Nieuwe en interessante Microlepidoptera uit Nederland in hoofdzaak van de jaren 1997 en 1998 (Lepidoptera) K. J. Huisman & J. C. Koster HUISMAN K J & J C KOSTER, 2000. NEW AND INTERESTING MICROLEPIDOPTERA FROM THE NETHERLANDS IN PARTICULAR FROM THE YEARS 1997 AND 1998 (LEPIDOPTERA). ENT. BER.. AMST. 60 (11): 193-216. Abstract: Th.s is the eleventh compilation of interesting Microlepidoptera collected in The Netherlands,,covering main¬ ly the years 1997 and 1998, but also including some older data, as well as the year 1999 y Lnolech7odespseudogemmellus (Gelechiidae) is recorded for the first time from The Netherlands. This species has re¬ cently been described and specimens were found amongst senes of the well-known Stenolechia Semmea^ Thaumatotibia leucotreta (Tortricidae) is recorded for the first time as an inadvertently introduced species. New records of the following 99 rare and/or interesting species are given or summarised: Stigmella centifohella Ectoedemm atrifrontella, E. longicaudella (Nepticulidae), Nemophora ochsenheimerella, Nematopogon robertella^ pronia fuscatella (Prodoxidae), Emmetia heinemanni (Tischenidae), Nemapogon wolffieila, ; Bucculatrix nigricomella (Bucculatncidae), Acrocercops brongniardella, Uucospilapteryx omisse la Phyllonorycter muelleriella P spinicolella, P. leucographella, P. mespilella (Gracillariidae), Yponomeuta irrorella, Argyresthia sor- biella A. fundella, A. pulchella,A. semifusca (Yponomentidae), Glyphipterixforsterella (Glyphiptengidae), Leucoptera spartifoliella (Lyonetiidae), Ethmia quadrillella (Ethmiidae), Luquetia lobelia, Agonoptenx ocellana, A. angehcell . cniceUa (Deprelsariidae), Elachista exactella (Elachistidae), Scythris siccella (Scythndidae), Eratophyes amasieUa, Esperia sulphurella (Oecophoridae), Coleophora binderella, C. lineolea, C. mveicostella, C. mayre a, . roc i e , argentula (Coleophoridae) Pseudatemelia latipennella (Amphisbatidae), Cosmopterix scnbaiella (Cosmoptengidae) Monochroa moyses, Parachronisms albiceps, Teleiodes vulgella, T. Wagae, Carpatolechia proxmella Gelechia rhombella G. senticetella, G. muscosella, G. rhombelliformis, Mirificanna interrupta, Chwnodes electella Athnps mouffetella Scrobipalpa acuminatella, S. instabilella, Anacampsis temerella, Pexicopia malve lia. Platyedra subcinerea (Gelechiidae), Aethes flagellana, Cochylidia rupicola, Spatalistis bifasciana, Acleris cristana Sparganothis P'»™- Endothenia oblongana, Apotomis inf,da. A. lineana, A. turbidana, Orthotaenia undulana, Hedya ochroleucana, Celypha siderana, Pristerognatha fuligana, Epinotia nanana, Zeiraphera rufimitrana, Eucosma obumbratana, E tnpohana conterminana, Gypsonoma minutana, Blastesthia posticana, Ancylis unculana, A. apicella, Cydia tenebrosana C. „ricana C amplana, Pammene gallicana, P. agnotana, P. ochsenheimeriana, P. germmana. Dichroramphaalpmana, D agilana (Tortricidae), Stenoptilia pterodactyl Cnaemidophorus rhododactyla, Ovendema hemgianus (Pter°Ph<T dae) Cryptoblabes bistriga, Glyptoteles leucacrinella, Homoeosoma smuella, Phycitodes saxicola Vitula bmella Friedlanderia cicatrice J, Evergestis limbata, Perinephele lancealis (Pyralidae). Biological and distributional informa¬ tion on these species is