Bachelor’s Thesis Concurrentievoordelen van Nederlandse betaald voetbalorganisaties Maurits Knoop 10775463 Bachelor’s Thesis 1e Begeleider: Drs. E. Dirksen 2e Begeleider: Dr. Marten Stienstra 1 Verklaring eigen werk Hierbij verklaar ik, Maurits Knoop, dat ik deze scriptie zelf geschreven heb en dat ik de volledige verantwoordelijkheid op me neem voor de inhoud ervan. Ik bevestig dat de tekst en het werk dat in deze scriptie gepresenteerd wordt origineel is en dat ik geen gebruik heb gemaakt van andere bronnen dan die welke in de tekst en in de referenties worden genoemd. De Faculteit Economie en Bedrijfskunde is alleen verantwoordelijk voor de begeleiding tot het inleveren van de scriptie, niet voor de inhoud. 2 Inhoudsopgave Abstract P.5 1. Introductie PP. 5-7 2. Theoretisch kader PP. 7-27 2.1 Definitie strategie PP. 7-8 2.2 Niveaus van strategie P. 8 2.3 Strategisch managementproces P. 9 2.4 Concurrentievoordeel PP. 10-13 2.5 Opzet voetbalcompetities PP. 13-14 2.6 De voetbalmarkt PP. 14-15 2.7 De Nederlandse markt PP. 16-19 2.8 Relatie financiële en sportieve prestaties P. 20 2.9 Financiële prestaties PP. 20-27 3. Onderzoeksmethodiek PP. 28-31 3.1 Onderzoeksopzet P. 28 3.2 Steekproef PP. 28-30 3.3 Datacollectie PP. 30-31 3.4 Data-analyse P. 31 4. Resultaten PP. 31-42 4.1 Benodigdheden van een goede jeugdopleiding PP. 32-33 4.2 Waarde en schaarste van een goede jeugdopleiding PP. 34-35 4.3 Kopiëren of vervangen van een goede jeugdopleiding PP. 35-36 4.4 Benodigdheden van een goed scoutingsapparaat PP. 36-38 4.5 Waarde en schaarste van een goed scoutingsapparaat PP. 38-39 4.6 Kopiëren of vervangen van een goed scoutingsapparaat PP. 39-40 4.7 Overige manieren voor het realiseren van een financieel concurrentievoordeel PP. 41-42 3 5. Discussie PP. 42-48 5.1 De juiste fysieke en menselijke resources leiden tot een kwalitatief goede jeugdopleiding. PP. 42-43 5.2 Een kwalitatief goede jeugdopleiding verbetert de financiële prestaties van Nederlandse betaald voetbalorganisaties en is schaars. P. 43 5.3 Een kwalitatief goede jeugdopleiding van Nederlandse betaald voetbalorganisaties is niet te kopiëren en onvervangbaar. P. 44 5.4 De juiste menselijke resources leiden tot een kwalitatief goed scoutingsapparaat. PP. 44-45 5.5 Een kwalitatief goed scoutingsapparaat verbetert de financiële prestaties van Nederlandse betaald voetbalorganisaties en is schaars. P. 45 5.6 Een kwalitatief goed scoutingsapparaat van Nederlandse betaald voetbalorganisaties is niet te kopiëren en onvervangbaar. P. 46 5.7 Overige manieren voor financieel concurrentievoordeel P. 46 5.8 Op welke manier is het voor Nederlandse betaald voetbalorganisaties mogelijk om een financieel concurrentievoordeel te behalen? P. 47 5.9 Kwaliteit en beperkingen studie PP. 47-48 6. Conclusie PP. 48-49 6.1 Suggesties voor vervolgonderzoek P. 49 Bibliografie PP. 50-53 Appendix PP. 54-134 4 Abstract Het verschil in beschikbare financiële middelen tussen de Europese top voetbalclubs en de Nederlandse betaald voetbalorganisaties is ontzettend groot. In deze studie wordt kwalitatief onderzoek gedaan naar manieren voor Nederlandse betaald voetbalorganisaties om een financieel concurrentievoordeel te behalen. Na het afnemen van zeven interviews, kan gesteld worden dat er drie manieren zijn die kunnen leiden tot een financieel concurrentievoordeel. Het merk, de karakteristieken en de identiteit van een organisatie kunnen leiden tot een duurzaam financieel concurrentievoordeel. Daarnaast kunnen een kwalitatief goede jeugdopleiding en een kwalitatief goed scoutingsapparaat leiden tot een financieel concurrentievoordeel. 1. Introductie Voetbal is de populairste sport ter wereld. Wereldwijd zijn ongeveer 3,5 miljard mensen geïnteresseerd in de sport (Şener & Karapolatgil, 2015). Door de enorme groei die het voetbal heeft meegemaakt, kan het beschouwd en bestudeerd worden als een grote, losstaande bedrijfstak (Szymanski, 1998). Deloitte (2017) verwacht dat deze bedrijfstak de komende jaren nog verder gaat groeien, aangezien de populariteit van de sport alleen maar toeneemt. Uit recent onderzoek ("Begroting Eredivisie clubs naar €445 miljoen, maar achterstand groeit", 2017) blijkt dat de nationale en internationale verschillen in begroting tussen betaald voetbalorganisaties enorm zijn. Zo bedraagt de totale omzet van de clubs uit de hoogste Engelse voetbalcompetitie, de Premier League, meer dan 4,8 miljard euro. De clubs uit de hoogste voetbalcompetitie in Nederland, De Eredivisie, genereren in totaal minder dan een tiende van dat bedrag aan inkomsten. Deze financiële middelen stellen de grootste clubs in staat om de allerbeste voetballers aan zich te binden. Zo transfereerde de Braziliaanse voetballer Neymar in de zomer van 2017 voor maar liefst 222 miljoen euro naar Paris Saint Germain. Dit bedrag wat Paris Saint Germain uitgeeft