![Masterscriptie Joyce Hansson Upload Versie](https://data.docslib.org/img/3a60ab92a6e30910dab9bd827208bcff-1.webp)
Opvoeders aan het woord Een etnografisch publieksonderzoek naar de visies van opvoeders op de functie van Het Sinterklaasjournaal in het debat over Zwarte Piet. Parents and teachers on the role of Het Sinterklaasjournaal in the debate on Black Pete. Masterscriptie Media Studies Beroepsgeoriënteerde Specialisatie Television and Cross-Media Culture Student: Joyce Hansson Studentnummer: 11121009 Datum: 24 juni 2016 Supervisor: dr. Leonie Schmidt Tweede lezer: dr. Jan Teurlings Woordenaantal: 22979 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 6 1.1 De knecht 6 1.2 Het Sinterklaasjournaal: voor jong én oud 7 1.3 Onderzoeksvraag: opvoeders en Het Sinterklaasjournaal 8 1.4 Maatschappelijke relevantie 9 1.5 Opbouw onderzoek 11 2 Theorie en wetenschappelijke relevantie 12 2.1 Onderzoek naar televisiepubliek 12 2.1.1 Publieksonderzoek tot nu toe 12 2.1.2 Positionering: mijn onderzoek naar televisiepubliek 13 2.1.3 Publieksonderzoek in een veranderend medialandschap 14 2.2 Onderzoek naar kindertelevisie 15 2.2.1 Kinderen als televisiepubliek 15 2.2.2 Publieksonderzoek naar kindertelevisie 17 2.2.3 Positionering: mijn onderzoek naar kindertelevisie 18 2.3 Onderzoek naar Zwarte Piet 19 2.3.1 Het figuur Zwarte Piet 19 2.3.2 De zwartepietendiscussie 19 2.3.3 Positionering: mijn onderzoek naar Zwarte Piet 21 3 Methode 23 3.1 Diepte-interviews: verantwoording en reflectie 23 3.2 Respondenten 24 3.2.1 Opvoeders 24 3.2.2 De respondenten 26 3.3 Voorbereiding interviews 27 3.3.1 Logistieke en inhoudelijke voorbereiding 27 3.3.2 De opbouw van de interviews 29 3.4 Afnemen semi-gestructureerde diepte-interviews 30 3.5 Analyse 30 3.5.1 Discursieve interpretatieve repertoireanalyse 30 3.5.2 Reflectie op de combinatie van methodes 31 4 Analyse 33 4.1 Deelvraag 1 33 4.1.1 Programmarepertoire 33 4.1.2 Doelgroeprepertoire 36 3 4.1.3 Omroeprepertoire 38 4.1.4 NTR-repertoire 40 4.1.5 Antwoord op deelvraag 1 42 4.2 Deelvraag 2 44 4.2.1 Traditierepertoire 44 4.2.2 Ervaringsrepertoire 46 4.2.3 Antwoord op deelvraag 2 51 4.3 Deelvraag 3 53 4.3.1 Discussierepertoire 53 4.3.2 Verantwoordelijkheidsrepertoire 55 4.3.3 Maakprocesrepertoire 57 4.3.4 Kinderrepertoire 59 4.3.5 Antwoord op deelvraag 3 61 5 Conclusie 63 Slotwoord 67 Bronvermelding 69 Literatuur 69 Scripties 72 Media 73 Overig 77 Bijlage 1 Respondenten 80 1.1 Ouders 80 1.2 Leerkrachten 82 Bijlage 2 Beginvragen 85 2.1 Deelvraag 1 85 2.2 Deelvraag 2 85 Ouders 85 Leerkrachten 86 2.3 Deelvraag 3 86 2.4 Evaluatie van het gesprek 86 Bijlage 3 Het Sinterklaasjournaal, de context 87 3.1 De omroep: NTR 87 3.1.1 Een taakomroep met een missie 87 3.1.2 De NTR over de zwartepietendiscussie 88 4 3.2 Het format: een fictief journaal 89 3.3 De makers 89 3.3.1 Een man met een idee 89 3.3.2 Presentatie 90 3.4 Plek in het medialandschap 90 3.4.1 Commerciële sinterklaasprogramma’s 90 3.4.2 Het Sinterklaasjournaal als merk 91 Bijlage 4 Opinieoverzicht 93 Bijlage 5 Transcripties Interviews Paginanummering start opnieuw 1 5.1 Interviews met de ouders 1 5.1.1 Manon 1 5.1.2 Susanne 10 5.1.3 Yolanda 16 5.1.4 Elles & Frank 22 5.1.5 Arjan 30 5.1.6 Maikel & Julia 34 5.1.7 Laura 41 5.1.8 Colette 48 5.2 Interviews met de