deSingel deSingel 89-90 Desgumlei 25 • 2018 Antwerpen 03/237.61.58 HOOGDAGEN INSTRUMENTAAL ENSEMBLE CAPRICCIO SOLISTEN SCHOLA CANTORUM BASILIENSIS René Jacobs BUXTEHUDE 15 EN 16 APRIL 1990 INSTRUMENTAAL ENSEMBLE CAPRICCIO De concertreeks Hoogdagen wordt georganiseerd door deSingel en de Concertvereniging van het Conservatorium. violen Mihoko Kimura Annette Sichelschmidt viola da gamba Philippe Pierlot CVC onder auspiciën van het Ministerie van Sophie Watillon de Vlaamse Gemeenschap cello Roel Dieitiens violone Dane Roberts Dienst voor Muziek en Culturele Film orgel Yvon Répérant theorbe Karl-Ernst Schroeder trompet Susan Williams François Petit-Laurent pauken Jan Huylebroeck SOLISTEN V A N DE SCHOLA CANTORUM BASILIENSIS soprani Maria Christina Kiehr Tannie Willemstijn contratenor Andréas Scholl tenor Gerd Tlirk bas Ulrich Messthaler zondag 15 april 90 muzikale leiding RENÉ JACOBS inleidend gesprek 19.15 uur aanvang concert 20.00 uur pauze 20.40 uur PRO G RAM M A einde 21.40 uur DIETRICH BUXTEHUDE maandag 16 april 90 1637-1707 Membra Jesu Nostri, BuxWV 75 inleidend gesprek 14.15 uur aanvang concert 15.00 uur PAUZE pauze 15.40 uur einde 16.40 uur Heut Triumphieret Gottes Sohn, Bux WV 43 RENE JACOBS René Jacobs kwam als jonge koorzanger in de Gentse kathedraal al gauw in contact met de oude vocale muziek en de Gregoriaan­ se zang. Hij studeerde simultaan klassieke filologie aan de RUG en zang aan d e conservatoria van Brussel en Den Haag. Ontmoetin­ gen met d e gebroeders Kuijken, Gustav Leonhardt en Altred Deller zetten hem ertoe aan zich te specialiseren in de oude muziek. De herontdekking van vergeten oude meesters als Sigismundo d ’in­ dia, Luigi Rossi en Michel Lambert is aan het onderzoek van René Jacobs te danken. Ondertussen nam René Jacobs meer dan 80 platen op, waarvan er verschillende bekroond werden (Grand Prix du Disque Charles Cros, Deutscher Schallplattenpreis, Edison Award, Cecilia Award, International Record Critics Award). Hij staat vooral bekend als groot specialist van Bach en Handel. Op het operare­ pertoire van Jacobs staan o.a. de titelrollen van Glucks ’Orteo’, Handels ’Admeto’, ’Orlando', 'Alessandro’, Tolomeo’ en ’Giulio Ce­ sare', Rameaus ’Platée’, en Cavalli’s ’Xerse’ en ’Giasone’. Daarnaast zong hij eveneens ’Ottone’ in Monteverdi’s ’L’Incoronatione di Pop- pea’ en ’Oberon’ in Brittens ’Midsummer Night’s Dream’. Als dirigent was René Jacobs actief in operaprodukties als ’Orontea’ van Cesti, ’Xerse’ en ’Giasone’ van Cavalli, 'Le Cinesi’ en 'Echo et Narcisse’ van Gluck, ’Flavlo’ en ’Alcina’ van Handel, en ’L’Incorona­ tione di Poppea’ van Monteverdi. René Jacobs doceert interpretatie van de barok aan de Schola Cantorum Basiliensis. SOLISTEN VAN DE SCHOLA CANTORUM BASILIENSIS MARIA CHRISTINAKIEHR TANNIEWILLEMSTIJN De sopraan Maria Christina Kiehr is Argentijnse en studeerde viool en De Nederlandse sopraan Tannie Wilemstijn studeerde aan de con­ zang in haar geboorteland. Zij perfectioneerde zich in het barokre- servatoria van Rotterdam en Den Haag. Sinds 1979 maakt zij deel pertoire bij René Jacobs en vervolmaakte zich zangtechnisch bij uit van het Nederlands Kamerkoor. Eva Krasnai te Basel. In 1983 maakte zij haar operadebuut tijdens het Holland