De ergste vijand Levensbeschouwing en feminisme in Nederland in de tweede helft van de negentiende eeuw Ulla Jansz 9 De relatie tussen feminisme en religie aandacht heeft gekregen. In het tweede ge- De ergste vijand wordt in de actuele publieke discussie over deelte van dit artikel zal blijken dat recent boerkaverbod en handenschudplicht vaak onderzoek naar feministen – vrouwen en als een negatieve voorgesteld: hoe meer ge- mannen – die in vrijdenkerskringen actief loof, hoe minder feminisme en hoe gema- waren, een nieuw licht werpt op de relatie tigder het geloof, des te meer vrouwenrech- tussen (on)geloof en feminisme. ten. Soms wordt daarbij behalve ‘de islam’ ook het voorbeeld aangehaald van strenge Christendom calvinisten die vrouwen en homo’s uit po- litieke functies weren. De vraag is echter of In de jaren tachtig van de twintigste eeuw de verhouding tussen feminisme en religie dacht men, anders dan tegenwoordig, bij wel zo eenvoudig kan worden gezien als een mogelijke tegenstelling tussen femi- een van botsende waarden. nisme en religie niet zozeer aan ‘de islam’, Voor een antwoord wil ik in dit artikel maar eerder aan ‘het christendom’. Het was niet kijken naar de problemen die heden- dan ook geheel in de geest van die tijd dat daagse aanhangers van sommige varianten de politicoloog Siep Stuurman in het arti- van bepaalde religies hebben met het femi- kel Christendom en patriarchaat in 1982 nisme, maar de kwestie benaderen van de aandacht vroeg voor de centrale plaats die kant van het feminisme. De geschiedenis de christelijke gezinsideologie had ingeno- van de Nederlandse eerste feministische men bij de ontwikkeling van de verzuiling golf staat daarbij centraal. Eerst wordt be- in de periode 1870-1920. Daarbij zag hij een zien welk beeld van de relatie tussen femi- conflict tussen confessionelen en feminis- nisme en levensbeschouwing naar voren ten, want volgens hem was de ‘natuurlijke komt uit vijfentwintig jaar geschiedschrij- ideologische bedding’ van het feminisme ving van het Nederlandse eerstegolffemi- het rationalistische gelijkheidsdenken van nisme. In die geschiedschrijving is de ver- het liberalisme. In de organische maat- houding tussen feminisme en religie een schappijtheorie van de christelijke politici belangrijk thema geweest, terwijl de ex- daarentegen was niet het individu, maar pliciet antireligieuze houding van enkele het gezin de basis van de samenleving prominente feministes in de tweede helft (Stuurman, 1982, p. 215). De daadwerkelijke van de negentiende eeuw tot nu toe minder confrontatie tussen feministen en confes- sionelen zou zich vooral afspelen in de eer- degelijk een protestants-christelijke stro- ste twee decennia van de twintigste eeuw. ming binnen het feminisme had bestaan De feministen hadden zich toen echter niet (Holtzer, 1991; Sevenhuijsen, 1987, pp. 124- zó krachtig verzet als volgens hem ver- 126). De oprichting van deze Vrouwenbond wacht had mogen worden, met als gevolg in 1884 door vrouwen uit de kring van het ‘een hegemonie van de konfessionelen op Réveil was geïnspireerd door de zeer ge- het terrein van “de zeden” en “het gezin”’ lovige Engelse feministe Josephine Butler (Stuurman, 1982, p. 239).1 (1818-1906). Zij streed sinds de jaren 1860, Het artikel van Stuurman riep nieuwe ook internationaal, tegen de reglemente- vragen op voor de geschiedschrijving van ring van de prostitutie (Van Drenth & de de Nederlandse eerste feministische golf. Haan, 1999; De Vries, 1997). Reglemente- 20 Tot dan toe gold als overzichtswerk op dat ring, een stelsel van gemeentelijke vergun- gebied Van moeder op dochter, voor het ningen gekoppeld aan verplichte medi- eerst verschenen in 1948, daarna enigs- sche keuring van prostituees, beoogde de zins herzien en enkele malen herdrukt. verspreiding van syfilis tegen te gaan. Het nr. 3 ● Daarin was religie niet gepresenteerd als systeem bracht met zich mee dat vrouwen een belangrijke categorie en al helemaal (niet alleen prostituees, maar alle vrouwen 2008 niet als een probleem voor vrouwen. Eer- die zich in de ogen van de politie verdacht ● der integendeel, gezien de manier waarop gedroegen) aan vernederende procedu- het filantropische werk van vrouwen uit res werden onderworpen terwijl mannen, Réveilkringen erin was beschreven als de tenslotte ook potentiële bronnen van be- voorgeschiedenis van de vrouwenbeweging smetting, geheel buiten schot bleven. De van de eerste golf (zie ook Jansz, 1990, p. tegenstandsters zagen dit stelsel als een 24-25; het meest gebruikt is de reprint van sanctionering door de overheid van een de 3e druk: Posthumus-van der Goot & de dubbele moraal die mannen – al dan niet Waal, 1977). Ook in Vrouwen, kiesrecht en oogluikend – toestond wat vrouwen verbo- arbeid, een bundel van de hand van Gro- den was, namelijk buitenhuwelijkse seks. ningse vrouwenhistoricae uit 1977 die aan- Voor gelovige vrouwen die meenden dat de zetten gaf tot een vernieuwende kijk op de christelijke zedenwet voor alle mensen zou eerste golf, speelde religie geen rol van be- moeten gelden, was dat een verwerpelijk Tijdschrift voor Genderstudies tekenis (Blok, Tanja, & Van Tilburg, 1977). systeem: Protestantisme ‘Er is maar ééne zedenwet voor den mensch, Stuurmans artikel (later opgenomen in hij zij man of vrouw. Volgens dezelfden eisch Stuurman, 1983) zette aldus de vraag naar wordt hij door zijn Schepper geoordeeld en de relatie tussen feminisme en religie op kan er ook in de maatschappij geen ander de agenda van de eerstegolfhistoriografie. maatstaf gelden.’ (Klerck-van Hogendorp, Niet dat zijn visie op feminisme en chris- 1884, p. 5) tendom als strijdig veel bijval kreeg van vrouwenhistorici. Integendeel. Onderzoek Naast (lokale) afschaffing van de reglemen- naar de geschiedenis van de Nederland- tering bepleitte diezelfde Vrouwenbond sche Vrouwenbond tot Verhooging van het een (landelijk) wettelijk bordeelverbod, dat Zedelijk Bewustzijn wees namelijk uit dat er in 1911 uiteindelijk ook kwam. er in de periode rond de eeuwwisseling wel Om hun doel te kunnen bereiken, za- wenzaak op verschillende terreinen. Naast gen de leden van de Vrouwenbond zich beschouwingen over de plaats van gods- geroepen in het openbaar te spreken en te dienst in het leven van vrouwen en meisjes schrijven over zaken waarvan zij het be- schreef zij artikelen en brochures waarin ze staan niet geacht werden te kennen. Alleen rechten voor vrouwen bepleitte op het ge- al daardoor hielpen zij mee de grenzen te bied van betaalde arbeid en huwelijksrecht. verschuiven van wat er in die tijd voor ‘be- Ook dreef ze enige jaren een opvanghuis schaafde’ vrouwen betamelijk werd geacht. voor dakloze vrouwen en hun kinderen Het feministische karakter van de pro- (Derks, 1994). Met haar keuze voor een le- testantse Vrouwenbond blijkt verder niet ven buiten het klooster, maar wel als on- alleen uit het streven naar invoering van gehuwde vrouw die in haar eigen levens- dezelfde zedelijke normen voor mannen onderhoud voorzag, vertegenwoordigde zij 2 en vrouwen, maar ook uit pleidooien voor een traditie van ‘katholiek juffrouwschap’ vrouwenrechten, zoals de vrije beschik- die in de twintigste eeuw tot bloei zou ko- De ergste vijand king over eigen vermogen en inkomsten men (Aerts, 1994). voor gehuwde vrouwen. Ook schaarden deze conservatief-religieuze vrouwen zich Religie en feminisme aan de zijde van diegenen die zich verzet- Om het protestants-christelijke en ka- ten tegen een arbeidsverbod voor gehuwde tholieke feminisme in de geschiedenis te vrouwen en steunden zij de strijd voor het kunnen ontwaren, moest er wel afstand vrouwenkiesrecht (Holtzer, 1991, p. 373- genomen worden van een definitie van fe- 377; Jansz, 1990, p. 123). minisme in termen van gelijkheid, opgevat als het tegenovergestelde van verschil tus- Katholicisme sen de seksen. Dat was de definitie waar- Niet alleen de veronderstelde tegenstelling van ook Stuurman, met zijn koppeling van tussen protestantisme en feminisme werd ‘het rationalistische gelijkheidsdenken’ aan onder vuur genomen in de geschiedschrij- het feminisme, anno 1982 was uitgegaan. In ving die volgde op de bijdrage van Stuur- plaats daarvan kwam in de geschiedschrij- man. Ook de voorstelling van katholicis- ving van de vrouwenbeweging steeds meer me en feminisme als onverenigbaar werd de opvatting te staan van feminisme als onderuit gehaald. Naast een protestants- een streven naar gelijke behandeling van christelijk feminisme bleek er namelijk een vrouwen en mannen ongeacht alle even- katholiek feminisme te hebben bestaan. tuele verschillen (grondleggend is Aerts, Daarvan lag het zwaartepunt in de periode 1986; zie ook Aerts, 1994, pp. 15-17, en Jansz, na de eerste wereldoorlog, hetgeen de al 1990. pp. 202-203). eerder geformuleerde kritiek op het beeld Dit alles zou tot de conclusie kunnen van de periode 1920-1970 als ‘het dal tussen leiden dat in de eerste golf het al of niet de twee feministische golven’ nog urgenter aanhangen van een religie door feministen maakte (Aerts, 1994, p. 12-16; Derks & van geen verschil maakte. Immers, sommigen Heyst, 1992, p. 328). verbonden hun feminisme met een geloof, Al rond 1900 had een actieve feministe anderen minder of niet, maar ongeacht die als de schrijfster Catharina Alberdingk verschillen werd er gezusterlijk samenge- Thijm (1848-1908) haar katholieke geloof werkt. Bijvoorbeeld in het streven naar af- gecombineerd met een inzet voor de vrou- schaffing van de reglementering, wijziging van een aparte groep. Aan de hand van de resultaten van eigen onderzoek naar femi- nisme in de vrijdenkersbeweging en naar de invloed
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages14 Page
-
File Size-