0217 TT 192-432 her.qxp_ 0405 chs 1-74 16-02-17 17:28 Pagina 398 Gelderse Vallei 10 van griften, graven en bisschoppen ‘…eene lege valleije tusschen geberchte, wesende eendeels onlanden, broeuken ende vennen, met vele graften doergebroken.’ Eind 16de-eeuws rapport. 0217 TT 192-432 her.qxp_ 0405 chs 1-74 16-02-17 17:28 Pagina 399 DEELGEBIEDEN – GELDERSE VALLEI 399 KARAKTERISTIEK Wateroverlast heeft in het Utrechtse deel van de Gelderse Vallei geleid tot een griftenstructuur in noord-zuidrichting. Deze struc- tuur is in de 18de eeuw geaccentueerd door de Grebbelinie met een liniewal, dwarskaden en aardwerken. Het Valleikanaal heeft de noord-zuidrichting door het gebied versterkt, evenals de opgeheven spoorlijn Amersfoort-Kesteren. In de lage kwelzone ten oosten van de Heuvelrug liggen regel- matige veenontginningen die overgaan in een meer besloten kampenlandschap. De onregelmatige verkaveling en de oude (Hessen)wegen volgen hier de overwegend oost-westrichting van het bekenstelsel vanuit de Veluwe. De rafelige grens met Gelderland getuigt van de eeuwenlange strijd tussen Het Sticht en Gelre. Op strategische plekken vinden we hier de resten van de bis- schoppelijke kastelen Stoutenberg en Ter Horst. In het overgangs- gebied naar de Heuvelrug moeten in de ondiepe ondergrond veel archeologische en cultuurhistorische waarden verborgen liggen. In het zuiden vormt de Cuneraweg de scherpe historische grens tussen de Heuvelrug en de veenontginningen. Naar het noorden toe is de overgang tussen Heuvelrug en Vallei getand, zoals bij Leusden. In de randzone van de Heuvelrug liggen, deels op de veenontginningen, enkele grote aaneen gesloten landgoederen. Bij het Leersumsche Veld raakt het craquelépatroon van het Boven • Rhenen met de Cuneratoren. kampenlandschap de Heuvelrug. Links • Kasteelterrein van Ter Horst bij Achterberg en Rhenen met de Nederrijn aan de horizon. Even ten noorden van Veenendaal ligt de Slaperdijk uit 1652. Met Onder • De Vallei tussen Amersfoort en Veenendaal op de vroeg 17de- de Emmikhuizerberg is deze de waterscheiding geweest tussen het eeuwse kaart van C.A. Hornhovius. De bij Amersfoort samenkomende overstromingsgebied van de Nederrijn en van de Eem. Hier vinden beken en de belangrijkste kastelen zijn aangegeven. we de grootste concentratie van aarden verdedigingswerken van de Grebbelinie. Voorts liggen rond Veenendaal diverse verkavelingen en transportkanalen (wijken) van de turfwinning. Het meer ooste- lijk gelegen kasteel Renswoude heeft lange zichtlijnen op de Emmikhuizerberg. Na de Tweede Wereldoorlog zijn de gebieden rond Veenendaal, Leusden en Amersfoort sterk verstedelijkt en doorsneden. Stede- lijke druk neemt in de toekomst toe en betekent een transformatie van de Gelderse Vallei. Ook het proces van reconstructie zal de ontwikkeling van dit gebied beïnvloeden. HOOFDSTRUCTUUR I Noord-zuid watergangenstructuur, deels door de Grebbelinie verbijzonderd. I Slaperdijk-Emmikhuizerberg als waterscheiding. I Gradiëntzone: landgoederen-kampenlandschap- Heuvelrugrand. I Veenontginningen bij Veenendaal. I Kampenlandschap en Hessenwegen, op een stelsel van beeklopen georiënteerd. I Strategische plekken: Stoutenburg, Renswoude en Ter Horst. 