De kleuren van het nieuwe bouwen tijdens het interbellum in Nederland Materialisering van een ideaal Ir. M.G. Polman Technische Universiteit Delft Faculteit Bouwkunde Prof. Dr. F. Bollerey Prof. dr. M.C. Kuipers 19 december 2011 De kleuren van het nieuwe bouwen tijdens het interbellum in Nederland Materialisering van een ideaal Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Technische Universiteit Delft, op gezag van de Rector Magnificus Prof.ir. K.C.A.M. Luyben, voorzitter van het College voor Promoties, in het openbaar te verdedigen op maandag 19 december 2011 om 12.30 uur door Maria Gabriella POLMAN bouwkundig ingenieur geboren te Amsterdam. Inhoudsopgave Deel A Aspecten van kleur en architectuur van het nieuwe bouwen Dit proefschrift is goedgekeurd Voorwoord 6 2 Historiografie 21 door de promotoren: Prof. Dr. F. Bollerey Prof. dr. M.C. Kuipers Gebruikte afkortingen 7 2.1 Kleur in stijl- en ornamentgeschiedenis 23 2.1.1 Inleiding 23 1 Inleiding 9 2.1.2 Eugen Gugel, Willem Leliman, 1919 23 Samenstelling promotiecommissie: 2.1.3 Jan Godefroy, 1915 -193 29 Rector Magnificus 2.1.4 Ben Wierink, 193 30 Prof.ir. K.C.A.M. Luyben, voorzitter 2.2 De belangrijkste kleurtheorieën tijdens het Prof.Dr. F. Bollerey, Technische Universiteit Delft, interbellum in Nederland, volgens de promotor beschrijvingen in de schildersvakliteratuur 33 Prof. dr. M.C. Kuipers, 2.2.1 Inleiding 33 Technische Universiteit Delft, promotor 2.2.2 Lambertus Simis, 1835 33 Prof. dr. A. Bergmans, 2.2.3 De vijf belangrijkste historische theoretici op basis Universiteit Gent van vier bronnen 35 Prof. dr. ir. J.M.J. Coenen, 2.2.3.1 Isaac Newton, 1704 36 Technische Universiteit Delft Prof. A.G.A. van Grevenstein-Kruse, 2.2.3.2 Johann Wolfgang von Goethe, 1810 39 Universiteit van Amsterdam 2.2.3.3 Arthur Schopenhauer, 1816 41 Prof. dr. ir. E.M. Haas, 2.2.3.4 Michel Eugène Chevreul, 1839 42 Technische Universiteit Delft Prof. A. Rüegg, 2.2.3.5 Hermann von Helmholtz, 1871-1873 43 Eidgenössische Technische Hochschule 2.2.4 Twintigste-eeuwse theoreticus Wilhelm Ostwald, 1916 45 Zürich 2.2.5 Overzicht van de vier bronnen 50 2.2.6 Eduard Bontinck, 1943 54 2.2.7 Het denken over kleur. De kleurtheorieën van Goethe en Ostwald 56 2.3 Kleurtheorieën vanuit andere invalshoeken 60 2.3.1 Inleiding 60 2.3.2 Charles Webster Leadbeater en Annie Besant, 1902-1905 61 2.3.3 Jan Hessel de Groot, 1911, 1912 63 2.3.4 Rudolf Steiner, 1921 68 2.3.5 Frederik Willem Zeylmans van Emmichoven, 1923 71 Deel B Deel C Case studies Conclusies 2.4 Theo van Doesburg, 1921-1925 75 3.3 De verf van 1918-1940 155 4 Kleuronderzoek 207 6 Conclusies 251 3.3.1 Productie 155 2.5 Architecten 78 3.3.1.1. Klassiek 155 4.1 Inleiding 209 6.1 Inleiding 253 2.5.1 Inleiding 78 3.3.1.2 Innovatief (normalisatie) 156 2.5.2 Pierre Cuypers, 1900 78 3.3.2 Distributie 158 4.2 Ontwikkelingen 210 6.2 Nieuwe inzichten in de case studies 254 2.5.3 J.J.P. Oud, 1921- s.a.,circa 1960 82 3.3.2.1 Materieel 158 4.2.1 Restauratieopleiding Stichting Restauratie