Over Multatuli. Jaargang 35. Delen 70-71

Over Multatuli. Jaargang 35. Delen 70-71

Over Multatuli. Jaargang 35. Delen 70-71 bron Over Multatuli. Jaargang 35. Delen 70-71. Bas Lubberhuizen, Amsterdam 2013 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_ove006201301_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 2 [Nummer 70] ‘Want Wouter was koning in al dat veroverde land. Koning, en... Femke koningin!’ Multatuli onttroond? In dit nummer moet Multatuli nogal wat persoonlijkheden naast zich dulden die de aandacht opeisen. Het gaat niet zozeer om de Hallemannetjes: ‘De Hallemannetjes... nu ja, die kinderen ontvingen hoger toelaag, maar ze dachten gelukkig niet aan Afrika. Voorlopig vreesde hy hun concurrentie niet, doch wel dat misschien hier of daar 'n ander kind, iets nader aan 't groot-zyn dan hy, hem den pas zou afsnyden.’ Maar Multatuli moet het allereerst behoorlijk afleggen bij Willem Bilderdijk. De eerste twee bijdragen zijn een weerslag van de najaarsbijeenkomst van het Multatuli Genootschap, waarvoor de leden van de Vereniging Het Bilderdijk-Museum uitgenodigd waren en uitgedaagd om Multatuli's kritiek op Bilderdijk te pareren. Honings betwijfelt of Multatuli Bilderdijk wel goed gelezen heeft en sluit zich aan bij de critici van Multatuli, die Bilderdijk onterecht zou neerhalen. Multatuli's Bilderdijk bashing - Honings woorden - ziet hij als het terugkerende element in de literatuurgeschiedenis dat auteurs van de nieuwe generatie zich afzetten tegen hun voorgangers. In het betoog van Gert-Jan Johannes wordt het beeld van Multatuli als groot Denker und Dichter eveneens danig gerelativeerd. Multatuli was volgens hem geen origineel denker, maar een begaafd volger en propagandist van reeds bestaande ideeën. Ook het artikel van Gaia van Bruggen biedt geen soelaas voor de kroonprins van Afrika. Lijkt het aanvankelijk nog te gaan over een ware Multatuli-fan die zelfs een schilderij van Multatuli's woonhuis op de schoorsteenmantel had hangen, algauw wordt deze vermeende verering naar het rijk der fabelen verwezen. De heer Goeverneur uit Groningen die centraal staat heeft bij nader inzien moeite gehad met Multatuli's uitlatingen en gedrag. ‘Zeker, zeker, dit begreep hyzelf wel, zó kon men geen werelddelen innemen’, besefte Wouter al. Bij wijze van intermezzo kan de Multatuliaan gelukkig zijn hart ophalen in de rubriek ‘Een en ander over’, waarin nieuwe titels besproken worden. Het jaar 2012 was rijk aan Multatulipublicaties waarin misschien niet zijn persoon, maar wel zijn werk in ere gehouden wordt. Zo lijkt ‘dat veroveren van werelddelen [...] zo'n gemakkelyke zaak, meende hy.’ Dan volgt echter weer een lofrede over een andere persoonlijkheid. Oud-bestuurslid Piet Spigt schreef een waardige biografische schets van Henri A. Ett, oud- Over Multatuli. Jaargang 35. Delen 70-71 3 conservator van het Multatuli Museum. Als we overigens dichter en practical joker A. Marja (1917-1964) mogen geloven, had de heer Ett niet alleen hart voor de zaak: Hij ‘sproeit vuur zo hij niet eigenhands/ Dek's graf mag sieren met een krans/ Want zoiets vindt hij een verzetje’, maar ook een behoorlijk ego: ‘En bovendien biedt het weer de kans/ Op een gepubliceerd portretje.’ Hierbij krijgt hij zijn portret, zowel in woord als in beeld. Ook het artikel van Stolk geeft geen voeding aan Multatuli's ego. Epistemologisch vernieuwer? Multatuli blijkt in ieder geval niet de enige met zijn onderwijskundige ideeën. Algemene vorming blijkt het gedeelde pedagogische ideaal van alle ‘schoolmannen’ (een destijds gehanteerde term voor onderwijzers, schoolhoofden en schoolopzieners) van zijn tijd. Daarmee worden Multatuli's koninklijke aspiraties alweer gerelativeerd. Ook werd hij gedwarsboomd door de onderwijspraktijk, wat hij zelf maar al te goed wist. Wouter zag immers al in dat hij gevaar liep dat anderen ‘hem vóórkwamen en Afrika bezetten, terwyl hy door den verraderlyken Pennewip werd opgehouden met verbuigingen en die vervloekte regula de tri!’ In de Multatuli Kroniek ten slotte een overzicht van Multatuli's veroveringen in 2012. En ach, Afrika ligt nog steeds niet aan zijn voeten en Nederland ook niet. Multatuli dreigt zelfs zijn huis kwijt te raken. Weliswaar wist hij ‘zeer goed dat er nog zoveel andere zaken moesten geleerd worden, voor men werelddelen veroveren kan, of zelfs koning worden van 'n kleiner land’ Maar daar zijn financiële middelen voor nodig: ‘Ook z'n zakgeld moest enige verandering ondergaan, want zes duiten in de week waren by de grootste zuinigheid inderdaad niet toereikend voor z'n plannen’. Gelukkig heeft hij Femke en kan hij blijven dromen. Citaat over Henri Ett uit: Wim Hazeu, A. Marja, dichter en practical joker (1917-1964), 88. De overige citaten uit: Multatuli, VOLLEDIG WERK VI, 603. Namens de redactie, Klaartje Groot Over Multatuli. Jaargang 35. Delen 70-71 4 Van grootste dichter tot rijmelende kwakzalver Multatuli's aanval op Willem Bilderdijk Rick Honings De Nederlandse Vondel Op 23 december 1872 noteert Multatuli's toekomstige vrouw Maria Hamminck Schepel, Mimi, in haar dagboek: ‘Gister avond heeft hij gewerkt maar niet veel. (...) hij werkte maar moeilijk langzaam, zuchtend. 's middags ging hij slapen (op zijn bed) in de hoop 's avonds eens flink te zijn. we aten half zes. daarna las hij kranten en ging om zeven uur aan 't werk. - het vlotte soms erg. toen ik hem om elf uur vroeg wat te eten en'n kopje koffij te drinken zette hij zn schrijftafeltje op zij en nam verzen van Bilderdijk ter hand. Hij vind bijna alles beneden kritiek slecht (maar toch schijnt het hem te verpoozen. daarna weer aan 't werk. tegen een uur vroeg hij mij hem zijn werk eens voortelezen. In een stukje liet hij mij wat veranderen zoodat hij beter vond [dat] ik dat overschreef. terwijl ik dat deed nam hij Bilderdijk ter hand. hij scheen zeer moe en hoestte.’1 Een vermoeide, zwakke en hoestende Multatuli. Hij was toen tweeënvijftig jaar oud. Desondanks kon hij niet anders dan doorwerken, rusteloos als hij was. Vermoedelijk realiseerde hij zich niet dat hij in zijn toestand dicht in de buurt kwam van zijn immer klagende en lijdende voorganger Willem Bilderdijk (1756-1831). Naar eigen zeggen lag Bilderdijk reeds in de wieg ‘met natbeschreide wangen / In 't dorsten naar de dood te smachten van 't verlangen.’2 Niemand heeft de hunkering naar de dood zo vlijmend verwoord als hij, met versregels als: ‘ô Hoe hijg ik, stille dood, / Naar de koelte van uw' schoot’ en ‘My, my is dit aanzijn straf, / En ik reikhals naar het graf’.3 Hoewel overdrijving hem niet vreemd was, moet Bilderdijk zich dikwijls ongelukkig hebben gevoeld en naar de dood hebben gesmacht.4 Miskend en teleurgesteld - zo voelde hij zich. Hij meende voortdurend dat hij niet kon waarmaken waarvoor hij op aarde bestemd was. In dat opzicht was de dichter eveneens verwant aan de auteur van de Max Havelaar. Over Multatuli. Jaargang 35. Delen 70-71 5 G.J. Michaëlis/P. Velyn, Willem Bilderdijk op zijn doodsbed. Collectie DBNL Charles Howard Hodges, Portret van Willem Bilderdijk (1756-1831), 1810. Collectie Rijksmuseum Nochtans werd Bilderdijk in de negentiende eeuw lang beschouwd als de grootste dichter van zijn tijd. Hij maakte carrière in de tijd van de dichtgenootschappen. De erepenningen die hij kreeg voor ingezonden prijsverzen brachten hem als beginnend auteur