
Alfonso Medinilla Urbanisme en de koloniesteden van Gallia Narbonensis Een analyse van het stedelijk weefsel op basis van de veteranenkolonies: Narbonne, Arles, Fréjus, Orange en Béziers Scriptie voorgelegd tot het bekomen van de graad licentiaat in de archeologie Promotor: Prof. Dr. Frank Vermeulen Universiteit Gent, faculteit letteren en wijsbegeerte Academiejaar 2006 – 2007 Alfonso Medinilla 2de licentie Archeologie Urbanisme en de koloniesteden van Gallia Narbonensis Een analyse van het stedelijk weefsel op basis van de veteranenkolonies: Narbonne, Arles, Fréjus, Orange en Béziers Scriptie voorgelegd tot het bekomen van de graad licentiaat in de archeologie Promotor: Prof. Dr. Frank Vermeulen Universiteit Gent, faculteit letteren en wijsbegeerte Academiejaar 2006 – 2007 1 Dankwoord1 Mijn dank gaat uit naar mijn promotor Professor Frank Vermeulen, voor de begeleiding bij het uitwerken van het concept van deze scriptie, maar ook naar Dr. Patrick Monsieur voor de last-minute raadgevingen in Porto Recanati. Dieter De Meulemeester, een taalwetenschapper van formaat, dank ik voor de vele verbeteringen die hij tot het laatste moment is blijven doorgeven, en mijn moeder Gerd Wille voor de praktische ondersteuning. Mijn oneindige dank gaat tenslotte uit naar mijn vriendin Nel de Mûelenaere, die heel het wordingsproces van deze eindverhandeling van dichtbij heeft moeten meemaken. 1 Afbeelding voorpagina: op basis van Talbert R.J.A. (ed.), Barrington Atlas of the Greek en Roman World, Princeton University Press, Princeton, 2000, kaart 15. 2 Inhoudstafel Inleiding 7 Deel 1 Romeins urbanisme en de kolonisatie van Zuid Gallia 10 1 Studie van antieke steden 11 2 Wortels en groei van de Romeinse urbanisatie 13 3 Coloniae 21 4 Urbanisatie en kolonisatie in Zuid Gallia 22 Deel 2 Koloniesteden in Gallia Narbonensis 31 Inleiding 32 1 Achtergrond 32 2 Romeinse geschiedenis van Gallia Narbonensis 36 3 De koloniesteden van Gallia Narbonensis 42 3.1 Vienne: Colonia Iulia Augusta Florentia Vienna 42 3.2 Aix-en-Provence: Colonia Iulia Augusta Aquae Sextiae 45 3.3 Valence: Colonia Valentia 47 3.4 Toulouse: Colonia Tolosa 49 3.5 Chateau-Roussillon: Colonia Iulia Ruscino 51 3.6 Carcassonne: Colonia Iulia Carcaso 52 3.7 Lodève: Colonia Claudia Luteva 53 3.8 Nîmes: Colonia Augusta Nemausus 56 3.9 Carpentras: Colonia Iulia Meminorum (Carpentorate / Forum Neronis) 59 3.10 Avignon: Colonia Iulia Avennio 60 3.11 Apt: Colonia Iulia Apta 62 3.12 Cavaillon: Colonia Cabellio 63 3.13 Riez: Colonia Iulia Augusta Apollinaris Reiorum 64 3.14 Saint-Paul-Trois-Châteaux: Augusta (later Col. Flavia) Tricastinorum 66 4 Conclusies 66 Deel 3 De veteranenkolonies van Gallia Narbonensis 71 Inleiding 72 1 Narbonne: Colonia Iulia Paterna Narbo Martius Decumanorum 74 3 1.1 Inleiding 74 1.2 Historiek van het archeologisch onderzoek 76 1.3 Topografie en ligging 76 1.4 Stadsaanleg 80 1.5 Defensieve structuren 81 1.6 Infrastructuur en voorzieningen 81 1.6.1 Haven 82 1.6.2 Publieke infrastructuur 82 Cryptoporticus: horreum/horrea 82 Forum-tempelcomplex 83 Amfitheater 85 Tempels 86 1.6.3 Publieke voorzieningen: water 87 1.7 Woningbouw 89 1.8 Conclusie en fasering 91 2 Arles: Colonia Iulia Paterna Sextanorum Arelate 91 2.1 Inleiding 91 2.2 Historiek van het archeologisch onderzoek 92 2.3 Topografie en ligging 93 2.4 Stadsaanleg 96 2.5 Defensieve structuren 97 2.6 Infrastructuur en voorzieningen 98 2.6.1 