0217 TT 192-432 her.qxp_ 0405 chs 1-74 16-02-17 17:28 Pagina 400 400 TASTBARE TIJD 2.0 • CULTUURHISTORISCHE ATLAS VAN DE PROVINCIE UTRECHT Kampontginning langs de Luntersche Beek tussen Woudenberg en Renswoude. Kenmerkend voor de Gelderse Vallei zijn de onregelmatige kamp ontginningen in de beekdalen. De boerderijnamen verwijzen naar de opeenvolgende afsplitsingen in de loop der eeuwen. GESCHIEDENIS Tot 1000 • Vroege bewoning en kampontginningen De Gelderse Vallei is gevormd door een landijstong en loopt naar het westen toe geleidelijk af tot aan de hogere oostflank van de Utrechtse Heuvelrug. Overwegend noord-westelijke winden heb- ben later grote delen van het gebied bedekt met fijn stuifzand in de vorm van kleine plateaus, zandruggen en paraboolduinen. Op deze hoogten vestigden zich al vroeg mensen en werden kloosters en kapellen gesticht. Onder Amersfoort werd in 1001 door bisschop Ansfried het Benedictijnerklooster Heiligenberg gesticht en op de Emmikhuizerberg kwam een uithof van het Karthuizerklooster Nieuwlicht. De beken in de Gelderse Vallei ontspringen in het oosten (Veluwe) en stromen in westelijke richting. De Utrechtse Heuvel- rug blokkeerde een vrije afwatering naar het westen, waardoor alle beken naar hetzelfde lage punt werden gedwongen en uiteindelijk via de Luntersche Beek en de Barneveldsche Beek in de Eem uit- kwamen. Ten oosten van de Utrechtse Heuvelrug was het gebied In de beekdalen van de Vallei werden de eerste boerderijen op de hogere door de slechte afwatering lange tijd zo nat, dat hoogveen tot dekzand ruggen gesticht. Een fraai voorbeeld van nog een redelijk gaaf ontwikkeling kwam. Tot in de vroege middeleeuwen waren de kampenlandschap is ten westen van Renswoude te vinden. De Luntersche veengebieden begroeid met grote moerasbossen. Namen als Beek heeft echter door kanalisatie een veel minder bochtig verloop gekregen. Woudenberg en Renswoude verwijzen hiernaar. 0217 TT 192-432 her.qxp_ 0405 chs 1-74 16-02-17 17:28 Pagina 401 DEELGEBIEDEN – GELDERSE VALLEI 401 Boven • Opmetingskaart uit 1601 van de drie hoeven van Egdam, in leen uitgegeven door het kapittel van Oud Munster. Onder • Ingekleurde tekening van de landerijen van boerderij Groot Overeem bij Renswoude uit 1652 door B. Lobe. Aan de noordzijde kronkelt de Luntersche Beek. 0217 TT 192-432 her.qxp_ 0405 chs 1-74 16-02-17 17:28 Pagina 402 402 TASTBARE TIJD 2.0 • CULTUURHISTORISCHE ATLAS VAN DE PROVINCIE UTRECHT Gelderse Vallei tot 1000 0217 TT 192-432 her.qxp_ 0405 chs 1-74 16-02-17 17:28 Pagina 403 DEELGEBIEDEN – GELDERSE VALLEI 403 Gelderse Vallei 1000-1600 0217 TT 192-432 her.qxp_ 0405 chs 1-74 16-02-17 17:28 Pagina 404 404 TASTBARE TIJD 2.0 • CULTUURHISTORISCHE ATLAS VAN DE PROVINCIE UTRECHT Gelderse Vallei 1600-1800 0217 TT 192-432 her.qxp_ 0405 chs 1-74 16-02-17 17:28 Pagina 405 DEELGEBIEDEN – GELDERSE VALLEI 405 Gelderse Vallei 1800-1900 0217 TT 192-432 her.qxp_ 0405 chs 1-74 16-02-17 17:28 Pagina 406 406 TASTBARE TIJD 2.0 • CULTUURHISTORISCHE ATLAS VAN DE PROVINCIE UTRECHT Gelderse Vallei 1900-2014 0217 TT 192-432 her.qxp_ 0405 chs 1-74 16-02-17 17:28 Pagina 407 DEELGEBIEDEN – GELDERSE VALLEI 407 Oudste bewoningssporen niemen als klein/groot, eerste/tweede verwijzen hiernaar. Dit is tus- De oudste