
Wingene verzoek tot raadpleging RUP Centrum Zwevezele plan_id: RUP_37018_214_08004_00001 juni 2011 baron ruzettelaan 35 | 8310 brugge | tel (050) 36 71 71 | fax (050) 35 68 49 | www.wvi.be baron ruzettelaan IInhoudnhoud 1. inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer .......................................................................................... 1 2. beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan .................................................................................................................................. 1 2.1. beslissing tot opmaak .............................................................................................................................................. 1 2.2. doelstelling ............................................................................................................................................................... 1 2.3. situering van het plangebied ................................................................................................................................... 2 2.4. mogelijke alternatieven - nulalternatief .................................................................................................................... 3 2.5. afbakening van het toepassingsgebied en de plan-merplicht ................................................................................. 3 3. een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma ................................................................................................................................................ 4 3.1. de gezondheid en de veiligheid van de mens ......................................................................................................... 6 3.2. de ruimtelijke ordening ............................................................................................................................................ 7 3.3. de biodiversiteit, de fauna en de fl ora ..................................................................................................................... 8 3.4. de energie- en grondstoffenvoorraden .................................................................................................................... 9 3.5. de bodem ................................................................................................................................................................. 9 3.6. het water .................................................................................................................................................................12 3.7. de atmosfeer en de klimatologische factoren ........................................................................................................14 3.8. het geluid ................................................................................................................................................................14 3.9. het licht ...................................................................................................................................................................15 3.10. de stoffelijke goederen ...........................................................................................................................................15 3.11. het cultureel erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed ........................................15 3.12. het landschap ........................................................................................................................................................ 18 3.13. de mobiliteit............................................................................................................................................................ 18 3.14. de samenhang tussen de genoemde factoren ...................................................................................................... 20 4. relevante gegevens met inbegrip van de redenen waarom de initiatiefnemer meent geen plan-mer te .... moeten opmaken overeenkomstig art. 4.2.6, §1, 5° van het DABM ............................................................... 20 5. in voorkomend geval een beoordeling of het voorgenomen plan of programma grensoverschrijdende of gewestgrensoverschrijdende aanzienlijke milieueffecten kan hebben ....................................................... 