Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel VI Techniek en samenleving hoofdredactie H.W. Lintsen bron H.W. Lintsen (red.), Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel VI. Techniek en samenleving. Walburg Pers, Zutphen 1995 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/lint011gesc06_01/colofon.htm © 2009 dbnl / H.W. Lintsen / de afzonderlijke auteurs en/of hun rechthebbenden 10 Herinneringsdoek aan de eerste tentoonstelling van de ‘Wonderen der Industrie van alle Landen’ te Londen in 1851. Tot de talloze souvenirs, zoals albums, prenten, catalogi, beschrijvingen en plattegronden van tentoonstelling en omgeving, hoorde ook deze bedrukte textieldoek. De voorstelling van het hoofdgebouw in het midden is omlijst door de vlaggen der deelnemende naties en de portretten van prins Albert, de bedenker van deze tentoonstelling, en koningin Victoria, die de opening verrichtte. Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel VI 11 Techniek en samenleving Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel VI 12 Het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam in aanbouw, april 1862, (onder) en het oorspronkelijk outwerp voor een gebouw voor de eerste wereldtentoonstelling in Londen (boven). Al snel bleek dat een revolutionair gebouw als Crystal Palace vrij algemeen als te modern en te functioneel werd beschouwd, zodat volgende tentoonstellingsgebouwen weer meer leken op de ‘klassieke’ vormen die ook het oorspronkelijke gebouw voor Londen-1851 hadden gedomineerd: koepels, venvijzingen naar allerlei vroegere bouwstijlen etc. Het Paleis voor Volksvlijt, dat door Cornelis Outshoorn was ontworpen, kende ook die schijnbare tegenstelling van ‘oude’ vormen en nieuwe materialen en bouworganisatie. Men kan zich afvragen of het publicitair effect van de eerste wereldtentoonstelling wel zo groot was geweest als het niet-uitgevoerde gebouw toch werkelijkheid was geworden. Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel VI 13 1 De Geest van Crystal Palace Een meervoudige werkelijkheid Architectuur tussen techniek en symbool Kunst en kunde Tentoonstellingen voor de natie en de wereld De Vooruitgang in cijfers en plannen De Nederlandse geschiedenis in Crystal Palace De Geest van Crystal Palace in de Nederlandse geschiedschrijving Techniek en samenleving Een meervoudige werkelijkheid Zeven bomen leken de aanstaande wereldtentoonstelling te kunnen tegenhouden. Prins Albert, de echtgenoot van de Engelse koningin Victoria, werd er wanhopig van. Hij had zijn volle medewerking gegeven aan het plan dat sinds 1849 steeds grotere vormen had aangenomen. Het idee was afkomstig uit kringen van de Society of Arts, waarvan hij voorzitter was. Als Opperhoutvester had hij het Londense Hyde Park ter beschikking gesteld om er een gebouw neer te zetten. In het voorjaar van 1850 leek het hele plan alsnog op losse schroeven komen te staan. Er waren protesten tegen het plan uit allerlei hoeken gekomen en in het Parlement stelden diverse leden, met publicitaire steun van The Times, de kwestie aan de kaak. De tentoonstellingscommissie mocht dan wel bestaan uit de Prins-gemaal en beroemdheden als locomotievenbouwer Robert Stephenson, spoorwegondernemer Samuel Peto, ingenieur Isambard Kingdom Brunel en vooraanstaande politici, maar veel Engelse industriëlen vonden het ongewenst om buitenlandse concurrenten zomaar op een tentoonstelling uit te nodigen. Engeland had die vreemdelingen tot 1844 buiten de deur weten te houden. De grenzen waren nu officieel open, maar het ging te ver om in naam van vrije concurrentie iedereen de kans te geven om met zijn waren in Engeland te koop te lopen.1. Verder kostte het plan veel geld, vonden anderen, staatsgeld dat daar niet voor was bedoeld. En dan waren er nog de omwonenden. Juist sinds enkele jaren hadden de betere Londense kringen huizen laten bouwen op de terreinen rondom Hyde Park in de luxe wijken Belgravia en South Kensington. Een tentoonstelling van de geplande omvang en duur zou het woongenot grondig bederven. Tienduizenden vreemdelingen zouden dagelijks door de buurt trekken, op de voet gevolgd door een horde armoedzaaiers, kleine handelaars, prostituées en andere morsige lieden. Het Park zelf zou worden ontsierd door een vermoedelijk wanstaltig bouwsel. De gemeente Londen had ook al in een vroeg stadium van het tentoonstellingsplan laten weten dat zij er tegen was als een van haar grote parken, de ‘longen van de stad’, voor altijd zou worden opgeofferd aan een tentoonstellingsgebouw. Procedureel verzamelde de tegenstand zich rond de noodzakelijke rooiing van de zeven bomen. Daarvoor was, zo had men ontdekt, toestemming nodig van het Parlement, dat via de publieke opinie beïnvloed kon