
Tussen handelsonderneming en oorlogsmachine De VOC in Azië tussen 1602 en 1623. Aanhef octrooi VOC1 Scriptie Jip Schoon Student nr. 3627322 8214 woorden De geschiedenis van de VOC 1 NA, inv. 1.04.02, nr. 1, ‘Octrooi verleend door de Staten-Generaal betreffende de alleenhandel ten oosten van Kaap de Goede Hoop en ten westen van de Straat van Magallanes voor de duur van 21 jaar’, 1602, p. 1. Inhoudsopgave Titelblad Inhoudsopgave 2 Kaart Zuidoost Azië2 3 Inleiding 4 Hoofdstuk 1 6 Hoofdstuk 2 9 Hoofdstuk 3 13 Hoofdstuk 4 19 Conclusie 24 Bibliografie 27 2 Onbekende auteur, onbekende plaats (1665) http://nl.wikipedia.org/wiki/Vereenigde_Oostindische_Compagnie#mediaviewer/Bestand:VOC_ Octrooigebied_2.jpg 2 Inhoudsopgave 3 Inleiding De Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) is één van de meest onderzochte onderwerpen in de geschiedenis van Nederland. Het bedrijf dat in 1602 werd opgericht was uniek voor zijn tijd in omvang en financiering. Mede daarom is de VOC een ontzettend geliefd onderzoeksthema voor veel historici, economen en wetenschappers uit binnen- en buitenland. De VOC wordt over het algemeen gezien als zowel een handelsbedrijf als een middel van de Republiek om haar politieke doelen na te streven, vooral in de oorlog tegen het Spaanse rijk. Welke van deze twee aspecten de VOC nou definieerde is een vraag die nog steeds vaak wordt gesteld.3 De Spanjaarden en de Portugezen (het Spaanse rijk) waren in de zestiende eeuw de grootste importeurs van peper en specerijen in Europa, en de kooplieden van de Republiek wilden ook munt uit deze handel slaan. Daarnaast was de Republiek in oorlog met Spanje, en de Staten-Generaal hoopten door middel van de VOC de oorlogslasten in Europa te verlichten. Er waren dus zowel handelsbelangen als politieke motieven in het spel bij de oprichting en het beleid van de VOC. Enerzijds zou ik kunnen stellen dat de handelsactiviteiten van de VOC overzee in dienst stonden van de oorlog tegen Spanje in Azië, en de opbrengst die daaruit gehaald werd ervoor diende om de forten, factorijen en nederzettingen van de Nederlanders te bekostigen. Maar bij deze aanname rijst dan de vraag: waarom nam de Republiek de moeite om duizenden kilometers ver weg tegen een land te vechten dat relatief vlakbij lag? Waarom vochten ze hun oorlog niet uit op de Middellandse zee en de Atlantische Oceaan met een vloot? Dat de VOC niet alleen handel dreef maar ook oorlog voerde is algemeen bekend (bestudeer onder andere: Blussé en De Moor 1983; Van Goor 1997; Gaastra 2002; Glamann 1958; Gelderblom, Jonker en De Jong 2011). De Compagnie was enerzijds een lichaam van de koophandel, en anderzijds moest het de Nederlandse bezittingen in Azië weerbaar maken tegen aanvallen van Europese en inlandse vijanden. Waar nodig moest dit met harde hand verwezenlijkt worden.4 Maar was het geweld dat de VOC gebruikte in de eerste 20 jaar van haar bestaan in de eerste plaats bedoeld om haar commerciële belangen zeker te stellen of speelden hier voornamelijk politieke of imperialistische 3 W. Wennekes, Gouden handel. De eerste Nederlanders overzee, en wat zij daar haalden (Amsterdam 2008) p. 16. 4 Gaastra, ‘’Sware continuerende lasten’, p. 101. 