ALPHABETISCHE LIJST VAN GANGEN te Amsterdam. (Smnengesteld door Dr. JoR. C. Breen). Voor Amsterdammers is het zeker overbodig op te merken dat aan de definitie, die het Woordenboek der Nederlandsche Taal geeft van het woord .g a n g”: .smalle ruimte, loopende tusschen gebouwen, nauwe steeg, slop”, nog iets moet worden toegevoegd. De Amsterdamsche gang is zeer zeker eene ,smalle ruimte”, doch zij draagt bovrndien het kenmerk, dat zij d o o d 1 o o p t, en gewoonlgk t o e g an g geeft tot perceelen, die niet in de rooiljjn gelegen zün. Aan dit t o e g a n g geven ontleent zij haren naam, die slechts een enkele maal met dien van s te e g of van het in den Haag zoo veel gebruikehjke h o f j e afwisselt. Ik wil hiermede niet ontkennen dat er in onze stad wel een paar steegjes zijn aan te wijzen, die niet enkel een t o e g an g maar ook een d o o r g a n g vormen, en die het toch niet verder hebben kunnen brengen dan tot den naam g a n g, maar zulk eene zeldzame uitzondering bevestigt slechts den boven gestelden regel. Dat het aantal gangen in de middeleeuwsche kern der oude stad oorspronkeljjk niet gering was, valt uit den aanleg der straten en grachten, waarbij de rooili$r niet a1 te vast stond , gemakkelijk te verklaren. Doch ook in het, in de laatste jaren der 16~ en gedurende de geheele 17” eeuw verrezen, n i e u w Amsterdam zijn tallooze gangen aangelegd, en dat nog me1 niettegenstaande meestal, bij de uitgifte der terreinen, althans in de 17~ eeuw, verboden werd de erveu te splitsen tot ,slopgens en steechgens”. Helaas! men heeft gemeend met dit verbod de hand te mogen lichten ; vandaar dat Amsterdam wordt ontsierd door zoovele sloppen, waarvan zeer zeker enkele toegang verleenen tot een idyllisch binnenplaatsje, waar het rustig en kalm wonen is. doch waarvan de meeste bezet z& met krotten, waarin de allerarmste bevolking der stad huisvesting zoekt- 138 Om echter niet eenzjjdig te zijn, vergete men niet dat menige gang enkel leidt tot pakhuizen of bergplaatsen. Oorspronkelijk was het mijn plan in dit Jaarboek slechts mededeeling te doen van de namen van een aantal gangen, die ik vermeld had ge- vonden in de Inneemboeken van het Aalmoezeniers- weeshuis en de daarbü behoorende bglagen, tusschen 1700 en 1740. Doch eenmaal met dezen arbeid begonnen, kwam ik ais van zelf tot andere bronnen, en aan het onderzoek daarvan heeft deze breede lijst haren oorsprong te danken. Behalve van de genoemde Inneem b o e k en, heb ik gebruik gemaakt van de volgende, in chronologische volgorde hier opgesomde, bronnen : De verzameling o u d e w jj k k a a r t e n, berustende in het stedelijk archief. Behalve een paar, dat uit het laatst der 17” eeuw dagteekent, zijn ze alle uit de 1%: eeuw, vo& 1795. Aanwezig zijn kaarten van de wijken 1, 2, 4-9, 11-13, 15, 18, 19, 22, 25-25, 30, 35, 45, 46, 50-5s en 60; den Naam- en plaatswijzer van alle Graften, Straaten, Steegen en voornaame Gangen der Stad Amsterdam, in Wagenaars nog niet overtroffen BeschrGving van Amsterdam; het Quohier van alle de huizen der star1 Amster- dam en in derzelver Jurisdictie, in 1796 samengesteld, op last van het stedelijk bestuur, door eene commissie onder leiding van prof. J. 11. VAX SWINDEK. Dit register is onuitgegeven en berust in het