leerkrachten 54 5.2.1 Inge 54 5.2.2 Leonie 61 5.2.3 Stephanie 66 5.2.4 Kim 70 5.2.5 Gonny 75 5.2.6 Esther 80 5.2.7 Trea 85 5.2.8 Dyllan 91 5 1 INLEIDING In Nederland wordt al meer dan zeven eeuwen Sinterklaas gevierd. De wijze waarop is in de loop der tijd sterk veranderd. Waar men in de middeleeuwen naar de kerk ging om de schoen te zetten of bijeenkwam tijdens een straatfeest, wordt het sinterklaasfeest tegenwoordig vooral thuis met de familie gevierd (Infoblad 1). Iedere Nederlander heeft hiervoor eigen tradities en daardoor eigen ervaringen met het feest. Zo wordt bij mij thuis nog ieder jaar verteld hoe mijn oom ooit teleurgesteld een zakje zout in zijn schoentje vond nadat hij daar, heel brutaal, zelf om had gevraagd en is de hilariteit telkens weer groot wanneer mijn vader voor het zoveelste jaar op rij een lovend gedicht voor zichzelf heeft geschreven. Wat voor iedere familie wel hetzelfde is, is het basisverhaal dat Nederlandse kinderen al van jongs af aan wordt verteld: Sinterklaas woont in Spanje en bezoekt jaarlijks met zijn hulpjes, zijn ‘Zwarte Pieten’, Nederland om cadeautjes uit te delen. Het figuur Sinterklaas is gebaseerd op Sint-Nicolaas, een bisschop uit de Turkse havenstad Myra die tijdens zijn leven diverse wonderen verrichtte (Infoblad 1). Na zijn dood op 6 december in het jaar 343 werd hij als heilige vereerd en beschouwd als de beschermer van dieven, zeelieden, handelsreizigers, ongehuwde vrouwen en kinderen. De dag waarop Sint-Nicolaas overleed, werd door de katholieke kerk uitgeroepen tot een feestdag. In de zestiende eeuw, na de reformatie, werd de verering van heiligen en dus ook het Sint-Nicolaasfeest in Nederland door de protestanten en de staat verboden. Het feest was echter zo populair dat mensen het bleven vieren. Hierdoor, en door enkele aanpassingen die het feest minder katholiek maakten, bleef de verering van Sint-Nicolaas uiteindelijk toch bestaan (Infoblad 2). 1.1 De knecht Sinterklaas wordt al enkele eeuwen in zijn werkzaamheden bijgestaan door een knecht. Deze hulp heeft door de jaren heen meerdere veranderingen doorgemaakt. In het begin van de negentiende eeuw werd Sinterklaas vergezeld door ‘Jan de Knecht’, een deftige blanke man met een pruik (Boere). In 1850, wanneer Jan Schenkman het prentenboek Sint Nikolaas en zijn knecht publiceert, maakt ‘Jan de Knecht’ plaats voor een figuur dat veel weg heeft van de Zwarte Piet die we tegenwoordig kennen: een donkere bediende in een fluweel pagepakje met op zijn hoofd een baret met een veer. Schenkman heeft dit figuur en zijn uiterlijk vermoedelijk gebaseerd op de paardenknechten die belangrijke personen in die tijd vaak hadden: donkere mannen in mooie pakken die de rijkdom van hun werkgevers representeerden (Infoblad 5). Over de naam van de knecht gaf Schenkman geen uitsluitsel. Daarom kon iedereen zelf een naam verzinnen. Vaak kreeg het figuur een naam die knechten in Nederland meestal 6 hadden, zoals Jan of Piet. Pas halverwege de twintigste eeuw werd de naam ‘Zwarte Piet’ algemeen aanvaard omdat het sinterklaasfeest een nationaal karakter kreeg en men wilde dat het feest overal in Nederland volgens ongeveer hetzelfde patroon verliep (Helsloot 2011). Hoewel Zwarte Piet qua uiterlijk sindsdien niet drastisch is veranderd, heeft het figuur in de loop