Het dramatisch Eerste Ministerschap van Mark Eyskens: een terugblik na twintig jaar 1 baron Aloïs VAN DE VOORDE Ere secretaris-generaal van het Ministerie van Financiën 1. Ontslag van de regering-Martens IV (CVP/PSC-SP/PS) Begin oktober 1980 viel de regering-Martens III (CVP/PSC-SP/PS-PW/PRL) over de liberale eis om strenge besparingen door te voeren. Op 25 oktober al stelde Wilfried Martens met de christen-democraten en socialisten zijn vierde regering samen. De liberalen verdwenen voor een jaar in de oppositie. Paul Hatry werd als minister van Financiën opgevolgd door Mark Eyskens. Begin 1981 werd de regering-Martens IV opnieuw geconfronteerd met de ha­ chelijke ontwikkeling van de overheidsfinanciën die al in de voorbije herfst de politieke crisis had veroorzaakt. Op zondag 22 maart 1981 kon de regering een akkoord bereiken over het zogenaamde Vastenplan. De bijkredieten werden vol­ ledig weggewerkt, er werden een aantal besparingsmaatregelen vastgelegd e n en­ kele nieuwe bronnen van inkomsten gevonden. De CVP, bij monde van voorzit­ ter Leo Tindemans, vond het herstelplan, hoe verdienstelijk ook, onvoldoende. Ook de Nationale Bank drong aan op krachtiger maatregelen, gelet op de zwak­ ke positie van de Belgische frank. Martens zocht een uitweg in de richting van een herziening van het interpro­ fessioneel akkoord. Hij onderzocht de mogelijkheid om de industriële competi­ tiviteit te herstellen en het internationaal klimaat ten voordele van de frank te verbeteren door een schorsing van de indexering van de lonen en zelfs door een tijdelijke toepassing van sommige loonsverminderingen. Op zaterdagavond 28 maart werd in die zin aan de topministers een lijst van maatregelen voorgelegd die in de loop van de dag in der haast was opgesteld: besparingen op de lonen in de ondernemingen in moeilijkheden die overheidssteun genoten, blokkering van de prijzen en besnoeiïngen in de werkloosheidsuitkeringen en in de kinderbij­ slagen. Politiek belangrijk was vooral het voorstel met betrekking tot de index: in 1981 zou èèn indexaanpassing worden overgeslagen en vanaf 1982 zou van de procentuele indexering worden afgestapt. De coalitiepartners waren echter verdeeld over de maatregelen. De CVP- en de PSC-ministers konden er mee instemmen. Minister Claes (SP) maakte voor­ behoud en koppelde de indexwijziging aan nieuw overleg met de sociale part­ ners. Vice-premier Mathot (PS) kon de voorstellen niet aanvaarden omdat er niet ge­ raakt werd aan de opbrengsten van kapitaal. Op zondag 29 maart legde premier Martens in eigen naam een enigszins gewijzigd voorstel, een 'noodplan', voor aan de regering. 's Anderendaags besprak hij, in een ultieme poging, een licht afge­ zwakte versie met de partijvoorzitters van de regeringscoalitie. Maar de compro- 1 Met dank aan prof. Mark Van den Wijngaert voor zijn kritische opmerkingen. 430 RES PUBLICA misteksten van de Eerste Minister slaagden er niet meer in het vertrouwen tus­ sen de regeringspartners te herstellen. Het 'noodplan' werd definitief verwor­ pen door de socialisten, waarop Martens in de voormiddag van dinsdag 31 maart 1981, na een korte laatste ministerraad, de koning het ontslag van zijn regering aanbood. Enkele uren na het ontslag van Martens IV nam koning Boudewijn het uitzon­ derlijke initiatief negentien personaliteiten uit de politieke, economische en so­ ciale wereld te ontbieden op het paleis in Brussel. In zijn korte toespraak hekel­ de de vorst de politieke instabiliteit, gewaagde hij van een oorlogstoestand en drong hij aan op een snelle oplossing van de crisis: "Het is nu de hoogste tijd om geschillen, van welke aard ook, aan de kant te schuiven om voorrang te geven aan de overleving. Het is wat wij zouden doen moesten wij in oorlog zijn. Welnu dit is oorlog: oorlog voor het behoud van onze economie, voor het welzijn van allen en vooral voor de minstbedeelden, voor onze plaats in de economie". 2 Na­ dat hij bijna al deze topfiguren nogmaals individueel had ontvangen, aanvaardde de koning op donderdag 2 april 1981 het ontslag van de regering. Algemeen werd verwacht dat PSC-voorzitter Paul Vanden Boeynants door de koning zou worden aangesteld als formateur. Achter de schermen bereidde hij reeds druk het terrein voor, samen met de Vlaamse socialistische voorman Willy Claes. Donderdagmorgen 2 april was de minister van Financiën Mark Eyskens door zijn secretaris-generaal Marc Defossez op de hoogte gebracht van een onderzoek door de 881 (Bijzondere Belastingsinspectie) in hoofde van Vanden Boeynants wegens verdenking van ernstige fiscale fraude. Op de middag waarschuwde Eys­ kens de secretaris van de ministerraad,Jan Grauls. Op zijn beurt informeerde deze het paleis. In de loop van de namiddag liet Grauls aan Eyskens verstaan dat hij wellicht zou worden aangesteld als formateur. Diezelfde dag werd Eyskens, rond 19 uur, ontvangen door koning Boudewijn, die hem vroeg 'binnen de kortst mogelijke tijd een regering te vormen'.Het was een onverwachte wending, die Eyskens niet onmiddellijk had voorzien noch had gewenst. Door de uitschakeling van Vanden Boeynants en doordat Martens zelf niet meteen opnieuw wilde beginnen, was de aanduiding van Mark Eyskens ei­ genlijk geen verrassing. Als de man die de voorbije dagen en weken zo vaak en zo uitdrukkelijk had gewaarschuwd en die bovendien van zo nabij betrokken was geweest bij het opstellen van het 'noodplan' van Martens, was hij de aangewezen figuur om te proberen een nieuwe coalitie op de been te brengen. Op die ma­ nier werd het 'noodplan' van Martens toch ook niet helemaal afgewezen. 