Actieplan Verkeersveiligheid fietsverkeer De Friese Meren Steller: E. Wietses/R.F. Sterk-Bokma Afdeling: Ruimtelijke ontwikkeling Datum: 15 april 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Aanpak fietsonveiligheid De Friese Meren 3 1.3 Opbouw rapport 3 2. Verankering in vigerend beleid 4 3. Acties korte termijn 5 4. Maatregelen 7 4.1 Onderdeel A, Obstakels 7 4.1.1 Is er een probleem? 7 4.1.2 Urgentie 7 4.1.3 Oplossingsrichting 7 4.1.4 Maatregelen en kosten 8 4.2 Onderdeel B, Paaltjes 10 4.2.1 Functionaliteit en oplossingsrichting 10 4.2.2 Urgentie 10 4.2.3 Maatregelen en kosten 11 4.3 Onderdeel C, Hobbels 14 4.3.1 Is er een probleem? 14 4.3.2 Urgentie 14 4.3.3 Oplossingsrichting 14 4.3.4 Maatregelen en kosten 14 4.4 Onderdeel D, Overige knelpunten 16 4.4.1 Is er een probleem? 16 4.4.2 Maatregelen en kosten 16 4.5 Onderdeel E, Olifantenpaadjes 17 4.6 Onderdeel F, 50 km/uurwegen 18 4.6.1 Probleem en oplossing 18 4.6.2 Urgentie 18 4.6.3 Maatregelen en kosten 18 4.7 Overzicht kosten totaal en bijlage geïnventariseerde knelpunten 20 2 van 51 1. Inleiding 1.1 Aanleiding In een brief van de minister van 21 september 2012 aan de tweede kamer wordt aandacht gevraagd voor de ontwikkeling van het aantal verkeersdoden en –gewonden in Nederland. Om de dalende trend van het aantal verkeersdoden door te zetten en de stijgende trend van ernstig verkeersgewonden onder fietsers en ouderen te keren is een aantal maatregelen gepresenteerd onder de noemer Beleidsimpuls Verkeersveiligheid. De Beleidsimpuls Verkeersveiligheid benoemt in de eerste plaats een aantal succesvolle al ingezette trajecten en onderkent het belang hiervan: Uniformiseren wegennet conform wegencategorisering (conform Basiskenmerken CROW. Meer aandacht voor handhaving binnen de bebouwde kom. Het Meldpunt Veilig Verkeer Nederland. Initiatieven marktpartijen (bijvoorbeeld RoadSense Mercedes Benz). Naast de bestaande sporen wil de minister de focus leggen op een aantal specifieke punten: fiets, ouderen en jonge bestuurders. Wat betreft de fiets stelt de minister dat dit lokaal maatwerk betreft. Daarom is destijds met de VNG afgesproken dat de gemeenten uiterlijk eind 2013 lokale fietsknelpunten in beeld brengen en een aanpak opstellen die zich richt op het oplossen ervan. In Friesland heeft de provincie het voortouw genomen door samen met de Fietsersbond een inventarisatie uit te voeren van de fietsknelpunten. Deze inventarisatie vormt een goede basis en uitgangspunt voor de gemeentelijke aanpak. 1.2 Aanpak fietsonveiligheid De Friese Meren De Friese Meren onderkent het belang van een fietsveilige infrastructuur. In het nieuwe collegeprogramma wordt het belang van goede en veilige fietsvoorzieningen specifiek genoemd. In feite wordt hiermee voortgeborduurd op het beleid van de 3 voormalige gemeenten waarin de veiligheid van de fietser al prioriteit kende. Toch vragen de landelijke trends en ontwikkelingen ook in De Friese Meren om een meer intensieve aanpak dan voorheen. De aanpak van de fietsonveiligheid die de gemeente De Friese Meren voorstaat bestaat uit twee sporen: - Doorlopende acties en maatregelen in het kader van het vigerende (te actualiseren) beleid op middellange en lange termijn. - Acties op basis van eerdergenoemde knelpunteninventarisatie van de Fietsersbond op korte termijn. In het voorliggend actieplan wordt de aanpak nader toegelicht en worden de mogelijke acties op korte termijn en bijbehorende kosten weergegeven. Met dit actieplan wordt invulling gegeven aan de opdracht van de minister. 1.3 Opbouw rapport In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de manier waarop de fietsveiligheid is verankerd in het verkeer- en vervoerbeleid van De Friese Meren. Daarnaast is aangegeven hoe en op welke punten dit structurele beleid kan worden aangescherpt. In hoofdstuk 3 wordt de aanpak voor de korte termijn toegelicht. In hoofdstuk 4 zijn ten slotte de maatregelen en de bijbehorende kosten aangegeven. 3 van 51 2. Verankering in vigerend beleid De Friese Meren heeft de aanpak van fietsonveiligheid al in haar beleid verankerd. De afzonderlijke gemeentelijke verkeer- en vervoerplannen van de voormalige gemeenten Skarsterlân, Gaasterlân- Sleat en Lemsterland hebben aandacht voor de veiligheid van fietsers, hetzij binnen de wegencategorisering, hetzij binnen specifiek opgestelde fietsnetwerken en hieraan gekoppelde inrichtingseisen. De in deze plannen gestelde eisen en wensen ten aanzien van het wegennet vormen een structurele (duurzaam veilige) aanpak op (middel)lange termijn. De herinrichting van wegen is niet realiseerbaar van vandaag op morgen. In de praktijk is de herinrichting veelal gekoppeld aan onderhoudswerkzaamheden. In feite bepaald het (groot) onderhoud dus het tempo van de verbeteringen aan het wegennet. De gezamenlijk verkeer- en vervoerplannen worden de komende jaren (2014/2015) geactualiseerd en samengevoegd tot één gemeentelijk verkeer- en vervoerplan (GVVP) voor De Friese Meren. Logischerwijs krijgt de veiligheid van de fiets hierin (extra) aandacht. In ieder geval wordt op basis van de (landelijke) speerpunten een duidelijker kader geformuleerd voor het toepassen van paaltjes en hekjes en de eisen met betrekking tot de zichtbaarheid van obstakels. Daarnaast kan afhankelijk van de financiële mogelijkheden prioriteit worden gegeven aan de aanpak van bekende fietsknelpunten (aanleg paden en herinrichting kruispunten). In een nieuwe GVVP kan ook het beleid ten aanzien van onderhoud en beheer van belangrijke fietsroutes en paden nog eens kritisch worden bekeken. Naast de gemeentelijke verkeer en vervoerplannen kent de gemeente een Actieplan gedragsbeïnvloeding verkeersveiligheid waarin ook specifieke programma’s/projecten voor de fietsers zijn opgenomen. Dat actieplan wordt jaarlijks geactualiseerd. Voornemen is om de komende jaren de focus in dit plan te versterken richting fiets en ouderen (daarvoor zijn ook provinciale initiatieven). Tenslotte dragen een intensieve gladheidsbestrijding en snelle actie bij gebreken aan het wegdek bij aan de veiligheid van het fietsverkeer. 4 van 51 3. Acties korte termijn Naast het vigerende beleid en het voornemen om de fietsveiligheid hierin sterker te verankeren is het effectief en zinvol een aantal zogenaamde “no regret” maatregelen te nemen. De knelpunteninventarisatie van de Fietsersbond vormt hiervoor een uitstekende basis. Subsidie De minister heeft aangegeven geen extra geld beschikbaar te stellen voor de impuls verkeersveiligheid. De provincie draagt vanuit de BDU bij aan de gemeentelijke plannen. In het concept bestedingsplan BDU 2014 van de provincie wordt gesproken over 1 miljoen euro voor fietsveiligheid op basis van een 40% subsidie/60% gemeentelijke financiering. De opzet van de korte termijn acties en de methodiek om te komen tot concrete maatregelen is pragmatisch van aard. De nadruk ligt op eenvoudig, snel, goedkoop en makkelijk te realiseren maatregelen, het zogenaamde laag hangende fruit. Hierbij wordt in acht genomen dat de benodigde middelen in verhouding moeten zijn tot het te verwachten effect. De basis van de maatregelen is de inventarisatie van de Fietsersbond. De door de fietsersbond aangedragen knelpunten zijn (door hen) verdeeld in een aantal categorieën/onderdelen: A: Obstakels B: Paaltjes C: Hobbels D: Overige knelpunten E: Olifantenpaadjes F: 50 km/uurwegen Alle aangevoerde knelpunten (in de bijlage in genummerde volgorde vermeld) zijn door de gemeente beoordeeld en indien nodig geacht is een oplossing aangedragen of is aangegeven binnen welk kader op langere termijn een oplossing wordt gezocht. Om prioriteiten te kunnen stellen en eventueel een fasering aan te brengen is ook de urgentie (hoog, midden of laag) van de maatregel aangegeven onder andere op basis van de status van de betreffende route volgens het Provinciaal verkeer- en vervoerplan (PVVP 2006, herzien in 2011), zie afbeelding 3. De beoordeling heeft zoals eerder opgemerkt op een pragmatische manier plaatsgevonden met een aantal medewerkers dat lokaal bekend is of specifieke kennis heeft. De knelpunten en onduidelijkheden in de inventarisatie zijn teruggekoppeld met de Fietsersbond. In het volgende hoofdstuk is per categorie aangegeven hoe de beoordeling en de bepaling van de urgentie exact heeft plaatsgevonden en welke maatregelen worden voorgesteld. 5 van 51 Afbeelding 3: Fietsnetwerk PVVP 2006, herzien 2011 6 van 51 4. Maatregelen 4.1 Onderdeel A, Obstakels 4.1.1 Is er een probleem? In eerste instantie is voor elk geïnventariseerd punt bekeken of er sprake is van een herkenbaar knelpunt. Een deel van de geïnventariseerde punten is bij nadere beschouwing niet als knelpunt aangemerkt en hierop volgt logischerwijs geen vervolgactie. Voor de meeste geïnventariseerde punten geldt dat een knelpunt voor de fiets is te herkennen. Primair bestaat voor deze punten de intentie om het probleem op te lossen. Het wel of niet aanpakken ervan op korte termijn wordt bepaald door de aanwezige mogelijkheden en de toegekende urgentie. Veelal vraagt de situatie om een herinrichting van de situatie. Herinrichting (op grote schaal) wordt overwogen op het moment dat groot onderhoud wordt gepleegd. 4.1.2 Urgentie Bij het bepalen van de urgentie van de aanpak van de geïnventariseerde obstakels en knelpunten is van belang wat de conflictkans is. Staat het obstakel midden op straat, is het slecht zichtbaar? Daarnaast is bekeken of het obstakel zich bevindt op een hoofdfietsroute of anderzijds een relatief drukke route. Onderstaande tabel geeft de bepaling van de urgentie schematisch weer. Urgentie maatregelen Hoge conflictkans Lage conflictkans
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages51 Page
-
File Size-