Musealisering van restauratie Presentatie en dynamiek in Nederland en België, 1975-2017 Nicole Vieveen Musealisering van restauratie Presentatie en dynamiek in Nederland en België, 1975-2017 Nicole Vieveen Masterscriptie Museumstudies Faculteit der Geesteswetenschappen Universiteit van Amsterdam Onder begeleiding van prof. dr. Bram Kempers Met als tweede lezer: dr. Mirjam Hoijtink 22 januari 2017 Foto omslag: Detail tentoonstelling Het Lam Gods Ont(k)leed! Geschiedenis en onderzoek in Provinciaal Cultuurcentrum Caermensklooster in Gent, 2 oktober 2012 tot 31 december 2017. Foto: Provinciaal Cultuurcentrum Caermensklooster, via: <www.caermersklooster.be/nl/lam-gods-ontkleed> Inhoud Inleiding 3 1.! Het Rijksmuseum 7 De restauratie van de Nachtwacht in 1975: “Een wonderlijk stilleventje” 7 Het Nieuwe Rijksmuseum: renovatie 10 Het Ateliergebouw 12 Technical Art History 14 2.! Stedelijk Museum Amsterdam: restauratie Newman in opspraak 17 3.! Het Frans Hals Museum 20 Collectiebehoud 20 Een nieuwe en meer zichtbare koers 22 Werk in uitvoering 24 Adopteer een oude meester: restauratie en crowdfunding 26 4.! Rijksmuseum Twenthe: de kunst van het bewaren 28 5.! Het Mauritshuis 31 De zorg voor het Koninklijk Kabinet van Schilderijen 31 De restauratie van ‘le plus beau tableau du monde’ 33 Rembrandt onder het mes: De anatomische les en Saul en David 37 Depotgeheimen en de achterkant van schilderijen 40 Het Mauritshuis en Shell: Partners in Science 41 6.! De Lakenhal: 2010, het jaar van museale zelfreflectie 44 7.! Museum Boijmans Van Beuningen 46 De collectie 46 Restauratie op zaal: Dalí, Bosch en Picabia 48 ARTtube. Publieksbereik via video’s 50 Het Collectiegebouw, een open depot 51 Binnenste Buiten: op bezoek bij de Kunsthal 52 8.! Het Allard Pierson Museum: Doe-het-zelf in het ArcheoLab 54 9.! Het Lam Gods in Gent 57 De geschiedenis en behoud van het retabel 57 ‘L’Agneau mystique était malade’ 59 Kunst en citymarketing 61 Slotbeschouwing 64 Bibliografie 70 Afbeeldingen 83 2 Inleiding ‘Museum Boijmans is deze zomer het toneel van een muisstil spektakel’ kondigde het Algemeen Dagblad op 29 juli 2010 aan.1 Twee maanden lang was de restauratie van het drieluik Landschap met touwtjespringend meisje, geschilderd door Salvador Dalí in 1936, op de voet te volgen in een van de museumzalen; een primeur voor het Rotterdamse museum. In het Rijksmuseum vond al in 1975 een restauratie op zaal plaats. Dat was noodgedwongen, want het verplaatsen van de zwaar beschadigde Nachtwacht naar een restauratieatelier was onmogelijk. Het Mauritshuis restaureerde in 1994 het Meisje met de parel en Gezicht op Delft, dat voorbijgangers door een venster in het voorplein konden aanschouwen. De belangstelling was groot en restauratie en onderzoek zijn sindsdien terugkerende thema’s binnen de publieksprogrammering van het Mauritshuis. Naast deze ‘liveoptredens’ staat het werk van conservatoren en restauratoren soms ook centraal in tentoonstellingen. In 2010 organiseerde de Lakenhal in Leiden de tentoonstelling Werk in Uitvoering. Duizenden objecten uit het depot kwamen op een lopende band voorbij terwijl medewerkers van het museum de objecten beschreven, fotografeerden en schoonmaakten. Het Mauritshuis schonk in 2015 aandacht aan kunst-technisch onderzoek met de tentoonstelling Rembrandt? De zaak Saul en David. Gepresenteerd als een ware ‘Crime Scene Investigation’ werd het publiek geïnformeerd over de verschillende technieken – XRF, infraroodreflectografie, pigmentanalyse – die gebruikt zijn om de zaak (‘is dit schilderij een echte Rembrandt?’) op te lossen, een vraag die normaliter voornamelijk achter de schermen wordt gesteld, onderzocht en beantwoord. Het tonen van werkzaamheden die zich aanvankelijk achter gesloten deuren afspeelden, is de laatste decennia steeds populairder geworden. Zo schieten ‘open depots’ als paddenstoelen uit de grond: het Huis van Hilde in Castricum, het Kijkdepot van het MAS in Antwerpen en de Schatkamer in Museum Gouda. In 2018 staat de opening van het Collectiegebouw van Museum Boijmans Van Beuningen gepland: een publiek toegankelijk gebouw dat de gehele collectie van Boijmans zal ontsluiten. Tevens wordt er volop gegraven in de museale schatkamers en het tonen van zogenaamde winkeldochters is in.2 De ogenschijnlijke invloed van het publiek, al dan niet BN’er, in het selecteren van objecten doet de autoriteit van het instituut vervagen. Het museum wordt steeds meer transparant: de 1 Yvonne Keunen, ‘Stil spektakel in Boijmans’, in: Algemeen Dagblad, 29 juli 2010, p. 2. 