Bestemmingsplan 2e Part Herz Kadoelen-Oostzanerwerf III Vastgesteld Gemeente Amsterdam Ruimte en Duurzaamheid bestemmingsplan 2e Part Herz Kadoelen-Oostzanerwerf III Colofon Opdrachtgever Opdrachtnemer Ruimte en Duurzaanheid IMRO_idn NL.IMRO.0363.N1508BPSTD-VG01 Datum print 1 September 2016 Planstatus vastgesteld blz. 3 Inhoudsopgave Toelichting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 7 1.1 Aanleiding van de herziening 7 1.2 Doel van de herziening 7 1.3 Ligging en begrenzing plangebied 7 1.4 Leeswijzer 7 Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 9 2.1 Systematiek 9 2.2 Vigerend plan 9 2.3 Onderbouwing 9 Hoofdstuk 3 Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid 11 3.1 Economische uitvoerbaarheid 11 3.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 11 Hoofdstuk 4 Juridische planbeschrijving 13 4.1 Algemeen 13 4.2 Artikelsgewijze toelichting 13 Regels 17 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 18 Artikel 1 Begrippen 18 Artikel 2 Wijze van meten 19 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 20 Artikel 3 Agrarisch met waarden 20 Artikel 4 Bedrijf - 1 21 Artikel 5 Bedrijf - 2 22 Artikel 6 Bedrijf - nutsvoorziening 23 Artikel 7 Centrum 24 Artikel 8 Cultuur en Ontspanning 25 Artikel 9 Detailhandel 26 Artikel 10 Groen 27 Artikel 11 Horeca 28 Artikel 12 Kantoor 29 Artikel 13 Maatschappelijk - 1 30 Artikel 14 Maatschappelijk - 2 31 Artikel 15 Maatschappelijk - 3 32 Artikel 16 Recreatie - 1 33 Artikel 17 Recreatie - 2 34 Artikel 18 Recreatie - 3 35 Artikel 19 Sport - 1 36 Artikel 20 Sport - 2 37 Artikel 21 Sport - 3 38 Artikel 22 Tuin - 1 39 Gemeente Amsterdam blz. 4 Artikel 23 Tuin - 2 40 Artikel 24 Tuin - 3 41 Artikel 25 Verkeer 42 Artikel 26 Verkeer - parkeergarage 43 Artikel 27 Water 44 Artikel 28 Wonen - 1 45 Artikel 29 Wonen - 2 46 Artikel 30 Wonen - 3 47 Hoofdstuk 3 Algemene Regels 48 Artikel 31 Algemene gebruiksregels 48 Artikel 32 Overige regels 49 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 50 Artikel 33 Overgangsrecht 50 Artikel 34 Slotregel 51 Bijlagen bij de regels 53 Bijlage 1 parkeernorm 54 bestemmingsplan_2e Part Herz Kadoelen-Oostzanerwerf III (vastgesteld) blz. 5 Toelichting Gemeente Amsterdam blz. 6 bestemmingsplan_2e Part Herz Kadoelen-Oostzanerwerf III (vastgesteld) blz. 7 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding van de herziening Op 20 juni 2013 is het bestemmingsplan Kadoelen - Oostzanerwerf III vastgesteld door de deelraad van stadsdeel Noord, gemeente Amsterdam. In dit bestemmingsplan is een omissie/onduidelijkheid geconstateerd. Door de manier waarop de voorschriften zijn geredigeerd, is het mogelijk verschillende hoofdbestemmingen geheel te benutten ten behoeve van een zelfstandige parkeerfunctie. Bedoeld werd echter op de verschillende hoofdbestemmingen parkeren slechts ten behoeve van deze hoofdbestemming toe te staan. Door middel van deze herziening wordt de omissie hersteld. Het voorliggende bestemmingsplan biedt het juridisch planologische kader voor de huidige ruimtelijke en functionele situatie. Daarbij zijn de bestaande rechten gerespecteerd. Het bestemmingsplan heeft een conserverend karakter. Er worden geen nieuwe ontwikkelingen in dit plan mogelijk gemaakt. Deze herziening is opgesteld volgens de geldende RO-standaarden 2012 en bestaat uit juridisch bindende regels, een verbeelding en een toelichting. 1.2 Doel van de herziening In deze herziening wordt het parkeren ondergeschikt gemaakt aan de hoofdfuncties en niet langer als zelfstandige functie mogelijk gemaakt. Daarbij wordt het bestaande parkeergebruik van de noordelijk aangrenzende percelen bij Lidl als bestaande situatie bestemd. Deze herziening van het bestemmingsplan Kadoelen-Oostzanerwerf III heeft als doel bovengenoemde omissie in de planregels te herstellen om verdere ongewenste ontwikkelingen te voorkomen. 1.3 Ligging en begrenzing plangebied Deze herziening betreft aanpassingen in de regels. De verbeelding wijzigt niet. Het plangebied van deze correctie omvat het gehele plangebied van het vastgestelde bestemmingsplan "Kadoelen-Oostzanerwerf III". In deze toelichting wordt ingegaan op de herziene onderdelen. 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de juridische aspecten van dit bestemmingsplan. Er wordt een verklaring gegeven over de opzet van de bestemmingsregeling en de inhoud van de herziening. In hoofdstuk 3 wordt de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan behandeld. Hoofdstuk 4 bevat een juridische toelichting op het bestemmingsplan. Gemeente Amsterdam blz. 8 bestemmingsplan_2e Part Herz Kadoelen-Oostzanerwerf III (vastgesteld) blz. 9 Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 2.1 Systematiek Dit bestemmingsplan voorziet in een correctieve herziening op onderdelen van het bestemmingsplan. Dit betekent dat de regels van het bestemmingsplan "Kadoelen-Oostzanerwerf III" van toepassing worden verklaard op deze herziening, zij het dat de regels op onderdelen worden aangepast, zoals beschreven in de regels van deze correctieve herziening. De opbouw van de regels is gelijk aan Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012. De opbouw is als volgt: Betekenisafspraken (Hoofdstuk 1 Inleidende regels) De gebruiksregels per bestemming (Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels) Algemene regels (Hoofdstuk 3 Algemene regels) Overgangsregels (Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels) 2.2 Vigerend plan Het thans vigerende bestemmingsplan is 'Kadoelen-Oostzanerwerf III'. Het centrale onderdeel van een bestemmingsplan is de bestemming. Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening worden aan de in het plan begrepen grond bestemmingen toegewezen met bijbehorende doeleinden. Aan de bestemmingen zijn regels gekoppeld over het gebruik van de grond en de bouwwerken die binnen de bestemmingen mogen worden opgericht. In het vigerende bestemmingsplan is aan verschillende gronden met de bestemmingen zoals Bedrijf, Kantoor, Detailhandel, Wonen en Tuin het zelfstandige gebruik van deze gronden ten behoeve van parkeervoorziengen, bergingen, water, groenvoorzieningen, etcetera toegestaan. Bedoeld is dit gebruik ondergeschikt aan de hoofdfunctie toe te staan. Door de huidige redactie is onbedoeld het gebruik ten behoeve van een aan de hoofdbestemming ondergeschikte functie op gehele percelen toegestaan, zonder restricties. Zodoende kan bijvoorbeeld een perceel dat is bestemd voor Wonen geheel worden ingericht met parkeervoorzieningen. Na vaststelling van het vigerende bestemmingsplan heeft supermarktbedrijf 'Lidl', gevestigd binnen het plangebied aan het Zuideinde 280, de (noordelijk) aan haar perceel grenzende percelen aangekocht en deels ingericht als parkeerterrein. Ruimtelijk is dit niet wenselijk; beide percelen hebben hoofdzakelijk een woonbestemming, maar het gebruik ten behoeve van parkeren op de gehele bestemming (Wonen-1 en Tuin-1) is dus mogelijk vanwege een omissie in de redactie van de planregels. 2.3 Onderbouwing 2.3.1 Omgevingsaspecten Ten behoeve van deze herziening zijn geen onderzoeken gedaan naar de verschillende omgevingsaspecten (bodem, flora & fauna, luchtkwaliteit en geluid). Er treden geen wijzigingen op in de bestaande situatie door deze herziening. Gemeente Amsterdam blz. 10 bestemmingsplan_2e Part Herz Kadoelen-Oostzanerwerf III (vastgesteld) blz. 11 Hoofdstuk 3 Economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid 3.1 Economische uitvoerbaarheid De gemeenteraad stelt een exploitatieplan vast voor gronden waarop een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan is voorgenomen. Een exploitatieplan is niet vereist wanneer het kostenverhaal anderszins is geregeld of wanneer er geen ontwikkelingen zoals bedoeld in artikel 6.2.1. Besluit ruimtelijke ordening mogelijk worden gemaakt. In dit geval wordt afgezien van het opstellen van een exploitatieplan, omdat de gemeente Amsterdam grotendeels eigenaar is van de grond waarop het bestemmingsplan van toepassing is op het moment dat het bestemmingsplan wordt vastgesteld. Het verhaal van de kosten van de grondexploitatie, zoals bedoeld in de Wro, is daarom anderszins verzekerd via het erfpachtstelsel. Het toepassen van het erfpachtstelsel ten behoeve van kostenverhaal past goed binnen het uitgangspunt van de Wro dat het privaatrechtelijke spoor voorop staat. Erfpacht is immers een privaatrechtelijk instrument waarbij de gemeente als eigenaar bepaalt tegen welke vergoeding haar gronden in gebruik mogen worden genomen door derden. Naar zijn aard biedt dit systeem de gemeente de mogelijkheid om kosten die de gemeente maakt ten behoeve van de grondexploitatie van gronden te verhalen op derden die gebruik maken van die gronden. Opgemerkt zij nog dat de gemeente telkens eigenaar is en blijft van de gronden. Een deel van de percelen binnen het plangebied is niet het eigendom van de gemeente Amsterdam. Op deze percelen zijn geen nieuwe ontwikkelingen voorzien waarvoor het opstellen van een exploitatieplan noodzakelijk is. Op grond van artikel 6.1 Wro kennen burgemeester en wethouders degene die in de vorm van een inkomensderving of een vermindering van de waarde van een onroerende zaak schade lijdt of zal lijden ten gevolge van onder meer een wijziging van het bestemmingsplan, op aanvraag een tegemoetkoming toe. Daarbij geldt dat de schade redelijkerwijs niet voor rekening van de aanvrager behoort te blijven en voor zover de tegemoetkoming niet voldoende is anderszins wordt vergoed. Binnen het normale maatschappelijke risico vallende schade blijft voor rekening van de aanvrager. Daarnaast wordt ook een waardevermindering van maximaal 2%, ontstaan door een verandering in het planologische regime binnen het normale maatschappelijke risico, gerekend. Met het voorliggend bestemmingsplan wordt wat op basis van het vigerende juridisch planologische kader reeds mogelijk
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages58 Page
-
File Size-