
Inhoudsopgave VOORWOORD 5 INLEIDING 6 1. HERKOMST EN FAMILIE 11 1a. Een Lokerense tak: Joos Rooman en zijn nazaten 12 1b. De Gentse tak: Joos, Adriaen en Laurens cum suis 15 1c. De eerste generatie in het Noorden 20 2. DE BEGINJAREN 1610-1614 30 2a. De erfenis van Gillis 30 2b. Een bevriende uitgever: Jan Evertsz Cloppenburgh 36 2c. Een bevriende auteur en een bevriende uitgever: Jacob van der Schuere en Daniel de Keyser 37 2d. Een bevriende uitgever: Passchier van Wesbusch 43 2e. Een bevriende drukker: Gillis van der Rade 44 2f. Concurrenten 46 2g. Contra-remonstrantse drukken 46 2h. Verborgen bijdragen aan collectieve edities 47 2i. Stadsdrukwerk 50 2j. Gelegenheidsdrukwerk 52 2k. Een roofdruk? 53 2l. Huizen, vrouw en kinderen 53 2m. Broers en zusters 56 3. HET BEGIN VAN EEN UITGEVERIJ: DE JAREN 1614-1618 59 3a. Vaste relaties: De Keyser en Cloppenburgh 60 3b. Een nieuw contact: Dirck Pers 61 3c. Een nieuw contact: de stad Beverwijk 62 3d. Een uitgave van Ampzing met Bogaert 62 3e. Het eerste eigen boek: Gael 63 3f. Een dopers raadsel: Jan Gerritsz van Emden 64 3g. De Haarlemse kerktwisten 65 3h. Aan de kant van de gematigden en de magistraat? 67 3i. Pamfletten van de radicaal orthodoxe partij 69 3j. Maurits’ machtsverzetting 73 1 3k. De oprichting van het gilde 73 3l. Meer kinderen en weer een groter huis 75 4. ALLES VERANDERT: DE JAREN 1618-1621 77 4a. Stadsdrukwerk 78 4b. Samenwerking met Simon Moulert 79 4c. Een zuinige editie voor Van Cloppenburgh 80 4d. Het laatste boek: Ampzings lofdicht uitgebreid 81 4e. Nieuw werk, een nieuw huis en nog een kind 82 5. INTERMEZZO: DE JAREN 1622-1627 90 5a. Twee afschrijvingen 90 5b. Schuttersprenten 92 5c. Overheidspublicaties 94 5d. Familie 95 6. EEN NIEUW BEGIN: DE JAREN 1627-1628 99 6a. Een stuk voor Brederode en terug in het gildebestuur 99 6b. Ampzings grote boek over Haarlem 100 6c. Het eerste contra-remonstrantse pamflet 107 6d. Rooman als neolatijns dichter 107 6e. Rooman als drukker van prenten en pamfletten 110 7. HET DRUKSTE JAAR: 1629 113 7a. Ampzings Liedboeken 113 7b. Ampzing en de Zilvervloot 114 7c. Van Hoorenbeeck en Den Bosch 116 7d. Pamfletten tegen oorlog of bestand 117 7e. Een anti-katholiek pamflet 119 7f. Een anti-remonstrants pamflet 120 7g. Amsterdamse partijtwisten 120 7h. Een pamflettenoorlog 121 7i. De Bogaert-pamfletten 126 7j. Routinewerk voor de stad 131 7k. Portretprenten 132 7l. De bedrijfsomvang 134 8. KANTELING: DE JAREN 1630-1633 136 2 8a. Alweer een verhuizing: naar het hart van de stad 136 8b. Doorgetrokken lijnen: stadspublicaties 137 8c. Doorgetrokken lijnen: gereformeerde vroomheid 139 8d. Doorgetrokken lijnen: anti-roomse drukte 140 8e. Doorgetrokken lijnen: pleidooien tegen de vrede en nieuwe triomfen in de oorlog 142 8f. Doorgetrokken lijnen: anti-remonstrantse geschriften 146 8g. Rooman en Ampzing: een stap te ver? 150 8h. Draaiende wind? Een economische verhandeling 153 8i. Draaiende wind: politiek toneel 154 8j. Een satire tegen het roken 156 8k. Draaiende wind: een oude tekst boven water 158 8l. Gedraaide wind: de kampioenen van de andere zijde 159 8m. Oude vriendschap en veilige teksten 164 8n. De dood als einde van een oude vriendschap 167 8o. Een nieuw begin: samenwerking met Zacharias 169 8p. Toevallige overblijfselen van een genre? 