De woning van Clara van Spaerwoude De geschiedenis van een boerderij in het dorp Spaarnwoude Jan Morren Auteur: Jan Morren Eind redactie: Stichting Historisch Halfweg Uitgave: Stichting Historisch Halfweg Website: www.historischhalfweg.nl Halfweg 2013 De woning van Clara van Spaerwoude. Inleiding In de kleine dorpskern van Spaarnwoude staat ten oosten van het kerkje “De Stompetoren” de boerderij Einderust. De boerderij zal zijn naam ontleend hebben aan het eind van de Kerkweg in de dorpskern en aan de rust van het voormalige kerkhof bij het kerkje. Toen ik, op verzoek van de Monumentencommissie in de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude het boek ‘Erfgoed tussen hoofdsteden’ schreef, stuitte ik bij het archiefonderzoek op de woning van Clara van Spaerwoude (Spaarnwoude). Uit de opgegeven locatie kon ik opmaken dat de woning ten zuiden of ten oosten van de kerk had gestaan. Hier stonden echter geen monumenten. Daarom kon ik in dit boek deze woning niet behandelen. Toch bleef ik nieuwsgierig naar de geschiedenis ervan. De grote vraag was de juiste ligging en of er een opvolger was van deze woning. Was dit de boerderij Einderust? In dit artikel neem ik u mee terug in de tijd om de geschiedenis van deze woning uit te zoeken. Clara van Spaerwoude, haar familie en haar testament Het oudste gegeven van de woning dateert uit 1487. Volgens een transportakte uit dit jaar bezat Claertgen Gerrytsdochter van Spaerwoude een huis en een stuk land in de ban van Spaernewoude bij de kerk. Zij was vòòr 1477 getrouwd met Heynric Janzoon die geboren was rond 1440. Heynric was goudsmid; eerst in Haarlem en later in Leiden. Uit hun huwelijk kwam Jan Heynrikxzoon voort; hij werd geboren omstreeks 1477. Heynric verkocht in 1487 aan Geryt Janszoon van Berckenrode “vier rijnsgulden min een oirt” per jaar die hij heeft uit een “sate lants” met het huis dat daarop staat en lag bij de kerk van Spaernwoude. Het huis werd in die tijd gepacht door Claes Heinricxszoon van Spaerwoude, de schoonvader van Heynric. Heynryc verkocht dus niet het huis maar de pachtopbrengst van dit huis. Dit werd in die tijd wel meer gedaan als men een grote som contant geld nodig had. Tevens was duidelijk dat het huis bewoond werd door de familie van Spaerwoude. De benaming “sate lants” geeft aan dat het om een boerenbedrijf gaat. De zoon van Heynric, Jan genaamd, trouwde eerst met Maritgen Bartholomeusdochter. Uit dit huwelijk kwam voort Adriaen Janszoon en Heijnrick Janszoon die priester werd. Maritgen kwam te overlijden in 1520 waarna Jan in 1524 trouwde met Willemtgen Willemsdochter. Na het overlijden van zijn vader (in 1512 of 1513) en zijn moeder, kwam de woning in bezit van hun zoon Jan. Ook hij was goudsmid, alleen in Delft. Uit het tweede huwelijk van Jan werden geboren Willem Janszoon en Clara Jansdochter van Spaerwoude. Clara werd geboren te Delft omstreeks 1530. Haar moeder overleed na oktober 1564 en haar vader in 1552. Zij werden beiden begraven in de Nieuwe kerk in Delft. Van haar vader erfde zij de woning en het land te Spaernewoude. Het is niet te achterhalen in hoeverre de familie waar Clara uit voortkwam, verbonden was met de familie van Spaarnwoude, die het leengoed de hofstede Spaarnwoude in bezit hadden. Mogelijk behoorde het bezit van Clara oorspronkelijk tot het leengoed en is het door afsplitsing in haar familie terecht gekomen. Dit afgesplitste deel zal gekocht zijn van de graaf van Holland en werd daardoor een zogenaamd vrijeigen. Clara werd vernoemd naar haar grootmoeder Claertgen Gerrytsdochter van Spaerwoude. Clara voerde ook het wapen van haar grootvader Heijnrick Janszoon; dit was een zwart schild met daarop diagonaal een vis met in de rechter bovenhoek en de linker onderhoek een ster. Zowel de vis als de sterren waren in zilver uitgevoerd. Afbeelding 1 Portret van Clara van Spaerwoude. Afbeelding uit de website Tetterode/Sparwoude. Afbeelding 2 Het Blazoen van Clara van Spaerwoude in de Oudekerk te Delft. Afbeelding uit “Het land rond de Stompe Toren, Gerrit van den Belt”. Afbeelding 3 Het familie wapen van Clara van Spaerwoude. Een zwart veld met daarin een zilveren vis en twee sterren. Afbeelding uit “Het land rond de Stompe Toren, Gerrit van den Belt”. Clara trouwde in Delft op 13 oktober 1556 met Mr. Arent Vrancken of Franckenszoon van der Meer. Hij was eerder weduwnaar van Clementia Cachiopijn. Arent was in 1559 regent van het Meisjeshuis te Delft, in 1560 lid van de veertig raad in Delft, in 1570 curator van het Fratershuis en in 1574 secretaris van de stad Delft. Hij was van rooms-katholieke huize, maar ging in 1574 over naar de hervormde gemeente, toen nog gereformeerd genoemd. In 1578 was hij visitator van de grote school en in 1581 commissaris van de huwelijkszaken te Delft en hoogheemraad van die stad. Het echtpaar woonde in het huis Oude Delft 141; hier is later de ABN-AMRO bank