given. K. J. Huisman, Patrijzenlaan 4, 8091 BK Wezep. J. C. Koster, Van Brederodestraat 53, 1759 VG Callantsoog. Inleiding Entomologische Vereniging, maar ook van daarbuiten, zijn we weer in staat een uitvoe¬ Door diverse omstandigheden is er vorig jaar rige lijst van waarnemingen te publiceren. Voor de nomenclatuur hebben we ook nu ge¬ geen verslag uitgekomen van de in Nederland waargenomen Microlepidoptera. Om dit ver¬ bruik gemaakt van de Europese naamlijst van Karsholt & Razowski (1996). Alleen in een zuim goed te maken, zijn nu de vangsten van tweetal gevallen wordt hier van afgeweken en de jaren 1997 en 1998 gecombineerd. Dankzij baseren we de naamgeving op onlangs ver¬ de gulle medewerking van velen, vooral van¬ schenen publicaties. Voor de familie Elachi- uit de sectie “Snellen” van de Nederlandse 194 Ent. Ber., Amst. 60 (2000) stidae is Kaila (1999) gevolgd en voor de laatste jaar zelfs zeer talrijk, diverse exemplaren uitge¬ kweekt, JW. Teleiodini (Gelechiidae) Huemer & Karsholt (1999). Na de vermelding van Stigmella centifoliella De vindplaatsen zijn per provincie gerang¬ van de provincie Utrecht (Huisman & Koster, schikt. Indien het aantal exemplaren niet 1999) blijkt er nu ook een goede populatie wordt vermeld, betreft de vangst slechts één voor te komen in Gelderland. Het lijkt erop dat exemplaar. De verantwoordelijkheid voor de de soort zich aan het uitbreiden is. Nieuw voor determinaties ligt bij de inzenders, maar diver¬ Gelderland. se moeilijke soorten zijn door de auteurs ge¬ controleerd. Tenzij anders vermeld, bevindt Ectoedemia atrifrontella (Stainton) het materiaal zich in de collectie van de verza¬ melaar. Wij willen alle personen die gegevens Waarnemingen. Gld: Wezep, 1 .ix. 1991 en 11 .viii. 1995, hebben verstrekt voor deze jaarlijst van harte op licht, KH. bedanken voor hun medewerking en verder Deze nepticulide is maar van een zestal vind¬ ook de heer K. R. Tuck, Natural History Mu¬ plaatsen bekend. De rups mineert in de zachte seum, Londen, Engeland en mevrouw L. bast van eiken (Quereus sp.) en wordt daar¬ Meijerman, Zoölogisch Museum, Amsterdam door moeilijk gevonden. Doets wist de vlinder voor de determinatie en aanvullende gegevens in 1946 te kweken uit jonge takken van eiken over Thaumatotibia. (Doets, 1947). Provincies: Fr - Friesland; Gr - Groningen; Dr - Drenthe; Ov - Overijssel; F1 - Flevoland; Ectoedemia longicaudella Klimesch Gld - Gelderland; U - Utrecht; NH - Noord- Holland; ZH - Zuid-Holland; Z - Zeeland; NB Waarneming. NB: Valkenswaard, 24.iv.1998, op licht, - Noord-Brabant; F - Limburg. FG (NNM). De afkortingen in de tekst hebben betrek¬ Een vrouwtje van deze soort kwam uit de king op de volgende personen: B. van Aartsen, lichtval die opgesteld stond in de Plateaux te 't Harde (BvA); L. E. J. Bot, Terschelling- Valkenswaard. De val stond aan de rand van Formerum (FB); L. J. van Deventer, Drunen een bos en een heideveld met daarin een ven. (LD); D. Doorheijn, Nieuwe Tonge (DD); F. Aan de rand van het bos stonden enkele vrij¬ J. Groenen, Luyksgestel (FG); H. ten Holt, staande eiken. De rups is een schorsmineerder Nijmegen (HtH); K. J. Huisman, Wezep in de gladde bast van takken en dunne stam¬ (KH); M. Jansen, Hoogeveen (MJ); I. A. men