cultuurgronden en woonplaatsen, uit de periode tot 1000 sen Woudenberg en Renswoude goed te zien. Tussen de beekdalen n.Chr., liggen op de flanken van de stuwwallen en de hoger gelegen liggen doorlopende ruggen, waarop evenwijdig aan de beken de eer- dekzandruggen. In de Vallei is bewerkte vuursteen uit de prehistorie ste wegen werden aangelegd. Dit verklaart de bochtige, overheersen- gevonden. Nederzettingen uit de late IJzertijd en uit de Romeinse de oost-westrichting van de oude doorgaande wegen, zoals de Hoge- tijd zijn hier ook te verwachten. Maar veel archeologische vindplaat- weg en de Hessenweg bij Amersfoort, de Asschatterweg bij Leusden sen op het dekzand zijn vermoedelijk aangetast door recente land- en wegen bij Woudenberg. Ook ontstonden op de ruggen lijnvormi- bouwactiviteiten en opgegaan in de bouwvoor. Onder het veen zul- ge nederzettingen als Renswoude en Achterveld-Daatselaar. Het len vindplaatsen beter geconserveerd zijn, vooral in het overgangs- fenomeen van de Hessenwegen kwam eind 16de eeuw op. Dit zijn gebied naar de Heuvelrug en in de buurt van Veenendaal. interlokale wegen die aangepast werden aan de asbreedte van de Hessische karren uit Duitsland. 1000-1600 • Kampen en copen Cope-ontginningen Systematische ontginning van de lage en natte gronden kwam laat Kampontginningen op gang. De Utrechtse bisschop deed in 1133 bij Woudenberg een Vanaf de 11de eeuw werden de hogere dekzandruggen rondom eerste poging die mislukte. Bij de kruising Woudenbergseweg- de waterlopen van het bekenstelsel meer systematisch in cultuur Amersfoortseweg stichtte de abdij van Oostbroek een uithof. genomen. Er ontstonden geen echte dorpen, maar wel een patroon Men had het echter te druk met ontginningen bij De Bilt, waardoor van verspreid liggende boerderijen met omringend bouwland, ook van dit initiatief weinig terecht kwam. De cope-ontginning in de ‘kampen’. Hun toponiemen verwijzen naar de oorspronkelijke Hamersveld, die rond 1130 door de Paulusabdij van Utrecht werd bodemgesteldheid: de uitgang -laar betekent open plek in het bos, georganiseerd, had wel succes. De noord-zuid lopende Hamers- de uitgangen -horst en -schoten refereren aan een begroeide hoogte veldseweg werd als ontginningsbasis aangelegd, midden tussen of een bebost stuk hoger gelegen land. de Moorsterbeek en de Grift. Boerderij Zuidwind geeft de plek De oudste kampen hebben een ovale of ronde vorm en zijn voor- aan waar de zijkade van deze ontginningseenheid ligt. Kort daarna al direct langs de beken te vinden, zoals Davelaar, Bruinhorst en volgde de oostelijk gelegen ontginning van Asschat. Daarna kwam Landaas langs de Luntersche Beek. Rondom een groep percelen het blok Leusbroek, ontgonnen vanaf de Leusbroekerweg. Hier werd vaak een greppel of een houtwal aangelegd. In de driehoek stichtte men de boerderijen aan de noordzijde. De percelen steken Achterveld-Renswoude-Woudenberg liggen veel kampen, die bij de Heiligenbergerbeek over richting de ontginning van Zuider- Maarsbergen de Heuvelrug raken. De ontginningen voltrokken zich broek, tot aan Geerestein. individueel, waardoor een mozaïekvormig kavelpatroon ontstond. Na 1240
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages17 Page
-
File Size-