165 Intussen Wegen We De Spullen Die We Mee Naar Huis Willen Nemen

165 Intussen Wegen We De Spullen Die We Mee Naar Huis Willen Nemen

Intussen wegen we de spullen die we mee naar huis willen nemen, brengen de boot naar GIBSONS, de winterstal van Polka. Een laagje ijs knerpt tegen de boot en de meeuwen schaatsen over het ijs om wat brood van Willem op te pikken, ze schuiven vaak met veel gang de boot voorbij. De laatste nacht slapen we bij de familie van Rijn waar we met een heerlijke taart onze 30 jarige trouwdag vieren. De volgende dag brengt Arie ons naar het vliegveld: "Here you go, beye now". ========= 11-16 apr.1986. Na een heel fijne tijd in Nederland en een leuk weekje in Londen om wat onderdelen op te halen, haalt Arie ons op en de volgende dag gaan we per bus-ferrie-bus naar GIBBON waar Polka, onze "Home away from home", geduldig op ons ligt te wachten. Ze verkeert in prima staat, kurkdroog. Zoals het goede Nederlanders betaamt, beginnen we met de schoonmaak. De radar brengen we weg voor reparatie, het kost ons 4 uren om met diverse bussen, ferry en het laatste stukje zelfs met een taxi, om de juiste firma te vinden, die ergens in de weilanden aan de buitenkant van het vliegveld zit. Dan besluiten we om de treadmaster platen van het dek te halen, ze hebben nogal geleden van de tropenzon en nu van opvriezend water waardoor ze beginnen los te laten. Na drie dagen hard werk hebben we ze er met bloedende vingers afgestoken en het dek glad en glimmend afgeslepen, nu hoeft het alleen nog maar geschilderd te worden. Zoals altijd voor een vertrek doen we boodschappen, hoeveel, dat weet je nooit, misschien wel voor 14 dagen in eenzame baaitjes zonder winkel, of voor maar twee dagen? 17 t/m 22 april.1986. Eindelijk kunnen dan toch de lijnen los. Wat een heerlijk gevoel om weer op open water te zijn, met net genoeg wind en een klein zonnetje. De zeilen gaan omhoog en we voelen ons weer echte water-zigeuners. We zien een aantal killerwhales, waarvan er één meters de lucht in springt, en later leggen we aan bij de steiger van een klein eilandje vlak bij Nanaimo. Met de rugzakken volgeladen gaan we op stap om een lange trail te volgen, langs allerlei historische resten van het eiland: Het dorp Saysetsen, de pulpstone quarry, de sandstone outcrop, de herring saltery, burial caves, lake Kanaka en nog een kolenmijn. Het is een mooie wandelïng, waarbij we niemand tegen komen en het is zoals het boekje zegt: "As you walk along this trail softly and listen closely you might be fortunate enough to hear the gosts, telling their stories. You'll be experiencing hundreds of years of hard work, succes and failure, celebration and heartbreak: the life of NEWCASTLE ISLAND". We blijven nog een dagje om een ander gedeelte van het eiland te verkennen, we zien veel herten, die hier niet in paniek wegrennen en dit is het eerste eiland waar we veel konijnen zien, ook de bekende zee-adelaars vliegen weer hoog boven ons hoofd. Daarna varen we naar NANAIMO, waar we onze nieuwe vouw-fietsen kunnen uitproberen, de oude tweedehandsjes waren echt op. We maken een tochtje langs de kust, heuvel op en af langs prachtig bloeiende bomen en vele kleurrijke tuinen. We bekijken de 168 ft. lange replica van de racing-schooner "Blue Nose", die ook te zien is op de Canadese 10 cents stukken. 165 23 april 1986. ’s Morgens krijgen we eerst koffiebezoek van Ross, een gestrande makelaar, die in een piep klein motorbootje woont met een grote hond, hij brengt twee mooie zalmen mee, onze eerste verse zalm dit jaar. Na de lunch gaan we op weg, om met slack-tide in de nauwe doorgang van de Dodd Narrows aan te komen. We zijn keurig op tijd en varen daarna naar de mooie PIRATE’S COVE. Gelijk maar de wandelschoenen aan voor een wandeling over een goed te volgen trail, zo nu en dan moet je wel over grote boomstammen klimmen. We komen weer geen mens tegen. De vogels laten merken dat ze ook blij zijn dat de zon nog even te zien is, we horen het timmerend geluid van een specht, en zien langs de waterkant veel loons, het zal niet zolang meer duren voordat ze naar het noorden vertrekken. 24 en 25 april 1986. We varen naar GABRIOLA ISLAND waar we aanleggen bij de Goverment Wharf. Jane, de havenmeesteres, is een heel speciale, 65 jr. en helemaal opgetut met roze en lichtblauwe make up en met een roze sjaal over de grijze haren. Ze komt thee drinken en begint terwijl we zitten te eten opeens een heel mooi gedicht te declameren. Daarna neemt ze ons mee in haar grote truck om bij de werf te gaan kijken en ramt daar een paal, maar dat geeft niets, de auto is sterk genoeg volgens haar, we komen gelukkig heelhuids bij de boot terug. Het is maar een klein eindje naar LADYSMITH, de wind is pal tegen. Bij Yellow Head denken we de punt nog net te kunnen halen, maar er blijkt nog een rots te zitten, enfin, we moeten toch nog schilderen. Dat willen we hier doen omdat er een fatsoenlijke grid is. 