21 1. inlichtingen en coördinaten 2. beschrijving en verduidelij- lensites van Zwevezele. De visie en de krachtlij- van de initiatiefnemer king van het voorgenomen nen van het masterplan worden uitgewerkt in de plan en in voorkomend geval stedenbouwkundige voorschriften. redelijke alternatieven voor initiatiefnemer: het plan of onderdelen ervan Vooreerst heeft het uiteraard de bedoeling een initiatiefnemer: stedenbouwkundige uitwerking te geven aan de Gemeente Wingene doelstellingen bepaald in het GRS, teneinde deze Oude Bruggestraat 13 2.1. beslissing tot opmaak doelstellingen afdwingbaar te maken en te kunnen 8750 Wingene Bij gemeenteraadsbeslissing van 23.06.2003 werd de fungeren als toetsingskader voor de aanvraag tot contactpersoon: wvi aangesteld als ontwerper van het RUP Centrum stedenbouwkundige vergunning. [email protected] Zwevezele . Reikwijdte en detailleringsniveau van het voorgeno- opdrachthouder: 2.2. doelstelling men RUP . Wvi De doelstellingen van het RUP “Centrum ” Zwevezele Het voorgenomen RUP vormt een kader voor het Baron Ruzettelaan 35 zijn: aanvragen van een stedenbouwkundige vergun- 8310 Assebroek ning. contactpersoon: De herziening van: De kwaliteitseisen, worden, gedetailleerd tot op Lynn Staelens: [email protected] Het BPA Centrum Zwevezele (goedgekeurd bij MB perceelsniveau. Ann Van Ackere [email protected] 09/06/1995), het BPA Landeigendommen (goed- Alle nieuw op te richten constructies dienen te Margo Swerts: [email protected] gekeurd bij KB 01/04/1985 en MB 15/04/1997), voldoen aan de meest beperkende voorwaarden een deel van het BPA Bruggestraat (goedge- van deze bepalingen van het RUP. keurd bij KB 03/08/1998). De BPA’s bestaan uit De voorschriften bevatten volgende items. woonzones, historisch gegroeide bedrijvigheid, Bepalen van voorschriften omtrent architectu- gemeenschapsvoorzieningen zoals een rusthuis, rale en ruimtelijke kwaliteit. een scholencomplex en andere aan de woonzone Bepalingen omtrent hoofdbestemming, neven- gerelateerde functies. De voorschriften zijn verou- bestemming derd en worden geactualiseerd om te voldoen aan Bebouwingstype, bebouwingspercentage- en de hedendaagse behoeften. terreinbezetting, volumebeperking, inplan- tingsvoorwaarden voor het hoofdgebouw, de Er worden verschillende projectzones binnen het bijgebouwen, carport, garages, ... plangebied gerealiseerd. Het gaat om nog niet Bepalen van maximale bouwdieptes en hoogte, ontwikkelde gronden binnen het woongebied, of de dakvorm realisatie van achtertuinen, waardoor een verdich- Bepalen inrichting van de niet- bebouwde ruim- ting wordt gerealiseerd binnen het woongebied. tes, parkeervoorzieningen, ... Er werd een masterplan opgemaakt, door de gemeente. Het masterplan omvat de twee scho- wvi | juni ‘11 | verzoek tot raadpleging RUP Centrum Zwevezele 1 2.3. situering van het plangebied het plangebied wordt begrensd door: In het noorden: de open ruimte en de woningen langs de Bruggestraat In het oosten: de woningen langs Processie- straat, Rupsenstraat en de open ruimte langs de Zonnebekestraat In het zuiden: de open ruimte langs de School- straat en de woningen langs de Meiboomstraat In het westen: de open ruimte achter de Kas- teelstraat het op te maken RUP bestrijkt een gebied van 75ha 81a en 36 ca situering plangebied 2 verzoek tot raadpleging RUP Centrum Zwevezele | juni ‘11 | wvi 2.4. mogelijke alternatieven - 2.5. afbakening van het toepassings- Voor een plan of programma dat overeenkomstig art. nulalternatief gebied en de plan-merplicht 4.2.1. plan-MER-plichtig is, en dat het gebruik bepaalt van een klein gebied op lokaal niveau of een kleine 2.4.1. mogelijke alternatieven fase 3: bepaling van de plicht tot opmaak van een wijziging inhoudt, moet geen plan-MER worden opge- De opmaak van het RUP kadert binnen het GRS, plan-mer maakt voor zover de initiatiefnemer aantoont dat het defi nitief aanvaard en goedgekeurd door de Be- plan of programma geen aanzienlijke milieu-effecten stendige Deputatie 09/02/2010. Bij plannen en programma’s die ‘van rechtswege’ kan hebben (art. 4.2.3. § 3 D.A.B.M.) Het RUP is een herziening van het BPA Centrum onderworpen zijn aan de plan-MER-plicht is er geen Zwevezele en het BPA Landeigendommen. Er zijn voorafgaande toetsing vereist daar er op onweerleg- De administratie kan een plan dat van rechtswege geen mogelijke alternatieven voor het gebied. De bare wijze wordt vermoed dat deze plannen en pro- plan-MER-plichtig is na een gemotiveerd verzoek van opmaakt van het RUP is een herziening van beide gramma’s aanzienlijke milieueffecten kunnen hebben. de initiatiefnemer het voorgenomen plan of program- BPA’s, wat een verfi jning in voorschriften van de Men onderscheidt twee groepen van plannen en pro- ma ontheffen van de van de verplichtingen inzake mi- bestaande toestand van het centrum van Zweve- gramma’s: lieueffectrapportage als de administratie oordeelt dat: zele inhoudt. Het voorgenomen plan of programma een plannen en programma’s, of de wijziging ervan, die uitwerking, wijziging, herziening
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages26 Page
-
File Size-