aan slechts een voetbalspeler, is meer dan de jaarlijkse begroting van de drie grootste Nederlandse voetbalclubs bij elkaar opgeteld. Dit mechanisme resulteert in het feit dat de kapitaalkrachtigste clubs het voetbal domineren. FC Porto uit Portugal was in 2004 de laatste club die, buiten de Engelse, Duitse, Spaanse en Italiaanse clubs om, de Europese Champions 5 League wist te winnen. De Nederlandse clubs vallen tegenwoordig buiten de top 30- ranglijst van voetbalorganisaties met de hoogste omzet. Talentvolle spelers van Nederlandse voetbalclubs worden op steeds jongere leeftijd gekocht door kapitaalkrachtigere buitenlandse clubs. Ajax was in 1995 de laatste Nederlandse voetbalorganisatie die de Champions league wist te winnen. Strategieën die de Nederlandse voetbalclubs voorheen internationale successen opleverden, zijn op Europees en mondiaal niveau niet meer goed genoeg (Şener & Karapolatgil, 2015). Zijn er nog manieren voor Nederlandse betaald voetbalorganisaties om dit financiële en daarmee sportieve verschil met de wereldtop te dichten? In de literatuur is veel bekend over het behalen van concurrentievoordelen binnen bedrijfstakken. Daarnaast is veel geschreven over sport en is onderzoek gedaan naar de successen van grote voetbalclubs. Wat echter nog behoorlijk onderbelicht is gebleven, zijn de strategieën van middelgrote en kleine betaald voetbalorganisaties. Gezien het gegeven dat de voetbalmarkt een volwaardige bedrijfstak is, wordt in dit onderzoek in feite een specifieke bedrijfstak bestudeerd (Szymanski, 1998). De gehanteerde strategieën in deze bedrijfstak zijn vele malen belangrijker dan vele mensen doen geloven. Dit heeft te maken met het belang van de relatieve prestaties boven de absolute prestaties in de markt. Beter presteren dan andere organisaties in de actieve competities levert immers successen op (Bar-Eli et al., 2008). Dit onderzoek focust zich op de strategieën van Nederlandse voetbalclubs die bijdragen aan de financiële prestaties. Er wordt gekeken wat betaald voetbalorganisaties intern kunnen bewerkstelligen om de financiële prestaties te verbeteren. Een verbetering van de financiële prestaties leidt immers tot de mogelijkheid om betere voetballers aan te trekken. Een verhoging van het sportieve niveau in Nederland, zou vervolgens kunnen leiden tot een verkleining van het niveauverschil tussen de Nederlandse en de grote buitenlandse voetbalclubs. Doordat het onderzoek zich focust op Nederlandse voetbalclubs, richt het zich daarmee, mondiaal gezien, op middelgrote en kleine betaald voetbalorganisaties. Er wordt een kwalitatief onderzoek uitgevoerd om antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag. Dit kwalitatieve onderzoek bestaat uit zeven interviews met beleidsbepalers en ex-beleidsbepalers van verschillende Nederlandse betaald voetbalorganisaties. 6 De onderzoeksvraag luidt: Op welke manier is het voor Nederlandse betaald voetbalorganisaties mogelijk om een financieel concurrentievoordeel te behalen? Het onderzoek is als volgt opgebouwd: Als eerste wordt het theoretisch kader behandeld. Hierin worden alle benodigde en gebruikte theorieën, om antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag, besproken. Vervolgens wordt de methodologie van het onderzoek besproken. Hierna wordt ingegaan op de resultaten van de interviews. De resultaten worden vervolgens geïnterpreteerd in het hoofdstuk Discussie. In ditzelfde hoofdstuk wordt ingegaan op de kwaliteit en beperkingen van dit onderzoek. Als laatst wordt een conclusie getrokken en worden implicaties gegeven voor vervolgonderzoek. 2. Theoretisch kader 2.1 Definitie strategie In de literatuur worden verschillende definities van strategie gebruikt. Deze definities zijn onder te verdelen in drie stromingen (Chaffee, 1985): 1. Lineaire strategie –Deze stroming volgt de definitie van Chandler (1962). Chandler meent dat strategie de bepaling van lange termijn doelstellingen is en de toewijzing van actiepunten en resources om deze doelstelling te behalen. Strategie houdt zich bezig met het maken en integreren van beslissingen, acties en/of plannen die doelstellingen opstellen en nastreven. Het doel van strategie is het behalen van de opgestelde doelstellingen. 2. Aangepaste strategie- Deze stroming volgt de definitie van Hofer (1973). Volgens Hofer is strategie het vinden van kansen en bedreigingen in de externe omgeving, om vervolgens deze kansen te benutten met de benodigde resources van een organisatie. Het doel van strategie is om een juiste positie te creëren ten opzichte van de externe omgeving van een onderneming. 7 3. Interpreterende strategie- Deze stroming volgt de definitie van Pettigrew (1977). Pettigrew is van mening dat strategie het omgaan met dilemma’s op omgeving-en-organisatieniveau is.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages54 Page
-
File Size-