PDF Van Tekst

PDF Van Tekst

De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 16. Brieven 2204-2356 Desiderius Erasmus Vertaald door: Tineke ter Meer bron Desiderius Erasmus, De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 16. Brieven 2204-2356 (vert. Tineke L. ter Meer). Ad. Donker, Rotterdam 2018 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/eras001corr17_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. 9 Inleiding Erasmus van augustus 1529 t/m juli 1530 Uit de periode 9 augustus 1529 tot en met 31 juli 1530 zijn 156 brieven van en aan Erasmus bekend. De vorm waarin ze zijn overgeleverd varieert van een geautoriseerde gedrukte versie tot een rommelig kladje vol doorhalingen. Tot die laatste categorie horen elf brieven van de jurist Bonifacius Amerbach, hoogleraar aan de universiteit van Bazel. Van Erasmus ontving hij in deze periode eenzelfde aantal eigenhandig geschreven brieven en nog twee waarvan alleen kopieën bekend zijn. Al deze brieven dragen het karakter van privé-correspondentie. Dat laatste geldt bij uitstek voor hun brieven over Erasmius Froben, de jongste zoon van de overleden drukker Johann Froben en petekind van Erasmus. De ongeveer vijftienjarige jongen had enige tijd bij zijn peetvader in Freiburg doorgebracht en was vervolgens door zijn beduidend oudere halfbroer Hieronymus weer meegenomen naar Bazel. Blijkbaar liepen de meningen uiteen hoe de verdere opleiding van Erasmius eruit moest zien. Erasmus ziet hem het liefst in Leuven studeren, maar de familie heeft daar andere gedachten over. Helemaal zeker van zijn zaak is ook Erasmus zelf niet. Terug in Bazel laat de jongen niets van zich horen en blijkens brief 2229 had hij een briefje dat de grote geleerde aan hem had geschreven in Freiburg laten liggen. Uiteindelijk vertrekt Erasmius inderdaad naar Leuven, maar op dat moment heeft Erasmus al bijna spijt van de aanbevelingsbrief die hij heeft meegegeven voor Conradus Goclenius, hoogleraar Latijn aan het Drietalencollege aldaar. Erasmus vreesde dat Erasmius in Bazel in aanraking zou komen met ketterse ideeën. De drukkerij van Froben had namelijk een uitgave van Chrysostomus in Latijnse vertaling op stapel staan en dit had geleid tot contact met de Bazelse reformator Johannes Oecolampadius, die eerder vertalingen van deze kerkvader had gepubliceerd (brief 2231). Verder was Simon Grynaeus bij het project betrokken, iemand die eveneens tot het andere kamp behoorde. Erasmus zelf was in het voorjaar van 1529 naar Freiburg verhuisd om iedere schijn te vermijden dat hij de omwenteling die in de stad had plaatsgevonden goedkeurde. Amerbach daarentegen bleef in Bazel ondanks Desiderius Erasmus, De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 16. Brieven 2204-2356 10 steeds verdergaande maatregelen tegen degenen die weigerden de oude kerk los te laten. In zijn brieven aan Erasmus kon hij zich vrij uiten over de evangelischen, zoals de aanhangers van de reformatie werden genoemd. Of zijn opmerking over de veiling van kerkelijke gewaden (‘Je zult binnenkort zien dat we allemaal, geheel volgens de christelijke eenvoud, zijden kleding aanhebben’) werkelijk Erasmus heeft bereikt, weten we niet, omdat de bewuste passage slechts in één van de bewaard gebleven kladversies staat (brief 2248). Ditzelfde geldt voor het ironische slot van brief 2267 over de kwestie of Hendrik VIII mocht scheiden van Catharina van Aragon. Amerbach voelde zich verplicht Erasmus op de hoogte te stellen van enkele publicaties van de kant van de evangelischen in Straatsburg, zodat hierop een adequate reactie kon volgen (nrs. 2219, 2289 en 2312). Op verzoek van Erasmus zorgde hij ook voor een