der tijd wel diverse taken gehad. Eerst diende Zwarte Piet vooral als paardenknecht: hij hield het paard vast terwijl Sinterklaas cadeautjes uitdeelde of kinderen strafte. Dit veranderde in het begin van de twintigste eeuw. Om de gehoorzaamheid van kinderen te stimuleren, werd Zwarte Piet een middel om op de angsten van kinderen in te spelen. Het figuur zou stoute kinderen straffen met de roe of ze in het ergste geval in ‘de zak’ stoppen en meenemen naar Spanje. Na de Tweede Wereldoorlog veranderde de functie van Zwarte Piet opnieuw. Onder invloed van de veranderende pedagogische opvattingen werd het figuur het aardige hulpje van Sinterklaas dat pakjes door de schoorsteen gooit en met pepernoten strooit (Infoblad 5). Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw staat Zwarte Piet ter discussie (Infoblad 5). Voor de een is hij het symbool van een traditie, terwijl het figuur de ander herinnert aan het koloniale verleden van Nederland. Door de laatste groep wordt Zwarte Piet gezien als het symbool van de onderdrukking van donkere mensen. Sinds een incident tijdens de landelijke intocht in Dordrecht in 2011, waarbij anti-Zwarte-Pieten-demonstrant Quinsy Gario hardhandig werd opgepakt en dit beeld via het internet werd verspreid, is de ‘zwartepietendiscussie’ nationaal en internationaal een regelmatig terugkerend onderwerp van gesprek (NRC Next 12 november 2014). In oktober 2013 liet Verene Shepherd, adviseur van de Verenigde Naties (VN), bijvoorbeeld weten zich zorgen te maken over de racistische aard van Zwarte Piet en in 2015 publiceerde het VN-Comité voor de Uitbanning van Rassendiscriminatie een rapport waarin meerdere VN-adviseurs stellen dat Afrikanen tijdens het sinterklaasfeest worden gepresenteerd als tweederangsburgers (NOS 28 augustus 2015). Nationaal wordt de discussie ondertussen zowel in de politiek als op straat gevoerd. In kranten, in praatprogramma’s op televisie, op online fora, op de werkvloer, in buurthuizen en op scholen worden heftige discussies gevoerd: moet Zwarte Piet in zijn huidige vorm blijven of niet, nu hij wordt beschouwd als ‘ouderwets’ en ‘racistisch’, maar tegelijkertijd ook een oer-Hollandse traditie representeert? 1.2 Het Sinterklaasjournaal: voor jong én oud Een regelmatig terugkerend onderwerp in de zwartepietendiscussie is Het Sinterklaasjournaal en het uiterlijk dat de programmamakers Zwarte Piet geven (Metro 9 november 2015). Het Sinterklaasjournaal is een televisieprogramma voor kinderen van de publieke taakomroep NTR. In het programma behandelt 7 presentatrice Dieuwertje Blok de gebeurtenissen rondom de aanwezigheid van Sinterklaas en zijn Pieten in Nederland. Deze volledig fictieve verhaallijn wordt uitgesmeerd over afleveringen die de vorm hebben van het ‘echte’ televisiejournaal (NTR: Over Sinterklaasjournaal). Het Sinterklaasjournaal is bedacht door de huidige eindredacteur Ajé Boschhuizen en wordt sinds 2001 gedurende de sinterklaasperiode dagelijks om 18.00 uur uitgezonden op NPO3. In 2013 won het programma de Gouden Stuiver, de publieksprijs voor het beste kinderprogramma, op het Gouden Televizier-ring Gala (De Volkskrant 11 november 2013). De populariteit van het programma blijkt ook uit de kijkcijfers.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages188 Page
-
File Size-