UvA-DARE (Digital Academic Repository) Het culturele netwerk van Jan van Scorel Schilder, kanunnik, ondernemer en kosmopoliet Jehoel, G. Publication date 2019 Document Version Other version License Other Link to publication Citation for published version (APA): Jehoel, G. (2019). Het culturele netwerk van Jan van Scorel: Schilder, kanunnik, ondernemer en kosmopoliet. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:27 Sep 2021 Het culturele netwerk van Jan van Scorel: schilder, kanunnik, ondernemer en kosmopoliet Samenvatting Jan van Scorel (1495-1562) had zijn uitzonderlijke carrière te danken aan zijn wijdvertakte netwerk, waarin hij verbonden was met verschillende personen uit de internationaal georiënteerde, katholieke en overwegend aristocratische elite. In zijn netwerk zijn vijf verschillende kringen te onderscheiden. Deze kringen waren onderling verstrengeld en overlapten elkaar verder dan tot nog toe werd aangenomen. Als schilder, kanunnik, ondernemer en kosmopoliet bewoog Van Scorel zich hoofdzakelijk binnen het geestelijke en bestuurlijke netwerk dat hij reeds tijdens zijn jeugd leerde kennen. Tijdens zijn opleiding en reis naar het zuiden kreeg hij toegang tot de geletterde kringen en tot de commerciële elite. Na zijn terugkomst in de Lage Landen groeide hij ook binnen de aristocratische hofkringen, die hij reeds voor zijn vertrek in Utrecht had leren kennen, uit tot een veelgevraagd schilder. In Schoorl en Alkmaar werd de grondslag gelegd voor Van Scorels netwerk, door familierelaties en door hem gunstig gezinde personen uit de elite van zijn geboortestreek in Noord-Holland. Van Scorels vader moet afkomstig zijn geweest uit deze gegoede elite en verkeerde als vice-cureyt van Schoorl in de bestuurlijke kringen van Schoorl en omgeving. Sleutelfiguren hierin waren graaf Jan III van Egmond (1438/41-1516), diens neef Jan Gerritsz († 1523) en de abt van de nabijgelegen abdij van Egmond, Meynard Man († 1526). Hun verwanten, Joris van Egmond (ca. 1504-1559) en Alardus van Amsterdam (1491–1544), zouden Jan van Scorel in woord en daad begunstigen. Tijdens Van Scorels schooltijd aan de Latijnse School in Alkmaar, tussen ca. 1503 en 1509, kwam hij in aanraking met het geletterde en internationale netwerk rondom de abdij van Egmond en de Alkmaarse Sint-Laurenskerk. Om deze instellingen heen functioneerden diverse netwerken, die elkaar deels overlapten. Zowel de jurist Jacob Pijnsen (ca. 1453–1519) als de bankier Willem Pietersz en de geestelijke Willem van Enckenvoirt (1464-1534) onderhielden relaties met abt Meynard Man. Vanuit de abdij, die bekend stond als intellectueel centrum, begunstigde de abt letterkundigen zoals zijn neef Alardus van Amsterdam en ook Gerard Geldenhouwer (1482-1542), die 413 beiden in Leuven studeerden, net als Jacob Pijnsen en Meynard Man. Uit deze groep zou Willem Pietersz Jan van Scorel gaan begunstigen. Daarnaast namen Jacobs zoon Willem Pijnsen (ca. 1497-1545), Willem van Enckenvoirt, Alardus van Amsterdam en Gerard Geldenhouwer op meerdere momenten tijdens Van Scorels carrière sleutelposities in binnen de kringen waarin Van Scorel zich bewoog. Na het overlijden van Van Scorels ouders ondersteunden zijn voogden zijn leertijd bij een schilder, vermoedelijk Cornelis Buys I (1465/70–1532). Deze Alkmaarse schilder werkte nabij de Latijnse School, waar Alardus van Amsterdam tussen 1511 en 1513 les gaf. Buys werd begunstigd door de familie Van Egmond en werkte voor Meynard Man en de elite van Alkmaar. Tijdens zijn opleiding maakte Van Scorel kennis met deze kringen en met de iconografie die zij voorstonden. In Schoorl en Alkmaar werd zo het fundament gelegd voor Van Scorels glansrijke carrière. Vanaf 1512 tot circa 1517 vervolgde Jan van Scorel zijn opleiding tot kunstenaar bij Jacob Cornelisz [van Oostsanen] (ca. 1475–1533) in Amsterdam. Cornelisz werkte tijdens Van Scorels leerperiode voor Jacob Pijnsen en voor de bankier Pompeius Occo (1483-1537) en de drukker Doen Pietersz (1478-1480 tot na 1536). Occo en Pietersz behoorden tot de kern van de letterkundige kring van Amsterdam. Zij onderhielden contacten met geleerden als Alardus van Amsterdam en Nicolaus Kan (1504-1555), die secretaris van Erasmus was. Vanaf 1515 verzorgde Gerard Geldenhouwer samen met Alardus van Amsterdam een uitgave van het werk van Rudolf Agricola (1443-1485), van wie Occo een grote papieren nalatenschap bezat. Dankzij