Festival Zij deed verscheidene concerten en opnamen met groepen als Oude Muziek (Utrecht) met ’La Serva Padrona’ van Pergolesi. De Hesperion XX, de Capella Reial en het Ensemble Vocal Européen. operahuizen van Berlijn en Braunschweig nodigden haar uit voor Met haar eigen ensemble Daedalus specialiseerde ze zich in de gastoptredens. XVde eeuwse muziek. In Berlijn maakte zij ook TV-opnamen met liederen van Schubert en Maria Christina Kiehr trad als soliste op in de testivals 'Wratislavia Berg. Met het Guarneri Trio maakte zij een plaatopname van Sjosta- Cantons’ (Polen), ’Oude Muziek’ (Utrecht), ’La semaine Sainte’ (Arles), kovitsj’ ’Romanzen-suite’. Met het Amsterdam Baroque Orchestra van 'Festwoche der Alten Musik’ (Innsbruck), met als dirigenten Jordi Sa- Ton Koopman zong zijn o.a. diverse solo-cantates. vall, Philippe Herreweghe, Michel Piguet, Gabriel Garrido en uiter­ aard René Jacobs. Zij zong operarollen in ’L’Incoronatione di Poppea’, ’Orontea’ en ’Giasone’. ANDREAS SCHOLL De jonge contratenor Andréas Scholl werd op 7-jarige leeftijd lid van het Kiedricher Choruben, een knapenkoor met een 650-jarige koortraditie. Sinds 1987 studeert hij bij René Jacobs en Richard Levitt aan de Schola Cantorum Basiliensis. GERDTÜRK ULRICH MESSTHALER De tenor Gerd Türk zong eerst bij de Limburger Domsingknaben. Hij De bas Ulrich Messthaler studeerde eerst schilderkunst en filosofie, en studeerde later bij Helmut Rilling en Arleen Auger aan de Musikhoch- pas daarna muziek, met als zangleraars Emmy Lisken, Kurt Widmer schule te Frankfurt, en bij René Jacobs te Basel. en Dennis Hall. Bij René Jacobs werd zijn interesse voor de barok­ Als concertzanger is hij in heel Europa bekend, waar hij op de grote muziek aangewakkerd. Nog tijdens zijn studietijd nam hij al deel festivals zong onder leiding van dirigenten als Philippe Herreweghe, aan grote festivals als Arles, Stuttgart, Lyon, Milaan, München en René Jacobs, Jordi Savall, Ton Koopman en Konrad Junghanel. Zijn Innsbruck. Sinds 1987 zingt hij ook aan de opera van Basel. specialiteit is de ensemblezang, en hij is dan ook lid van verschillen­ De grote muzikale voorbeelden van Messthaler zijn Sergiu Celidiba- de groepen met een repertoire van middeleeuws tot vroeg-barok. che en Bobby McFerrin. Tot zijn toekomstplannen behoren operaprodukties te Montpellier en Basel. Gerd Türk doceert aan de Musikhochschule Heidelberg- Mannheim. INSTRUMENTAAL ENSEMBLE CAPRICCIO DIETRICH BUXTEHUDE Capriccio is een jong Duits barokorkest dat zich in de eerste plaats Dietrich Buxtehude (1637-1707) was als organist werkzaam in zijn richt op het expressieve repertoire van de 17de eeuw, en dit in te­ geboortestad Helsingborg in Zweden en na 1668 in de Noordduitse genstelling tot nogal wat barokorkesten die zich veelal met 18de en hanzestad Lübeck, waar hij aan het hoofd stond van een intens zelts 19de eeuwse bezighouden. muzikaal leven. Zijn faam als orgelvirtuoos was zo groot dat zowel Het universum van Capriccio is de 17de eeuwse Duitse en Italiaanse de jonge Handel als Bach een reis naar Lübeck ondernamen om muziek. De barokviolist Mihoko Kimura heeft de muzikale leiding van de meester te horen. Buxtehudes orgelwerk geldt als het absolute het ensemble. Hij