Haven 98 2.6.2 Publieke infrastructuur 99 Cryptoporticus, forum en exedra 99 Theater 102 Amfitheater 103 Circus 103 Tempels en heiligdommen 105 Triomfbogen 105 2.6.3 Publieke voorzieningen: water 105 4 2.7 Woningbouw 107 2.8 Conclusie en fasering 110 3 Fréjus: Colonia Octavanorum Pacensis Classica Forum Iulii 112 3.1 Inleiding 112 3.2 Historiek van het archeologisch onderzoek 113 3.3 Topografie en ligging 114 3.4 Stadsaanleg 117 3.5 Defensieve sructuren 119 3.6 Infrastructuur en voorzieningen 121 3.6.1 Haven 121 3.6.2 Publieke infrastructuur 122 Theater 122 Amfitheater 123 3.6.3 Publieke voorzieningen: water 124 3.7 Woningbouw 126 3.8 Conclusie en fasering 129 4 Orange: Colonia Firma Iulia Arausio Secundanorum 130 4.1 Inleiding 130 4.2 Historiek van het archeologisch onderzoek 131 4.3 Topografie en ligging 131 4.4 Stadsaanleg 132 4.5 Defensieve structuren 134 4.6 Infrastructuur en voorzieningen 135 4.6.1 Publieke infrastructuur 135 Forum en bijhorende gebouwen 135 Theater 136 Amfitheater 137 Triomfboog 138 Tempels 139 4.6.2 Publieke voorzieningen: water 140 4.7 Woningbouw 141 5 4.8 Conclusie en fasering 144 5 Béziers: Colonia Urbs Iulia Baeterrae Septimanorum 146 5.1 Inleiding 146 5.2 Historiek van het archeologisch onderzoek 147 5.3 Topografie en ligging 147 5.4 Stadsaanleg 148 5.5 Defensieve structuren 152 5.6 Infrastructuur en voorzieningen 153 5.6.1 Publieke infrastructuur 153 Forum 153 Amfitheater 153 Theater 154 Tempels 154 5.6.2 Publieke voorzieningen: water 155 5.7 Woningbouw 158 5.8 Conclusie en fasering 158 Eindconclusies: de stedelijke ontwikkeling van de veteranenkolonies en hun plaats in de urbanisatie van Gallia Narbonensis 160 Bibliografie 170 Afbeeldingenlijst 179 Bijlagen 182 Kaarten 197 6 Inleiding De vroegere Romeinse provincie Gallia Narbonensis herbergt enkele van de meest beroemde relicten van de Romeinse geschiedenis, denken we bijvoorbeeld maar aan het Maison Carrée in de Pont du Gard bij Nîmes, het theater en de triomfboog van Orange, de amfitheaters van Arles en Fréjus, en tal van andere buitengewoon goed bewaarde monumenten. Dit brengt ons echter bij wat misschien wel de paradox van de Zuid-Franse Romeinse steden genoemd zou kunnen worden: hun prachtige monumenten en volledig bewaarde tempels zijn immers de evocaties van een weinig duidelijk verleden, vertroebeld door de continue ontwikkeling van de Middeleeuwse en moderne steden na de Romeinse periode. Niettemin zijn deze monumenten de getuigen van een rijk verleden van wat met zekerheid één van de meest geromaniseerde gebieden buiten Italië genoemd kan worden. Voor we kunnen overgaan tot het formuleren van de wetenschappelijke vraagstelling en doelstellingen, is het nodig het studieobject van deze eindverhandeling even af te lijnen. Vertrekkende van de Romeinse urbanisatie en stedelijke ontwikkeling van de regio was het nodig een keuze te maken welke steden te behandelen. De koloniesteden vormen niet enkel een juridische eenheid maar ook een historisch te verantwoorden stedengroep in de provincie. Bovendien geven ze een zeer gediversifieerd beeld van de verschillende types centrumsteden die de provincie rijk was. Het betreft hier, zoals verder nog verduidelijkt wordt, twee soorten steden, namelijk gestichte steden, met kolonisten (de vijf veteranenkolonies) en steden die zonder kolonisten zijn gesticht/gepromoveerd.2 Gezien het in het kader van deze eindverhandeling