Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2019–2020 35 483 Regels over inburgering in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering 20..) Nr. 62 VERSLAG VAN EEN WETGEVINGSOVERLEG Vastgesteld 21 juli 2020 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 29 juni 2020 overleg gevoerd met de heer Koolmees, Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, over: – het wetsvoorstel Regels over inburgering in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering 20..) (Kamerstuk 35 483). Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit. De voorzitter van de commissie, Rog De griffier van de commissie, Esmeijer kst-35483-62 ISSN 0921 - 7371 ’s-Gravenhage 2020 Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, 35 483, nr. 62 1 Voorzitter: Rog Griffier: Esmeijer Aanwezig zijn elf leden der Kamer, te weten: Becker, Van den Berge, Gijs van Dijk, Jasper van Dijk, De Graaf, Kuzu, Van Meenen, Peters, Rog, Segers en Stoffer, en de heer Koolmees, Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Aanvang 13.03 uur. De voorzitter: Aan de orde is het wetgevingsoverleg van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, onder andere over het wetsvoorstel Regels voor inburgering in de Nederlandse samenleving oftewel de Wet inburgering (35 483). Heel hartelijk welkom aan alle leden op deze historische plek: de Oude Zaal van de Tweede Kamer. Een hartelijk welkom aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en zijn ondersteuners. Wij hebben vijf uur de tijd om dit wetsvoorstel te behandelen. Dat betekent dat we tot 18.00 uur de tijd hebben. Dan moeten we de zaal verlaten. Het zou heel fijn zijn als wij de wet in die tijd kunnen behandelen. Het is een wetsvoorstel waarbij we een indicatieve spreektijd hebben van zes minuten. Als u zich daaraan kunt houden, redden we het in de tijd. Ik begrijp dat enkele leden iets over deze spreektijd heen zullen gaan. Daarom wil ik u vragen om het aantal interrupties in eerste termijn te beperken tot twee. Dan hebben we nog een reële kans dat we het wetsvoorstel vandaag kunnen afronden. We gaan volgens de begrotingsvolgorde de sprekers langs. De eerste spreker is het lid De Graaf van de fractie van de PVV. Ik geef hem het woord. De heer De Graaf (PVV): Dank u wel, voorzitter. Nou, die zes minuten ga ik niet eens redden hoor. Dat scheelt weer. Eindelijk ligt ie er dan. Dat is de lang geleden met veel tromgeroffel – volgens mij was het nog door Alexander Pechtold – aangekondigde nieuwe inburgeringswet. Trompetten in de aanslag. Iedereen in het gelid. D66 gaat werk maken van die inburgering. En Minister Koolmees, ook D66, heeft er met een batterij ambtenaren bijna drie jaar aan gesleuteld. Dan kom ik weer bij D66. Het Kamerlid Paternotte heeft namens die partij geen kans nagelaten om de door de Partij van de Arbeid in de persoon van oud-minister Asscher veroorzaakte chaos naar aanleiding van deze wet en de uitvoering daarvan in de schoenen van de PVV te schuiven. Maar nu gaat het dan echt gebeuren: D66 gaat het regelen. En wat zien we? Eigenlijk ligt er een soort ultra-politiek correcte maakbaarheidsgids die van iedere Aziaat en Afrikaan die naar Nederland komt binnen twee jaar een volledig Nederlandse modelburger maakt. Hoppekee! Nou, we gaan het meemaken, voorzitter. Was die vorige wet dan zo goed, kun je de PVV vragen. Ik stel de vraag niet voor niks, want een stukje historie kan natuurlijk veel zeggen over de te verwachten toekomst. Het antwoord op die vraag – je zou het van ons niet verwachten – is zowel ja als nee. De vorige wet werd namelijk van kracht met de belofte dat de immigratie- en asielstroom drastisch teruggedrongen zou worden, want een goede inburgeringswet is als een dweil. De clichés zijn eigenlijk altijd waar. Je hebt alleen wat aan een dweil als de kraan dicht is. Dat is geen hogere wiskunde. Ook hier geldt: het zijn kraan en dweil. De asielstroom is de kraan en de inburgeringswet is de dweil om te zorgen dat het daarna goed gaat. Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, 35 483, nr. 62 2 VVD en CDA slaagden er tijdens Rutte I niet in om aan die voorwaarden te voldoen. Sterker nog, volgens mij was het Minister Rosenthal die in heel de EU thee is gaan drinken om te kijken of er wat minder immigranten naar Nederland zouden komen. Dan zien we meteen het failliet van de EU, maar daar gaat het vanaf 13.30 uur in een andere zaal over. De heer Rosenthal ging overal thee drinken, maar al die EU-staten weigerden om mee te werken om Nederland een wat dichtere grens te geven. Voorzitter. Toen kwam Rutte II en met Minister Asscher werd er alles aan gedaan om de inburgeringswet te laten mislukken, want de grenzen in Nederland werden namelijk wijder dan ooit opengezet onder Rutte/ Asscher. De schuld voor het mislukken van de inburgering werd afgeschoven op het kapitalisme en de