Nederlandse politieke houding ten aanzien van VN-vredesoperaties Een casestudy van de Nederlandse deelname aan de vredesoperatie in Korea 1 Geschiedenis-Bachelor Eindwerkstuk (GE3V14054) Isa Verwaal 5910803 Frank Gerits 1 A.R.J. ten Velde, de Nederlandse deelname aan de Korea-Oorlog (Utrecht: Rijksuniversiteit, Instituut voor Geschiedenis, 1983). 1 2 Inhoudsopgave Samenvatting 5 Inleiding 6 Hoofdstuk 1: Nederlandse doelen tijdens de missie 11 1.1 Geen betere keuze 12 1.2 VS te vriend houden 13 Hoofdstuk 2: Samenwerking met andere landen 16 2.1 Nederland kon niet achterblijven 17 2.2 Militaire samenwerking 19 Hoofdstuk 3: Economische impact 21 3.1 Nasleep Tweede Wereldoorlog 22 3.2 Nederlands beleid tijdens de missie 23 3.3 Gevolgen van deelname aan de missie 24 Conclusie 26 Literatuurlijst 27 Plagiaatverklaring 29 3 4 Samenvatting Het doel van deze bachelor scriptie is om het antwoord op de onderzoeksvraag: “Wat is de politieke houding van Nederland ten aanzien van VN-vredesoperaties?” te vinden. Dit wordt gedaan middels een casestudie, namelijk de vredesoperatie in Korea (1950-1954): het Nederlands Detachement Verenigde Naties (NDVN), en door middel van drie hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk onderzoekt de doelen van Nederland tijdens de missie in Korea. Hieruit blijkt dat het doel van Nederland hetzelfde was als dat van de VN, namelijk de wereldvrede waarborgen. Echter, daarachter hield zich het werkelijk doel van Nederland schuil; het behouden van een goede relatie van de VS. Het tweede hoofdstuk gaat vervolgens in op de samenwerkingsverbanden van Nederland met andere landen. Uit dit hoofdstuk wordt duidelijk dat Nederland voornamelijk samenwerkte met de VS, maar dat het samenwerkingsverband niet evenredig was. Dit kwam doordat Nederland economisch afhankelijk was van de VS. Afgezien daarvan konden de landen goed met elkaar overweg op militair gebied, in Korea zelf. Het laatste hoofdstuk analyseert de economische impact van de Nederlandse deelname aan de VN-vredesoperatie in Korea. Uit dit hoofdstuk wordt duidelijk dat de nasleep van de Tweede Wereldoorlog een effect had op het beleid van de Nederlandse regering. Het beleid had vervolgens weer invloed op de daadwerkelijk uitvoering van de missie. De kosten vielen uiteindelijk lager uit dan vooraf begroot. Toch had deelname aan de missie een significante invloed op de politieke houding van Nederland. Het land werd zich bewust van de slechte staat van haar defensie, waardoor in de jaren na de missie in Korea meer aandacht werd gevestigd op defensie en de collectieve verdediging en veiligheid. Kortom, de politieke houding van Nederland ten aanzien van VN- vredesoperaties voor de deelname aan de missie in Korea was kritisch. Echter, na bijgedragen te hebben aan de missie in Korea, ontdooide de houding van de Nederlandse regering. Het land realiseerde zich dat de VN misschien wel nuttig zou kunnen zijn als het gaat om het waarborgen van vrede en veiligheid. De politieke houding van Nederland ten aanzien van VN-vredesoperaties na de missie in Korea was dus heel wat positiever dan in de jaren voor de deelname aan de VN- vredesoperatie. 5 Inleiding In mei 1948 werd de eerste internationale vredesoperatie uitgevoerd, namelijk in het Midden Oosten, onder de naam United Nations Truce Supervision Organization (UNTSO). In de jaren daarna zijn er nog 70 internationale vredesoperaties bijgekomen.2 Deze vredesoperaties zijn speciale missies die ontworpen zijn om de vrede te herstellen en te behouden in een bepaald gebied waar zich een gewapend conflict afspeelt. Deze vredesoperaties worden meestal door de Verenigde Naties georganiseerd, maar kunnen ook door andere internationale organisaties worden gecoördineerd. De missies zijn uiteenlopend in omvang en invulling, en zijn op te delen in drie categorieën: waarneming, vredeshandhaving en vredesafdwinging.3 Waarnemingsmissies zijn er om toe te zien op de uitvoering van een wapenstilstand of vredesakkoord.4 Vredeshandhavende missies hebben een niet-dreigend karakter en vinden plaats in het spectrum tussen enerzijds vreedzame politieke en diplomatieke middelen en anderzijds dwangmiddelen.5 Deze vorm van operatie wordt dus gezien als een soort buffer tussen (voormalig) strijdende partijen. Na de Koude Oorlog werd deze vorm van vredeshandhaving uitgebreid: blauwhelmen gingen zich ook met andere zaken bemoeien, het mandaat werd breder en de uitvoering werd ingewikkelder.6 De laatste categorie, vredesafdwingende operaties, beschrijft het opleggen van sancties en embargo’s tegen agressieve en onwillige staten. Agressie wordt hier met dwangmiddelen beteugeld. