UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE VAKGROEP KUNST- MUZIEK- en THEATERWETENSCHAP Academiejaar 2006-2007 Vergelijkende narratologische studie van volksvermaak in het oeuvre van Gustave De Smet en Edgard Tytgat door Stefanie Heyvaert Promotor Prof. Dr. C. Van Damme Scriptie ingediend tot het behalen van de graad van licentiaat in de kunstwetenschappen dankwoord Een thesis kan je niet alleen schrijven, hulp en medewerking van anderen is onontbeerlijk. Allereerst wens ik mijn promotor Prof. Dr. Claire Van Damme en mijn copromotor Dr. Patrick Van Rossem te bedanken voor de begeleiding bij het schrijven van deze thesis. Ze hielpen me bij de zoektocht naar het onderwerp en daar ben ik hen erg dankbaar voor want dit onderzoek was uiterst interessant en gevarieerd. Ook gaven ze me nuttige tips en wezen ze me op interessante invalshoeken. Ik wil ook alle bibliotheken, musea, veilinghuizen enz. bedanken die me bij mijn zoektocht hebben geholpen. Bij het onderzoek dat aan het schrijven van een thesis vooraf gaat, is het altijd aangenaam om op een enthousiaste en vriendelijke manier onthaald en bijgestaan te worden. Verder wens ik mijn familie en vrienden te bedanken voor hun aanmoedigingen en mijn ouders voor de steun die ze me al vier jaar gegeven hebben tijdens mijn studies en voor het nalezen en verbeteren van deze scriptie. Vooral Jeroen en ook Rebecca wens ik te bedanken voor hun hulp bij het scannen van de vele afbeeldingen die in deze thesis werden verwerkt, alsook Jan om me wegwijs te maken in de mogelijkheden van Photoshop. Ook dank aan Jeroen, Rebecca, Charlot, Katrien, Bram, Dorien en Seb voor de kostbare ontspanning tussendoor. 1 Inhoudstafel 1. Methodologie 4 1.1. onderwerp van deze thesis 4 1.2. status quaestionis 4 1.3. verantwoording werkmethode 9 1.4. indeling scriptie 10 2. Edgard Tytgat en Gustave De Smet 13 2.1. gelijkenissen in hun leven. In wat schuilt het „volkse‟? 13 2.2. stijlevolutie 16 2.2.1. Gust De Smet 16 2.2.2. Edgard Tytgat 19 3. Volksspelen en volksvermaken 21 3.1. kermis en circus 23 3.1.1. kermis 23 3.1.1.1. algemene situering 23 3.1.1.2. vanwaar hun interesse? 26 3.1.1.3. kermis in het oeuvre van Tytgat en De Smet 28 3.1.1.3.1. kermis in het oeuvre van Tytgat 28 3.1.1.3.2. kermis in het oeuvre van De Smet 37 3.1.1.4. besluit 44 3.1.2. parade 47 3.1.2.1. algemene situering 47 3.1.2.2. parade in het oeuvre van Tytgat en De Smet 47 3.1.2.3. besluit 52 3.1.2.4. de voorstelling in de barakken 53 3.1.3. circus 55 3.1.3.1. algemene situering 55 3.1.3.2. circus in het oeuvre van Tytgat en De Smet 56 3.1.3.2.1. circus in het oeuvre van Tytgat 56 3.1.3.2.2. circus in het oeuvre van De Smet 60 3.1.3.3. besluit 65 2 3.1.4. zigeuners, foorkramers 69 3.1.4.1. zigeuners in het oeuvre van Tytgat en De Smet 69 3.1.4.1.1. zigeuners in het oeuvre van Tytgat 69 3.1.4.1.2. zigeuners in het oeuvre van De Smet 72 3.1.4.2. besluit 73 3.2. herbergscènes en caféspelen (vogelpik, kaarten) 75 3.2.1. algemene situering 75 3.2.2. herbergscènes en caféspelen in het oeuvre van Tytgat en De Smet 76 3.2.2.1. herbergscènes in het oeuvre van Tytgat 76 3.2.2.2. herbergscènes in het oeuvre van De Smet 78 3.2.3. besluit 85 3.3. buitenspelen: boogschieten 87 3.3.1. algemene situering 87 3.3.2. boogschieten in het oeuvre van Tytgat en De Smet 88 3.3.2.1. boogschieten in het oeuvre van Tytgat 88 3.3.2.2. boogschieten in het oeuvre van De Smet 89 3.4. muzikanten, concerten, dans- en theatervoorstellingen 90 3.4.1. muzikanten in het oeuvre van Tytgat en De Smet 90 3.4.1.1. muzikanten in het oeuvre van Tytgat 90 3.4.1.2. muzikanten in het oeuvre van De Smet 98 3.4.2. besluit 99 3.5. zondagse rust en feestdagen 102 3.5.1. zondagse rust in het oeuvre van Tytgat en De Smet 102 3.5.1.1. zondagse rust in het oeuvre van Tytgat 102 3.5.1.2. zondagse rust in het oeuvre van De Smet 104 3.5.2. besluit 108 4. Algemeen besluit 110 3 5. Bibliografie 114 5.1. Gust. De Smet 114 5.2. Edgard Tytgat 117 5.3. Algemeen 121 5.4. Bronnen over volksspelen en vermaken 122 6. Bijlagen 124 6.1. biografische gegevens 125 6.1.1. Edgard Tytgat 125 6.1.2. Gust. De Smet 127 6.2. gebruikte website 129 4 1. Methodologie 1.1. Onderwerp van deze thesis De titel van deze scriptie is: „Vergelijkende narratologische studie van volksvermaak in het oeuvre van Gustave De Smet en Edgard Tytgat‟. Het is de bedoeling een wetenschappelijk verantwoorde vergelijking te maken tussen de werken van Gustave De Smet en Edgard Tytgat, die thematisch tot de categorie „volksspelen en volksvermaken‟ kunnen gerekend worden. Niet enkel de studie van deze onderwerpen in hun oeuvre zal aan bod komen, maar ook en vooral de manier waarop deze volkse