zijn opleiding bij Jacob Cornelisz maakte Jan van Scorel kennis met de Amsterdamse geletterde kringen, waar hij Alardus van Amsterdam opnieuw kon ontmoeten. Volgens Karel van Mander kwam Van Scorel omstreeks 1517 bij Jan Gossaert (1478- 1532) in Utrecht terecht. Als hofkunstenaar van Filips van Bourgondië (1464-1524) vergezelde Gossaert deze bisschop regelmatig tijdens bezoeken aan het Habsburgse, Bourgondische en pauselijke hof. Ook Filips’ secretaris Gerard Geldenhouwer was hierbij aanwezig. Gossaert en Geldenhouwer moeten in deze periode een rijk en internationaal netwerk hebben ontwikkeld, dat bestond uit hofkunstenaars, letterkundigen en diplomaten. Vanuit Utrecht, de hoofdstad van het gelijknamige bisdom, onderhielden hooggeplaatste geestelijken zoals Herman II van Lokhorst (1453-1527) een wijdvertakt en internationaal netwerk. Dergelijke heren stonden in nauw contact met Nederlandse zaakgelastigden als Willem van Enckenvoirt, die vooraanstaande posities aan de pauselijke curie in Rome bekleedde. Zodoende bood Van Scorels verblijf een uitgelezen kans om zijn artistieke horizon te verbreden en tegelijkertijd contacten op te doen die hem konden helpen bij een toekomstige reis naar het buitenland. Tussen circa 1518 en 1520 maakte Van Scorel een uitgebreide reis door de Duitse landen. De route die hij koos wijst erop dat Van Scorel zijn netwerk van stad tot stad 414 wist uit te bouwen. Hij kwam onder andere bij Albrecht Dürer (1471-1528) en wist een opdracht te verwerven van de vooraanstaande adellijke familie Lang von Wellenburg, waarvan Matthäus (1468-1540) en zijn zus Apollonia († 1519) tot de vertrouwelingen van Maximiliaan I (1459-1519) en diens vrouw Bianca Sforza (1472-1511) behoorden. Hieruit blijkt dat de schilder in de Duitse landen tot de hoogstaande katholieke elite en tot de hofkringen wist door te dringen. In artistiek opzicht groeide hij uit tot een meesterschilder die technieken als het technisch verkort uitstekend beheerste en bovendien in zijn tekeningen onderzoek deed naar de werkelijkheid. Uit deze periode zijn bijvoorbeeld tekeningen overgeleverd waaruit blijkt dat Van Scorel als een van de eerste Hollandse kunstenaars het hem omringende landschap vastlegde. Na zijn verblijf in de Duitse landen reisde Van Scorel door naar Venetië, waar hij in het najaar van 1519 arriveerde. Als Hollander werd hij opgenomen in de kleinschalige Vlaamse kring, die op zijn beurt weer behoorde tot de omvangrijkere Duitse koopliedengemeenschap van de Fondaco dei Tedeschi. Sleutelfiguur binnen deze groep was de Antwerpse koopman en drukker Daniël van Bombergen (ca. 1483- 1553). Van Bombergen was verwant aan Willem Pietersz en werd na zijn huwelijk tevens familie van Jacob en Willem Pijnsen. De aanzienlijke productie van Van Scorel, de noordelijke iconografie van zijn schilderijen en de notities die hiervan gemaakt werden door de edelman Marcantonio Michièl (1484-1552), wijzen erop dat de schilder in Venetië vanuit verschillende kringen opdrachten ontving. In Van Scorels schilderijen is op basis van datering en stijl een onderscheid te maken tussen de periode voorafgaande aan zijn pelgrimsreis naar Jeruzalem en de meer volwassen stijl die hij na terugkomst hanteerde. In gezelschap van Jan de Heuyter en andere vooraanstaande Hollanders maakte Van Scorel tussen begin juli en eind september 1520 een pelgrimstocht naar het Heilige Land. Voor de kunstenaar vormde deze reis een belangrijke aanvulling op zijn iconografische repertoire; terug in de Lage Landen vernieuwde hij het topografische zicht op Jeruzalem en ontwikkelde hij het groepsportret voor Jeruzalembroederschappen. De pelgrimsreis betekende een sociaaleconomische impuls en zou al snel de entree naar een carrière in de kerkelijke wereld vormen. Vanaf het voorjaar van 1522 tot mei 1524 verbleef Van Scorel in Rome, waar hij tijdens het pontificaat van Adrianus VI in het Belvedere woonde en werkte. Zijn vertrekken grensden aan die van de paus, die de villa regelmatig bezocht om aan de hitte en drukte van het pauselijk hof te ontsnappen. Van Scorel ontmoette er bezoekende kunstenaars en toeristen en schilderde minstens twee portretten van de paus. Hij ontving een Utrechts kanonikaat en bouwde connecties op met eminente kerkelijke bestuurders en persoonlijke vrienden van Adrianus VI, zoals Willem
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages88 Page
-
File Size-