De perceptie van het kunstenaarschap van psychiatrische patiënten door Prinzhorn en Dubuffet Masterproef aangeboden door Marieke De Witte (20055688) Tot het behalen van de graad van Master in de kunstwetenschappen Promotor: Prof. C. Van Damme Academiejaar 2008- 2009 Dankwoord Met het schrijven van deze masterproef sluit ik een lange carrière als student af. Het is een carrière geweest van ups en downs, waarbij de niet zo evidente keuze om na het succesvol beëindigen van een studie handelswetenschappen nog te kiezen voor een opleiding als kunstwetenschapper voor mij als één van de belangrijkste hoogtepunten gezien kan worden. Ik heb hierbij mijn hart gevolgd en ik heb er nog geen seconde spijt van gehad. De studie kunstwetenschappen heeft mij zowel op persoonlijk als op intellectueel gebied veel bijgebracht en het lijkt me dan ook terecht om hiervoor een aantal mensen te bedanken. Als eerste wil ik hierbij mijn promotor prof. Van Damme bedanken voor de hulp bij de zoektocht naar een geschikt onderwerp en voor de begeleiding doorheen het jaar. Ook prof. Geerardyn wil ik bedanken omdat ik toch elke keer bij hem kon aankloppen voor mijn vragen over psychologie en psychoanalyse. Daarnaast wil ik ook mijn ouders bedanken omdat ze me de kans geboden hebben om de studie kunstwetenschappen aan te vangen en ik deze masterproef zonder hun steun dus nooit had kunnen schrijven. Ik ben me ervan bewust dat ik van hen een kans gekregen heb die niet veel studenten krijgen en ik ben hen er dan ook absoluut zeer dankbaar voor. Voor de morele steun kon ik altijd rekenen op Koen, Lieselotte en Soo Ra die regelmatig mijn slechte humeur hebben moeten verdragen. Ook de karateka’s van Shito kai Gent horen thuis in mijn dankwoord, al was het maar omdat ze regelmatig letterlijk klappen uit frustratie hebben opgevangen. Daarnaast wil ik ook Elisabeth bedanken voor het nalezen en corrigeren van mijn thesis en voor de hulp bij de ontwikkeling van mijn eigen visie en ideeën. Tot slot wil ik ook Jeannine bedanken voor de interessante gesprekken en inspiratie. En omdat ik graag zou willen dat ze mijn thesis nog zou kunnen lezen, maar dat spijtig genoeg niet meer mogelijk is. Inhoudstafel 1. Inleiding ________________________________________________________________ 1 2. Hans Prinzhorn __________________________________________________________ 5 2.1. Biografie __________________________________________________________________ 5 2.2. Situering __________________________________________________________________ 6 2.2.1. Historische situering _____________________________________________________________ 6 2.2.2. Kunsthistorische situering _________________________________________________________ 9 2.2.3. Psychiatrie en psychologie _______________________________________________________ 11 2.3. Bildnerei Der Geisteskranken________________________________________________ 16 2.3.1. De Prinzhorn-collectie___________________________________________________________ 16 2.3.2. Bildnerei der Geisteskranken______________________________________________________ 19 2.4. De perceptie van de patiënt als kunstenaar _____________________________________ 23 2.4.1. Algemeen_____________________________________________________________________ 23 2.4.2. Invloed van het primitivisme ______________________________________________________ 29 2.4.3. Invloed van het expressionisme____________________________________________________ 31 3. Jean Dubuffet___________________________________________________________ 33 3.1. Biografie _________________________________________________________________ 33 3.2. Situering _________________________________________________________________ 37 3.2.1. Historische situering ____________________________________________________________ 37 3.2.2. Kunsthistorische situering ________________________________________________________ 39 3.2.3. Psychiatrie en psychologie _______________________________________________________ 42 3.3.Art brut __________________________________________________________________ 46 3.3.1. Algemeen_____________________________________________________________________ 46 3.3.2. De Art brut-kunstenaar __________________________________________________________ 49 3.3.3. Anticulturele opvattingen ________________________________________________________ 51 3.4. De perceptie van de patiënt als kunstenaar _____________________________________ 56 3.4.1. Algemeen_____________________________________________________________________ 56 3.4.2. Invloed van het primitivisme ______________________________________________________ 64 3.4.3. Antipsychiatrische visie__________________________________________________________ 65 3.4.4. Vergelijking van de kunstwerken van Dubuffet met kunstwerken van Art brut-kunstenaars _____ 68 4. De vergelijking tussen Prinzhorn en Dubuffet _________________________________ 73 4.1. Vergelijkingen van het socio-cultureel kader ___________________________________ 73 4.2. Verschillen en gelijkenissen in de visie van Prinzhorn en Dubuffet _________________ 75 4.2.1. Algemeen_____________________________________________________________________ 75 4.2.2. De invloed van Prinzhorn op Dubuffet ______________________________________________ 82 5. Besluit _________________________________________________________________ 84 Lijst van afbeeldingen ______________________________________________________ 87 Bibliografie _______________________________________________________________ 88 Bijlagen__________________________________________________________________ 94 1. Inleiding Voor mij persoonlijk begon de fascinatie voor de kunst van psychiatrische patiënten met de tentoonstelling ‘Waanzin is vrouwelijk’ in het museum Dr. Guislain. In de tentoonstelling werden werken van vrouwelijke kunstenaars uit de Prinzhorn-collectie getoond, met daarbij het levensverhaal van die vrouwen. De tentoonstelling had me zodanig gegrepen dat ik in de zoektocht naar een onderwerp voor mijn masterproef meteen wist dat ik iets wou doen over kunst van psychiatrische patiënten. Terwijl ik meer en meer literatuur begon te lezen over het onderwerp, viel het me op dat veel kunstenaars er, naar mijn gevoel, ‘vreemde’ ideeën op na hielden over wat het kunstenaarschap van patiënten juist inhield. Als eerste viel me het gedachtegoed van Jean Dubuffet op. De kunstenaar baseerde zich voor zijn eigen kunstwerken op de kunst van patiënten en had een enorme collectie aangelegd waarin werken van patiënten, excentriekelingen, marginalen… te vinden waren en toch geloofde hij dat patiënten niet echt ziek waren. Zeker vanwege de kennis van de kunstenaar kwam die idee me zeer vreemd voor. Ook de romantische visie van de ‘geniale gek’ versus het ‘gekke genie’ hield me bezig. Ik mistte hierbij in de verschillende visie over de patiënt als kunstenaar vooral de patiënt zelf en het lijden van de patiënt. Het kwam me voor alsof de patiënt in al deze visies voornamelijk als kunstenaar gezien werden en niet als patiënt. Het leek me hierom dan ook interessant om een onderzoek in te stellen naar het kunstenaarschap van patiënten en dan meer specifiek naar het kunstenaarschap zoals dit gepercipieerd werd door anderen binnen de gewone kunstwereld. Ook voor de visie die wij als toeschouwers van een creatie van een patiënt hebben op het kunstenaarschap op patiënten lijkt dit onderwerp me van belang. Tenslotte moeten ook wijzelf ons bewust zijn van de manier waarop we de kunst van patiënten ervaren en percipiëren. Een kunsthistorisch onderzoek kan altijd meehelpen met die bewustwording. Eveneens lijkt het van belang om onszelf bewust te zijn van zowel onze eigen als de historische perceptie van patiënten om te weten hoe we in de toekomst moeten omspringen met de werken van patiënten. Dit kan ook zorgen voor een bijdrage bij de discussie over hoe kunst van patiënten getoond moet worden en of kunst van patiënten eerder thuishoort in aparte musea (zoals het Museum Dr. Guislain) of juist getoond moet worden in de gewone musea tussen kunst van gezonde kunstenaars. Met een beetje hulp van prof. Van Damme werd de opzet van mijn masterproef de vergelijking tussen de visie die Prinzhorn had op het kunstenaarschap van patiënten en de 1 visie die Dubuffet erop had. De onderzoeksvragen die ik me hierbij stelde, hielden vooral een zoektocht in naar hoe deze personen de patiënten juist gingen percipiëren. Daarnaast vroeg ik me ook af in welke mate ze beïnvloed werden door gebeurtenissen en veranderingen binnen de geschiedenis, de kunstgeschiedenis, de psychiatrie en de psychologie. Eveneens vroeg ik me hoe deze personen door hun bepaalde opleiding of voorgeschiedenis beïnvloed werden in hun visie op patiënten aangezien Prinzhorn kunsthistoricus en psychiater was en Dubuffet kunstenaar en zelf autodidact was. Tonen ze beiden zowel de kunstenaar als de patiënt? Of overheerst één van de beide ideeën? Zijn ze ervan overtuigd dat patiënten geïntegreerd kunnen worden in de gewone kunstwereld? Of vinden ze juist dat er een onderscheid moet bestaan tussen kunst van patiënten en kunst van gewone kunstenaars? Waaruit bestaat dat onderscheid dan? In de eerste tweede delen van deze masterproef worden dan ook de visies van Prinzhorn en Dubuffet behandeld, waarbij er ook aandacht geschonken wordt aan de situering van de periode waarin zij hun ideeën ontwikkelden. Ook de ontwikkeling en het ontstaan van respectievelijk de collectie van Heidelberg en de Art brut komt uitgebreid aan bod in deze eerste twee delen. Daarnaast worden er ook een aantal invloeden beschreven die van belang geweest zijn op de ontwikkeling van de
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages101 Page
-
File Size-