Omslagpunten nader onderzocht: casestudies Een onderzoek naar de werking van omslagpunten in zeven wijken A.M. Weltevrede Y. Seidler T. Konrad J. de Boom T. Tudjman Omslagpunten nader onderzocht: casestudies Een onderzoek naar de werking van omslagpunten in zeven wijken A.M. Weltevrede Y. Seidler T. Konrad J. de Boom T. Tudjman Omslagpunten nader onderzocht: casestudies Een onderzoek naar de werking van omslagpunten in zeven wijken Auteurs: Weltevrede, A.M., Y. Seidler, T. Konrad, J. de Boom, T. Tudjman Rotterdam: Risbo, Erasmus Universiteit februari 2013 Secretariaat Risbo Erasmus Universiteit Rotterdam Postbus 1738 3000 DR Rotterdam tel.: 010-4082124 fax: 010-4081141 © Copyright Risbo. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van de Directie van het Instituut. Inhoudsopgave Voorwoord v Management Samenvatting vii Samenvatting en Conclusies xiii 1.1 Casestudies xvii 1.2 Conclusie cases xxxv 1.3 Omslagpunten als signaleerfunctie xxxviii Hoofdstuk 1 Inleiding 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Theoretische inbedding 3 1.3 Onderzoeksvragen 8 1.4 Onderzoeksopzet 8 1.5 Opbouw van het rapport 12 Hoofdstuk 2 Case Beverwaard, Rotterdam 15 2.1 Inleiding 15 2.2 Schets van de wijk Beverwaard 16 2.3 Conclusie 31 Hoofdstuk 3 Case De Ooi, Doesburg 35 3.1 Inleiding 35 3.2 Schets van de wijk De Ooi 36 3.3 Conclusie 45 Hoofdstuk 4 Case Jagershoef, Eindhoven 51 4.1 Schets van de wijk Jagershoef 52 4.2 Conclusie 61 Hoofdstuk 5 Case Vlokhoven, Eindhoven 65 5.1 Schets van de wijk Vlokhoven 65 5.2 Conclusie 78 iii Hoofdstuk 6 Case Het Lage Land, Rotterdam 83 6.1 Inleiding 83 6.2 Schets van de wijk Het Lage Land 84 6.3 Conclusie 95 Hoofdstuk 7 Case Ridderweide, Tiel 99 7.1 Inleiding 99 7.2 Schets van de wijk Ridderweide 99 7.3 Conclusie 109 Hoofdstuk 8 Case Muziekwijk Noord, Almere 113 8.1 Inleiding 113 8.2 Schets van de wijk 114 8.3 Conclusies 124 Literatuur 127 Bijlage 1 131 Bijlage 2 135 Bijlage 3 137 Bijlage 4 139 Bijlage 5 141 Voorwoord Het wordt de afgelopen jaren steeds meer van belang geacht om niet alleen in te zetten op probleemwijken, maar ook op wijken waar het vooralsnog goed gaat, maar waar een negatieve ontwikkeling op de loer ligt. Men wil al in een eerder stadium beginnen met (preventief) ingrijpen in wijken die eerste signalen vertonen van afglijden, in plaats van enkel inzetten op wijken die inmiddels in een neerwaartse spiraal geraakt zijn. In dit kader heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties enkele onderzoeken laten doen naar omslagpunten in de ontwikkeling van wijken. Een van die onderzoeken is het voorliggende onderzoek ‘Omslagpunten nader onderzocht: casestudies’. Aan de hand van de casestudies wordt onder andere bekeken welke factoren bepalend zijn bij de vraag of een wijk zich wel of juist niet weet te ontworstelen aan de dreigende vervalspiraal na het passeren van een omslagpunt. Om deze vragen te beantwoorden hebben we zeven casestudies uitgevoerd in zeven wijken, te weten: Beverwaard (Rotterdam), De Ooi (Doesburg), Jagershoef (Eindhoven), Vlokhoven (Eindhoven), Het Lage Land (Rotterdam), Ridderweide (Tiel), Muziekwijk Noord (Almere). Hiervoor hebben we medewerking gekregen van een groot aantal sleutelinformanten. Het gaat om mensen die beroepsmatig met de betreffende wijk te maken hebben en bereid waren hun ervaringen en inzichten met ons te delen. We willen hen hierbij bedanken voor hun medewerking aan de interviews, de rondleidingen door de buurt, het aanleveren van data en documenten, etc. In de tweede plaats gaat onze dank uit naar de bewoners die bereid waren ons hun verhaal te vertellen. Hun hartelijke ontvangst in de wijk maakten het veldwerk een zeer bijzondere periode. We zijn verder veel dank verschuldigd aan de leden van de begeleidings- commissie. Zij hebben dit onderzoek met grote toewijding begeleid en van inhoudelijk commentaar voorzien. Daarnaast leverden zij in veel gevallen data en/ of contactpersonen in aan. We zijn hen hiervoor zeer erkentelijk. Ten slotte gaat onze dank uit naar degenen, die ons anderszins hebben geholpen bij de uitvoering van het onderzoek. Het onderzoeksteam Rotterdam, feburari 2013 v Management Samenvatting In voorliggend onderzoek wordt aan de hand van zeven casestudies in zeven wijken in Nederland ingegaan op de werking van zogenaamde omslagpunten in wijken. De gedachte van omslagpunten is dat een relatief kleine verslechtering in leefbaarheid bepaalde kansrijke groepen ertoe kan aanzetten om de wijk (die door de verslechtering het omslagpunt heeft gepasseerd) te verlaten. De vrijkomende woningen worden vervolgens deels opgevuld door kansarme groepen, hetgeen negatieve effecten op de leefbaarheid kan hebben. Dit kan de andere nog aanwezige kansrijken doen verhuizen, met een nieuwe instroom