2 Bijvoorbeeld het DWDD Pop-Up Museum in het Allard Pierson Museum in 2015 en 2016, waarvoor tien vaste gasten van het televisieprogramma De Wereld Draait Door objecten uit de depots van Nederlandse musea selecteerden, en: het publieksparticipatieproject Mix Match Museum in 2014, waarbij museumbezoekers op een website hun eigen tentoonstelling konden samenstellen aan de hand van driehonderd objecten die door zes musea aangewezen waren. De meest inspirerende tentoonstellingen werden in de deelnemende musea gerealiseerd. Het Mauritshuis toonde in 2016 de buitenbeentjes van de collectie in de tentoonstelling Hoogte- en dieptepunten uit het depot. 3 bezoeker krijgt niet meer een kant-en-klare tentoonstelling voorgeschoteld, maar ook een kijkje in de keuken. Het van achter naar voor de schermen brengen, oftewel het musealiseren van restauratie- en conserveringswerkzaamheden is het thema van deze scriptie. De term musealisering, geïntroduceerd in 1963 door de Duitse filosoof Joachim Ritter en uitgewerkt door zijn leerling Hermann Lübbe, duidt het proces aan waarbij objecten van hun oorspronkelijke context worden ontdaan en in een museale setting worden gepresenteerd.3 Of, zoals het ICOM International Committee for Musealogy het begrip definieert: “(…) musealisation is the operation of trying to extract, physically or conceptually, something from its natural or cultural environment and giving it a museal status, transforming it into a musealium or ‘museum object’, that is to say, bringing it into the museal field.”4 De contextverandering veroorzaakt een andere verhouding tussen de bezoeker en het object, en daarmee een betekenisverschuiving. Het proces van musealisering beperkt zich niet alleen tot voorwerpen, maar kan ook van toepassing zijn op gebouwen – zoals kerken, molens en fabrieken – landschappen, culturen en gebeurtenissen.5 In dit onderzoek heeft de term musealisering betrekking op een handeling of activiteit: de praktijk van restaureren en conserveren. Niet een statisch object, maar de interactie tussen de restaurator en het voorwerp staat centraal. Onontkoombaar zijn de vragen die de nieuwe context met zich meebrengt, zoals: hoe kunnen complexe onderwerpen aan een breed publiek uitgelegd worden? Bij de uitvoering van restauraties en het onderzoek dat daaraan vooraf gaat, gebruiken restauratoren tegenwoordig de meest moderne en geavanceerde technieken en materialen. Maar het vak zelf is niet nieuw. Als sinds de tijd dat kunstwerken gemaakt werden, is er ook voor gezorgd. Zo bevatten oude schildershandleidingen vaak een sectie met aanwijzingen voor het schoonmaken en herstellen van schilderijen.6 Authenticiteit speelde daarbij nog geen rol; het doel van het schoonmaken en herstellen was het schilderij weer als nieuw te doen 3 De term musealisering introduceerde Ritter in zijn essay ‘Musealisierung als Kompensation’ uit 1963, zie: Joachim Ritter, ‘Die Aufgaben der Geisteswissenschaften in der modernen Gesellschaft’, in: Joachim Ritter, Subjektivität. Sechs Aufsätze, Frankfurt am Main: Suhrkamp, 1974, pp. 105-140. Lübbe werkte dat verder uit in: Hermann Lübbe, Der Fortschritt und das Museum: über den Grund unseres Vergnügens an historischen Gegenständen, Londen: Institute of Germanic Studies, 1982. In Nederland paste Jan Vaessen het begrip als eerste toe, zie: J. A. M. F. Vaessen, Musea in een museale cultuur: de problematische legitimering van het kunstmuseum, proefschrift Universiteit van Tilburg, 1986. Zie ook: Sharon Macdonald, Memorylands. Heritage and Identity in Europe Today, New York: Routledge, 2013, p. 138. 4 André Desvallées, François Mairesse (eds.), Key Concepts of Musealogy, Parijs: Armand Colin, 2010, pp. 50-52. 5 Een greep uit de studies naar musealisering: A. A. M. de Jong, De dirigenten van de herinnering. Musealisering en nationalisering van de volkscultuur in Nederland 1815-1940, proefschrift Radboud Universiteit Nijmegen, 2001; Gerard Rooijakkers, ‘De musealisering van het dagelijks leven. Cultureel erfgoed tussen bewaren en vergeten’, in: Rob van der Laarse (red.), Bezeten van vroeger. Erfgoed, identiteit en musealisering, Amsterdam: Het Spinhuis, 2005, pp. 207-217; Yaël Koeleman, Musealisering van herinnering. Holocausterfgoed in het Anne Frank Huis, het Rijksmuseum, Kamp Westerbork en het Nationaal Holocaust Museum, masterscriptie Universiteit van Amsterdam, 2016. 6 Van veel schilders, waaronder Jan van Scorel en Frans Hals, is bekend dat zij het werk van andere schilders ‘restaureerden’. 4 verschijnen. De meest drastische middelen werden ingezet, zoals bijtende zuren.7 Ideeën over restauratie zijn door de eeuwen heen veranderd en inmiddels wordt van restauratoren verwacht dat zij zich houden aan ethische codes, waarbij het principe van reversibiliteit voorop staat.8 Desalniettemin werd het beroep lange tijd gekenmerkt door een mysterieus imago: “(…) het schijnt wel een traditie van schilderij-herstellers, hun bedrijf met een waas van geheimzinnigheid te omhullen”, aldus de restauratoren H. H. Mertens en A. van Schendel in hun artikel uit
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages82 Page
-
File Size-