Genealogysk Jierboek 2008 1 FA nr. 1030 Genealogysk Jierboek 2008 © 2008 Fryske Akademy (Postbus 54, 8900 AB Ljouwert) Basis foarmjouwing: Roelof Koster bno, Mildaam Afûk, Postbus 53, 8900 AB Ljouwert NUR 680 ISSN 0928-0480 ISBN 978-90-6273-797-0 Neat út dizze útjefte mei op hokker wize dan ek fermannichfâldige wurde sûnder dat dêr skriftlike tastimming fan de útjouwer oan foarôf giet. De redaksje kin net oansprutsen wurde op ynhâld of strekking fan ûndertekene stikken. www.afuk.nl www.fryskeakademy.nl 2 ûnder redaksje fan ype brouwers, anne hielke lemstra, reid van der ley, pieter nieuwland en jarich renema, heraldysk meiwurker: rudolf j. broersma Genealogysk Jierboek 2008 3 4 … Ynhâld Andries Koornstra . Tjebbinga 7 Rindertje Bouma . Boelens/Boeles III 123 It foargeslacht fan ds. Pieter Jitses Boeles (1795-1875) Reitze Jonkman . Genealogie Posthuma 151 Pieter Nieuwland . Albert Hendriks Maneveld (1803-1861): 223 het levensverhaal van een “loser” Fryske Rie foar Heraldyk . Wapenregistraasje 261 5 6 … Tjebbinga 7 8 andries koornstra Tjebbinga > Voorwoord: puzzelen en verzamelen Het is de gewoonte een artikel in dit Jierboek te beginnen met enige woorden waarin de schrijver, al dan niet uitvoerig, de motivatie voor al zijn geploeter weergeeft. Ik zal hier niet van afwijken. Genealogisch onderzoek is voor mij een vehiculum om met twee dingen bezig te zijn die ik leuk vind: inderdaad, puzzelen en verzamelen. Het zo compleet mogelijk krijgen van een groep familieleden voedt de verzamelwoede, en de weg naar het completeren is het puzzelen. Veel dank ben ik verschuldigd aan de redactieleden Ype Brouwers, Anne Hielke Lemstra en Piet Nieuwland, die belangrijke aanvullingen leverden. Graag wil ik een extra woord van dank richten aan Jarich Renema, die zich werkelijk een slag in de rondte heeft gewerkt om de laatste generaties uit de grondverf te krijgen. Tenslotte voor “ondersteuning diversen” dank aan de dames Bergsma te Huizen en Huisman te Leeuwarden, en de heren Galama te Groningen en Hettinga te Harlingen. Heerenveen, augustus 2008 > Inleiding: Ut it selde skaei as Greate Pier Men zou zich af kunnen vragen waarom ik juist dit parenteel Tjebbinga heb samengesteld. Gewoon toeval, is eigenlijk het antwoord. In mijn eigen kwartierstaat kwam ik op een gegeven moment bij Jelte Romkes Tjebbinga uit, verderop te vinden onder IIb. Hij heeft zo’n vijftien jaar zonder ouders in mijn bestand gestaan. Totdat ik eens zat te bladeren in het boekje “Ut it selde skaei as Greate Pier”1 en hem daar zomaar zag staan, op bladzijde 19. Dat was nog eens een opsteker, een afstammeling blijken te zijn van Greate Pier, of beter, van zijn zuster. De schrijver van het boekje, de bekende genealoog R.S. Roarda, schenkt heel weinig aandacht aan het gezin van de ouders van Jelte Romkes Tjebbinga, Romcke Gerlofs en Lysbet Scheltes. Hij noemt de kinderen, maar werkt geen verdere nakomelingen van ze uit. Toen ik er eens mee aan de slag ging, bleek dat er al snel aardig wat nakomelingen boven tjebbinga 9 tafel kwamen. Dat groeide uit tot wat ik het eerste deel van mijn Greate Pier-projekt ging bestempelen, en dat thans als de parenteel van Romcke Gerloffs wordt gepubliceerd. Zo voorspoedig als het ging met het opsporen van de nakomelingen van Romcke Gerlofs bij zijn twee vrouwen, zo