4 redenen? Dit is de belangrijkste vraag die in dit paper wordt gesteld. Gebruikte de VOC alleen geweld om haar monopolie op de specerijen te vestigen en later ook te verdedigen, of om macht te verkrijgen in de Aziatische wateren.5 In deze scriptie onderzoek ik of met de politieke en militaire acties van de VOC handelsbelangen werden gediend, of dat het bedrijf een verlengstuk was van de Staten-Generaal in de oorlog tegen de Spanjaarden en Portugezen (Gelderblom, Jonker en De Jong 2011). Aan de hand van de organisatie van de handel op Azië, vanaf de voorcompagnieën tot Gouverneur-generaal Jan Pieterszoon Coen, laat ik zien dat er steeds gezocht werd naar manieren om meer opbrengsten voor het bedrijf te genereren, of de kosten te drukken. Het voeren van oorlog was hierbij gewenst omdat het de concurrentie zou weren en nieuwe winstmogelijkheden zou creëren, en ongewenst omdat het zo veel kosten met zich meebracht. Door deze hoge kosten werden er in de organisatie en het beleid telkens veranderingen doorgevoerd om de commerciële doelen zo goed mogelijk te verwezenlijken. Ik begin in hoofdstuk 1 bij de voorcompagnieën, hoe ze georganiseerd waren en opereerden. Dit waren volledig commerciële bedrijven die ook met elkaar concurreerden. Vervolgens werd de overstap van de voorcompagnieën naar de VOC gemaakt. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de oprichting van de compagnie, en waarom volgens verschillende belangengroepen deze overstap gemaakt moest worden. De biografie van Johan van Oldenbarnevelt zal hiervoor zeer bruikbaar blijken, aangezien de Landsadvocaat een grote stem had in de onderhandelingen. Vervolgens worden in hoofdstuk 3 de eerste vloten van de VOC behandeld en hoe die vanuit de Republiek geregeld werden. De verschillende reisverslagen over de eerste vloten van de VOC zullen hierbij onderzocht worden. We kijken waar, wanneer en om welke redenen in Azië door admiraals Steven van der Hagen, Cornelis Matelieff de Jonge en Pieter Willemszoon Verhoeff geweld werd gebruikt. Dit om erachter te komen of commerciële of politieke motieven de bovenhand hadden. Ten slotte wordt in hoofdstuk 4 het beleid van Jan Pietersz. Coen onder de loep genomen, en dan vooral de vraag hoe zijn beleid zich verhield tot de commerciële doelstellingen van de VOC. Ik gebruik hiervoor onder andere de werken van H. T. Colenbrander en Johan van der Woude. Dit onderzoek is afgeleid van het boekvoorstel van Oscar Gelderblom, Abe de Jong en Joost Jonker over de VOC. In het boek wat zij van plan zijn om te schrijven, worden dergelijke vragen over de VOC en haar 5 F. S. Gaastra, ‘’Sware continuerende lasten en groten ommesagh’. Kosten van de oorlogvoering van de Verenigde Oost-Indische Compagnie’, in: G. Knaap en G. Teitler eds., De Verenigde Oost- Indische Compagnie tussen oorlog en diplomatie (Leiden 2002) p. 81. 5 doelstellingen gesteld. Er wordt gekeken naar de tegenstelling tussen de politieke doelen van de Staten-Generaal en de commerciële doelen van het bedrijf.6 De voorcompagnieën Al voor de oprichting van de VOC in 1602 werd door handelaren van de voorcompagnieën (1595-1602) tegen andere, rivaliserende handelaren en piraten geweld gebruikt. Dit ter verdediging van de handelsbelangen. Vloten moesten hierdoor worden uitgerust met wapens en soms zelfs soldaten. Voor de aanvang van de zeventiende eeuw waren de Spanjaarden en Portugezen in Europa de grootste importeur van peper en specerijen. Ze domineerden de handel op Azië al sinds de eerste helft van de zestiende eeuw.7 De Nederlanden, eerst deel van het Spaanse rijk, waren vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw