Scheepvaart tussen Vianen zuidzijde van de stad. Dit blijkt uit een op 9 en Hagestein juni 1563 gesloten overeenkomst tussen de stad Vianen en de heerlijkheid Hage- Het stadje Vianen was als handelsplaats stein. L.F. Texeira de Mattos maakt hiervan onbeduidend. Het bescheiden haventje melding in zijn 10-delige studie over de aan de Lek leidde wel tot enige stedelijke waterhuishouding in Zuid-Holland, maar bedrijvigheid buiten de stadsmuren, maar in de overvloed van technische gegevens, veel meer dan kleine handelswaar, die die deze civiel ingenieur hierin heeft ver­ door de Viaanse winkeliers werd verkocht, werkt, bleef dit historisch gegeven licht zal daar niet zijn aangevoerd. Wellicht onopgemerkt1. werden er ook wel plaatselijke produkten, Het door hem gesignaleerde exemplaar als bakstenen, hennep, later misschien van de genoemde overeenkomst betrof ook tabak en bier van een van de lokale een afschrift uit 1712 in het archief van het brouwerijen, verscheept om naar elders te hoogheemraadschap van de Vijfherenlan- worden vervoerd. Maar over het geheel den2. In het stadsarchief van Vianen, dat genomen mocht de Viaanse handel geen als partij ongetwijfeld over een originele naam hebben. Daarvoor was het achter­ akte moet hebben beschikt, trof ik deze land te beperkt, terwijl de agrarische evenwel niet aan. De heerlijkheid Hage- produkten van de omliggend dorpen stein, de andere verdragspartner, was in waarschijnlijk vooral hun afzet vonden op de 16e eeuw gemeenschappelijk bezit van de plaatselijke markt. de twee oudste bisschoppelijke kapittels Toch beschikte Vianen op zeker moment in Utrecht, de Dom en Oudmunster. Zoals buiten de havenfaciliteit in de Buitenstad bekend lieten deze twee kapittels er in over een tweede losplaats en wel aan de 1546 een geheel nieuw kasteel bouwen3. JS&ctSS* ,f Schetstekening van de vaart tussen Vianen en Hagestein, 1563. 50 c Men zou dan ook kunnen verwachten dat aan de zuidoostelijke hoek van de stads­ in de archieven van beide kapittels hier­ muur van Vianen. Daar boog zij af naar het over een en ander is terug te vinden. Dat zuidwesten en mondde uit in de Zederik, van de Dom bevat echter geen stukken ongeveer 25m noordelijk van de tegen­ over deze zaak, in het archief van Oud- woordige bushalte aan de Julianastraat. munster bevindt zich daadwerkelijk een Dit laatste stuk wordt nader omschreven eigentijds afschrift, vervaardigd ten be­ als die grafte ofte slote tusschen den hoeve van het kapittel. Het bevat behalve Haechwech ende die weyde geheten die de eigenlijke verdragtekst, waarvan de molenaersweyde. Hieruit blijkt dat in ieder inhoud interessant genoeg is om hier geval dit gedeelte een gegraven sloot nader op in te gaan, bovendien een situa­ moet zijn geweest. De molenaarsweide tieschets, waarop de beoogde vaart wordt nog in 1716 genoemd als oostelijke tussen Vianen en Hagestein op primitieve belending van de herberg "Het Zwijns- wijze is weergegeven4. Wij zullen in deze hoofd" en in 1743 eveneens als liggende bijdrage trachten aan de hand van oude ten oosten van de ten zuiden van "Het kaarten en archiefbronnen de loop van Zwijnshoofd" gelegen andere uitspanning deze vaart te reconstrueren. "De Rode Leeuw" en moet gesitueerd Doel van de overeenkomst was de worden ongeveer ter hoogte van het scheepvaart met cleyne geladen schuyten huidige busstation en het zuidelijk daarvan tussen Vianen en Hagestein mogelijk te gelegen deel van het Wed.8. De verbreding maken en zekere faciliteiten voor het laden moest geschieden van het oosten naar het en lossen te scheppen. De twee partijen westen (de eigenlijke Haagwetering) en handelen met goedkeuring van hun res­ ten minsten op ses roeden zuydtwerdt pectieve heren. Drost Frank van Ruemst nevens den aschhoep. Deze aschhoep van Weresteyn treedt op namens Hendrik [asbelt] wordt in de genoemde akte van van Brederode, heer van Vianen. De stad 1743 genoemd als zuidelijke belending Vianen wordt vertegenwoordigd door de van "De Rode Leeuw". De passage is twee burgemeesters Johan van Erp en enigszins onduidelijk. Moest de kanalise­ Thomas van der Berch. Voor Hagestein ring zich zes roeden [ca 22,5 meter] zuid­ tekent de schout Aernt Joestenss. namens waarts uitstrekken of moest de vaart op de beide kapittels als heren van Hagestein, minstens zes roeden afstand van de belt terwijl de pastoor van Hagestein, Michiel blijven? Hoewel de uitwateringsfunctie Berchmans optreedt voor de inwoners. van deze sloot sinds de aanleg van het Heer Michiel was sinds 1555 de zieleher­ Zederikkanaal in 1825 is vervallen, is het der van de Hagesteiners5. Hij wordt hier restant van deze wetering daar nog steeds behalve met zijn pastoorsfunctie aange­ te zien. Via een heul onder de Julianastraat duid als officier, het equivalent van ons komt zij uit in de Zederik. 