groot werden mijn twijfels over de door Roarda gegeven afstamming van Romcke Gerloffs. De vader zou Gerloff Aenes, boer op Oedzinga sate te Kimswerd, moeten zijn. Als het zo zat als Roarda het zag, zou de eerste vrouw van Romcke Gerlofs, de eerder genoemde Lysbet Scheltes, bij hun huwelijk al weduwe zijn van Romckes oomzegger, zoon van zijn broer, Jelte Piers. Met andere woorden, tijdstechnisch past de afstamming niet. Ook de namen van Romcke en Lysbets kinderen wijzen niet op verwantschap met Gerloff Aenes en zijn familie. De enige relatie is die via de eerste man van Lysbeth, de zojuist genoemde Jelte Piers. Zijn vader, Pier Gerloffs, is wel een zoon van Gerloff Aenes. > Van Donia naar Tjebbinga - Tjebbinga zate te Hidaard Bij de voorbespreking van deze publicatie met redakteur Ype Brouwers bleek dat hij Romcke Gerlofs al lang uit het gezin van Gerlof Aenes had laten vertrekken. Daar waren we het dus over eens. Maar het zou wel mooi zijn als hier de juiste afstamming kon worden gepresenteerd. Dat bleek nog niet zo gemakkelijk te zijn. Aanvankelijk was er niet veel meer voorhanden dan het feit dat er in de personele impositie van 1578 een Gerlef Romkes te Blija wordt vermeld. Een mager spoor. En ook wat uit de buurt, daar boven in Ferwerderadeel. Een andere aanwijzing is het gebruiken van de familienaam Tjebbinga. Niet door Romcke Gerlofs zelf, maar wel door beide zonen uit zijn eerste huwelijk, Gerlof en Jelte. De zathe Tiebbinga wordt bij Van der Aa2 een voormalige state ten oosten van Hidaard genoemd. “De juiste plaats waar zij gestaan heeft, weet men echter niet meer aan te wijzen” wordt erbij gezegd. Ook in onze tijd is er onzekerheid. Het boerderijenboek van Hennaarderadeel noemt stem 8 te Hidaard Tjebbinga.3 Maar of dit werkelijk Tjebbinga is, lijkt geenszins zeker. In het begin van de achttiende eeuw is de naam nog wel bekend in de omgeving. De gebruiker van stem 11 in 1698, de ontvanger en dorprechter Bauke Rinties, heeft een zoon Rintje Baukes,4 die de naam in ieder geval wel kent. Hij trouwt op 20 nov. 1701 in Bolsward, als Rintje Baukes Baukema, met Trijntje Jans Faber. Op 1 april 17135 komt diezelfde Rintje voor in een authorisatieakte als Rintie Baukes Tjebbinga, schoolmeester te Menaldum. Ook in de doop- en lidmatenboeken van Menaldum komt hij met die “nieuwe” naam voor. Deze Tiebbinga heeft geen familiebanden met onze Tiebbinga’s, zo lijkt het. Voor ons verhaal is het belangrijk dat Romcke Gerlofs, te Engelum, in 1602,6 10 genealogysk jierboek 2008 samen met Trijn Fedricksdr, vrouw van Jorrigen Haringhz, te Boksum, mede vanwegen Tiet Claasedr, te Beetgum, elk voor zover hen toekomt, 7½ pm in de zate, gebruikt door Douue Botes, verkoopt aan Claas Hansen te Hidaard. > De Tjebbinga’s van Hidaard.7 Een groep verkopers zoals hierboven vermeld, is waardevol omdat het gemeenschappelijk bezit dat ze verkopen bijna altijd familiebezit is. En dat betekent dus dat ze aan elkaar verwant zijn. Een akte van 15 dec. 15918 verschaft nadere informatie omtrent de familiebanden: Claes en Wyllem Jans zonen te Hidaard kopen voor 600 ggl. 17 pm in een zate te Hidaard, door de verkopers Douwe Boetez en Elck Douwedr bewoond, waarbij verkopers gebruik tijdens hun leven voor een jaarhuur van 20 ggl. bedingen. In de marge protest van Hotse Bottez