exemplaar van Luthers pamflet over de oorlog tegen de Turken, gepubliceerd rond de tijd dat Erasmus zijn eigen De bello Turcico schreef. Omdat dit laatste werk begint en eindigt met een aanspreking tot de persoon aan wie het is opgedragen, Johann Rinck, zijn die gedeelten als brief opgenomen, met nog een derde passage (nr. 2285). Erasmus bekritiseert daarin het gebrek aan vrijgevigheid als het om de financiering van een dergelijke oorlog gaat, maar levert tevens scherpe kritiek op de handel in aflaten die gebruikelijk was om zulke ondernemingen te bekostigen. De mensen hebben überhaupt genoeg van aflaten. Die mochten bijvoorbeeld verkocht worden na een overstroming in West-Vlaanderen: ‘Men gaf royaal, zodat de getroffenen met dat geld geholpen zouden worden.... Waar dat geld naartoe is gegaan hoef ik niet te vertellen, in elk geval is er niets gebruikt voor het doel waarvoor het was ingezameld.’ De hier verwoorde kritiek op aflaten wordt nadrukkelijk in de mond gelegd van ‘de mensen’. Erasmus hoedt zich ervoor een gebruik dat door de kerk was goedgekeurd te hekelen; zijn kritiek geldt alleen het misbruik dat ervan wordt gemaakt. In brief 2205 aan Johann von Botzheim gaat hij op dezelfde wijze nog andere kerkelijke gebruiken langs. Ook in deze brief probeert Erasmus het risico te vermijden dat hij door zijn kritiek met Luther wordt geassocieerd: hij wil geen mensen verdedigen die iets wat op zichzelf goed is aanvallen omdat sommigen het misbruiken. Een goede vriend van hem, Cuthbert Tunstall, bisschop van Londen, raadt hem in brief 2226 aan zich duidelijker te profileren met betrekking tot het vraagstuk van de eucharistie. Erasmus doet dat met de uitgave van een werk van de middeleeuwse theoloog Alger van Luik over dit onderwerp, met een voorrede die iedere twijfel over zijn acceptatie van de traditionele visie van de kerk moet wegnemen (brief 2284). Desiderius Erasmus, De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 16. Brieven 2204-2356 11 Erasmus' vijanden van katholieke zijde konden niettemin op een ferme repliek rekenen. De nog geen dertigjarige Leuvense franciscaan Frans Titelmans produceerde een wijdlopige dialoog tussen hemzelf en de ‘oudjes’ Lorenzo Valla, overleden in 1457, Erasmus en diens oudere tijdgenoot Jacques Lefèvre, die zich met de Griekse tekst van het Nieuwe Testament hadden beziggehouden. Johann von Botzheim ontving op zijn eigen verzoek een voorproefje van Erasmus' weerlegging, waarvan de epistolaire gedeelten zijn opgenomen als brief 2206, met passages over het taaleigen van het Nieuwe Testament en de status van de Vulgaat. Van Spaanse zijde had Luis de Carvajal de aanval op Erasmus geopend. Zowel hij als zijn Leuvense medebroeder zijn doelwit van de felle brief 2275, gericht aan de franciscanen in het algemeen. In het voorjaar van 1530 gaat het bericht rond dat de keizer in Bologna van de paus de keizerskroon heeft ontvangen en op weg is gegaan naar Augsburg, waar een rijksdag gehouden zou worden. Ook anderen waren onderweg. Zo ontving Erasmus uit Linz brief 2309 van Johann Henckel, die meereisde met Maria van Oostenrijk. Hij beantwoordt daarmee een brief die, zo laat Henckel weten, met het recent opgezette postsysteem naar de plaats van bestemming was gebracht. Eveneens uit Linz kwam een brief van Caspar Ursinus Velius die zich in het gevolg van koning Ferdinand bevond. Ursinus Velius schrijft dat zijn huwelijksfeest in Wenen ten tijde van het beleg niet begeleid werd door luitmuziek, maar door het gekletter van Turkse wapens. De volgende dag, zo vertelt hij, stuurt hij zijn echtgenote en familie de stad uit; drie dagen later weet hijzelf nog net weg te komen (brief 