170 8q. Het Costerportret en het Costerbeeld 172 8r. Verwanten 176 9. DE JAREN 1634-1636 180 9a. Keuren en ordonnanties 180 9b. Nog een carmen en een herdruk 181 9c. Een pamflet met betrekking tot de oorlog 182 9d. Een oud genre: anti-arminiaanse verhandelingen 182 9e. Een nieuw genre in een nieuw formaat: romans 183 9f. Een keurige bestseller: Franciscus Heermans Annotatien 187 9g. Een collectieve onderneming: Flavius Josephus 188 9h. Grotiusvertalingen 190 9i. Samenwerking met Zacharias: de Reygersbergh- kroniek 194 9j. Samenwerking met Zacharias: Van Lansberghe 196 9k. De voorlaatste verhuizing: naar de Grote Houtstraat 198 10. DE LAATSTE JAREN ALS DRUKKER 1637-1642 200 10a. Stadspublicaties en kalligrafische initialen 200 10b. De Groot en Hogerbeets: Rooman bekent nog meer kleur 204 3 10c. Dominees van de Haarlemse classis 206 10d. Tussen roman en geschiedenis: Tamerlanes 209 10e. Het laatste huwelijksgedicht 210 10f. Een vreemd atavisme 211 10g. Een herdruk met een Amsterdamse ordonnantie 212 10h. Samenwerking met Zacharias: Junius 213 10i. Rooman als auteur en verzamelaar 214 10j. Familie: broers 219 10k. Familie: kinderen 223 11. EPILOOG: DE JAREN 1642-1649 229 11a. Het einde van het bedrijf? 229 11b. Het laatste boek en een onvoorziene dood 235 CONCLUSIE 236 LIJST VAN AFKORTINGEN 243 BIBLIOGRAFIE 245 BIJLAGE 1 LIJST VAN PUBLICATIES 254 BIJLAGE 2 INITIALEN, ORNAMENTEN EN MERKEN 455 BIJLAGE 3 ROOMANS INKOMSTEN 529 4 VOORWOORD Deze scriptie is deels geschreven op een geleende MacBook van mijn begeleider Paul Dijstelberge, waardoor het mij mogelijk was om thuis in de database van siermateriaal Ursicula door te dringen. Daarmee werd mij veel tijd bespaard. Voor deze hulp en talloze aanwijzingen zij hem hartelijk dank gezegd. Mijn vriend en enkele van zijn vrienden en kennissen vertaalden uit de losse pols Latijnse teksten en hielpen met het lezen van ‘onleesbare’ zeventiende- eeuwse handen. Ook kreeg ik van hen informatie over de historische achtergronden, waartegen mijn hoofdpersoon en degenen met wie hij te maken had, opereerden. Zonder hun kennis had ik veel van de godsdienstige en politieke verhoudingen, die Roomans leven en de door hem gedrukte boeken bepaalden niet volledig hebben begrepen. 5 INLEIDING Deze scriptie beoogt een inleiding te geven op het leven en het fonds van de drukker-uitgever Adriaen Rooman (1590-1649). Het is de voortzetting van een werkstuk dat ik eerder over Rooman gemaakt heb. Destijds waren mij al twee fenomenen opgevallen. Ten eerste, dat zich in de van hem bekende reeks publicaties een onverklaarde en destijds voor mij onverklaarbare onderbreking van circa zeven jaar voordeed. Ten tweede dat zijn fonds zich kenmerkte door de aanwezigheid van de twee uitgesproken vijandige richtingen die de politiek en de godsdienst van zijn tijd bepaalden. Mijn vraagstelling voor deze scriptie is derhalve: hoe zijn deze fenomenen te verklaren? Daartoe heb ik geprobeerd Roomans leven en fonds te reconstrueren en beide onderling te verbinden. Dat viel niet mee. Van het fonds zal mij nog het één en ander ontsnapt zijn. Het leven, laat staan de persoonlijkheid, bleek nog moeilijker grijpbaar. De