![De Natuurwetenschappelijke Betekenis Van Het Dinkelgebied](https://data.docslib.org/img/3a60ab92a6e30910dab9bd827208bcff-1.webp)
DENATUURWETENSCHAPPELIJK EBETEKENI SVA NHE TDINKELGEBIE D door Drs. 0.d eBruijn . Inhoudsopgave: 1.ORIENTERIN G . 2 1.1.Situerin g ind estree k 2 1.2.Kenschet sva nhe t gebied 3 2. PLANOLOGIE 4 3.INVENTARISATIE . 5 3.1. Indeling enkarterin g 6 3.2. Oppervlakte-gegevens 7 3.3.Toegankelijkhei d 7 3.4. Abiotisch milieu 8 3.4.1.Geologi ee ngeomorfologi e 8 3.4.2.Bodemgesteldhei d 10 3.5«Aardwetenschappelijk ebetekeni s 12 3.5.1.Inleidin ge nmethodie k 12 3.5-2.Resultate n 12 3.5.2.1.Geologisch ebetekeni s 12 3.5-2.2.Bodemkundig ebetekeni s 13 3.5»2.3.Geomorfologisch ebetekeni s 14 3.5.3.Conclusie s 17 3.6.Flor a enFaun a 19 ' 3.6.1.Botanisch ebetekeni s 19 3.6.1.1.Inleidin g enmethodie k 19 3.6.1.2.Resultate n 20 't Systematisch overzicht vand eflor a 20 Devegetatie sva nhe tonderzoekgebie d 31 ' 3.6.1.3.Conclusie s 6,0 3.6.2.Ornithologisch ebetekeni s 62 3.6.2.1.Inleidin ge nmethodie k 62 3.6.2.2.Resultate n 62 Systematisch overzicht vand ebroedvogelstan d6 2 Devogelstan d van dedivers ebiotope n 69 3.6.2.3.Conclusie s §4 3.6.3.Hydrobiologisch ebetekeni s 86 3.6.3.1.Inleidin g enmethodie k 86 3.6.3.2.Resultaten.... 86 Systematisch overzicht vand ebeekfaun a 87 Hydrobiologische gegevensove rd eafzonder-. .9 1 lijkebeke n inhe t Dinkelgebied Bedreigingen vanhe tbekensystee m 100 3.6.3.3.Conclusie s 104 3.6.4.Aanvullend e faunistische gegevens 106 3.6.4.1.Zoogdiere n ...106 3.6.4.2.Reptiele n enAmphibieë n 110 3.7. Vervallen 3.8. Archeologie encultuurhistori e 115 3.9.Behee ri nhe tverlede n 119 4. LITERATUUR 121 - 2- 1.ORIENTERIN G 1- 1• Situerin g ind estree k Het stroomgebied vand eDinke llig tdeel so pDuit se ndeel so p Nederlandsgebie d (figuur 1). Hetriviertj e ontspringtbi jHoltwic k inWestfale n (zieDingeldei n 19**8).Nabi jGlan epasseer td eDinke l onzelandgrens ,stroom tvervolgen si nnoordwaarts erichtin gdoo r Oost-Twente (ondermeerlang sLosse r enDenekamp) ,verlaa tda non s landwee r terhoogt eva nLattro p enval ttenslott enabi jNeuenhau s ind eVecht ,di eafwater to phe tIJsselmeer .Va nd eca »8 lk mlang e loopva nd eDinke lworde nongevee r3 6k mafgeleg d opNederland s grondgebied. OpDuit sgebie di sd eDinke lreed sjarenlan gvolledi ggekanaliseerd . OpNederland sgebie dha dhe triviertj e totvoo rkor tee nno gvrij ­ welnatuurlijk eloop .I n19& 5 i-s ^nruilverkavelingsverban dee n omleidingskanaal gegravenvana fd eBeverborgsbru g eni sd eBeneden - Dinkelvana fTilligt e gekanaliseerd.I n197 7i si nhe tkade rva n hetzogenaamd e "Dinkelconvenant"d eBoven-Dinke love ree nafstan d van3 k mrechtgetrokke n tussend egren sbi jGlan ee nd eZoekerbrug . Ditrappor tbehandel ti nhoofdzaa k hetDinkelda le naangrenzend e grondenlang she tongekanaliseerd e deeltusse nZoekerbru g enBever ­ borgsbrug: "invogelvlucht "ee nafstan dva n 11km ,"lang sd ebeek " eenafstan dva n1 9km .D ebreedt eva nhe teigenlijk e dali svaa k nietduidelij k aft egrenzen ,maa rlig tgewoonlij k tussen20 0e n 1000meter . Ophe ttrajec tZoekerbrug-Beverborgsbru g stromenenkel enagenoe g ongekanaliseerde zijbekeni nd eDinke luit :va nlink sd eva nd e Oldenzaalse stuwwalafkomstig eElsbeek ,Bethlehems eBeek ,Snoeyinks - beek,Luttermolenbee k enBloemenbeek ;va nrecht sd eui tDuitslan d afkomstigeRÜecbergerbeek .Zowe lwaterhuishouc'lfunâi gal sbiologisc h beschouwdvorme nd eDinke le nhaa rzijbeke nee ndusdani gnatuurlij k samenhangend geheel,da td e(smalle )zijdale nzovee lmogelij k inhe t onderzoek zijnbetrokken . Hethierbove naangeduid e stroomgebied vand eDinke li sgelege ni n degemeent eLosse r eni st evinde no pd eTopografisch eKaarte n35 Ae n 29c (schaal 1: 25.000) .D enader ebegrenzin gva nhe tonderzoekge ­ biedi saangegeve ni nparagraa f2. 1 (metfiguu r2) . 1o2o Kenschets van het gebied. Het onderzoekgebied kan gekarakteriseerd worden als een gevarieerd halfnatuurlijk landschap met een fraai ontwikkeld stelsel van on­ gekanaliseerde laaglandbeken: een oecosysteem, dat - ook ininter ­ nationaal opzicht - steeds zeldzamer wordt. Het Dinkeldal is in grote lijnen alsvolg t opgebouwde Langs het kronkelende riviertje liggen gewoonlijk zandige oeverwallen, daar­ achter min ofmee r vlakke stukken met beekbezinking in de vorm van fijne zanden en zandige kleien; in drassige laagten en oude beek­ lopen heeft zichvee nkunne nvormen, , Het dal is grotendeels in gebruik als grasland. Op de oeverwallen vindt men droog (vaak nog schraal)grasland , daarachter liggen vochtige, bemeste cultuurgraslanden. De variatie wordt sterk ver­ groot door lokale zandopduikingen en door devel e oude beekarmen en kolken met moerasvegetaties. Bovendien zorgen talloze verspreid staande oude wilgen,populiere n en eiken,hog e boomrijen, dichte heggen envel e verspreid gelegen bosjes inhe t Dinkeldal voor een steeds wisselend landschapsbeeld. Het eigenlijke dal wordt begrensd door hogere zandgronden..Voor een deel zijn deze bebost,verde r liggen hier deoud e essen (op­ gehoogd door eeuwenlange plaggenbemesting). Op deran d van dal en plateau zijn ook de oude Twentse boerderijen gevestigd, gewoonlijk fraai omgeven door opgaand loofhout. Het zal duidelijk zijn, dat de cultuurhistorische waarde van dit eeuwenoude enno g steeds gave nederzettingspatroon zeer groot is. De smalle zijbeken met hun dalen bezitten elk een eigenkarakter . Hun natuurwetenschappelijke betekenis isveela l zeer groot.Vaa k zorgen zeme t hun beekbegeleidende bossages voor een fraaieaf ­ wisseling van het jonge ontginningslandschap. Een complex van factoren is er verantwoordelijk voor, dat inhe t Dinkelgebied zo'nuitzonderlij k rijk halfnatuurlijk landschap kon ontstaan en voortbestaan: - de van nature zeer grote variatie van het abiotisch milieu ter plaatse (reliëf, bodems, waterhuishouding); - delang e en betrekkelijk stabiele ontwikkelingsgeschiedenis, waarin de.Twentse boer met zijn traditionele zorg voor het land­ schap centraal staat; k - - degeïsoleerd eliggin gaa n 'srijk sgrenzen ,waardoo r de"voor ­ uitgang"me ta lzij nnivellerend ebijverschijnsele nlangzame rda n eldersdoordrong ; - dekleinschalighei d vanhe tgebie d end eperiodiek e overstromingen vand eDinkel ,waardoo r hetgebie d zichslech tleen tvoo rmoderne , grootschaligelandbouwmethoden . Doorbovengenoemd e factorenkonde n zichplaatselij k inhe tDinkel - gebiedno gsteed sd erijke ,kenmerkend elevensgemeenschappe n vanhe t stroomdallandschaphandhaven .Helaa szij ni nrecent e tijdlokaa lzwar e aanslagen gepleegd oplandschap ,flora ,faun ae nd eDinke lzelv e doorciviel -e ncultuurtechnisch e werkzaamheden.Desondank sis , naastd ea lgememoreerd e cultuurhistorische betekenis,d enatuur ­ wetenschappelijke waardeva nhe tonderzoekgebie d nogsteed suit ­ zonderlijk groot,me tnam ei ngeo(morfo)logisch-, 'botanisch-V ,orni - thologisch- enhydrobiologisc hopzicht .Hiero p zali nd evolgè,nd e hoofdstukkeni ndetai lworde ningegaan . 