van kansarmen en de negatieve gevolgen daarvan op de leefbaarheid als gevolg (Leidelmeijer et al., 2012). RIGO/ Atlas voor Gemeenten onderscheidt verschillende typen negatieve omslagpunten: Early Warning, (wijken met een matige leefbaarheidsscore die voorbij het omslagpunt versneld in verval raken) en Early Early Warning (wijken met een gunstige leefbaarheidsscore waar voorbij het omslagpunt de eerste tekenen van verval optreden). Zes van de in dit onderzoek geselecteerde wijken hebben Early Warning (EW)-gebieden, 1 wijk heeft Early Early Warning (EEW)-gebieden. In sommige van de wijken zijn volgens RIGO/Atlas voor Gemeenten de gebieden na het passeren van het omslagpunt in verval geraakt, in andere wijken is de verwachte vervalspiraal uitgebleven. Zie onderstaande tabel voor de indeling van de casuswijken van RIGO en Atlas voor Gemeenten. Tabel 1: Selectie van wijken Verval volgens RIGO/ Atlas voor Uitblijven van verval volgens RIGO/ Gemeenten Atlas voor Gemeenten Early Early Warning omslagpunt Almere: Muziekwijk Noord Early Warning Rotterdam: Beverwaard omslagpunt Eindhoven: Vlokhoven en Rotterdam: Het Lage Land Jagershoef Tiel: Ridderweide Doesburg: De Ooi De volgende vragen staan in ons onderzoek centraal: 1) Welke factoren hebben een rol gespeeld in het wel of niet volgen van de voorspelde negatieve ontwikkelingen na het passeren van het omslagpunt? 2) In hoeverre en op welke wijze kunnen de twee “negatieve” omslagpunten gebruikt worden om in een vroeg stadium (mogelijk) aankomende leefbaarheidproblemen te signaleren? vii Management Samenvatting Per case zijn bestaande documenten (variërend van krantenartikelen tot beleidsstukken) en bestaande databestanden bestudeerd. Vervolgens is veldwerk uitgevoerd in de wijk bestaande uit een buurtschouw en een tiental gesprekken per wijk met sleutelfiguren en buurtbewoners. Gedurende de interviews en bij de bestudering van secundaire bronnen is gekeken welke verschuivingen er in de buurt hebben plaatsgevonden aan de hand van de volgende factoren: Fysieke kenmerken van de wijk (woningen, woonomgeving, voorzieningen) Reputatie van de wijk Leefbaarheid (sociale cohesie, overlast en veiligheid) Sociaal-economische samenstelling (bewoners, vertrekkers en vestigers) Ten slotte zijn de scores op de Leefbaarometer en de conclusies die RIGO/Atlas voor Gemeenten trekken over de zeven wijken in hun rapport ‘Omslagpunten nader onderzocht: data-analyse’ naast de conclusies van onze casestudies gelegd. In deze managamentsamenvatting gaan we in op enkele belangrijke bevindingen van onze casestudies. We merken op dat uitkomsten voornamelijk zijn gebaseerd op een relatief beperkt aantal kwalitatieve interviews met sleutelinfomanten, buurtbewoners alsmede secundaire bronnen. Hoewel de respondenten zorgvuldig zijn geselecteerd, kan er niet zonder meer van worden uitgegaan dat de mening van de respondenten geheel representatief is. De resultaten moeten daarom voorzichtig worden geïnterpreteerd. Sociaal-economische samenstelling: De grootste verandering die in veel van de wijken plaatsvond, heeft betrekking op de sociaal-economische samenstelling. In veel van de onderzochte wijken vindt er vergrijzing plaats onder de eerste, oorspronkelijke (en veelal autochtone) bewoners. Hiermee samenhangend is vaak sprake van een instroom van niet-westerse allochtonen, als gevolg van een toenemende mutatiegraad. Deze transitie lijkt dikwijls voor sociale spanningen te zorgen. De bewoners die al lang in de wijk wonen (veelal autochtone 65-plussers) zijn gewend aan een relatief homogene populatie. Zij lijken te moeten “wennen” aan de nieuwkomers (veelal jonge niet-westerse allochtone gezinnen) en de daarmee samenhangende nieuwe gewoontes en gebruiken. Een relatief snel veranderende bevolkingssamenstelling lijkt in deze gevallen te leiden tot een afname van de sociale cohesie wat soms weer negatieve gevolgen heeft voor Management Samenvatting de beleving van andere leefbaarheidsaspecten. Het is mogelijk dat dit een tijdelijk fenomeen is, dat uiteindelijk, na de transitiefase, weer af zal nemen. Reputatie van de wijk: Een zeer belangrijke factor voor het wel en niet in verval raken van een wijk lijkt de reputatie van de wijk te zijn. Alle cases waarvan wij conluderen dat deze in een vervalspiraal 1 terecht komen of zijn gekomen (Beverwaard, Vlokhoven, Ridderweide) kampen nu of al langer met een slechte reputatie. Een negatieve reputatie lijkt een zichzelf versterkend negatief effect te hebben op een wijk, die zeer moeilijk te keren is. Fysieke kenmerken: Tijdens het onderzoek naar zeven verschillende wijken met daarin gebieden die zich rond 2002 in een omslagpunt bevonden, valt op dat een groot gedeelte
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages214 Page
-
File Size-