Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.52931 File ID uvapub:52931 Filename Thesis Version unknown SOURCE (OR PART OF THE FOLLOWING SOURCE): Type PhD thesis Title Mijn aardse leven vol moeite en strijd : Raden Mas Noto Soeroto, Javaan, dichter, politicus, 1888-1951 Author(s) R.B. Karels Faculty FGw: Instituut voor Cultuur en Geschiedenis (ICG) Year 2008 FULL BIBLIOGRAPHIC DETAILS: http://hdl.handle.net/11245/1.274759 Copyright It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content licence (like Creative Commons). UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (http://dare.uva.nl) (pagedate: 2014-11-17) MIJN AARDSE LEVEN VOL MOEITE EN STRIJD RADEN MAS NOTO SOEROTO JAVAAN, DICHTER, POLITICUS 1888-1951 RENÉ B. KARELS MIJN AARDSE LEVEN VOL MOEITE EN STRIJD Raden Mas Noto Soeroto Javaan, dichter, politicus 1888-1951 ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Amsterdam op gezag van de Rector Magnificus prof. dr. D.C. van den Boom ten overstaan van een door het college voor promoties ingestelde commissie, in het openbaar te verdedigen in de Aula der Universiteit op donderdag 24 januari 2008, te 12.00 uur door RENÉ BERNARD KARELS geboren te Den Haag. Promotiecommissie Promotor: Prof. dr. A.N. Paasman Overige leden: Prof. dr. F. Gouda Prof. dr. P. Pattynama Prof. dr. M.H.G. van Kempen Prof. dr. W.H. Willems Dr. P.A.W. van Zonneveld Faculteit der Geesteswetenschappen MIJN AARDSE LEVEN VOL MOEITE EN STRIJD RENÉ B. KARELS MIJN AARDSE LEVEN VOL MOEITE EN STRIJD RADEN MAS NOTO SOEROTO JAVAAN, DICHTER, POLITICUS 1888 – 1951 Gouda 2008 Voor Willy Het lied dat ik kwam zingen blijft heden ongezongen. Ik heb mijn dagen verbracht in het spannen en ontspannen van mijn snarentuig. De maat kwam niet uit, de woorden pasten niet; in mijn hart is enkel de smartkramp van wensen. De bloesem opende zich nog niet, alleen de wind zucht erlangs. Rabindranath Tagore, 'Wijzang XIII' uit Wijzangen. Vertaling: Frederik van Eeden. Dit mijn aardsche leven is vol van moeite en strijd, en mijn vijanden, die vele zijn, lachen om mij. Hun hoon schiet sneller naar het doel dan gevederde pijlen; hun woorden vlijmen scherper dan krissen. Noto Soeroto, 'Wayang', uit Wayang-liederen. INHOUD Voorwoord: pag. 13 Inleiding: pag. 15 Deel 1 1888–1932 Hoofdstuk 1: pag. 23 'Een vlijtig, vlug jongetje met groote droomoogen, dat altijd mooie rapporten had' (1888–1906) De Midden-Javaanse vorstenhuizen. Noto Soeroto's jeugd. Noto Dirodjo. Slot. Hoofdstuk 2: pag. 31 'Kunt gij ontkennen, dat Indië zich nu verheugt in zegeningen, welke het Nederlandsche bestuur heeft gebracht?' (1906–1913) Student en journalist. Bandera Wolanda. De Indische Vereeniging. Kartini. De Indische Partij. De Indische Vereeniging: incidentele kritiek. Militaire dienst. Slot. Hoofdstuk 3: pag. 46 'Ik zou het als een groot voorrecht beschouwen u te kunnen dienen' (1913–1920) Soeparto. Amirati. Reiniera Roghair. De geëerde vorst. Jo Meijer. Javaanse kunstavonden. Afhankelijk en onderdanig. De Indische Vereeniging. Inmiddels in Indië. Slot. Hoofdstuk 4: pag. 64 'Na lang overdenken is hij toen een uitgeverij en een boekhandel begonnen' (1920–1925) Hadi Poestaka. Kopenhagen. Oedaya. Twee kwesties. Parijs. De Indonesische Vereeniging: het royement. Slot. Hoofdstuk 5: pag. 75 'Doch de nationale onafhankelijkheid blijkt niet de hoogste vrijheid te zijn' (1925–1932) 'Nederland en Indonesië', een rede. Berlijn. 