verbindingen ertussen zijn vaak hypothetisch gebleven. Nochtans denk ik voor beide kwesties min of meer plausibele verklaringen te hebben gevonden. Bij de reconstructie van het fonds heb ik in de eerste plaats gesteund op de STCN. De belangrijkste aanvullingen kwamen uit archieven, vooral omdat daar de meeste plano’s worden bewaard, die de STCN niet registeert. Voor een stadsdrukker als Rooman is dat niet zonder belang. Daarnaast bleek het verstandig afzonderlijke bibliotheekcatalogi te raadplegen en een aantal digitale museale bestanden, waardoor omissies in de STCN aan het licht kwamen. Zeer terughoudend ben ik geweest in de toeschrijving aan Rooman van anonieme edities. Mijn aanvankelijk optimisme over de mogelijkheden daarvan op basis van intialen en ornamenten werd geleidelijk getemperd. Rooman heeft slechts een beperkt aantal houten typografische elementen gebruikt, die als zodanig als individuen zouden kunnen worden opgevat. Zo viel een gemakkelijk en betrouwbaar identificatiemiddel weg. De overgrote meerderheid van zijn afgedrukte sierletters bleek middels controle via het databestand Ursicula ook bij talrijke andere drukkers voor te komen en daarnaast uiterlijke kenmerken (sporen van spijkers en verbuigingen van het lood) te hebben die ze tot loden gietletters herleidden. In dat geval zijn pertinente toeschrijvingen mijns inziens alleen mogelijk wanneer overeenkomstige beschadigingen optreden bij een met zekerheid door een bepaalde drukker gebruikte letter en bij dezelfde letter in het toe te schrijven document.1 Dit nu bleek zich vrijwel nooit voor te doen. Beschadigingen zijn in 1 Zelfs bij deze overeenstemming is nog voorzichtigheid geboden, omdat een beschadiging in de gietvorm tot identiek ogende individuen kan leiden, cf. P. Dijstelberge , De beer is los (2007), p. 38. 6 overvloed aanwezig, maar hoogst zelden volstrekt identieke. De onderlinge relatie tussen de verschillende individuen valt dan niet vast te stellen. In paragraaf 3i ga ik in op een reeks concrete gevallen, waarbij ik aanvankelijk op grond van overeenstemmende initialen Rooman ‘verdacht’ van het drukken van een aantal radicale pamfletten, maar tenslotte op grond van andere overeenkomsten de Amsterdammer Jacob Jacobs als één van de drukkers ervan denk te kunnen aanwijzen. De loutere aanwezigheid van dezelfde gietletter heeft pas enige bewijskracht wanneer andere factoren mede daarvoor pleiten. In het geval van Adriaen Rooman is het bijvoorbeeld plausibel, dat de sierletters die zowel zijn vader als hij zelf afdrukten dezelfde individuen waren, ondanks kleine verschillen in de afdrukken, omdat het voor de hand ligt, dat Adriaen het typografisch materiaal van Gillis heeft overgenomen, toen hij deze hals over kop in diens drukkerij moest opvolgen. Mijn skepsis ten aanzien van toeschrijvingen louter op basis van voorkomen van dezelfde lettervormen kan ik het best illustreren aan de hand van enkele voorbeelden uit de catalogus van toeschrijvingen bij het proefschrift van de boekhistoricus Dijstelberge. Daarin wordt bijvoorbeeld Adolphus Venators Een claer ende doorluchtich vertooch uit 1611 met Rooman in verband gebracht.2
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages533 Page
-
File Size-