25 26 \ \ 1UW \ ^^ •11 • - \ \ !^i jÊiVv \ 7* "•«•» t 4 w \ A\ -| t i ï ' <**^^ 4ii« """" i •.' • . 1 .•' -" ' 7 ft 1 \ > \ •™~— * —i » • I E^B^ A* « f- 27 28 29 30 31 Boek 1:Totaalontwerp en ontwerpfilosofie Deelnota 1 Totaalontwerp Deelnota 2 Ontwerpfilosofie Deelnota 3 Natuurrandvoorwaarden Deelnota 4 Beschrijving van het ontwerp Deelnota 5 Beheer, bewaking en onderhoud 32 Deelnota 1: Totaalontwerp 33 34 Inhoud 1. Inleiding 1.1. Doel van de nota 1.2. Indeling van de nota 1.3. Totstandkoming van de nota 1.4. Opslag documentatie 2. Het project In een breder verband 2.1. Kort historisch overzicht 2.2. De betekenis van het project voor Zuidwest-Nederland 3. Randvoorwaarden voor de stormvloedkering 3.1. Doorstroomopening 3.2. Veiligheid (kerende hoogte) 3.3. Overige randvoorwaarden 4. Ontwikkeling van het ontwerp 4.1. Inleiding 4.2. Van tijdelijke doorlaatbare blokkendam tot permanente pij- lerdam 4.3. Van „pijlers op putten" naar „pijlers op staal,, 4.4. De ontwikkeling van het ontwerp voor de drempel en het funderingsbed 5. Organisatie van het project 5.1. Inleiding 5.2. De projectorganisatie voor de stormvloedkering 5.2.1. De totale opzet 5.2.2. Verdere uitwerking van de projectorganisatie 5.3. Contractuele aspecten 5.4. Relatie aspecten 5.5. Plannings aspecten 1. Inleiding 1.1. Doel van de Nota Reeds in een vroeg stadium van het ontwerp van de stormvloedke­ Aan de hierboven uitgezonderde onderwerpen zal in afzonderlijke ring werd de noodzaak onderkend van het verzamelen en zorgvul­ nota's uitgebreid aandacht worden besteed. dig bewaren van belangrijke gegevens die tot de totstandkoming van het ontwerp hebben bijgedragen. Immers de stormvloedkering Zoals reeds in de eerste doelstelling is aangegeven beperkt de no­ zoals deze in de monding van de Oosterschelde is gerealiseerd, is ta zich tot het ontwerp zoals dat is uitgevoerd. Aan varianten, die het eindproduct van een in 1974 gestart proces, waarin studie, on­ voor diverse onderdelen zijn uitgewerkt, wordt slechts aandacht derzoek, overleg en verwerking van uitvoeringservaringen hebben besteed, voorzover dat nodig is om de gemaakte keuze te verdui­ plaatsgevonden en waaraan een groot aantal mensen van binnen delijken. en buiten de Rijkswaterstaat het hunne hebben bijgedragen. Men­ sen, die na verloop van korte of langere tijd niet meer beschikbaar zijn om uitleg te geven over het „hoe en waarom" van de Storm­ 1.2. Indeling van de Nota vloedkering. Naast het plan voor het object zelf heeft het ontwerp­ proces geleid tot de productie van een grote hoeveelheid docu­ De nota is verdeeld over vijf Boeken, ieder onderverdeeld in meer­ menten in de vorm van notities, studies, onderzoeksverslagen, be­ dere Deelnota's die ieder voor zich een afzonderlijk onderwerp, rekeningen, etc. die met elkaar de gang van zaken tijdens het ont­ dan wel een deel van het ontwerp behandelen: werpproces weergeven. Bestekken en constructie tekeningen ge­ ven een meestal nauwkeurige omschrijving van het uitgevoerde Boek 1: Totaal Ontwerp en Ontwerpfilosofie, werk. geeft een totaal overzicht over het project dat voor de minder diep­ De behoefte aan kennis omtrent de achtergronden van het uitge­ gaand geïnteresseerde lezer ook eventueel zelfstandig is te gebrui­ voerde ontwerp zal altijd blijven bestaan: ken. van de zijde van de beheerder van het object ten behoeve Boek 2 tot en met 4, van zijn bedrijfsvoering, het onderhoud en eventueel ge­ behandelt het ontwerp meer uitgebreid, verdeeld over drie vakdi­ wenste aanpassingen of veranderingen; sciplines: van de zijde van de toekomstige ontwerper van andere wer­ Natte waterbouwkunde (Boek 2) ken, waar zijn specifieke problemen wellicht aansluiting kun­ Betonconstructies (Boek 3) en nen vinden in de problematiek die met dit ontwerp is opgelost; Sluitingsmiddelen (Boek 4), met als onderwerpen staal­ van uit technisch-wetenschappelijk danwei technisch- constructies, bewegingswerken en electrische installaties. historisch oogpunt. Boek 5: Hulpsystemen en -werktuigen, gaat in op de hulpmiddelen, die ten behoeve van de uitvoering van Kort samengevat heeft deze ontwerpnota twee doelen: het ontwerp zijn ontwikkeld, 1. Het geven van een samenhangende en evenwichtige om­ (zie ook Deelnota 1.4, par. 4.4.).