onmogelijk was alle coloniae in detail te behandelen, is ervoor gekozen te werken aan de hand van een beknopt overzicht of ‘catalogus’ van de koloniesteden en een meer diepgaande en grondiger studie van de vijf veteranenkolonies. Deze eindverhandeling concentreert zich dus op de coloniae, en in het bijzonder de veteranenkolonies van Gallia Narbonensis, en probeert een blik te werpen voorbij de monumentale gevel van deze steden, en in de mate van het mogelijke een historische reconstructie te maken van de stedelijke ontwikkeling ervan. De centrale vraagstelling van deze eindverhandeling is meerledig. In de eerste plaats wordt de vraag gesteld naar de aard, opbouw en omvang van het stedelijk weefsel: hoe ziet de stad er uit, welke vorm neemt de omwalling aan, welke zijn de verschillende monumentale, publieke of private structuren die we kunnen onderzoeken? Is het mogelijk om hier een indeling van te maken? In de tweede plaats wordt gepeild naar de historische ontwikkeling (uitbouw, aanpassingen, herbouw, verval, …) van dat stedelijk weefsel: hoe is de stad bij haar stichting gevormd, op welke manier reflecteert zich die stichting in de opbouw van de stad, en welke fasen kunnen we ontwaren in de ontwikkeling hiervan, volgend op de stadsstichting? De derde vraag is deze naar de positie van deze ontwikkeling, t.o.v. de andere steden (de 2 Gemakkelijkheidhalve worden de termen ‘(kolonie)stichting’ en ‘promotie’ door elkaar gebruikt. Wanneer het specifiek om kolonisten gaat wordt de Latijnse term deductio (of deductie) gebruikt. 7 veteranenkolonies onderling en t.o.v. de andere coloniae), en in de stedelijke ontwikkeling en urbanisatie van de regio. Het is de bedoeling van deze eindverhandeling een onderzoek te doen naar het stedelijk weefsel en de opbouw van de coloniae van de provincie en de historische ontwikkeling daarvan, en waar mogelijk hier een fasering van op te stellen. Op die manier wordt gepoogd een bijdrage te leveren tot de vergelijkende studie van Romeinse steden en de stedelijke en koloniale geschiedenis van het Romeinse rijk. Het derde deel van deze scriptie kan ook opgevat worden als een status questionis van het onderzoek naar de stedelijke opbouw van de veteranenkolonies van Gallia Narbonensis. Er wordt echter geen volledig overzicht gegeven van alle archeologisch onderzoek binnen de steden. Deze scriptie is opgesteld in drie delen: in een inleidend deel wordt het Romeins urbanisme en kolonialisme voorgesteld, met een hoofdstuk over de urbanisatie van Zuid-Frankrijk. In het tweede deel wordt dan dieper ingegaan op de natuurlijke achtergrond en de Romeinse geschiedenis van het gebied, waarna een overzicht wordt gegeven van de koloniesteden (met uitzondering van de veteranenkolonies). Deze ‘catalogus’ van coloniae in de provincie is slechts een summiere lezing van de stedelijke structuur en opbouw van de koloniesteden en laat dus moeilijk een diachroon onderzoek hiervan toe. Niettemin is hierbij wel uitgegaan van een aantal aandachtspunten, zijnde de ligging van de verschillende steden ten opzichte van de belangrijkste verkeersaders van de provincie, de dateringen van de stichting/promotie van de coloniae, de vorm, uitbreiding en verdeling van het stedelijk weefsel, zij het dan wel in haar definitieve (zichtbare) vorm, en de monumentale opbouw van deze steden.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages198 Page
-
File Size-