'ambtenaar'. Hier kan niets anders be­ Naar de andere kant, dus oostwaarts doeld zijn dan heemraad, in welke hoeda­ richting Hagestein, boog de wetering op nigheid heer Michiel ook drie jaar later zou het punt van de genoemde oprit af naar optreden in een overeenkomst over het het zuidoosten en maakte na ongeveer stellen van zes watermolens te Ameide6. 400 meter opnieuw een scherpe hoek, nu Ter verwezenlijking van dit doel werd een naar het noordoosten richting Lek. Dit aantal maatregelen vastgelegd. Op de laatste gedeelte was bekend onder de eerste plaats zou de Haagwetering worden naam Hoevensloot en betrof misschien verbreed en uitgediept. De Haagwetering een oudere, direkt op de Lek afwaterende werd sinds 1269 of misschien ook al sloot, toen het peil van het Lekwater dit vroeger gebruikt voor de afvoer van het nog mogelijk maakte. overtollige water van de polders onder Vianen zou de kosten dragen van het Hagestein en het Hogeland onder Vianen7. gedeelte van de vaart binnen haar territo­ Zij liep van Hagestein, vanaf het punt waar rium. De Hagesteiners verplichtten zich tot nu de oprit richting Utrecht van de auto­ hetzelfde binnen hun grondgebied tot inde weg A 27 begint, in westelijke richting tot graften van 't huys ende 't dorp van Hage- 51 De landerijen van de kapittels van de Dom en Oudmunster ten noordoosten van Hagestein, 1583. steyn, dus tot in het grachtenstelsel rond loskraan aan de Viaanse vaart te Gorin­ het kort tevoren gebouwde kasteel en de chem. oude in 1406 verwoeste stad. Hierin De stad Vianen was ook gehouden de moesten twee losplaatsen worden aange­ brug over de Haagweg te verhogen en legd, een aan de oostzijde bij de Reyer- onderhouden. Dit is de brug die op het steinseweg, de andere aan de westzijde schetsje als de barre brugge staat aange­ aan het einde van de sandgraft, zoals de geven. Bar of baerkan zowel bijvoeglijk in westgracht werd genoemd. de betekenis van 'open' of 'onbedekt' zijn Aan de Viaanse zijde was ook een laad- en gebruikt alsook als zelfstandig naam­ losplaats voorzien. Gesproken wordt over woord in de zin van 'verschansing' of een trap, opslach ende wippe die bijde 'slagboom'. Welke van beide betekenis­ porte van Vyanen an de self de vaert sal sen hier van toepassing is is onduidelijk. worden gestelt. De porte van Vyanen kan Volgens het kaartje was deze brug gelegen worden gelezen als deel voor het geheel, op de plek waar de wetering bij Vianen dus de stad zelf. Het kan ook zijn dat men naar het zuiden zwenkt, dus bij de zuid­ eenvoudigweg bedoelde: in de buurt van oostelijke stadshoek. Aangezien de Haag­ de (land)poort. Hoe dan ook, deze trap wetering noordelijk van de Haagweg liep, met losplaats en hijskraan in de vorm van is dit ook logisch te verklaren. Op het punt een hefboom was, zoals ook uit het primi­ waar zij naar het zuiden afbuigt moest zij tieve schetsje valt af te leiden, geprojec­ de Haagweg kruisen, anders gezegd de teerd aan de vaart zelf ter hoogte van de Haagweg, die langs de zuidelijke stads­ huidige Julianastraat. Er is een mogelijk muur verder liep, werd met een brug over interessante toevoeging. Nadat nog eens de wetering geleid. herhaald is dat deze is bedoeld om het De Haagweg liep slechts voor een ge­ laden en lossen te vergemakkelijken, gaat deelte parallel met de Haagwetering. Al na het verder: gelyck inde Vyaensche vaert enkele honderden meters verwijderde de op Gorcum staende. Als ik het goed lees, weg zich van de wetering en liep zuid­ staat hier dat een dergelijke loskraan, waarts tussen de akkers door met een bestemd voor het goederenverkeer met kartakteristieke, nog steeds aanwezige Gorinchem, al bestond langs de Zederik. knik als Sandpad in de richting van Hage- De woorden op Gorcum in plaats van tot stein9. Het droevige restant van dit pad, Gorcum sluiten mijns insziens de mogelijk­ later bekend als de Lange Dreef, krijgt heid uit dat hier wordt verwezen naar een iedere automobilist in het vizier, voordat hij 52 een van de opritten van de A27 opschiet. sionele landmeters in 1583 en 1639. Rechts ziet hij het beginstuk met de van Aangezien deze kaarten van groot belang hun takken en loof beroofde bomen, van waren voor de juridische grondslag van zijn vervolg geamputeerd door de auto­ het grondbezit van de Utrechtse kapittels weg; van de autoweg af kan de automobi­ in Hagestein, mogen we aannemen dat zij list, als hij zijn blik even kan losmaken van de situatie ter plekke vrij exact weergeven. de verkeersdrukte, aan de andere zijde de In combinatie met gegevens uit archivali- voortzetting ontwaren. sche bronnen stellen zij ons in staat de Volgens het verdrag zou de weg, voor juiste loop van de vaart, zoals die op ons zover zij langs de wetering liep, zodanig schetskaartje is aangegeven, vast te moeten worden aangepast, dat die schuy- stellen. ten duergaens [= zonder belemmeringen] Twee kaarten betreffen opmetingen uit mitte lyndt [= touw] getrocken sullen 1583 door de landmeter Jan van de Berch, mogen worden van deen tot dander waarvan één ten behoeve van de kapittels plaetse.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages7 Page
-
File Size-