De architectuur van Djenné : een onderzoek naar de historische stad Citation for published version (APA): Maas, P. C. M. (1994). De architectuur van Djenné : een onderzoek naar de historische stad. Technische Universiteit Eindhoven. https://doi.org/10.6100/IR429553 DOI: 10.6100/IR429553 Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1994 Document Version: Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record Please check the document version of this publication: • A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website. • The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review. • The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers. Link to publication General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal. If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement: www.tue.nl/taverne Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us at: [email protected] providing details and we will investigate your claim. Download date: 07. Oct. 2021 31 DE ARCHITECTUUR, VAN DJENNE EEN ONDERZOEK NAAR DE HISTORISCHE STAD P.C.M. Maas De Architectuur van Djenné, Een onderzoek naar de historische stad PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Technische Universiteit Eindhoven, op gezag van de Rector Magnificus, prof.dr. J.H. van Lint, voor een commissie aangewezen door het College van Dekanen in het openbaar te verdedigen op maandag 12 december 1994 om 16.00 uur door Petrus Cornelis Maria Maas geboren te Roosendaal en Nispen Dit proefschrift is goedgekeurd door de promotoren : prof.dr.ir. G.A.C. van Zeyl en prof.dr.ir. M.F.Th. Bax Co-promotor: dr. R.M.A. Bedaux CJP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Maas, Petrus Cornelis Maria De architectuur van Djenné : een onderzoek naar de historische stad I Petrus Cornelis Maria Maas. - Eindhoven : Faculteit Bouwkunde, Technische Universiteit Eindhoven. - 111. - (Bouwstenen I Faculteit Bouwkunde, Technische Universiteit Eindhoven; 31) Proefschrift Eindhoven,- Met lit. opg. ISBN 90-6814-531-2 Trefw.: bouwkunst ; Djenné ; geschiedenis , voor Margriet Inhoudsopgave Voorwoord pag. 7 De samenstelling van het proefschrift pag. 10 Inleiding pag. 13 Hoofdstuk 1 : Documentatie pag. 18 Hoofdstuk 2 : Historiciteit pag. 38 Hoofdstuk 3 : De genese van het concept pag. 51 Hoofdstuk 4 : Universele patronen en hun betekenis pag. 60 Hoofdstuk 5 : De regionale invloeden pag. 74 Nawoord pag. 87 Samenvatting pag. 90 Summary pag. 93 Literatuur p9g. 96 Voorwoord Het hoofdbestanddeel van dit proefschrift wordt gevormd door het samen met Geert Mommersteeg geschreven boek Djenné, chef­ d'oeuvre architectural, dat in 1992 bij het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam is verschenen. Dit boek kan worden beschouwd als een zo nauwgezet mogelijke documentatie van de architectuur van de stad Djenné en is het resultaat van een tien jaar durend onderzoek dat studenten en medewerkers van de Technische Universiteit Eindhoven hebben verricht naar de archi­ tectuur van Djenné 1. Drie van de in totaal vier veldonderzoekers zijn afgestudeerd bij Geert Bekaert, indertijd hoogleraar Architectuurgeschiedenis en Theorie aan de Faculteit Bouwkunde van de T.U.E. Enkele van de meest wezenlijke aspecten die Geert Bekaert als begeleider van de onderzoekers benadrukte waren het behoud van een zo groot mogelijke onbevangenheid tijdens het waarnemen, van het vermogen tot verbazen en van het vermogen zich te laten leiden door het onverwachte. Of zoals Arie van Rangelrooy, de eerste veldonderzoeker en als zodanig de pionier van de groep, het ver­ woordde in de inleiding van zijn afstudeerscriptie (van Rangelrooy 1984 : 7) : "Ik heb me gehouden aan een model dat zich laat ken­ nen als een principe van binding en scheiding, maar dan zonder dat vooraf een onderscheid of/en een verbinding is bepaald. Dit heb ik toegepast op de visueel dimensionale waarneming van de gebouwde omgeving, door me als een nulpunt te verplaatsen en 1 Onder leiding van Wolf Schijns hebben achtereenvolgens Arie van Rangelrooy ( 1984 ), PierreMaas (1986), Wim van Unen (1987) en Rik van der Velden (1989) veldonderzoek in I:ljenné gedaan. 