literaire roem. Nadien had hij zijn positie verder verstevigd. Toen de Fransen in 1795 over de bevroren rivieren Nederland binnenvielen, werd hij verbannen. Als Oranjeadvocaat weigerde hij de eed af te leggen op het nieuwe bewind. Door zijn vertrek ontsnapte hij niet alleen aan een slecht huwelijk, maar ook aan een stoet van schuldeisers - een mensensoort die ook in Multatuli's leven een onaangename rol zou spelen. Een meer dan tienjarige ballingschap volgde, eerst in Engeland, later in Duitsland. Getroffen door ziekte en verzwakt door een leven op water en brood en verslaafd aan opium sleepte de dichter in Brunswijk zijn bestaan voort. De enige troost was zijn twintig jaar jongere geliefde. In 1806 keerde hij naar Nederland terug. Onder Lodewijk Napoleon groeide hij uit tot een van de meest prominente letterkundigen van Nederland. De vorst benoemde hem tot hofbibliothecaris en taaldocent en verstrekte hem een royaal pensioen. Als lid van het Koninklijk Instituut mocht hij in 1811 Napoleon de hand schudden. Toen een dienaar hem aan de kleine keizer voorstelde, vroeg Napoleon: ‘Êtes vous connu dans la république des lettres?’ (Bent u bekend in de republiek der letteren?). Dat Bilderdijk altijd en overal dichter was, bleek uit het feit dat hij er onbewust een vers in hoorde, want hij antwoordde werktuiglijk: ‘Au moins j'ai fait ce que j'ai dû pour l'être.’ (Ik heb op zijn minst gedaan wat ik moest doen om het te Over Multatuli. Jaargang 35. Delen 70-71 6 zijn).5 Ook na de terugkeer van Oranje in 1813 bleef Bilderdijk een prominente figuur in het literaire leven van zijn tijd. Het monument bij het graf van Bilderdijk in de Grote Kerk te Haarlem, circa 1842. Collectie Universiteitsbibliotheek Leiden Charles Howard Hodges, Portret van Lodewijk Napoleon (1778-1846), 1808. Collectie Frans Hals Museum, Haarlem Zijn status was onomstreden. Sommigen noemden hem de ‘Tweede Vondel’. Anderen vergeleken hem met Homerus, Dante, Shakespeare en Goethe.6 Vriend en vijand waren verrukt als Bilderdijk zijn dichtwerken voordroeg. Net als Tollens was hij bij uitstek in staat nationalistische gevoelens op te roepen, met regels als ‘Holland groeit weêr! / Holland bloeit weêr! / Hollands naam is weêr hersteld!’7 Over Multatuli. Jaargang 35. Delen 70-71 Meestal schreef hij echter over zijn eigen leven. Bilderdijk presenteerde zichzelf als een genie dat in contact stond met hogere sferen en paste daar ook zijn imago bij aan. Hij was een ‘wandelend anachronisme’, alsof hij zo uit de achttiende eeuw was gestapt.8 Jan Wap zag hem in 1822 door het (latere) Van der Werf-park in Leiden lopen: een ‘strompelend-voortstappenden grijsaard, met driekanten of punthoed, een gekleeden, of staatsierok, een korte broek, lang vest, alles deftig zwart, en met strikschoenen aan de voeten’, leunend op de schouder van zijn zoontje Lodewijk.

View Full Text

Details

  • File Type
    pdf
  • Upload Time
    -
  • Content Languages
    English
  • Upload User
    Anonymous/Not logged-in
  • File Pages
    132 Page
  • File Size
    -

Download

Channel Download Status
Express Download Enable

Copyright

We respect the copyrights and intellectual property rights of all users. All uploaded documents are either original works of the uploader or authorized works of the rightful owners.

  • Not to be reproduced or distributed without explicit permission.
  • Not used for commercial purposes outside of approved use cases.
  • Not used to infringe on the rights of the original creators.
  • If you believe any content infringes your copyright, please contact us immediately.

Support

For help with questions, suggestions, or problems, please contact us