'Roeping', twee redevoeringen. Het Nederlandsch-Indonesisch Verbond van Jongeren-Organisaties (NIVJO). Kleurschakeeringen uit Oedaya. Het lustrumjaar 1928. Nieuwe gedachten en een nieuw verbond. De rijkseenheid. Naar een nieuwe samenleving. De aristo-democratie. Het Nederlands-Indonesisch Verbond in de aanval. Een bezoek aan Gandhi. Afscheid. Slot. Hoofdstuk 6: pag. 102 Een mondaine stad achter de duinen (1) Den Haag, een karakteristiek. Verenigings- en sociëteitsleven. Kranten en tijdschriften. Muziek, theater en film. Slot. Hoofdstuk 7: pag. 117 Een mondaine stad achter de duinen (2) Indische hoofdstad. Vereeniging Oost en West. Vereeniging van Indische Verlofgangers 's-Gravenhage. Indonesiërs. Tijdschriften. Sociëteiten. Eten en drinken. Tentoonstellingen en manifestaties. Slot. Hoofdstuk 8: pag. 128 'Het is een kortstondige arbeid geweest, waar ik met vreugde aan terugdenk' De eerste gedichten. Melatiknoppen (1915), Tagore. Tagore als opvoeder. Melatiknoppen 2e druk (1919). De geur van moeders haarwrong (1916). Fluisteringen van den avondwind (1917). Bloeme-ketenen (1918). Lotos en morgendauw (1920). Nieuwe fluisteringen (1925). Wayang-liederen (1931. Beata van Helsdingen-Schoevers. Slot. Deel 2 1932–1951 Hoofdstuk 9: pag. 171 'Ik laat een groot stuk, het grootste en mooiste stuk van mijn leven achter bij Jo en de kinderen' (1932–1934) Zich verscherpend nationalisme. De terugkeer. Batavia en Bandoeng april – mei 1932. Djokja en Solo, mei 1932 – januari 1934. Slot. Hoofdstuk 10: pag. 204 'Je bent mijn levenslust, mijn levenshonger en mijn uitbundigheden' Noto Soeroto en Ben van Eysselsteijn, het ontstaan van een vriendschap. Van Eysselsteijn en Mangkoenegoro VII. De Nederlandsche Organisatie van Kunstenaars. Het contact hersteld. Slot. Hoofdstuk 11: pag. 218 'Na het heengaan van Mangkoenegoro VII in 1944 heb ik jarenlang gescharreld om in mijn nooddruft te kunnen voorzien' (1936–1951) 1936–1942. Solo, maart–april 1942. Kempetai. Panti-poestaka en Sana-poestaka. Bersiap, Daulat en de Nederlands-Indonesische Oorlogen. Rawi. Jo Meijer. De laatste jaren: 1949– 1951. Het einde. Aandacht voor Noto Soeroto na zijn dood en het geval 'Het hoogtij der vogels'. Slot. Nawoord: pag. 236 Summary: pag. 242 Sinopsis: pag. 247 Dankwoord: pag. 253 Bijlage: pag. 254 Fabricius. De roman Schimmenspel. Kritieken op Schimmenspel. Jodjana. Verschillen en overeenkomsten. Oh East is East, and West is West, and never the twain shall meet. Slot. Bibliografie: pag. 275 Register: pag. 307 13 VOORWOORD Uiteindelijk vergde het schrijven van deze dissertatie zes jaar. In deze jaren groeide Noto Soeroto's persoonlijkheid als dichter, essayist en onvermoeibaar ijveraar voor de toenadering tussen oost en west, langzamerhand van contouren naar een gedetailleerd beeld. Ik heb steeds voor ogen trachten te houden om een studie te