Album Joannis Rotarii (Johan Radermacher) K. Bostoen, C.A. Binnerts-Kluyver, C.J.E.J. Hattink en A.M. van Lynden-de Bruïne bron Album Joannis Rotarii (Johan Radermacher). (handschrift 2465 van de Centrale Bibliotheek van de Rijksuniversiteit te Gent.) Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/rade004albu01_01/colofon.htm © 2002 dbnl / K. Bostoen, C.A. Binnerts-Kluyver, C.J.E.J. Hattink en A.M. van Lynden-de Bruïne Inleiding In de persoon van Johan Radermacher de Oude (1538-1617) komt de verbinding tot stand tussen een calvinistisch getint humanisme en internationaal koopmanschap. Hij hoort zowel tot de geleerden rond de drukker Christoffel Plantijn als tot de kooplieden die actief waren in de internationale firma van Gillis Hooftman. Het grootste deel van zijn leven was hij ook nauw betrokken bij het wel en wee van de gereformeerde kerk, die hij diende als ouderling en diaken. Naast zijn omgang met humanisten en kooplieden onderhield hij nauwe vriendschapsbanden met beeldende kunstenaars en dichters. De bewijzen van zijn relaties met al deze personen zijn te vinden in brieven en ander materiaal in handschrift. Een van de belangrijkste bronnen in dit verband is het Album J. Rotarii, een verzamelhandschrift dat berust in de Gentse universiteitsbibliotheek. Het merendeel van de handschriften in deze verzameling komt uit het bezit van Johan Radermacher de Oude. De Latijnse vorm van die naam is Joannes Rotarius. Daarvan is de benaming van het verzamelhandschrift afgeleid. Dit handschrift bevat brieven en literaire bijdragen van zijn vrienden, en ook afschriften van handschriften die in zijn eigen kring circuleerden. De vroegste stukken dateren uit de jaren zestig van de zestiende eeuw, de jongste uit het eerste kwart van de zeventiende eeuw. Het Album J. Rotarii bevat stukken die de eigen familiegeschiedenis van de Radermachers betreffen, verder ongepubliceerde gedichten van de hand van de schilder-rederijker Lucas d'Heere (de leermeester van Karel van Mander), gedichten voor Lucas d'Heere door Marnix van St. Aldegonde (waaronder de oudstbewaarde versie van Marnix' Nederlandse vertaling van enkele psalmen), een Latijnse vertaling van het boek der Spreuken naar de Hebreeuwse grondtekst door de uit Valenciennes afkomstige humanist Joannes Vivianus, een gedicht van Hugo de Groot voor diens zwager Jan van Reigersbergh, allerlei schotschriften, een Latijns gedicht over de vernietiging van de Spaanse Armada, geschreven door Théodore de Bèze (ooit Calvijns rechterhand) en voorzien van een Engelse vertaling, en nog veel meer merkwaardige teksten. In sommige gevallen betreft het hier zelfs de oudstbekende versie van de desbetreffende tekst, zoals in het geval van de bijdragen van Marnix. Wat onmiddellijk opvalt in deze verzameling is het meertalige karakter ervan. De meeste stukken zijn weliswaar in het Latijn gesteld, maar een flink aantal is geschreven in een van de moderne talen, zoals Nederlands, Frans, Engels, Italiaans, Spaans en Duits. In veel mindere mate treft men ook Grieks, Hebreeuws en Arabisch aan. De meest recente gegevens over Johan Radermacher en zijn album zijn te vinden in de volgende studies en tekstuitgaven: K. Bostoen, Bonis in bonum. Johan Radermacher de Oude (1538-1617), humanist en koopman. M.m.v. C.A. Binnerts-Kluyver, C.J.E.J. Hattink en A.M. van Lynden-de Bruïne. Hilversum: Verloren, 1998 (Zeven Provinciën Reeks, 15); en Het album J. Rotarii, Tekstuitgave van het werk van Johan Radermacher de Oude (1538-1617) in het Album J. Rotarii, Handschrift 2465 van de Centrale Bibliotheek van de Rijksuniversiteit te Gent. Met inleiding en commentaar door K. Bostoen. Met medewerking van C.A. Binnerts-Kluyver, C.J.E.J. Hattink en A.M. van Lynden-de Bruïne. Hilversum: Verloren, 1999. Aan Johan Radermacher wordt ook de oudste Nederlandse grammatica toegeschreven, een handschrift dat - naast een taalkundig gezien bijzonder interessante voorrede - in feite slechts een aanzet tot een grammatica bevat. Deze is uitgegeven door K. Bostoen in Kaars en bril: de oudste Nederlandse grammatica. [Middelburg], 1985. (Archief van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, 1984). Album Joannis Rotarii (Johan Radermacher) Voor een artikel over Radermacher als uitgever en inleider van Michel Angelo Florio's Historia de la vita e la morte de l'illustriss. Signora Giovanna Graia gia Regina eletta e publicata d'Inghilterra: e de le cose accedute in quel Regno dopo la morte del Re Edoardo VI. [Middelburg], stampato appresso Richardo Pittore, 1607, zie K. Bostoen, ‘Editing, Printing, Publishing and Selling the Life and Death of Lady Jane Grey in 1607’. In: The Bookshop of the World. The Role of the Low Countries in the Book-trade 1473-1941. ed. L. Hellinga, A. Duke, J. Harskamp [e.a.]