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de vredesoperatie in Korea, die in deze scriptie besproken zal worden. Omdat vredesafdwingende operaties vaak gepaard gaan met veel geweld en slachtoffers, zijn ze vaak moeilijk te rechtvaardigen en te legitimeren.7 Probleemstelling De meningen van verschillende regeringen over de werking van deze internationale vredesoperaties lopen nogal uiteen. Deze scriptie zal dan ook onderzoek doen naar de Nederlandse politieke houding ten opzichte van VN-vredesoperaties in de jaren ‘50. Dit zal worden gedaan aan de hand van een casestudie, namelijk de vredesoperatie in Korea (1950-1954): het Nederlands Detachement Verenigde Naties (NDVN). Deze casestudie is bedoeld als hulpmiddel voor het beantwoorden van de hoofdvraag: “Wat is de politieke houding van Nederland ten aanzien van VN- vredesoperaties?” en is dus niet bedoeld om de Nederlandse houding tegenover de specifieke missie te bestuderen. Historiografie Dit onderzoek is interessant omdat het geplaatst kan worden in een bredere discussie die gaande is over de werking en de toekomst van de Verenigde Naties in het internationale systeem. Na de uitgave van het boek “Governing de world: the history of an idea, 1815 to the present” van Mark Mazower, werd de VN steeds populairder als onderzoeksdomein. In zijn boek geeft Mazower een overzicht van twee eeuwen van internationale samenwerking en instituties. In zijn boek komt duidelijk 2 United Nations Peacekeeping, “UN Peacekeeping: 70 years of service & sacrifice, geraadpleegd op 3 december 2018 https://peacekeeping.un.org/en/un-peacekeeping-70-years-of-service-sacrifice 3 Christ Klep en Richard van Gils, Van Korea tot Kabul: de Nederlandse militaire deelname aan vredesoperaties sinds 1945 (Den Haag: the Netherlands Institute of Military History, 2005): 16. 4 Klep en van Gils, Van Korea tot Kabul: de Nederlandse militaire deelname aan vredesoperaties sinds 1945, 18. 5 Ibidem, 19. 6 Ibidem, 21. 7 Ibidem, 22. 6 de spanning tussen idealen aan de ene kant en macht aan de andere kant naar voren.8 Het boek maakte veel los, onder andere over de VN. Sommigen zijn kritisch en pleiten voor alternatieven voor (de structuur van) de organisatie. Anderen zijn juist positief en zien een veelbelovende toekomst voor de wereldorganisatie. Echter, sinds de jaren ’50 zijn er veel dingen veranderd op het internationale wereldtoneel. Zoals Duco Hellema in zijn boek “Nederland in de wereld: de buitenlandse politiek van Nederland” schrijft, was Nederland in de jaren ’50 van de vorige eeuw niet erg positief over de VN. Het land was behoedzaam en pleitte voor een regionaal samenwerkingsverband om vrede en veiligheid te garanderen. Nederland was namelijk wantrouwend tegenover de machtspositie van de grote mogendheden binnen de VN. Zo nam diplomaat en politicus Joseph Luns een kritische houding in tegenover de rol van de VS in de VN, het land zou namelijk haar machtspositie misbruiken.9 Ook de Nederlandse minister van buitenlandse zaken toentertijd, Eelco van Kleffens, steunde de creatie van een nieuwe wereldwijde internationale organisatie niet. Hij was een voorstander van regionale afspraken en samenwerkingsverbanden die voor veiligheid zouden moeten zorgen. Volgens hem kon een wereldorganisatie geen veiligheid garanderen omdat het de organisatie ontbrak aan een gedeelde politieke fundering.10 Een land dat wel positiever tegenover de wereldorganisatie stond dan Nederland, was de VS. Volgens het boek “Four centuries of Dutch-American realtions, 1609-2009” kwam dit enthousiasme van de VS doordat het land in de wereldorganisatie kon domineren als wereldmacht.11 Toch was de VS vroeger minder positief over de VN dan nu. Baehr en Gordenker schrijven in hun boek “De Verenigde Naties: ideaal en werkelijkheid” dat dit komt doordat missies nu kunnen worden geleid door één staat of een coalitie van staten. Dit zorgt ervoor dat de VS zelf de controle heeft (natuurlijk wel volledig legitiem, met autorisatie van de Veiligheidsraad), in plaats van dat de VN de beslissingen maakt. Vroeger werd de organisatie nog wel eens bureaucratisch, overbodig en geldverslindend genoemd.12 Echter, wat de VS als iets goeds ziet, namelijk hun machtspositie binnen de VN, zagen (en zien nog steeds) veel kleine en middelgrote landen als een bedreiging. Zij vinden dat er onvoldoende rekening wordt gehouden met de belangen van deze landen en vinden dan ook dat de grote mogendheden een overheersende positie innemen.13 Dit was ook een van de kritieken van Nederland over de werking van de VN. Volgens Klep en van Gils had het land namelijk moeite met het vetorecht van de vijf permanente leden. Dit gaf de grote mogendheden namelijk te veel macht en zou kleinere landen verwaarlozen binnen de organisatie.14 Dag Hammarskjöld, secretaris-generaal van de VN van 1953 tot 1961, zag de VN voornamelijk als steunend op en bescherming biedend aan de kleine en niet-gebonden staten. Hij wilde meer het algemeen belang weergeven. Dit vormde natuurlijk
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages30 Page
-
File Size-