3. INVENTARISATIE. 3«O .Bronnen . De inventarisaties van de samensteller van dit rapport zijn in het voorjaar en in de zomer van 1978verricht » De hierbijver ­ zamelde gegevens betreffen in hoofdzaak de volgende deelterreinen: landschapsoecologie (incl. natuurbeheer), botanie en ornithologie» Voorts zijn er in het verleden door tal vanpersone n belangwekkende inventarisaties op biologisch gebied verricht in het Dinkelgebied. Hiervoor wordt verwezen naar de inleidende paragrafen ("K-ethodiek" ) in de volgende hoofdstukken ennaa r de literatuurlijst aan het eind van dit verslag,,I n alle gevallen waren de desbetreffende onder­ zoekers desgevraagd bereid om hun basismateriaal ter beschikking te stellen (o.m.E.J .Weeda , P. Heitkamp, H. V/issink,A .Brinkman , B.Ens ,S » Mayer, F. van Stuyvenberg, P. Venema). Hierdoor konden demeest e in dit rapport vermelde gegevens op hun actuele v/aarde getoetst worden» Aanvullende informatie op natuurhistorisch gebied verstrekten o.m. nog de heren G.M. Roding, J.E.Maresch , J.G. Schulte enJ.J .Hofstra » Graag wil ik op deze plaats speciaal de heer R.A.B. Luiken bedanken, met wie ik vele gezamenlijke excursies maakte.Binne n hetStaats ­ bosbeheer ben ik met name veel dank verschuldigd aan de heer J.W.R. Hattink (districtskantoor Ootmarsum)e n de heer J.J.Kleuve r (con­ sulentschap Zwolle)voo r deplezierig e samenwerking, voor de vele verstrekte informatie en voor de waardevolle aanvullingen en eor- recties bij het critisch doorlezen van het manuscript. Hiernaast zijn er voor het opstellen van dit rapport o.m. nogde - volgende bronnen van informatie geraadpleegd: Kaarten: - Topografische kaarten (diverse uitgaven; schaal 1:10.000, 1:25.000) - Kadasterkaarten (ca. 1970;schaa l 1:5.000 ) - Bodemkaart (uitgave 1960;schaa l 1:200.000) - Geomorfologischekaar t (uitgave 1968; schaal 1:50.000,/ - Luchtfoto-interpretatiekaart van geomorfologische struk­ turen (uitgave 1976; schaal 1:6500), afgeleid van zwart/wit afdrukken van infrarood enKoda k Plus X opnamen, - Geologische kaarten (uitgave 1929/30; schaal 1:50.000) 6- Luchtfoto5s : --Fotokaarte n van het gehele onderzoekgebied (uitgave 1975, schaal 1:2.500). Natuurwetenschappelijke archieven: ~ tal van ongepubliceerde excursieverslagen, inventa­ risatierapporten enbeheersrichtlijne n in dearchie ­ ven van Consulentschap voor Natuurbehoud te Zwolle en van het Natuurmuseum teEnschede . 3»1 » Indelin g enkar terin/.;; . De grenzen van het onderzochte gebied zijn aangegeven in figuur 2. Voor het Dinkeldal en zijn naaste omgeving vallen deze grenzen in grote lijnen samen met de begrenzing van "natuurgebieden" en"ge ­ bieden met grote landschappelijke waarde", zoals deze naverken ­ ning zijn vastgesteld in het "Bestemmingsplan voor het buitenge­ bied van de gemeente Losser"
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages128 Page
-
File Size-