2313). De kwestie van de Turkse dreiging stond op de agenda van de rijksdag, die op 20 juni 1530 door Karel V werd geopend. Daarnaast was het de bedoeling dat er een oplossing werd gevonden voor de godsdienstkwestie. Simon Pistoris bericht Erasmus op 27 juni over een tekst die twee dagen daarvoor was voorgelezen tekst, de Confessie van Augsburg (brief 2333). Pistoris is een van de correspondenten die laat blijken dat Erasmus in Augsburg wordt verwacht om advies uit te brengen. Het gerucht ging zelfs dat hij door de keizer was ontboden (brief 2350a). Veelzeggend is brief 2354 van Cornelis Croock, waarvan de inhoud geheel losstaat van de rijksdag, maar waarvan de adressering ‘Freiburg im Breisgau of Augsburg’ luidt. Erasmus bleef evenwel in Freiburg, om twee redenen: hij is ziek en hij weet geen oplossing. ‘Als iemand iets redelijks naar voren brengt, krijgt hij meteen “Dat is lutheranisme!” naar zijn hoofd’. Dit laatste schrijft hij aan Melanchthon, die evenals anderen een uitvoerige beschrijving van zijn ziekte krijgt (brief 2343). Desiderius Erasmus, De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 16. Brieven 2204-2356 12 Hoe het Erasmius Froben in Leuven verging, valt te lezen in een wat ontnuchterende brief van Goclenius (nr. 2352), waaruit blijkt dat Erasmus zijn aanbeveling in een latere, niet bewaarde brief genuanceerd heeft. In dezelfde brief doet Goclenius een verwoede poging de ander iets uit te leggen op financieel gebied. Zijn conclusie is dat Erasmus geen aandacht voor dergelijke zaken heeft. ‘Je gedachten zijn natuurlijk zo bij die gewijde studie waarmee je een zegen voor onze generatie bent, dat ze niet tot deze nietigheden afdalen.’ De vertaling van de brieven is gebaseerd op de uitgave van de Latijnse tekst door P.S. en H.M. Allen (Opus epistolarum Des. Erasmi Roterodami, deel 8), aangevuld met brief 2253a uit deel 11 en drie niet in de uitgave van Allen opgenomen brieven (2233a, 2259a en 2350a). Voor de noten is gebruik gemaakt van The Correspondence of Erasmus, deel 16 (vertaling Alexander Dalzell, noten James M. Estes), onderdeel van de Collected Works of Erasmus uitgegeven door de University of Toronto Press. Wanneer er bij verwijzingen naar andere correspondentie geen noot staat, betreft het brieven die niet teruggevonden zijn. Graag dank ik Robin Buning voor zijn aantekeningen bij een eerdere versie van de vertaling. Desiderius Erasmus, De correspondentie van Desiderius Erasmus. Deel 16. Brieven 2204-2356 13 2204 Aan Janus Cornarius Freiburg, 9 augustus 1529 Erasmus groet de arts Janus Cornarius uit Zwickau U met uw geweldige gaven verdiende het dat ik u met groot enthousiasme in de armen zou sluiten, zeer geachte Cornarius, en met alle mogelijke voorkomendheid zou bejegenen. Het ligt ook beslist in mijn aard voor mensen zoals u respect te hebben en genegenheid te voelen.

View Full Text

Details

  • File Type
    pdf
  • Upload Time
    -
  • Content Languages
    English
  • Upload User
    Anonymous/Not logged-in
  • File Pages
    339 Page
  • File Size
    -

Download

Channel Download Status
Express Download Enable

Copyright

We respect the copyrights and intellectual property rights of all users. All uploaded documents are either original works of the uploader or authorized works of the rightful owners.

  • Not to be reproduced or distributed without explicit permission.
  • Not used for commercial purposes outside of approved use cases.
  • Not used to infringe on the rights of the original creators.
  • If you believe any content infringes your copyright, please contact us immediately.

Support

For help with questions, suggestions, or problems, please contact us