3 Eyskens moest de opdracht wel aanvaarden.Zoniet, had de publieke opinie hem verweten dat hij niet kon of niet durfde. Achteraf gaf hij ruiterlijk toe: "dat hij de 2 E. GERARD , Koning Boudewijn, de regering en de binnenlandse politiek, in:Boude­ wijn. Een Koning en zijn tijd, Tielt, 1998, blz. 116 en 127; La Libre Belgique van 1 april 1981: 'Après la démission -suspendue- du gouvernement, Ie Roi en appelle aux "pouvoir de droit et de fait". La Belgique en guerre pour la survie de son économie'. 3 M. PLATEL, 'Martens IV- Eyskens 1 - Martens V', in: Res Publica, 1982, nr. 2, blz. 280. DE REGERING M. EYSKENS 43 1 kans met twee handen gegrepen had". 4 Ook Gaston Eyskens was van oordeel dat zijn zoon de opdracht niet kon weigeren. Het was, zei hij, een kans die hij in zijn leven niet dikwijls zou krijgen. Het was voor vader Eyskens een groot genoe­ gen zo zijn oudste zoon Mark te zien aantreden als Eerste Minister, nog geen tien jaar nadat hijzelf, eind januari 1973, die functie had neergelegd. 5 Het was de bedoeling van de formateur een coalitiewisseling uit te voeren door de socialisten in de regering te vervangen door de liberalen. Dit werd hem ech­ ter stellig afgeraden door de partijvoorzitters Tindemans en Vanden Boeynants, omwille van de smalle basis in Wallonië en omdat de PSC toen onder geen be­ ding wilde regeren met de liberalen, want dit zou de definitieve splitsing van de partij hebben betekend. 6 Ook de leiding van het VBO (Verbond van de Bel­ gische Ondernemingen) 7 was er tegen; zij vreesde immers sociale onrust. 8 Op 24 januari 1981 had het ABW al een betoging met zowat 100.000 deelnemers georganiseerd in Brussel en in verscheidene sectoren waren er stakingen uitge­ broken tegen de geplande herstelwet. Buiten verkiezingen -die werden afgewe­ zen door de Parti Socialiste, de CVP, het ACW en het paleis- bleef er voor de for­ mateur slechts een mogelijkheid over: verder werken met de socialisten. Zo kwam Eyskens aan het hoofd te staan van een coalitie, die hijzelf eigenlijk niet had ge­ wild. Bij de CVP verliep de opvolging van Martens door Eyskens niet ge makkelijk. Enkele leden van de Kamerfractie vonden dat Martens de laan werd uitgestuurd op een weinig elegante manier, vooral omdat hij moest opstappen terwijl de an­ dere CVP-ministers op hun post bleven.Op de vergadering van dinsdag 7 april deed Wilfried Martens het tij keren door zijn volledige steun toe zeggen aan de nieuwe regering en aan zijn opvolger. 9 In de "Gesprekken met zeven regerings­ leiders" zei Eyskens hierover aan Kris Hoflack: "Ik weet trouwens niet of Martens mijn optreden als een dolkstoot ervaren heeft. Hij heeft zich loyaal gedragen te­ genover mij . Mijn regering stuitte in de Kamerfractie op zware weerstand en op een gegeven moment stond Martens recht en zei hij overtuigend dat de fractie mijn regering een eerlijke kans moest geven." 10 Martens zag in dat hij - na vier regeringen op twee jaar tijd- best een tijdje zou verdwijnen als premier. Ook was hij ervan overtuigd dat de regering Eyskens slechts een overgangskabinet zou zijn en dat hij zelf spoedig zou terugkomen. Achteraf beschouwd was de aanstelling van Eyskens als premier een goede zaak voor Martens zelf. Het bezorgde hem een welgekomen en misschien zelfs een na­ gestreefde rustpauze. Jn zijn memoires noteert Georges Debunne daarover: 'In die tijd schreef ik dat Martens een duw in de rug had gekregen van Leo Tinde- 4 K. HOFLACK, De achterkant van de premier. Gesprekken met zeven regeringsleiders. Leuven, Kritak, 1995, p. 237. 5 Le Soir van 4 april 1981, 'Gaston Eyskens: ' Mark sait ce qu'il doit faire ... '. Kort inter­ view met Gaston Eyskens over zijn zoon Mark. 6 M. EYSKENS , interview in: De Standaard van 16 nove mber 1981; F. DELPEREE, Chro- nique de crise 1977-1982, Brussel, 1983, blz. 133. 7 Voorzitter Daniël Janssen en afgevaardigd-beheerder Raymond Pulinckx 8 H . DE RIDDER, Geen winnaars in de Wetstraat, Le uven, 1986, blz. 8 4. 9 H. DE RIDDER, Geen winnaars ... , blz.104 10 K. HOFLACK, o.c., p . 29. 432 RES PUBLICA mans, en dat de nieuwe CVP-voorzitter daarbij geen blijk had gegeven van veel fair-play. Vandaag ben ik er niet meer zo zeker van dat Martens zelf geen vrijwil­ lige fout heeft begaan, waardoor hij zelf een rode kaart heeft uitgelokt'.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages53 Page
-
File Size-