presenteren die niet alleen voor ingewijden aantrekkelijk zou kunnen zijn, maar ook voor hen die ik tot ingewijden wens te maken. Toegankelijkheid en leesbaarheid stonden voorop. Hoewel ik mij niet altijd kon vinden in Noto Soeroto's ideeën en beslissingen, groeide desondanks mijn sympathie voor deze bevlogen en vasthoudende Javaan die meer aandacht verdient dan hem tot op heden ten deel is gevallen. Ik hoop dit proces met de lezers te delen. De enthousiasmerende hulp van een aantal mensen die mijn vorderingen op de voet volgden, maakte mij het werken gemakkelijker. In de eerste plaats dank ik mijn hooggeleerde promotor, professor doctor A.N. Paasman. Zijn colleges inspireerden mij tot de keuze van mijn promotie-onderwerp. Tijdens elk gesprek dat wij over de voortgang van mijn studie voerden, toonde hij zijn geestdrift over het onderzoek. Zijn commentaar en adviezen, zowel voor wat betreft de inhoud als de vormgeving van de onderzoeksresultaten, hebben mij in belangrijke mate gestimuleerd. Het uiteindelijk resultaat zou ik zonder zijn begeleiding niet hebben bereikt. Zonder de niet aflatende hulp en het enthousiasme van Harindro Dirodjo Noto Soeroto en Dewathia Douwes-Noto Soeroto, respectievelijk zoon en dochter van Noto Soeroto, was deze biografie nooit tot stand gekomen. Het uitgebreide archief dat zij in groot vertrouwen aan mij ter beschikking stelden, bevatte een rijke schat aan gegevens waar ik zonder beperkingen gebruik van mocht maken. Op geen enkel moment heb ik vergeefs bij hen aangeklopt om voor de zoveelste maal vragen te stellen of een interpretatie te bediscussiëren. Zij verdienen mijn grote dank voor het geduld en het geschonken vertrouwen. Ook Madelon Djajadiningrat-Nieuwenhuis, historisch-antropologe en schrijfster van Vorst tussen twee werelden, de biografie van Mangkoenegoro VII, verdient mijn bijzondere dank. Zij stelde in alle vertrouwen het microfiche-archief van de Mangkunagaran te Surakarta tot mijn beschikking. Zij en haar echtgenoot, Hoesein Djajadiningrat, kleinzoon van Mangkoenegoro VII, voorzagen mijn conceptteksten van commentaar. Als geen ander zijn zij ingevoerd in de vele aspecten die mijn onderwerp raken. Op dinsdag 30 oktober 2007 bereikte mij het droevige bericht dat Dewi Douwes-Noto Soeroto die ochtend op 85-jarige leeftijd was overleden. Het is een troost dat zij nog in de zomer van 2007 mijn proefschrift in typoscript heeft kunnen lezen. Haar wens was om de biografie van haar vader voor een bredere kring uit te geven. Op haar feestelijk gevierde verjaardag op 12 juli jl. werd zij verrast met een prachtige, in gepast batik gebonden dummy van deze toekomstige handelsuitgave. Ik voel mij bevoorrecht haar te hebben gekend. René B. Karels 14 15 INLEIDING Raden Mas Noto Soeroto (1888–1951), afkomstig uit het prinsdom Pakoealaman in het Vorstenlandse Java, behoort aanvankelijk tot de progressieve voorhoede van Indonesische studenten die aan het begin van de vorige eeuw naar Nederland komt om te studeren. Naarmate de zogenoemde ethische politiek als een gepasseerd
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages327 Page
-
File Size-