gevestigd. In dit huis hadden ook zijn vader en moeder gewoond. Na hun overlijden had hij het gekocht van zijn mede-erfgenamen. Clara hield zich met veel vormen van liefdadigheid bezig. Zij was in 1578 en 1579 moeder van de Arme Fraters en in 1578 en van 1581 tot 1590 moeder van het Meisjeshuis.Ook Clara, die van rooms-katholieke huize was, ging in 1578 over naar de gereformeerde kerk; vier jaar na haar man. Na de reformatie moesten er veel jonge mannen opgeleid worden tot predikant. Aan deze opleiding schonk het echtpaar 300 gulden per jaar, om zo twee jongens in staat te stellen theologie te gaan studeren. Het echtpaar verwierf groot aanzien in de stad. Intussen woedde de Tachtigjarige oorlog in volle hevigheid. In 1572 vormden Haarlem en de omliggende dorpen het strijdtoneel. Als eerste werd in 1572 Spaarndam in deze strijd door de Spanjaarden verwoest. De Spaanse troepen trokken zich toen tijdelijk terug. Bij deze terugtocht werd ook Spaarnwoude in brand gestoken. Van de kerk bleven alleen de toren en de muren overeind. Ook werden er veel boerderijen verwoest. Hoe het woning van Clara verging is niet bekend. De Spanjaarden keerden terug en belegerden de stad Haarlem. Hierbij passeerden de Spaanse troepen opnieuw Spaarnwoude. Het land rond Spaarnwoude stond onder water en het dorp was door de bevolking verlaten. Het beleg rond Haarlem was voor de Spanjaarden succesvol maar bij Alkmaaar werden zij terug gedreven. In 1577 verlieten de Spaanse troepen Haarlem en keerde de rust in het gebied terug . Het dorp werd hersteld. Mogelijk is toen ook de woning van Clara hersteld of herbouwd. De man van Clara overleed in 1596 en werd begraven in de Oude kerk te Delft. In zijn testament, opgemaakt in 1585, verklaarde Arent dat de langstlevende uit zijn huwelijk met Clara, in vrije eigendom zou krijgen: de huisraad, de inboedel, kleren, geld, goud en zilver zowel gemunt als ongemunt, juwelen, kleinoden, meubelen en de roerende en onroerende goederen. In 1595 werd dit testament aangepast. Er werd een regeling getroffen rond het huis dat hij van de erve van zijn vader en moeder had gekocht. Tevens werd vastgelegd dat na zijn overlijden de diakenen voor de kerkelijke armen een erfelijke rente van 100 gulden per jaar toegezegd kregen zolang zijn vrouw nog leefde. Als zij zou overlijden verviel de rente en moest er een eenmalig bedrag van 1600 gulden uitbetaald worden aan de diakenen. Verder bedeelde hij enkele familieleden. In 1596 werd het testament op onderdelen verder aangepast. Na het overlijden van haar man beschikte Clara over een omvangrijk vermogen. Want zij erfde niet alleen van haar man maar ook van haar ouders en mogelijk ook van haar broer Willem Janszoon. Uit tal van zaken ontving zij inkomsten. Uit de verpachting van grond en huizen in twintig ambachten, hieronder dus Spaarnwoude, uit los- en lijfrenten en uit obligaties van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, en van het gewest Holland en de stad Delft. In 1597 werd haar bezit in Spaarnwoude als volgt omschreven: “de hofstede of woning met 25 maden (106.450 m 2) lands daeraen, in de ban van Spaerenwoude, aan de kerk, streckende van de voorsijde kercke zuidwaarts op tot aan de Grote Hofslot toe, ende voorts van Berkenrodegeest noordwaarts op tot Aelbrecht Gijsen land toe”. Op deze beschrijving wordt terug gekomen, de Grote Hoefsloot werd later de Groote Hoefsloot genoemd. Of er in die tijd nog leden van de familie van Spaarnwoude in de woning woonden is niet bekend, maar we mogen aannemen dat het geheel verpacht werd aan boeren. Clara liet in 1598 haar testament opmaken. Tal van bepalingen werden erin opgenomen over haar bezit dat zij bij overlijden na zou laten. Een opvallende bepaling was de huwelijksgift. De gift moest uitgedeeld worden aan vrome en eerlijke jongens van haar geslacht, als die het nodig mochten hebben. Verder werden er legaten aan diverse familieleden toebedeeld. Hieronder de kleinkinderen van haar halfbroer Adriaen Janszoon. De bedragen van deze legaten werden herzien in de codicillen uit 1602 en 1610. Het beheer van haar bezit en het toekennen van legaten na haar dood werd in handen gelegd van de Weesmeesters in de stad Delft. In het codicil uit 1602 liet zij vastleggen dat het college van de Arme Klerken of scholieren binnen de stad Delft, voorheen het Fraterhuys genaamd, een legaat van 300 gulden per jaar kreeg. Dit bedrag was voor de opvoedingen en voor het leren van twee jongeren uit het weeshuis van de stad Leiden of voor twee arme jongeren uit de burgerij van deze stad. Zo werd de studie theologie en opvoeding van dienaren van het Goddelijke woord in de gereformeerde religie bevorderd. Mochten de weesmeesters van de stad Leiden het legaat weigeren of op dit punt in gebreke blijven dan zou het legaat aan de stad Schiedam vervallen.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages55 Page
-
File Size-