7 me te laten leiden door accenten (onderscheidingsmomenten), of simpelweg de dingen die me opvallen". De onderzoekers werden opgeleid tot architect. Dit impliceerde dat de kennis die in het onderzoek werd ingebracht en de onder­ zoeksmethoden die werden toegepast, sterk werden bepaald door een benadering van het gebouw en de stad als een ontwerp 2. De fascinatie voor de architectuur van de stad en de wil deze vast te leggen werden zo vertaald in een documentaire-achtige opzet van het onderzoek, waarbij de nauwkeurige waarneming en de bestudering van de gebouwde omgeving belangrijke aandachts­ punten werden. In de periode dat Geert Bekaert aan de faculteit bouwkunde van de T.U.E. verbonden was (1973-1989} kregen deze aspecten voor zijn studenten een extra dimensie. Hij liet hen ken­ nismaken met de algemene kritiek op de Moderne Architectuur, zowel vanuit de praktijk van het bouwen via Aldo van Eyck, als vanuit de architectuurtheorie door met name de Italiaanse kritiek van o.a. Tafuri en dal Co en het traetaten onderzoek van de sectie Architectuur Geschiedenis en Theorie (AGT) naar de geschriften van Viollet-Le-Duc, Durand en Piranesi 3. De fascinatie en ver­ wondering voor het bijzondere en het onverwachte in de architec­ tuur werd mede gevoed door deze kennismaking met de relatie tussen ontwerp en geschiedenis. 2 Een van de eerste teksten die bij de bestudering van de architectuur van Djenné werd geraadpleegd was Aldo Rossi's De Architectuur van de Stad, waarin zijn idee van 'de stad als locus van het collectieve geheugen' bijzonder aansprak. 3 Ter verduidelijking wil ik in dit kader wijzen op een boekbespreking van Jos Bosman (in Arcbis 10-92: 55) over Gijs Wallis de Vries' Piranesi en het idee van de prachtige stad (1990) en Gerard van Zeyl's De Traetaten van Jean Nicolas Louis Durand' (1990), beide dissertaties verdedigd aan de T.U. Eindhoven, waarin hij als een van de gezamenlijke gezichtspunten vermeldt : "Daarenboven zijn beide boeken, in de manier waarop de verschillende invalshoeken op elkaar betrokken worden, geschreven vanuit de risicovolle 'openheid' die Jean-François Lyotard bepleit. Al met al is hiermee een speculatieve interesse in de geschiedenis, die architecten eigen is, bewust aangedikt". 8 Deze culturele oriëntatie op het vakgebied van de bouwkunde, maar vooral ook Geert Bekaert's attitude met betrekking tot de niet-westerse architectuur 4, maakte dat in de faculteit de fasci­ natie voor Afrika in het algemeen en de steden in de Sahel in het bijzonder, welke door de Forum publikaties van van Eyck en Haan 5 aan het eind van de jaren vijftig en het begin van de jaren zestig was ontstaan, groeide 6. In dit klimaat richtten een aantal architecten in spe hun blik op een bijzondere stad in de Sahel : Djenné. Hun blik was onbevan­ gen en registreerde wat voor ogen kwam. De nauwkeurigheid van het vastleggen bepaalde mede de kwaliteit van het werk. Opmetingen en fotografische documentaties werden samengevoegd tot dossiers die een beeld gaven van de architec­ tuur en stedebouw van de stad Djenné en haar omgeving 7. Deze resultaten zijn gepresenteerd in dit proefschrift. 4 Bekend is Bekaert's bekroonde film 'M'Zab, wonen in de woestijn', gemaakt in 1973 voor de BRT. Tevens verscheen in de door Bekaert geredigeerde reeks architec tuurboeken bij uitgever Mardaga een boek over de M'Zab architectuur, Donnadieu (1977). 5 Onder andere: Aldo van Eyck. 'Bouwen in de Zuidelijke Oasen" Forum, 1956, nr. 4, p. 130-133, 'Architecture of Dogon", Architectural Forum, sept. 1961, p. 116-121, 'Dogon : mand-huis-dorp-wereld', (i.s.m. P.Parin en F.Morgenthaler), Forum, juli 1967, p. 30-50. Zie ook verderop in dit boek bij de bespreking v~n het thema 'de genese van het concept'. 6 Hierbij vormde de eerste reis van Wolf Schijns en Gerard van Zeyl naar de Dogon en Djenné een vroeg oriëntatiepunt. Zie Wolf Schijns et al. Beelden en Bouwen bij de Dogon. Onderzoeksrapport Faculteit Bouwkunde, Technische Universiteit Eindhoven, 1979. 7 Er werd van meet af aan samengewerkt met cultureel antropologen. Het gebruik van de ruimtes, de samenstelling van de families en de vormen van levensonderhoud werden onderzocht en soms vastgelegd in rapporten. Gezamenlijke verslaglegging bleef echter achterwege. Ook in Djenné, chef d'oeuvre architectural is van deze documenten slechts sporadisch gebruik gemaakt. Slechts in het onderzoek naar de metselaars, de invloeden van de islam en het gebruik van de gebouwen in combinatie met de plattegrondvorm is voor een meer antropologische benadering gekozen. Ik wil in de conclusies van dit boek terugkomen op de relatie tussen antropologie en architectuur. 9 De samenstelling van het proefschrift Dit proefschrift bestaat naast het voor U liggende boek uit een drietal publicaties : • Maas, Pierre & Geert Mommersteeg.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages117 Page
-
File Size-