1 2 3 4 ita ig le d Docentenhandleiding l e s k i s t Werkbladen ita ig le 1 2 3 4 d * * * * l e s k i s t Docentenhandleiding Credits Werkbladen Werkbladen A P1 F1 K1 S1 P1 Wat is mobilisatie? B P1* F1* K1* S1* P3 Hoeveel ruimte heeft een soldaat? P3* Zoek de verschillen C P2 F2 K2 S2 P4* Welke rang? D P2* F2* K2* S2* F1 Hoe heet het allemaal? P3 F3 K3 S3 E F2 Hoe werkt het? F P3* F3* K3* S3* F3* Wat gebeurt er op het fort? G P4 F4 K4 S4 F4 Wat heb je allemaal nodig? P4* F4* K4* S4* K3 Communicatie K4 Voorzieningen K4* Verbod S1 Topografie S2* Welke plaats komt onder water? S4 Werelderfgoed P2* Schrijf een brief K2* Kleine, middelbare en grote kring S3 Politiek 1 2 3 4 Docentenhandleiding Werkbladen 1* 2* 3* 4* Docentenhandleiding Credits ita ig le d Werkbladen l e s k i s t ita ig le Naam: d Werkbladen l Groep: e s k i s t A P1 F1 K1 S1 P1 Wat is mobilisatie? P3 Hoeveel ruimte heeft een soldaat? B P1* F1* K1* S1* Bekijk de wervingsposter op het digitale schoolbord goed en beantwoord de volgende vragen. P3* Zoek de verschillen C P2 F2 K2 S2 A DienstplichtP4* Welke of in dienst rang? gaan houdt in dat je? P2* F2* K2* S2* Verplicht soldaat bent in een oorlog. D In het leger gaat, omdat je dat zelf wilt. F1 Hoe heet het allemaal? P3 F3 K3 S3 Verplicht in het leger gaat. E F2 Hoe werkt het? B Wat wordt bedoeld met mobilisatie? F P3* F3* K3* S3* F3* Alle Watmannen gebeurt tussen 18 en 50er worden op het soldaat. fort? Het leger wordt klaargemaakt voor een eventuele oorlog. In alle forten worden soldaten gelegerd. G P4 F4 K4 S4 F4 Wat heb je allemaal nodig? P4* F4* K4* S4* C WelkeK3 zinCommunicatie is niet waar? In het filmpje en op de poster gaat het over jongens (en meisjes) die in dienst gaan. In het filmpje en op de poster gaat het over jongens (en meisjes) die vrijwillig soldaat K4 Voorzieningen willen worden. Het filmpje is opgenomen in vredestijd en de poster komt uit de tijd van de mobilisatie. K4* Verbod S1 Topografie S2* Welke plaats komt onder water? S4 Werelderfgoed P2* Schrijf een brief K2* Kleine, middelbare en grote kring S3 Politiek 1 2 3 4 Docentenhandleiding Werkbladen 1* 2* 3* 4* Docentenhandleiding Credits Werkbladen Werkbladen A P1 F1 K1 S1 P1 Wat is mobilisatie? B P1* F1* K1* S1* P3 Hoeveel ruimte heeft een soldaat? P3* Zoek de verschillen C P2 F2 K2 S2 P4* Welke rang? D P2* F2* K2* S2* F1 Hoe heet het allemaal? P3 F3 K3 S3 E F2 Hoe werkt het? F P3* F3* K3* S3* F3* Wat gebeurt er op het fort? G P4 F4 K4 S4 F4 Wat heb je allemaal nodig? P4* F4* K4* S4* K3 Communicatie K4 Voorzieningen K4* Verbod ita ig le S1 d Topografie l e s k i s t S2* Welke plaats komt onder water? ita ig le Naam: d Groep: l e t S4 Werelderfgoed s k i s P2* Schrijf een brief K2* Kleine, middelbare en grote kring Hieronder zie je een briefkaart die soldaten naar huis konden sturen. Wat zou jij schrijven? Denk je in dat je een soldaat bent in de Eerste Wereldoorlog in een van de forten van deS3 StellingPolitiek van Amsterdam. Schrijf op de kaart hoe het fort er uit ziet, wat je allemaal te eten krijgt en wat je allemaal doet. 1 2 3 4 Docentenhandleiding Werkbladen 1* 2* 3* 4* Docentenhandleiding Credits Werkbladen ita ig le d Werkbladen l e s k i s t ita ig le Naam: d l Groep: e s k i s t A P1 F1 K1 S1 P1 Wat is mobilisatie? B P1* F1* K1* S1* P3 Hoeveel ruimte heeft een soldaat? P3* Zoek de verschillen Je ziet hieronder een plattegrond van een soldatenslaapzaal uit een fort. C P2 F2 K2 S2 In zo’n slaapzaal sliepen vierentwintig soldaten in twaalf stapelbedden. TekenP4* twaalfWelke stapelbedden rang? in de plattegrond. Past het wel? D P2* F2* K2* S2* F1 Hoe heet het allemaal? P3 F3 K3 S3 E F2 Hoe werkt het? F P3* F3* K3* S3* F3* Wat gebeurt er op het fort? G P4 F4 K4 S4 F4 Wat heb je allemaal nodig? P4* F4* K4* S4* K3 Communicatie K4 Voorzieningen K4* Verbod S1 Topografie S2* Welke plaats komt onder water? S4 Werelderfgoed P2* Schrijf een brief K2* Kleine, middelbare en grote kring S3 Politiek 1 2 3 4 Docentenhandleiding Werkbladen 1* 2* 3* 4* Docentenhandleiding Credits Werkbladen Werkbladen ita ig le d l e s k i s t P1 Wat is