Atelier 2.5.4 Jan Buijs, 1924 86 3.3.2.2 Immaterieel 159 Limburg 210 6.3 Eindconclusie 278 2.5.5 Auke Komter, 1934 88 3.3.2.2.1 Schriftelijk (tijdschrift, reclame, catalogi) 159 4.2.2 Verf en schilderingen binnen de Rijksdienst voor de 2.5.6 Gerrit Rietveld, 1933 90 3.3.2.2.2 Activiteit (handelsreizigers of Monumentenzorg 214 Samenvatting 313 2.5.7 Leen van der Vlugt, 1936 93 vertegenwoordigers en beursen) 161 4.2.3 Interdisciplinair onderzoek Centraal Laboratorium 220 2.5.8 Alexander Kropholler, s.a. na 1930 94 4.2.4 Restauratieopleiding Faculteit Bouwkunde Technische Summary 318 Carel van Mander, herdruk 1936 96 3.4 De schilder voor 1918 162 Universtiteit Delft 222 2.5.9 Jan Piet Kloos, 1936-1941 96 3.4.1 Opleiding 162 Bijlagen 321 3.4.1.1 Meester/patroon 162 4.3 Methodiek van materiaaltechnisch 2.6 Architectuurcriticus: J.J. Vriend 1935, 1949 99 3.4.1.2 Scholen 163 kleuronderzoek ten behoeve van Lijst van afbeeldingen 357 3.4.1.3 Handboeken 163 reconstructie 224 2.7 Getuigen of Toepassers 103 3.4.2 Praktijk voor 1918 164 4.3.1 Inleiding 224 Literatuur 359 2.7.1 Inleiding 103 3.4.2.1 Applicatie 164 4.3.2 Onderzoek in situ: verkennend, stratigrafisch, 2.7.2 W.E. Vahrenkamp, 1938-1949 103 3.4.2.1.1 Bestek 164 topografisch 224 Curriculum vitae 366 2.7.3 Frits Kerdijk, 1948 106 3.4.2.1.2 Materieel 165 4.3.2.1 Kleurverkennend onderzoek 224 2.7.4 A.Th. Gieben, s.a. 107 3.4.2.2 Positie 165 4.3.2.2 Stratigrafisch onderzoek 224 2.7.5 Albert Hartogh, 1955 108 3.4.2.2.1 Eigen profiel, eigen interpretatie 165 4.3.2.3 Topografisch onderzoek 225 3.4.2.2.2 Gezien van buiten 168 4.3.3 Laboratoriumonderzoek of natuurwetenschappelijk 2.8 Conclusies 111 3.4.2.2.3 t.o.v. Andere bouwvakkers 174 onderzoek 225 3.4.2.2.4 t.o.v. Verfindustrie/fabrikant 177 4.3.3.1 Verflaagopbouw 226 3 Schilderspraktijk 1918-1940: 4.3.3.2 Pigment analyse 226 technieken en grondstoffen 147 3.5 De schilder van 1918-1940 179 4.3.3.3 Bindmiddel analyse 226 3.5.1 Opleiding 179 4.3.3.4 Interpretatie van resultaten 226 3.1 Inleiding 149 3.5.1.1 Meester/patroon 179 4.3.3.5 Mogelijkheden en beperkingen 226 3.5.1.2 Scholen 179 4.3.3 Literatuuronderzoek, afbeeldingenonderzoek, 3.2 De verf voor 1918 150 3.5.1.3 Handboeken 181 archiefonderzoek 227 3.2.1 Productie 150 3.5.2 Praktijk van 1918-1940 182 4.3.4 Rapportage 127 3.2.1.1 Klassiek 150 3.5.2.1 Applicatie 182 4.3.5 Onderzoek in het restauratieproces 228 3.2.1.2 Innovatief 152 3.5.2.1.1 Bestek 182 4.3.6 Reconstructie 228 3.2.2 Distributie 153 3.5.2.1.2 Handeling 182 3.2.2.1 Materieel 153 3.5.2.1.3 Materieel 183 4.4 Conclusie. Kleuronderzoek: 3.2.2.2 Immaterieel 154 3.5.2.2 Positie 183 even krabben en klaar 229 3.2.2.2.1 Schriftelijk (tijdschrift, reclame, catalogi) 154 3.5.2.2.1 Eigen profiel, eigen interpretatie 183 3.2.2.2.2 Activiteit (handelsreizigers of 3.5.2.2.2 t.o.v. Andere bouwvakkers 185 5 Case-studies 243 vertegenwoordigers en beursen) 154 3.5.2.2.3 t.o.v. Verfindustrie/fabrikant 185 5.1 Inleiding 245 3.6 De architect 187 5.2 Onderzoeksrapport