*) schrijving van het ontwerp van de stormvloedkering, zoals deze is uitgevoerd, met de daarbij behorende uitgangspunten 1.3. Totstandkoming van de nota en randvoorwaarden; zelfstandig te gebruiken ter informatie van belanghebbenden binnen en buiten de Rijkswaterstaat. De ontwerpnota is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid 2. Het verschaffen van een leiddraad, die toegang geeft tot de van de Projectorganisatie Stormvloedkering (zie ook hoofdstuk 5), grote hoeveelheid documentatie - in de vorm van studie - en die ook verantwoordelijk is voor het ontwerp van en de directievoe­ onderzoeksrapporten, berekeningen, tekeningen en bestek­ ring over het project. De nota werd geschreven door medewerkers ken - die tijdens de totstandkoming van het ontwerp zijn ge­ van de vier in het project betrokken diensten: Deltadienst, Directie produceerd. Sluizen en Stuwen, Directie Bruggen en Directie Zeeland. Aan het ontwerp van de kering werkten mee meerdere overheids­ Met deze doelstelling heeft deze ontwerpnota ook zijn beperkin­ diensten, bedrijven, aannemers, ingenieursbureaus en onder­ gen: zoeksinstellingen. Uitgebreide aanwijzingen omtrent de mogelijkheden voor de bedrijfsvoering en het gewenste onderhoud worden er niet in opgenomen. *) Wanneer in deze ontwerpnota wordt verwezen naar andere onderdelen Evenmin wordt er een evaluatie in gegeven van de uitvoering daarvan dan geschiedt dit als volgt: Bij verwijzing naar een andere Deelnota geeft het eerste nummer het van het ontwerp, al zullen tijdens de uitvoering tot stand geko­ Boek aan waarin de deelnota is te vinden en het tweede nummer de men belangrijke wijzigingen in het ontwerp wel worden be­ bedoelde deelnota. handeld evenals een aantal voor de uitvoering van het ont­ Bij verwijzingen binnen de zelfde deelnota wordt volstaan met het aan­ werp noodzakelijke, nieuw ontwikkelde hulpmiddelen. geven van het bedoelde hoofdstuk c.q. de bedoelde paragraaf. 36 1.4. Opslag documentatie Bij het schrijven van deze ontwerpnota was het nog niet duidelijk of deze stukken eveneens worden overgedragen aan het Rijksarchief De archieven van de inmiddels opgeheven Deltadienst van de te Middelburg, danwei dat deze stukken ondergebracht blijven in Rijkswaterstaat en de daaronder ressorterende projectorganisa­ de eigen archieven van deze diensten. ties worden opgeslagen in het Rijksarchief te Middelburg. Tenslotte zij vermeld dat er naar wordt gestreefd om alle stukken, In de archieven van de Directies Sluizen en Stuwen en Bruggen waarnaar in deze ontwerpnota wordt verwezen, eveneens onder te eveneens van de Rijkswaterstaat komen een groot aantal stukken brengen in een documentatiecentrum in het ir. J.W. Topshuis van voor die in het bijzonder betrekking hebben op bijdragen van deze de Stormvloedkering. diensten aan het project van de Stormvloedkering. 37 2. Het project in een breder verband 2.1 kort historisch overzicht Beveland zouden worden samengevoegd door de afdamming van het Veerse Gat en de Zandkreek. Ook werden er al suggesties ge­ De Stormvloedkering vormt het sluitstuk in het systeem van primai­ daan om de grote zeegaten, het Haringvliet, de Grevelingen en de re waterkeringen in Zuidwest-Nederland, overeenkomstig art. 1, lid Oosterschelde, af te dammen. 1a van de Delta-wet van 8 mei 1958, Staatsblad 246 van 1958 (zie Al deze plannen hadden tot doel: lit. 1). een betere beveiliging van door stormvloeden bedreigde ge­ De grote stoot tot de uitvoering van het Deltaplan is gegeven door bieden, de stormramp van 1 februari 1953 waarbij 1835 mensen het leven met als belangrijk nevendoel: verloren, 136512 ha land werd overstroomd, ca. 72000 mensen een verbetering van de waterhuishoudkundige toestand, in moesten worden geëvacueerd en een materiële schade werd gele­ het bijzonder de bestrijding van de verzilting en daarmee sa­ den van ca. 1,5 miljard gulden (zie lit. 2). menhangend een goede zoetwatervoorziening. Reeds vóór 1953 is er nagedacht over een betere beveiliging van Deze doelstellingen golden in hoofdzaak ook voor het Deltaplan. Zuidwest-Nederland. In 1939 werd de zogenaamde Stormvloedke- Mede dankzij de reeds hiervoor genoemde studies kon de, in 1953 ringscommisie ingesteld, die moest adviseren over mogelijk te ver­ na de stormvloed ingestelde, Deltacommissie al vrij spoedig in een wachten stormvloedhoogten, op een meer wetenschappelijke wij­ aantal interimadviezen tot concrete voorstellen komen: ze dan uitsluitend op grond van historische stormvloeden. Daarna de afsluiting van de Hollandse IJssel met een stormvloedke­ zijn voor de Zuid-Hollandse eilanden de zogenaamde vier- en vijfei­ ring (1953) landen plannen (fig. 1 en 2), met een groot aantal varianten ontwik­ de afdamming van het Veerse Gat en de Zandkreek (het Drie- keld. Het tastbare gevolg van deze plannen was dat in 1950 de eilandenplan, 1955) Brielse Maas en de Botlek werden af gedamd (lit. 6, 7 en 8). de afdamming van de Zeearmen (1954 en 1955) In Zeeland werd nagedacht over de uitvoering van het zogenaam­ Met deze laatste interimadviezen was het Deltaplan feitelijk gebo­ de Drie-eilanden plan, waarbij Walcheren en Noord- en Zuid- ren (fig. 3). Het voorzag in de totale afsluiting van de zeearmen aan de zeezij­ de, met alleen in het Haringvliet een grote spuisluis voor de afvoer van het surplus aan Rijnwater dat, bij hoge afvoeren, niet via de Nieuwe Waterweg
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages136 Page
-
File Size-