voor hem en Gerlyf zijn broer, en Tryn Feddricksdr zijn broeders dochter, waarna zij de koop toestaan. In die akte zijn er vier Bote zonen op een rij, want Hotse noemt Douwe “mijn broeder”. We hebben nu Hotse, Gerlof, Douwe en Feddrick, van wie de laatste al is overleden. Dan is er nog een akte waaruit de onderlinge relatie van de verkopers uit 1602 helemaal helder wordt: In 15879 verkopen Cornelis Jansz, rechter te Britsum, en Jurgen Harinckz te Menaldum als voogden over Teth, de weesdochter van wijlen Claes Jansz bij Pietrick Feddericks, bij decreet omtrent 6 pm in Latsma saete te Berlikum. Deze drie aktes gecombineerd maken de verwantschap tussen Romcke Gerlofs, Tryn Feddricks en Tet Clases duidelijk. Ook kan met een redelijke mate van betrouwbaarheid worden aangenomen dat Romcke Gerlofs de zoon van Gerlof Bottes is. Romcke Gerlofs wordt overigens slechts één keer met familienaam aangetroffen. Dat is in 1617,10 net vóór zijn overlijden, op één van de kerkklokken van Hichtum: “Romke Gerlofs Oerns”. > Parenteel van Romcke Gerloffs. Er zijn acht generaties uitgewerkt, waarmee we in de tijd van de Burgerlijke Stand aankomen, waardoor duidelijk is welke families Romcke als voorvader hebben. > Eerste generatie I. Romcke Gerloffs, zoon van Gerloff Bottes, huisman te Engelum en te Hichtum (op Lutke Oorns), daar overl. vóór 5 maart 1618, trouwt 1. rond tjebbinga 11 ds. Pieter Boeles, 1795-1875, kryttekening. Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie 1595 Lysbeth Scheltes, overl. rond 1607, weduwe van Jelte Piers, dochter van Schelte Hessels en Tyets Feddes Buma; trouwt 2. in 1608 Teunke Hoytes, weduwe van Romcke Gerryts, van Oppenhuizen, dochter van Hoyte Hoytes Haytsma en Teunke Thonis.11 Teunke Hoytes trouwt 3. rond 1619 Claes Johannes, afkomstig uit Bolsward, koopman te Makkum. De eerste man van Lysbeth Scheltes, Jelte Piers, huisman te Kimswerd en Menaldum is een zoon van Pier Gerlofs en Anne Taeckes.12 Dit is de enige relatie die er tussen Romcke Gerlofs en de familie van Greate Pier is. Op 21 juli 159313 vragen Jelte Pierzn en Lisabeth Scheltedr echtelieden te Menaldum, consent op de koop van 25 pm land in een zathe te Arum, Watsema sate genoemd, gekocht van Siurdt Vitsezn Beima, burger binnen Franeker, voor 1600 ggl. Op 29 juni 160814 wordt Gerlof Piers te Arum, als aangetrouwde oom, geauthoriseerd tot curator over Tiets, 13 jaar, Jelte, 10 jaar, Gerlof, 7 jaar, Ancke, 5 jaar, en Lysbet, 2 jaar, kinderen van Romcke Gerloffs te Engelum bij zijn overleden vrouw Lysbeth Scheltes. Dit ten behoeve van een scheiding wegens een tweede huwelijk van Romcke met Toenke Hoytes. Voor de vaderlijke goederen van het enige weeskind van Romcke Gerryts en Teunke Hoytes wordt op 5 okt. 160815 voor het gerecht van Wymbritseradeel een scheiding geregistreerd. Deze wees, Teuncke Romckes, heeft onder meer recht op de helft van omtrent 40 pondematen land te Oppenhuizen, die wijlen Romcke Gerryts en zijn 12 genealogysk jierboek 2008 broer Oene Gerryts nog ongescheiden hadden. De akte wordt mede ondertekend door Romcke Gerleffzn. In 160816 is Romke curator over zijn stiefdochter Tjam Jeltes, die wordt gesterkt met Gerlof Piers, haar oom, en Wpt Joukes, haar aangetrouwde oom.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages280 Page
-
File Size-