. Houten: Hes & De Graaf, 2001, p. 119-130. Portret van Johan Radermacher ‘Anno Christi 1607. Aet. 69’, door onbekende schilder ‘HAV’. (Middelburg, Zeeuws Museum, in bruikleen van de Rijksdienst Beeldende Kunst, inv. nr. BR 64-038). Album Joannis Rotarii (Johan Radermacher) 0 Album Joannis Rotarii [1. Johannes Vivianus, Latijnse versificatie uit het Hebreeuws van het boek Spreuken. ] Proverbia Regis Salomonis Ex Hebraica Latine Expressa per Joannem Vivianum Valent.m Album Joannis Rotarii (Johan Radermacher) 1r 1 Quid faciat mores placidos, quid consona vitae Deligere, ac delecta sequi, tum vera loquentum Percipere, atque imo sub pectore condere dicta Musa doce, tu quae Regi, dum iura vocatis 5 Isacidum populis, solio depromit ab alto Adstabas Regi quo non sapientior alter (Magni ut Jessiadae eluceret dia propago) Imbelles animos virtutum accendere amore et mentis reserare oculos. Hinc ille potentem 10 Iustitiam inculcare, suumque ut reddere cuique Conveniat, rerum ut constent aequalia iura Haec ille ac dictis acuebat simplice si quis Indole, vel fraudi facilis, Iuvenesque vetabat Aggredier quidquam temere: at prius omnia lento 15 Consilio expendenda monens. primosque iuderes Lees: videres. Gentis Idumaeae, quos iam doctrina verendos Extulerat, pendere sacro dicentis ab ore Ac hausere illi multo quod acumine mentes Altius eveheret, quod magnis provida rebus 20 Consilia expediens grandeis aetate doceret. Haec inter gravia evolvebat dicta vetustas Si qua tulit varia rerum sub imagine, si qua Verborum sensu arguto, sic cuncta retrusae Doctrinae secreta movens quaecunque priores 25 Vera sub obscuro volnere Lees: voluere. latere profanis Haec ille, intenti Isacidae circum ora tenebant Principio, quaecunque data est mortalibus aegris Hoc omnis ducenda uno. sapientia fonte. Album Joannis Rotarii (Johan Radermacher) 1v 1 Ut summum vereare hominum rerumque parentem Quem tellus quàm bruta tremit quaeque omnia circum Obsultat vasta Amphitrite et maximus aether Quae vitae norina Lees: norma.: at stolidi in consuta Lees: inconsulta. sequentes 5 Ut spernunt quae vera , suos sic ordine nullo Componunt mores ex osi Lees: exosi. vincula legum. Tu Fili dictata lubens admitte parentis, Et praecepta piae matris multum inter amorem Imbile Lees: imbibe., non maior capiti hac adfulserit unquam 10 Gratia, non collo irradiet si circulus auri Aut opere aut genimi Lees: gemmis. maiorem afflarit honorem His firmata malo obniti assuesce Iuventus Nec vitii cede illecebris, utcumque scelesti Pertentent spe lucri animum! praeclara loquantur 15 Huc agedum, insidias vitae, facilesque struamus Arte dolos quibus innocui involvantur, et ipsi Culpam extrà vivos, validosque ut quemque lubebit Glubamus Lees: Glutiamus.. Mors quam facile absorbetque, metitque Omnia. condensique ruunt torpentia ad Orci 20 Flumina mortales. at nos multo ante labore Congestas in opes veniemus, nostraque, nullo Sudore, ingenti splendebunt atria luxu. Tu modo macte animi nostris te fortiter ansis Lees: ausis. ComitteLees: Committe., ac sors una esto: lucrum omnibus unum. 25 Haec scelerata cane Lees: cave., Fili consortia, et omnes Suspecta illecebras, retro et vestigia flecte, Namque omnes idem ardor habet (nec cernis) in omne Praecipitare nefas caedem spirantque, sibique Accersunt caedem vicanti Lees: incauti quantum illa parari Album Joannis Rotarii (Johan Radermacher) 2r 1 Quae spectatque escam, et subtendi retrà Lees: retia. nec se Continet illapsura alis: non segnius illi In sua fata ruunt, sibi quae peperere, locantes Insidias aliis. Haec illi et quisquis amori 5 Indulget lucri insano sua damna sequuntur Quin rectae potius rationi attende, per omnes Didita quae mundi partes magno intonat ore, Sive foris, sive in trivio quis devius, illa Increpat, et mediam se turbae immiscet, et altos 10 Ad portarum aditus instat sapientia, quemque Invadensque, monensque, et totam personat urbem Nam quae nos Lees: vos. miseri mersat vecordia cives Incanti Lees: Incauti. ut cupiant falli, in ludibria vani Omnibus incumbant votis, ut denique inanes 15 Doctrinae faciem perstent horrere sereneon Lees: serenam.? Vos meliora viri, nec fastidite monentem, Atque animos faciles advertite, spiritus ipse En faxo meus insinuans sese alta recludat Sacra mei eloquii, verosque profundat amores 20 Sed quid ego hic frustra intendo vocemque, manumque Aversis ut quaeque animis mea dicta perosi, Consiliumque omne evertunt, dum sana monentis, Urgentisque super verba exaudire recusant. Sic quae nos Lees: vos. aerumna premat, subitique pavores 25 Undique ut irruerint incessam Lees: incassum. iusta luentes Supplicia et vestros spectato Lees: spectabo. infracta dolores Atque erit ut propius pavor ingruat, et mala circum Obsultent, angorque super, poenaeque prementes Quale inopina ruunt undae quando agmina, ruptis Album Joannis Rotarii (Johan
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages428 Page
-
File Size-