is één van de persoonlijkheden die binnen de a c ­ hoogtepunt van de Noordduitse school en had een onmiskenbare tuele barokinterpretatie het meest tot de verbeelding spreekt. invloed op Bach. MEBRAJESU NOSTRI Cantatencyclus in zeven delen over de lijdende Christus aan het kruis De passiemuziek Membra Jesu Nostri is bare schatten van de universiteitsbiblio­ geschreven. Ook al is hij niet de auteur zicht van Christus als een grote eenheid het meest omvattende en expressieve theek van Uppsala, bevindt zich het daarvan, zijn sermoenen op het Hoog­ gevormd, die tot in de weldoordachte vocale werk in het Latijn dat van Die- manuscript in tabulatuur met de op­ lied van Salomon hebben sterke inhou­ orde van toonaarden (c, Es, g, d, a, e, trich Buxtehude bekend is. Ondanks de dracht in het handschrift van Buxtehu­ delijke invloed uitgeoefend. c) wordt doorgedreven. Deze eenheid lengte, behoort het werk niet tot het de. Op basis van deze tabulatuur Vandaag is het auteurschap nog niet van het geheel onderstreept hij nog, genre ’Abendmusik’, noch tot de wer­ werkte Düben de stemmen uit. Ook definitief duidelijk. Ook Arnulf von Lö- door in de eerste cantate de letters l(n) ken die geschikt zijn voor de kerkelijke hiervan is de oorspronkelijke kopij nog wen (1200-1250) had er een aanzienlijk N(omine) J(esu) vooraan te plaatsen en dienst. Het is intieme godsdienstige ly­ voorhanden. aandeel in. aan het einde de woorden Soli Deo riek, die in de eerste plaats bestemd is De Membra Jesu Nostri is een cyclus Buxtehude ontleende voor elk van zijn Gloria te zetten. voor persoonlijke religieuze meditatie. In van zeven cantaten, waarin op innige zeven cantates drie halfstrofen van elk de zeventiende eeuw nam deze ont­ en hartstochtelijke wijze gemediteerd van de zeven hymnen van de wikkeling samen met een subjectieve wordt over de lichaamsdelen van Je­ Rhymthmica Oratio en vormde daaruit vroomheid steeds toe in omvang en zus en het lijden dat zij hebben moeten in elke cantate een driestrofige aria bo­ belangrijkheid. Een ontwikkeling die doorstaan: de voeten, de knieën, de ven een gelijkblijvende bas, in de stijl vreemd was aan de eeuw van de re­ handen, de borst, het hart en het g e­ van zijn tijd. Met deze hymnestrofen formatie laat. De titels en de aanvangsregels verbindt hij bijbelteksten, meestal uit het De Membra Jesu Nostri nemen in het to­ van de respectievelijke kantaten zijn: oude testament. Daaruit vormt hij de tale werk van Buxtehude dezelfde vocale hoofdzln van de cantate, die plaats in als de Cantationes Sacrae bij I. AD PEDES Ecce super montes de inleidende sonata volgt en na de Heinrich Schütz. Het is opmerkelijk dat II. AD GENUA Ad ubera portabimini aria herhaald wordt. De herhaling ont­ de twee meesters ongeveer dezelfde III. AD MANUS Qufd sunt plagae istae breekt enkel in de laatste cantate. leeftijd hadden, toen zij deze uiterst ex­ IV. AD PECTUS Sicut modo geniti infantes Daar staat een uitdeinend Amen in de pressieve getuigenissen van persoonlij­ VI. AD C O R Vulnerasticormeum plaats. Elk van de zeven cantaten ke vroomheid creëerden. VII. AD FACIE Millustrafaciemtuam vormt op zich een gesloten
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages15 Page
-
File Size-