worden.2. Op 1 mei 1851 opende Koningin Victoria de Great Exhibition of the Industry of All Nations. De protesten waren verstomd, alleen een enkele mopperaar was niet onder Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel VI de indruk van het ongeëvenaarde glazen gebouw dat ook aan zes iepen de kans bood om reeds in mei hun zomerse lover te tonen.3. Hoe paradoxaal ook, de tegenwerking die het oorspronkelijke plan ondervond, is van doorslaggevende betekenis geweest voor het succes van de Great Exhibition. Zonder de protesten zou het evenement hebben plaatsgevonden in een weinig inspirerend bouwwerk van steen. Het toeval heeft een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van het gebouw, en daarmee ook bij het ontstaan van een traditie van Vooruitgang. Dankzij haar huisvesting is ‘Londen-1851’ een gebeurtenis geworden waarvan het effect veel verder reikte dan de organisatoren zich ooit hadden kunnen voorstellen. Het was het begin van een tentoonstellingscultuur die de daaropvolgende decennia steeds grootser vormen aannam. Gebouw en tentoonstelling spoorden aan tot een vreedzame competitie, en in die competitie werd het gevoel alleen maar sterker dat de mensheid een opdracht had: het Geschiedenis van de techniek in Nederland. De wording van een moderne samenleving 1800-1890. Deel VI 14 streven naar Vooruitgang. Het idee van Vooruitgang was al veel ouder, maar in de opeenvolging van wereldtentoonstellingen kreeg het keer op keer meer gestalte. Voor iedereen werd zichtbaar wat het begrip inhield. Techniek en technische prestatie speelden in die beeldvorming een hoofdrol. Dankzij de publiciteit die deze evenementen omringde, kreeg de Westerse burger een nieuw beeld van de beschaving waar hij zelf deel van uitmaakte: het was een dynamische, technische wereld. De geschiedenis van wereldtentoonstellingen is vol paradoxen - Crystal Palace is er één van. Ze is in dit hoofdstuk aangegrepen om de lezer vertrouwd te maken met het complexe van een verhaal dat zowel techniek als samenleving, zowel moderniteit als geschiedenis tot onderwerp heeft. De tentoonstellingscultuur die met Crystal Palace begint, laat het contrastrijke van de negentiende eeuw zien. Tegenover een gevoel van vooruitgang werd het verleden gecultiveerd als een ijkpunt voor echte beschaving; men werkte internationaal samen aan technische ontwikkeling en tegelijk werd de technische superioriteit van de eigen natie aangegrepen om een gevoel van nationalisme te versterken. Diversiteit komt ook terug bij de manier waarop het miljoenenpubliek de tentoonstellingen beleefde. Er waren technici die kwamen om de zuiver technische aspecten en het revolutionaire van een bepaalde categorie machines te bekijken; anderen vroegen zich af hoe bruikbaar het tentoongestelde kon zijn voor hun eigen werkzaamheden. Het merendeel der bezoekers onderging het evenement echter in amechtige bewondering voor zoveel menselijke bekwaamheid. Bij voorkeur lieten zij zich imponeren door de grote en grootste prestaties en door de grote getallen die de begeleidende catalogi vermeldden - voor de kleinere objecten hadden de meesten geen aandacht. Een vierde groep was die van de commentatoren die het hele evenement samenvatten in een totaalindruk, waarmee zij een breed, cultureel oordeel uitspraken en hun eigen ideeën omtrent verandering verwoordden. Elke groep had zo zijn eigen, vaak onuitgesproken, opvatting over wat techniek ‘eigenlijk’ is. De tentoonstellingen nodigden vooral het grote publiek uit om zijn leken-bewondering de vrije loop te laten, want de technische artefacten waren er uit hun context gehaald en stonden als monumenten op een sokkel. Die verscheidenheid aan opvattingen raakt ook aan één van de centrale problemen uit de geschiedenis van de techniek. Net als de bezoekers van de tentoonstelling kunnen historici techniek op uiteenlopende manieren onderzoeken en beschrijven, al naar gelang hun idee over de essentie van techniek. Gaat het om puur technische objecten, monumentaal in de schijnwerpers, of is het een verschijnsel dat in zijn technische en maatschappelijke context bekeken moet worden? Is het voldoende om technische ontwikkeling te beschrijven in termen van een uitdijende verzameling telbare dingen? Zijn het toevallige, geniale momenten van uitvinders die de hoofdbron vormen van technische ontwikkeling, of is innovatie niet de oorzaak maar het gevolg van grote maatschappelijke veranderingsprocessen? Ook voor een geschiedenis van de techniek in Nederland zijn de wereldtentoonstellingen van belang, hoewel hier nooit een tentoonstelling van die omvang is gehouden en de Nederlandse inzendingen geen wereldwijde
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages613 Page
-
File Size-