzet concessiehouders vallen, pesten, bedreigen, diefstal en mishandeling. Uitgangspunt van het Convenant is dat Partijen werken Concessieverleners, Concessiehouders en ProRail moni- vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheid bij de uit- toren met JenV de effectiviteit van BOA-werkzaamheden voering van het sociaal-veiligheidsbeleid. Het Convenant en zoeken zo nodig met elkaar naar mogelijkheden ziet niet toe op het inrichten dan wel vervangen van voor het opheffen van belemmeringen voor een samen- crisisorganisaties in geval van grootschalige sociale hangende aanpak, met name in gevallen van concessie- veiligheidsincidenten. Dit Convenant is nadrukkelijk niet grensoverschrijdende werkzaamheden en overdrachten bedoeld voor het realiseren van doelen die elders zijn van concessies tussen verschillende vervoerders. belegd zoals het overleg bij terroristische dreiging of evaluaties van de incidenten, welke in verband met de Artikel 5 veiligheidsregio’s plaatsvindt. Wel kan een partij, indien Lokale arrangementen of convenanten daar aanleiding voor is, de andere partijen via de overleg- structuur zoals genoemd in artikel 3 op de hoogte houden Partijen verkennen de wenselijkheid en mogelijkheid om van actuele ontwikkelingen omtrent een incident. regionale of lokale arrangementen of convenanten af te sluiten om daarmee de samenwerking op concessie- of regionaal niveau te bevorderen. Ook grensoverschrijdende afspraken kunnen tot regionale of lokale arrangementen of convenanten behoren, indien dat door Partijen is gewenst. 6 Landelijk convenant Sociale Veiligheid in het OV 2020-2025 Artikel 6 Artikel 8 Sociaal-veiligheidsbeleid OV Basisvoorzieningen Concessieverleners bepalen, mede op basis van inzichten Concessiehouders spreken, op verzoek van de concessie- verkregen door middel van de in artikel 6 en 7 beschreven verlener, regelmatig over sociale veiligheid. Hierdoor raadplegingen, welke eisen zij opnemen ter waarborging kan de concessieverlener zicht houden op actuele van de sociale veiligheid in het programma van eisen van ontwikkelingen, regionale trends signaleren en beleid zo de concessie ten aanzien van: nodig bijstellen. Indien gewenst kunnen hierbij meerdere a. het personeel; concessies tegelijk betrokken zijn. Vakbonden en b. het materieel; reizigersorganisaties worden door de concessiehouder c. de samenwerking op het gebied sociale veiligheid, ook in dit proces betrokken. Hierdoor wordt een actueel waarin in ieder geval dient te worden geëist dat beeld van de beleving van sociale veiligheid door de Concessiehouder zich in overleg met Concessie- reizigers en personeel in de regio opgehaald. verlener aansluit bij bestaande, nieuw op te richten of te wijzigen arrangementen en convenanten ter bevordering van sociale veiligheid. Een goede basis bij concessieverlening Artikel 7 Versterken van kennis en innovatie Realistische, haalbare en gedragen eisen Artikel 9 Concessieverleners streven naar realistische, haalbare en Registratie incidenten sociale veiligheid gedragen eisen ten aanzien van sociale veiligheid in zowel aan te besteden als onderhands te gunnen concessies. Concessiehouders dragen zorg voor een uniforme Het is aan de Concessieverleners om een eigen afweging
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages52 Page
-
File Size-