's Avonds meten we uit waar we het schip op de balken moeten zetten. Om 4 uur in de ochtend varen we er naar toe, maken vast aan de leuning van de ramp en de palen van de grid, en nu maar wachten tot het water zakt en de regen ophoudt. Het eerste gebeurt vrij vlug, het tweede niet, het wordt dus alleen schoonmaken van het onderwaterschip en geen schilderwerk. 26 en 27 april 1986. Vandaag is het wel mooi weer, we gaan op de fiets naar de wonderlijke "murals" in het dorp CHEMAINES, 10 km. verderop. Alle schilderingen en beelden hebben te maken met de houtkap en de indianen. 28 en 29 april 1986. Er is een ijskoude wind, dus trek ik diverse lagen met truien aan, bodywwarmer, muts en das en als je zo uitgedost naar buiten komt wat hoor je dan: "Here comes mom, in her best tropical outfit", dat komt door de zonnebril natuurlijk. Na een aardig hagelbuitje komen we bij SALTSPRING ISLAND aan, een rustige baai met veel vogels, maar geen vis. Het is niet zo ver naar SYDNEY SANDSPIT. We gaan met een kloppend hart over de ondiepten heen, maken vast aan een ankerboeitje en steken de oliekachel aan. 166 30 april 1986. We vertrekken naar Amerika, het is nog te bezeilen ook. In FRIDAY HARBOUR van San Juan Island klaren we in. Gauw wat melk gehaald en dan weer weg, de haven is een beetje te duur naar ons zin. Na een paar uur varen zijn we bij LOPEZ ISLAND, waar we vast maken aan een boeitje. 1 en 2 mei 1986 Het is een mooi zeiltochtje, waarbij Willem zich uitleeft door alleen al het werk te doen bij het overstag gaan om de diverse rifjes en rotsen te missen, ik bepaal me tot het keuken werk, wat uitgebreider dan normaal, want in BELLINGHAM verwachten we onze oude vriend Jack weer te vinden. En ja hoor, zodra we haven binnenvaren, zien we "Shag" liggen met een vrije plaats er naast. Jack rijdt met ons naar ANACORTES, één van de San Juan ISLANDS, waar we de afspraak maken om op 22 mei op de kant gezet te worden. 3 en 4 mei 1986. Vandaag is het de openingsdag van het zeilseizoen van de Bellingham Yacht Club, en de commodore nodigt ons uit om mee te varen in de parade. In ons beste donkerblauw varen we langs "Rosarie Princess” en "Discovery", waar we de Yanks laten zien hoe je behoort te groeten met een gestreken vlag, geen van de boten doet dat, er wordt ook niet terug gegroet, wel krijgen we een applaus, nou ja zeg! Het contact met diverse andere yachties in de buurt is goed en 's avonds doen we mee met een BBQ op één van de grotere schepen, na de maaltijd is er een gezellige sing-song met gitaren en een elektrische piano. De hele club gaat de volgende morgen naar de kerk, wij dus ook. Ook hier is er muzikale begeleiding van een piano en twee gitaren, enigszins in de country and western style. Om 10 uur is er een gezamelijk ontbijt en zo een echt Amerikaans ontbijt is niet mis: gebakken aardappelen, bacon, worstjes, gebakken eieren en pancakes met grote koppen koffie. Geen wonder dat je zoveel "Whitby-Whales" ziet, superzware jonge mannen en vrouwen. 5 t/m 12 mei 1986 Het wordt een weekje schilderwerk, het dek en onze badkamer, het vooronder dus, krijgen een likje. De meest vreemde mensen komen ons zo af en toe bezoeken. Willem gaat mee als begeleider met een hele groep jongelui van de kerk, wild-water-raften. Dat is met grote rubber boten een ijskoude rivier met rotsen en stroomversnellingen afpeddelen. Voor zo ver ik het begrepen heb waren ze na vijf minuten al drijfnat en het duurde drie uren; een interessant avontuur zei Willem. Maar dan breekt weer de tijd van vertrek aan, hoe leuk het hier ook is. Maandagavond wordt er voor ons een afscheid sing-song georganiseerd op één van de schepen. Het zingen wordt afgewisseld door sterke verhalen en grappen. 13 mei 1986. Het is zaak tussen de boeien te blijven in het smalle vaarwatertje, want links en rechts liggen grote moddervlakten. Als we Swimamish Channel naderen giert er een windkracht 8 om onze oren. Het is een nauw kanaal, maar met halve wind en een klein zeiltje op gaat het prima, wel met zo nu en dan een angstig oogje op wat electriciteitskabels.

View Full Text

Details

  • File Type
    pdf
  • Upload Time
    -
  • Content Languages
    English
  • Upload User
    Anonymous/Not logged-in
  • File Pages
    25 Page
  • File Size
    -

Download

Channel Download Status
Express Download Enable

Copyright

We respect the copyrights and intellectual property rights of all users. All uploaded documents are either original works of the uploader or authorized works of the rightful owners.

  • Not to be reproduced or distributed without explicit permission.
  • Not used for commercial purposes outside of approved use cases.
  • Not used to infringe on the rights of the original creators.
  • If you believe any content infringes your copyright, please contact us immediately.

Support

For help with questions, suggestions, or problems, please contact us