Kantoorgebouw Van Nelle 3.6.1 t.o.v. de schilder 187 fabriek Rotterdam 245 3.6.2 Handboeken 188 3.6.3 Tijdschriften 190 5.3 Case studies 246 3.6.4 Beurs 192 3.7 Conclusie 194 Voorwoord Gebruikte afkortingen Toelichting De innige relatie die ik onderhoud met kleur in de Geduld werd overigens ook ruimschoots opgebracht CL RDMZ architectuur en in die van het nieuwe bouwen in het door mijn omgeving, mijn lieve familie, vriendinnen Centraal Laboratorium voor Onderzoek van Rijksdienst voor de Monumentenzorg tot 1 bijzonder, is met dit proefschrift ook tastbaar geworden. en vrienden, de talloze collega’s in het circuit van de Voorwerpen van Kunst en Wetenschap november 2006 Ik ben blij mijn fascinatie voor dit in het nieuwe bouwen kleur en bij de Rijksdienst. In het bijzonder dank Docomomo RACM juist zo elementaire facet van het ontwerp, ook dienst- ik mijn bon ami Hans van der Werf. Ik voelde mij International International Working Party Rijksdienst Archeologie, Cultuurlandschap baar te kunnen laten zijn voor een beter begrip van gedragen door hun vertrouwen en geduld gedurende for Documentation and Conservation of en Monumenten: fusie van de Rijksdienst deze architectuur. Niet dat het nieuwe bouwen geen dit lange proces. Buildings, Sites and Neighborhoods of the voor de Monumentenzorg met de Rijksdienst erkenning zou krijgen, in tegendeel, de afgelopen Modern Movement voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek. 1 decennia is het gedachtegoed ervan en zijn de monu- ICN november 2006 tot 11 mei 2009. menten als authentieke bijdragen tot de Nederlandse Amsterdam, november 2011 Instituut Collectie Nederland CL cultuur gevestigd, daaronder begrepen de internati- ISC/T Centraal Laboratorium voor Onderzoek onale waardering. Ik hoop dat dit onderzoek aan de International Specialist Committee on van Voorwerpen van Kunst en Wetenschap. verankering in ons gebouwde erfgoed mag bijdragen. Technology Oprichting 1961. Deze dissertatie vindt haar oorsprong in de vaak NAi ICN ruimhartig verstrekte onderzoeksopdrachten bij de Nederlands Architectuur Instituut Instituut Collectie Nederland: fusie van het restauratie van de vele monumenten die ons land RACM Centraal Laboratorium met de Opleiding op dit vlak kent. Als dit een plaats is om dank uit te Rijksdienst Archeologie, Cultuurlandschap Restauratoren en de Rijksdienst Beeldende spreken, dan geldt die in de eerste plaats diegenen en Monumenten Kunst. 1997 die als verantwoordelijk bestuurder of als particulier RCE RCE met opdrachten voor kleuronderzoek de basis voor Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: deze wetenschappelijke verkenning hebben gelegd. RDMZ naamsverandering RACM, vanaf 11 mei 2009; In een adem verleng ik die dank naar mijn werkgever, Rijksdienst voor de Monumentenzorg Fusie met Instituut Collectie Nederland vanaf de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, die de SRAL 17 december 2010.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages186 Page
-
File Size-