mobilisatie? ita ig le Naam: d A P1 F1 K1 S1 l Groep: e s k i s t B P1* F1* K1* S1* P3 Hoeveel ruimte heeft een soldaat? P3* Zoek de verschillen C P2 F2 K2 S2 P4* Welke rang? D P2* F2* K2* S2* F1 Hoe heet het allemaal? P3 F3 K3 S3 E F2 Hoe werkt het? F P3* F3* K3* S3* F3* Wat gebeurt er op het fort? G P4 F4 K4 S4 F4 Wat heb je allemaal nodig? P4* F4* K4* S4* K3 Communicatie K4 Voorzieningen K4* Verbod S1 Topografie S2* Wat zijn deWelke overeenkomsten plaats en komt verschillen onder tussen de water? foto’s? Noteer het hieronder. Overeenkomsten:S4 Werelderfgoed Verschillen: P2* Schrijf een brief K2* Kleine, middelbare en grote kring S3 Politiek 1 2 3 4 Docentenhandleiding Werkbladen 1* 2* 3* 4* Docentenhandleiding Credits Werkbladen Werkbladen ita ig le P1 Wat is mobilisatie? d A P1 F1 K1 S1 l e s k i s t P3 Hoeveel ruimte heeft een soldaat? ita ig le Naam: d P1* F1* K1* S1* B l Groep: e s k i s t P3* Zoek de verschillen C P2 F2 K2 S2 P4* Welke rang? D P2* F2* K2* S2* F1 Hoe heet het allemaal? P3 F3 K3 S3 E F2 Hoe werkt het? F P3* F3* K3* S3* F3* Wat gebeurt er op het fort? G P4 F4 K4 S4 F4 Wat heb je allemaal nodig? P4* F4* K4* S4* K3 Communicatie K4 Voorzieningen K4* Verbod S1 Topografie Welke beroepen bestonden er allemaal in het leger, denk je? Kijk goed naar de symbolen hierbovenS2* Welke en op het plaatsdigibord. Ziekomt je de duif?onder Als je datwater? symbool op je uniform had, betekende het dat je een duivenoppasser was. Probeer zo te bedenken welk symbool bij welk beroep hoort. Schrijf er hieronder vijf op. S4 Werelderfgoed BeroepP2* ASchrijf een brief Beroep B Beroep C K2* Kleine, middelbare en grote kring Beroep D Beroep E S3 Politiek 1 2 3 4 Docentenhandleiding Werkbladen 1* 2* 3* 4* Docentenhandleiding Credits Werkbladen Werkbladen A P1 F1 K1 S1 P1 Wat is mobilisatie? P3 Hoeveel ruimte heeft een soldaat? gital i e d P1* F1* K1* S1* B l e s k i s t P3* Zoek de verschillen ita ig le Naam: d P2 F2 K2 S2 C l Groep: e s k i s t P4* Welke rang? D P2* F2* K2* S2* F1 Hoe heet het allemaal? P3 F3 K3 S3 E F2 Hoe werkt het? F P3* F3* K3* S3* F3* Wat gebeurt er op het fort? G P4 F4 K4 S4 F4 Wat heb je allemaal nodig? P4* F4* K4* S4* K3 Communicatie K4 Voorzieningen K4* Verbod S1 Topografie SchrijfS2* deWelke woorden opplaats de juiste komtplaats. onder water? KazerneS4 -Werelderfgoed Poterne - Hefkoepel - Poort - Kazemat - Fortgracht P2* Schrijf een brief K2* Kleine, middelbare en grote kring S3 Politiek 1 2 3 4 Docentenhandleiding Werkbladen 1* 2* 3* 4* Docentenhandleiding Credits Werkbladen Werkbladen A P1 F1 K1 S1 P1 Wat is mobilisatie? B P1* F1* K1* S1* P3 Hoeveel ruimte heeft een soldaat? ita ig le P3* Zoek de verschillen d l P2 F2 K2 S2 e s s t C k i P4* Welke rang? ita ig le Naam: d P2* F2* K2* S2* Groep: l e t D s k i s F1 Hoe heet het allemaal? P3 F3 K3 S3 E F2 Hoe werkt het? P3* F3* K3* S3* F3* Wat gebeurt er op het fort? F Zet de woorden op de juiste plaats in de zin. F4 Wat heb je allemaal nodig? G P4 F4 K4 S4 Vijand - Voorzijde - Afstand - Fort - Achter P4* F4* K4* S4* K3 Communicatie A De hefkoepels liggen aan de ………………………… van het fort want dit was de kant waar de ………………………… vandaan kwam. K4 Voorzieningen Kazematten liggen ………………………… het hoofdgebouw van een fort. B K4* Verbod S1 Topografie C Het geschut in de kazemat kon het terrein tussen en voor het naastgelegen ………………………… onder vuur nemen. S2* Welke plaats komt onder water? D DeS4 …………………………Werelderfgoed tussen twee forten mocht niet meer dan 3 km bedragen. P2* Schrijf een brief K2* Kleine, middelbare en grote kring S3 Politiek 1 2 3 4 Docentenhandleiding Werkbladen 1* 2* 3* 4* Docentenhandleiding Credits Werkbladen Werkbladen A P1 F1 K1 S1 P1 Wat is mobilisatie? B P1* F1* K1* S1* P3 Hoeveel ruimte heeft een soldaat? P3* Zoek de verschillen C P2 F2 K2 S2 ita ig le P4* d Welke rang? l D P2* F2* K2* S2* e s k i s t F1 Hoe heet het allemaal? ita ig le Naam: d Groep: l e t P3 F3 K3 S3 s k i s E F2 Hoe werkt het? F P3* F3* K3* S3* F3* Wat gebeurt er op het fort? P4 F4 K4 S4 F4 Wat heb je allemaal nodig? G Bekijk de foto’s op het digitale schoolbord goed.