‘Het album Pandora van Jan Six (1618-1700)’ George J. Möller bron George J. Möller, ‘Het album Pandora van Jan Six (1618-1700).’ In: Jaarboek van het Genootschap Amstelodamum 76 (1984), p. 69-101. Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/moll013albu01_01/colofon.htm © 2001 dbnl / George J. Möller 69 Het album Pandora van Jan Six (1618-1700) door drs. George J. Möller In de Collectie Six te Amsterdam 1 bevindt zich het album amicorum Pandora van Jan Six. Tot nu toe was van dat album niet veel meer bekend, dan dat Rembrandt, beschermeling van Jan Six, er twee tekeningen in had gemaakt. Er was slechts éénmaal een enigszins uitgebreid overzicht gegeven van de inhoud van het album 2. Dit artikel, van J. Six in het Haagsch Maandblad uit 1924, was echter nogal onvolledig en bevatte een aantal onvolkomenheden. Het is dan ook niet overbodig om het album van Six nog eens aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen en een integraal overzicht te geven van de inhoud ervan 3. Het album van Six is het bestuderen zeker waard. Allerlei culturele en persoonlijke relaties worden, als de draden van een web, in het album Pandora zichtbaar. De volmaeckte hovelinck Toen Jan Six 4 op 14 januari 1618 werd geboren, was zijn vader al enkele maanden overleden. Zijn moeder Anna Wymer was een zakelijke vrouw, die na het overlijden van haar man Jean Six het familiebedrijf voortzette. Jean was de zoon van een uit St. Omer afkomstige Charles Six, die zich op het einde van de zestiende eeuw in Amsterdam had gevestigd. Zowel de vader als de zoon voorzagen in hun levensonderhoud met het verven van laken en het vervaardigen van bourat, een soort zware gebloemde zijde. Het familiebedrijf bracht de twee broers Jean en Guillaume een zekere welstand en het stelde Anna Wymer in staat haar twee zoons Pieter en Jan een voortreffelijke opvoeding en opleiding te geven. Pieter studeerde in Groningen filosofie en in Leiden rechten. Jan voltooide vermoedelijk zijn rechtenstudie in Groningen 5. Hij sloot zijn opleiding af met een reis naar Italië te paard, in het jaar 1641. Zo'n Grand Tour 6 was een vrij normale afsluiting van de opvoeding van jonge mannen uit de welgestelde kringen. Jan Six ging zich nu na zijn studie verder bezighouden met het familiebedrijf, dat nog steeds geleid werd door zijn moeder. Op 22 juni 1643 sloten Pieter en Jan een contract af met hun neef Willem Six om in compagnie laken te verven, gedurende 5 jaar. De samenwerking werd in 1646 en 1648 opnieuw vastgelegd. De dood van Willem maakte echter een einde aan het contract, waarna Pieter en Jan zich uit de zaak terugtrokken 7. Twee jaar later, in 1654, overleed Anna Wymer. Jan legde zich toe op het verzamelen van kunst en boeken. Uit de bewaard gebleven veilingcatalogus 8 van zijn bibliotheek kunnen we opmaken dat Six een echte ‘lettré’ was. Zijn bibliotheek, die ruim 1900 titels omvatte, weerspiegelde de George J. Möller, ‘Het album Pandora van Jan Six (1618-1700)’ 70 verzamelaar. Hij bezat boeken op de traditionele gebieden medicijnen, rechten en theologie, maar het grootste deel van zijn boekenverzameling werd gevormd door literaire werken van Spaanse, Italiaanse en Nederlandse auteurs, naast vele klassieke Latijnse teksten. Ook bezat Six vele werken op het gebied van de kunst en de architectuur, zowel van Franse, Italiaanse als Nederlandse meesters. Six bezat drie exemplaren van het beroemde boek van de Italiaanse edelman Baldassare Castiglione Il cortegiano. In 1662 verscheen van dit boek een Nederlandse vertaling 9 van de hand van Lambert van den Bos, onder de titel De volmaeckte hovelinck, opgedragen aan Six, door de drukker Abraham Wolfganck, omdat Six in een aantal gesprekken zich zeer lovend had uitgelaten over het boek. Six voldeed dan ook in vele opzichten aan de idealen die Castiglione beschreef in zijn boek. De dichter in de schaduw der groten Jan Six was, wat wel genoemd wordt een minor poet. Hij heeft naam gemaakt met het schrijven van enkele literaire werken. De meeste bekendheid heeft hij gekregen met zijn treurspel Medea, dat op 24 oktober 1647 op de Amsterdamse schouwburg onder leiding van Jan Vos werd opgevoerd en in 1648 bij Jacob Lescaille in druk is verschenen. Rembrandt, die niet veel boekillustraties heeft gemaakt, etste voor Jan Six de titelpagina 10 voorstellende de bruiloft van Jason en Creüsa. Six had de klassieke stof van het Medea-verhaal naar eigen inzicht bewerkt, waarbij hij trouw was gebleven aan het Senecaanse model van het strengklassieke treurspel (in het tweede bedrijf is zelfs een toneel geheel vertaald). Naar