aspecten door beide kunstenaars worden verteld. Het narratologische aspect speelt dus zeker een belangrijke rol. 1.2. Status quaestionis en beschikbaar materiaal Bronnen over volksspelen en volksvermaak Allereerst ben ik op zoek gegaan naar bronnen over volksspelen en volksvermaak in het algemeen. Hierbij is me vooral opgevallen dat er geen recente bronnen zijn over dit onderwerp. Ik moest beroep doen op twee oude bronnen uit het begin van de twintigste eeuw. Dit heeft wel als voordeel dat er een goed beeld kan verkregen worden van de volksspelen uit die tijd, net díe tijd waarin De Smet en Tytgat leefden. Volksspelen en volksvermaken ondergingen, en ondergaan nog steeds, een grondige evolutie en worden steeds opnieuw aangepast aan hun tijd. Beroep doen op bronnen uit het begin van de twintigste eeuw heeft dus ook als voordeel dat er geen rekening moet gehouden worden met dergelijke aanpassingen. Een eerste bron is een oud onuitgegeven handschrift „Oude en verouderde volksspelen en vermaken van het Gentsche volk, 1870-1945‟ geschreven door ene Lievevrouw-Coopman. Er wordt zeer uitvoerig ingegaan op alle volksspelen via een onderverdeling in verschillende categorieën, maar het was niet simpel deze handgeschreven bron volledig te ontrafelen. Een grotere hulp was „Volksspelen en volksvermaken in Vlaamsch-België‟, geschreven door M. Sacré en A. De Cort. Hierin worden volksspelen en vermaken ondergebracht in 5 verschillende rubrieken en wordt er zeer gedetailleerd ingegaan op de geschiedenis van het spel in kwestie en op het gebruik, de materialen, enz. Een bron met zeer goede informatie over de kermis met zijn verschillende attracties is de tentoonstellingscatalogus „Kermis, het spiegelpaleis van het volk‟ met bijdragen van G. Convents over de evolutie van de verschillende attracties, van E. Muyllaert over de versieringen van de kramen en van G. Van Genechten over de Gentse foor. Deze laatste auteur interviewde ook een aantal oud-foorreizigers die in het begin en midden van de twintigste eeuw met hun attractie op de foor stonden. Dit geeft een uiterst goed sfeerbeeld. Deze tentoonstellingscatalogus was echter niet alleen interessant omwille van zijn verschillende artikels, maar ook omwille van het goede fotomateriaal. De foto‟s van verschillende attracties hielpen me bij het identificeren van de attracties die afgebeeld staan op de werken van Tytgat en De Smet. Twee goede bronnen over het circus waren „De wereld van het circus‟ van A. Minne en „Belgische circussen en foortheaters, van Blondin tot Ronaldo‟ van A. De Poorter. Beide bronnen bevatten veel beeldmateriaal en geven goede info over de evolutie van het circus en de verschillende acts. Ook hielpen ze me bij het beschrijven van de paradepodia. Bronnen met contextinformatie Een zeer goede bron met informatie over expressionisme in Vlaanderen, de overheersende stijl ten tijde van De Smet en Tytgat, is het boek „Vlaams expressionisme in Europese context, 1900-1930‟. In deze tentoonstellingscatalogus schreef Boyens een artikel waarin hij wijst op de linken met de moderne kunst in Europa. Hij illustreert goed de invloeden die de Belgische kunstenaars hebben ondergaan. I. Henneman illustreert duidelijk het belang van de Sélection-groep voor de aangesloten kunstenaars. R. Hoozee tenslotten, tevens de editor van dit boek, toont het belang en de invloed aan van het expressionisme in de Belgische kunst rond 1900. Ook de catalogus van werken die voor de tentoonstelling werd opgesteld, is zeer nuttig gebleken voor het verkrijgen van beeldmateriaal. Een ander interessant werk is „Sint-Martens-Latem, gezegend oord van de Vlaamse kunst‟ van P. Haesaerts en vertaald door Bart Mesotten. Vooral het hoofdstuk over de vorming van de tweede groep van Latem en het hoofdstuk over de Sélection-beweging geven nuttige contextinformatie. Daarnaast is er in dit boek ook een volledig hoofdstuk gewijd aan Gustaaf De Smet. Vooral zijn stijlevolutie komt hierin aan bod. 6 Bronnen over leven en werk van Gust De Smet en Edgard Tytgat Wat vooral opvalt na het doornemen van de voornaamste literatuur over Tytgat en De Smet is, dat dezelfde auteurs telkens blijven terugkomen en de info over beide kunstenaars bij gevolg talloze keren, zij het in iets andere bewoordingen, wordt herhaald. We moeten de bronnen ook zeer kritisch ter hand nemen, aangezien de meeste bronnen die uit de tijd van Tytgat en De Smet zelf dateren, geschreven zijn door vrienden of „collega‟s‟ van beide kunstenaars en we dus in sommige gevallen een vrij archaïsche, bombastische, subjectieve en onwetenschappelijke tekst te lezen krijgen.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages133 Page
-
File Size-