archief ; het Register van de Nummering der stad Amsterdam, rerschenen in 1553 bjj M. SCHOONEVELD EN Zoo~; het Register van de Nummering der stad Amsterdam, uitgegeven in 1875 bij M. SCHOOKEVELD EK Zoo~ en de Wed. J. ELLERMAN; den Atlas van de Gemeente Amsterdam, in 1576 verschenen bij J. C. LOIUN J R .; het 9 e g i s t e r van de Nummering der gemeente A m s t e rd a m, in 1887 ter stads-drukkerg van de pers gekomen; de Alphabetische Stratenlgst van Amsterdam, uitgegeven door de Handelsvennootschap .Utilitas”, ‘s Gravenhage 1905. Voorts zijn nog enkele opgaven ontleend aan een gangenI@&, welke geschreven is in een doorschoten exemplaar van COVEKS’, in 1796 verschenen , ,,De Huisnommering binnen de stad Amster- cl a ni . g e m a k.1 ü k g e m a a k t”? met de daarachter gebonden ,,Alphabetische ljjst van grachten, straten, stegen e n p 1 e i n e n”, in 1838 uitgegeven bij L. VAN DER VISNE, dat zich in de bibliotheek van het archief bevindt; deze l@t bevat echter vele 139 anjuistheden in de namen. Zoo heet byvoorbeeld de Tabakstampersgang de Bakstampersgang, de Harmen Kostersgang is verbasterd tot Arme Kostersgang, enz. Dergelgke afwikingen heb ik niet verder vermeld. Voor zoover dit mogelijk mas, zün, ter nadere bepaling van de ligging, opgegeven de nummers volgens de nummeringen van 1796 en 1875. Gelik bekend is waren de huizen te Amsterdam voor de revolutie niet genummerd; zjj werden sleclits aangeduid door den naam op gevel- steen of uithangbord, of door de aanwëzing van eene of andere topo- grafische bijzonderheid. Wel hacl elk huis sinds 1’734 in de quohieren der verponding z& eigen nummer, doch dit diende enkel voor de administratie der belastingen en was niet op het huis zelf aangeteekend. In 1795 werd dit anders. Ten einde de zoogenaamde ,volksstem” te kunnen kennen, werd de stad, met het oog op de verkiezingen, verdeeld in ,districten”, die elk weêr in een aantal ,grondvergaderingen” werclen gesplitst, terwgl de huizen in elk district van een doorloopend nummer werden voorzien. De commissie, die dit werk met grooten spoed ten einde had gebracht, vestigde er zelf in haar rapport de aandacht op dat eene dergelijke nummering den burgers en vreemdelingen weinig gemak bood, en stelde voor het op eene andere manier te doen. En zoo geschiedde. Onder de leicling van den beroemclen mathematicus JAN HENDRIK VAN SWINDEN werd elke gracht en straat afzonderlük genummerd. Om het met een voorbeeld toe te lichten: de Heerengracht, Noord- en Oostz&le, begon aan den Amstel met No. 1 en eindigde aan de Brouwersgracht met No. 317; de overz$e begon aan de Brouwersgracbt met het daaropvolgende nummer 318, om aan den Amstel met No. 623 te be- sluiten. Voor de gangen was de volgende maatstaf aangenomen: in een open gang tusschen twee huizen, hadden de perceelen eene eigene nummering ; zulk een gang is in de hierachter gedrukte lgst aangewezen door de nummers van de aangrenzende perceelen, biv. de Bruinistengang is te zoeken in de Barndesteeg tusschen de perceelen, volgens de toen- malige nummering, gemerkt 6 en 7. Gangen, die met een deur afgesloten waren of klaarblijkelgk althans geweest waren, en gangen, die onder een huis doorliepen kregen één nummer, hetwelk ook gold voor de daaraan gelegen woningen. In 