in opstand gekomen tegen de katholieke Spaanse overheersing, waarbij veel oorlog werd gevoerd in het land. Maar in de lage landen was handeldrijven een belangrijke bron van inkomsten, en op de meeste plekken ging het handeldrijven gewoon door. Antwerpen was lange tijd de grootste haven van Europa. Dit veranderde in 1585, toen de stad in handen van de Spanjaarden viel, waardoor duizenden zuidelijke kooplieden, bankiers en ambachtslieden vluchtten naar het noorden.8 Vanaf dat moment nam Amsterdam de positie van Antwerpen over als havenstad van de lage landen. Begin jaren ’80 van de zestiende eeuw concentreerde de Hollandse handel zich voornamelijk op de Baltische staten en het Middellandse Zeegebied. Verschillende handelaren organiseerden deze handel in zogenaamde partenrederijen: tijdelijke handelsbedrijven die bijvoorbeeld handelden in graan, hout of vis.9 De partenrederijen werden voornamelijk bestuurd in familie- of partnerverband, en gefinancierd met privékapitaal van de eigenaar of één of meerdere investeerders. De koopman of handelaren die de rederijen hadden opgezet waren persoonlijk aansprakelijk voor 6 Oscar Gelderblom, Abe de Jong en Joost Jonker, Een onwaarschijnlijk succes: de VOC (Boekvoorstel) 7 W. Wennekes, Gouden handel. De eerste Nederlanders overzee, en wat zij daar haalden (Amsterdam 2008) p. 31. 8 Wennekes, Gouden handel, p. 67-68. 9 Oscar Gelderblom, Abe de Jong en Joost Jonker, ‘An Admiralty for Asia: Business Organisation and the Evolution of Corporate Governance in the Dutch Republic, 1590-1640, in: Jonathan GS Koppell ed., Origins of Shareholder Advocacy (Basongstoke 2011) p. 34. 6 mogelijke verliezen die de bedrijven maakten, en als verlies het geval was moesten ze de kosten uit eigen zak uitbetalen.10 De partenrederijen maakten echter over het algemeen grote winsten waardoor steeds meer van dit soort handelsbedrijven opkwamen.11 Eind jaren ’80 van de zestiende eeuw ontstond bij de Nederlandse kooplieden het idee om zelf naar ‘Oost-Indië’ te gaan varen, zodat de Republiek niet meer afhankelijk was van de aanvoer van specerijen vanuit Spanje en Portugal. Eerst werd er naar een noordelijke route gezocht, maar dat mislukte. Daarna werden plannen gemaakt om via Kaap de Goede Hoop naar Azië te varen.12 Deze reizen waren erg risicovol, en handelaren moesten vloten militair uitrusten om veilig te kunnen handeldrijven. Vanaf de jaren ’90 van de zestiende eeuw ontstonden de zogenaamde voorcompagnieën. De kleinere partenrederijen fuseerden tot compagnieën die langere expedities konden voeren en daarbij ook omvangrijker waren betreft organisatie en financiering.13 Door grotere vloten uit te zenden werden de risico’s kleiner. Vloten konden zich hierdoor namelijk beter verdedigen tegen aanvallen van andere handelsvloten en piraten. Zo voer op 2 april 1595 de Compagnie van Verre met vier schepen uit. Negen kooplieden, reders en bestuurders uit Amsterdam en Zaandam hadden de compagnie opgezet, het kapitaal bijeengebracht en de schepen uitgerust. Ze hadden hulp gekregen van de Staten van Holland, die ruim honderd kanonnen leverde, waardoor de kleine vloot zich kon verdedigen tegen eventuele aanvallen van Spanjaarden en Portugezen.14 In 1597 kwam de kleine vloot onder admiraal Cornelis de Houtman terug in de Republiek, volgeladen met producten uit Azië.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages29 Page
-
File Size-