taalbureautjes. Ik zal niet zeggen dat daar nou zulk fantastisch werk is verricht, want kritisch moet je kunnen zijn. Er is daar ook door cowboys slecht werk verricht, maar er is ook door taalbureaus goed werk verricht. We hebben daarover vaak in de Kamer gesproken. De allergrootste fout waren de open grenzen. Immigratierecord na immigratierecord werd verbroken. En inderdaad, niet de kraan stond open, maar de dijk brak zelfs door. De PVV kreeg dan de schuld voor het mislukken van de inburgering. Alleen een dorpsgek begrijpt die logica. De reden waarom we ons afvragen of de voorliggende inburgeringswet gaat werken, is gelegen in het feit dat de grenzen nog steeds openstaan. De coronacrisis heeft natuurlijk laten zien dat die grenzen best wel dichter kunnen, alleen zitten we nu weer in een nieuwe tijd. Wacht maar, en de mensen komen weer. Iedereen kan hier binnenkomen wanneer de goede leugen maar wordt gepresenteerd of wanneer een allochtoon uit Eindhoven als bemiddelaar jou tot christen of homo verklaart. Is er al eens actie ondernomen richting die oplichter uit Eindhoven en zijn profiteurs? Zijn ze het land misschien zelfs al uitgezet vanwege oplichting, zo vraag ik hem. Dan de inburgeringswet. We zien een aantal verbeteringen in de nieuwe inburgeringswet, waaronder het afschaffen van ontheffingen op basis van aantoonbaar geleverde inspanningen en het verhogen van het taalniveau van A2 naar B1. De wet bevat daarmee zelfs een aantal eerder verworpen PVV-voorstellen. Hulde! Maar de vraag blijft of dat voldoende is voor een werkende wet. De grote achilleshiel is natuurlijk het feit dat veel van de uitvoering ingevuld wordt bij algemene maatregel van bestuur. Die AMvB’s hebben we in de vragenronde ook bij meerdere partijen gezien. De ontheffing op basis van aantoonbaar geleverde inspanning voor bijvoorbeeld analfabeten is wel geschrapt, maar er kan zomaar bij AMvB bepaald worden dat iemand op basis van analfabetisme toch een ontheffing krijgt. Kan de Minister nog eens ingaan op de uitzonderingen die mogelijk zijn? De gronden vinden wij te vaag omschreven. Waar ligt nou de grens? Wanneer wordt iemand uitgezet als hij echt met zijn pet ernaar gooit? Kan de Minister daarop ingaan en dan met name op het gevaar van willekeur. En dan heb ik het niet alleen over de willekeur die via een AMvB geregeld kan worden, maar ook de willekeur van de ambtenaar van de gemeente aan het eind van het traject. Is er in de gemeentes misschien wel verschil tussen de uitvoering mogelijk, waardoor ambtenaar a in Appelscha dit zegt en ambtenaar b in Breda iets anders? Ik ben bijna klaar, voorzitter. Een persoonlijk inburgeringsaanbod op maat klinkt heel mooi, maar vraagt enorm veel van de gemeentes. Dat levert een enorme bureaucratie op en het werk zal in de meeste gevallen bij de inburgeringsindustriebureautjes terechtkomen die straks door de gemeente worden ingeschakeld. Is dat niet van de regen in de drup, vraag ik via de voorzitter aan de Minister. Kan de Minister uitleggen wie er straks gebaat is bij die grote verschuiving van de ene bureautjes naar de andere door overheid ingeschakelde taalbureautjes? Daar ligt de vraag. Cui bono? Wie profiteert? En dan spreken we natuurlijk niet over het antwoord dat Tweede Kamer, vergaderjaar 2019–2020, 35 483, nr. 62 3 de inburgeraar of de maatschappij zal profiteren. Maar waar gaat het geld heen? Follow the money. Hoe gaat dat lopen? Ik wil dat weten, zodat wij dat kunnen volgen. Voorzitter, voordat ik klaar ben, heb ik nog een vraag. De PVV heeft verder zeer grote vraagtekens geplaatst bij het voornemen om gemeenten te belonen voor succesvolle inburgering. Dat geeft het risico van een perverse prikkel tot het leveren van slechts papieren succes, zoals we hebben gezien bij het reguliere onderwijs. Hoe gaan we dat op een goede manier controleren? Dus, voorzitter, we hebben veel vragen. Er ligt een iets strengere inburgeringswet die gedeeltelijk een hangmatwet is, vanwege het ontzorgen, maar er is ook willekeur achteraf mogelijk in de beoordeling van de geleverde inspanning. En van de AMvB’s kennen we inhoud nog niet. De grootste verschuiving vindt dus plaats van particuliere taalbu- reautjes naar door de overheid ingeschakelde taalaanbieders. En we weten dat het niet altijd een garantie op succes geeft, als de overheid dingen gaat regelen. Was het maar zo’n feest! De grenzen moeten dicht, want anders kunnen we veranderen wat we willen, maar dan gaat het misschien niet opschieten. Onze meest positieve houding kan dan ook worden omschreven als: God zegene de greep, maar gooi vooral de grenzen dicht. Daar laat ik het nu vooral bij. De voorzitter: Dank u wel, meneer De Graaf. Voordat ik de volgende spreker aankondig, wil ik nog even aangeven dat de heer Paternotte er op dit moment niet is.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages98 Page
-
File Size-