van zomereik (Quercus robur L.) en Kaijadoe, Oegstgeest (IAK); J. C. Koster, Cal- mogelijk ook andere eikensoorten. De larve lantsoog (JCK); J. A. W. Lucas, Rotterdam heeft een één- of tweejarige levenscyclus voor (JL); Ch. G. A. M. Naves, Drempt (CN); K. N. hij in mei tot juli veipopt. De vlinder vliegt Nieuwland, Schagerbrug (KN); W. Oord, van juni tot begin augustus (Johansson et al., Deventer (WO); A. Schreurs, Kerkrade (AS); 1990). J. W. Sinnema, Hemrik (JS); M. van Stiphout, Ectoedemia longicaudella werd door Posterholt (MS); R. de Vos, Zaandam (RV); J. Klimesch (1953) afgesplitst van Ectoedemia van Vuure, Kortgene (JV); J. B. Wolschrijn, atrifrontella (Stainton). Bij onderzoek van Twello (JW). Collecties: NNM - Nationaal materiaal van E. atrifrontella in de Nederland¬ Natuurhistorisch Museum Naturalis, Leiden; se collecties zijn door Van Nieukerken in to¬ ZMA - Zoölogisch Museum, Amsterdam. taal vier exemplaren van E. longicaudella ge¬ vonden (Van Nieukerken, 1982). Deze vier Nepticulidae exemplaren werden tussen 1926 en 1932 te Nijmegen verzameld door Lycklama à Nije- Stigmella centifoliella (Zeiler) holt en waren tot nu toe de enige vondsten van Waarnemingen. Gld: Twello, mijnen op hondsroos (Rosa deze soort voor Nederland. Uit België is de canina L.) in 1993 en van 1995 tot en met 1999, in dit soort bekend uit de provincie Luxemburg door 195 Ent. Ber., Amst. 60 (2000) waarnemingen van voor 1980 (Van Nieuker- de vindplaatsen talrijker is geworden en dat in enkele populaties verdonkerde exemplaren ken, 1985). Nieuw voor Noord-Brabant. gevonden zijn. Blijkbaar is dit laatste een al¬ gemener verschijnsel. Omdat de Deense pu¬ Adelidae blicatie niet bij iedereen bekend is en wij het zinvol vinden het bijzonder donkere wijfje on¬ Nemophora ochsenheimerella (Hübner) der de aandacht te brengen, is het exemplaar (fig- 1) afgebeeld in figuur 1. Waarnemingen. Ov: Ommen, 31.v en 1 .vi. 1997, 11 exem¬ plaren, KH en JW; Lemelerberg, 31.V.1997, KH. Nemapotogon robertella (Clerck) Op de zomervergadering van de Nederlandse Waarnemingen. Gr: Sellingen, excursie Snellen, 28- Entomologische Vereniging in Ommen zijn 30.vi.1996, in totaal 3 exemplaren. door enkele verzamelaars diverse exemplaren van deze nog niet eerder uit Overijssel vermel¬ De enige soort van het genus met bruingrijze voorvleugels, die in het voorjaar vooral in de langsprietmot gevangen. Nemophora och¬ naaldbossen te vinden is. Verspreid voorko¬ senheimerella is pas in 1927 voor het eerst in Nederland, op de Velu we, gevangen (Lyck- mend, voornamelijk op de zandgronden in het lama à Nijeholt, 1928). Het volgende exem¬ oosten en zuiden van het land, ook vermeld plaar komt dan in 1967 (Beetsterzwaag, van Terschelling (Küchlein, 1993). Nieuw 10.vi. 1967, KH). Sindsdien zijn vele vind¬ voor Groningen. plaatsen bekend geworden, voornamelijk van de Veluwe, hoewel de soort ook is aangetrof¬ Prodoxidae fen in het zuiden en in het noordoosten van ons land en op Terschelling. Het zwaartepunt Lampronia fuscatella (Tengström) van de verspreiding in Nederland lijkt echter Waarnemingen. Gld: Epe, Smitsven, l.v.1976 en op de Veluwe te liggen. 2.vi.l979,
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages24 Page
-
File Size-