1808 werd, met het oog op de belastingen, ieder huis voorzien van een eigen verpondingsnummer ; daarnaast bleef het nummer van 1796 als zoogenaamd ,,klein nummer” bestaan, doch door het niet handhaven van deze nummers slopen er ta1 van onnauwkeurigheden in. Vandaar dat in 1852 door den Gemeenteraacl werd besloten tot eene nieuwe nummering ; doch men koos helaas! het stelsel van nummering naar de wgken, waardoor men bijvoorbeelcl op de Heerengracht, van den Amstel 140 af, eerst kreeg Y. 231-264, dan X. 372-431, dan 1.1. 438-404, ver- volgens K.K. llO- 172, enz. Naar verdienste is dit stelsel gehekeld door Mr. JACOB VAN LENNEP , in zijne humoristische schets der avonturen van een Belgisch heer, die ‘s avonds laat op de Keizersgracht tevergeefs zocht, naar meneer SIIT, W. 424 *). In 1875 werd, tegen den zin van R. en W., door den’ Gemeenteraad besloten over te gaan tot de tegenwoordige wijze van nummeren, die ik niet nader heb toe te lichten. De huizen in de gangen hebben daarbij hun rangnummer onder de huizen aan de rooilijn. In de Iijst is voorts door het woord ,,vervallen” achter den naam aangeduid, dat zulk een gang niet meer als toegang gevend tot een niet s,an de rooilijn gelegen perceel wordt genoemd in het laatste officieele register van 1889. Hetzelfde is het geval, Wanneer, zooals bgvoorbeeld biJ de Damiategang, is opgegeven : ,,tusschen 196 en 198”. Natuurlijk zijn ook na 1889 nog vele gangen vervallen. Het Gemeente- blad vermeldt er jaarlijks een aantal, die ,aan den openbaren dienst onttrokken” worden. Doch dit wil daarom nog niet zeggen dat ze ver- dwijnen ; vele worden slechts afgesloten, doch blijven bestaan. Daarom achtte ik het overbodige moeite a1 deze ,onttrekkingen” te vermelden. Ieder belangstellende kan zich immers gemakkelijk op de plaats zelve overtuigen of de eene of andere gang nog bestaat of niet. Over het belang dezer lijst zal ik niet veel zeggen. Van topografisch nut kan zij zeer zeker zijn. Doch ook voor de kennis van het volksleven biedt zij menige bijdrage. “) Zie zijne Verspreide Opstellen, ‘s Gravenbage en Leiden, 1880, blz. 261. Alphabetische Lijst van Gangen te Amsterdam. E;LEIX 1 NI-M- NUMMER MERING NAMEN. LIGGING. VAN VAN / 17Y6. 1875. --+--.- ~ .-.- l Aalsmeerdergang. Goudsbloemgracht . 78/7Y - vervallen. .Lindengracht. Y4 386-290 Aansprekersgang. Lauriergracht . 5J/53 - vervallen. 1). Palmstraat .103 - vervallen. Aardbeliëngang I’). Anjeliersstrast . 221 9 Aarnoudsgang “). Prinsengrncht .316 / :363- 371 Abrahams -0fferandesgang Bloemstraat .111 - vervallen. Aohtkante-Stovengang.. Anjeliersstraat . 173 105 Adam-en-Eva’sgang . 2e Looiersdwarsstraat, 43 vervallen. Admiraliteitsgang “). Foeliedwarsstraat.. 13 28 Akerslootsgang . .Goudsbloemgracht. 56157 - vervallen. Alengang . .Tichelstraat.. 56 vervallen. Alkmaardergang.. Oude Looiersstrnat . .. 41 80236 Amstelveenschegang.. Roomstrsat . .. 6Y - vervallen. Amsterdamsohegang Kerkstraat. - 266-270 .li Rozenstraat . 159,‘160 71-73 Anjeliershofje ...... .? : : Anjeliersstraat.. _ - 138-140 Ankermansgang “). ..... Joden Hoottninen . SS/60 , 116-122 Ankersgang 6, ......... Lijnbaansgracht, tusschen Maagwaters- en Droogms- kersgang .
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages62 Page
-
File Size-