het oordeel van de literatuur-historicus Te Winkel 11 stak ‘het poëtisch gehalte der goedgebouwde alexandrijnen niet zelden gunstig (af) bij het vele middelmatige, dat destijds van het tooneel af gezegd werd’. In 1654 volgde het blijspel Onschult, dat ook in de Amsterdamse schouwburg werd opgevoerd en dat pas in 1662, overigens zonder de naam van Jan Six, in druk verscheen. De stof voor dit toneelstuk had Six ontleend aan het tweede deel van Mateo Alemans roman Guzman de Alfarache 12. Voorts kennen we van Six nog een aantal verspreide gedichten, onder andere in de bundel Verscheyde Nederduytsche Gedichten 13 uit 1651. Daarnaast schreef Six veel neolatijnse gedichten en een hele verzameling chronogrammen, in zijn ‘grote Pandora’. Ook heeft hij een aantal gelegenheidsgedichten geschreven, bijvoorbeeld bij het verschijnen van dichtwerk van een vriend. Achter de 2e druk van zijn Medea uit 1679 nam Six een lang gedicht, getiteld Muiderberg, op, opgedragen aan zijn vriend Henrik Hooft. Door het huwelijk van Jan Six met Margaretha Tulp in 1655, werd hij geparenteerd aan een van de invloedrijkste magistraten in Amsterdam, Dr. Nicolaas Tulp. Tulp was sinds 1622 lid van de Raad en hij werd vier maal tot burgemeester benoemd. Het zal wel aan zijn invloed te danken zijn geweest, dat Jan Six in 1656, toen zijn schoonvader burgemeester was, tot Commissaris van Huwelijkse Zaken werd benoemd. George J. Möller, ‘Het album Pandora van Jan Six (1618-1700)’ 71 In 1666 werd Six commissaris van de bank van lening en op 1 februari 1667 werd hij tot schepen benoemd. Van 1679 tot zijn dood in 1700 was hij lid van de Vroedschap. In 1691, toen hij al 73 jaar oud was, viel Six de hoogste eer te beurt, de benoeming tot burgemeester. Sindsdien stond hij dan ook bekend onder de naam burgemeester Jan Six. Zo wordt ook zijn portret, dat Rembrandt in 1654 van hem maakte, aangeduid. Na zijn burgemeesterschap kwam Six in 1692 in de Thesaurie, de raad van oud-burgemeesters terecht 14. Hij was in de val van De Vries meegetrokken, na een conflict met de nieuwe leider Joan Corver, die zeer in de gunst stond bij stadhouder Willem III. Het album Pandora Het album Pandora van Jan Six, in klein folio-formaat 15, telt 170 bladen. Het is gebonden in een perkamenten band, met gele zijden linten om het dicht te knopen, waarvan helaas niet veel meer over is. Op de voorzijde staat op het perkament met sierlijke letters de naam Pandora en het jaartal 1651 geschreven (afb. 1). De bladen zijn niet gefolieerd of gepagineerd. De hieronder gehanteerde foliëring is niet in het album aangegeven. 1. Het album Pandora van Jan Six. Collectie Six, Amsterdam. Fotografie: Art Promotion Amsterdam bv George J. Möller, ‘Het album Pandora van Jan Six (1618-1700)’ 72 Het album 16 bevat in totaal 21 geschreven bijdragen en 11 bladen met tekeningen. Daarnaast liggen nog los in het album een fragment van een olieverfschilderijtje, met een strookje papier met een Franse tekst, waarmee de naam van het album verklaard wordt. Verder een plattegrond van een tuinontwerp, met los daarbij een lijst met de indeling van die tuin. In hoeverre het album van Six een traditioneel album amicorum is, of meer een kunstboek, laat ik hier in het midden. Ik kom daar aan het slot van mijn artikel uitgebreid op terug. Overzicht van het album Los in het album liggen: 1. een strookje 17 met Franse tekst, waarschijnlijk in het handschrift van Six. 2. Een fragment 18 van een olieverfschilderijtje, voorstellende de figuur van Pandora. 3. Een plattegrond van een tuinontwerp, uitgeknipt en ingekleurd. 4. Een beschrijving van de plattegrond van de tuin. Indeling van het album 19 fol. 1 t/m 3 blank. fol. 4r. krijttekening J. Soryou van het Colosseum (1673-1676). fol. 5r. krijttekening J. Soryou van de ruïne van Nijenrode (1673-1676). fol. 6 uitgesneden. fol. 7 t/m 39 blank. fol. 40r. pentekening Rembrandt, Homerus draagt zijn verzen voor, 1652. fol. 41 blank fol. 42r. pentekening Rembrandt, Anna Wymer in haar kamer, 1652. fol. 43 t/m 60 blank. fol. 61r. gedicht Vondel, Op d'afbeeldinge des geleerden en beleefden Jongelings Ioan Six. (vóór 1660). ingeplakt: gedicht Vondel, Danckoffer aen Joan Six, (1658). fol. 62 blank. ingeplakt: gedicht Vondel, Lastmans Offerstaetsi, (1648). fol. 63 blank. ingeplakt: gedicht Vondel, Op het marmerbeelt van den E. Heere D. Nikolaes Tulp, (1658-1660). fol. 64 t/m 66 blank. fol. 67r. gedicht G. Brandt, Op de geboortedagh van een Joffrouw, (20-1-1651). fol. 68 blank. fol. 69r. gedicht Jan Six, Op d'Afbeeldinge van een Joffrou, 1651. ingeplakt: gedicht Jan Six, Niew Jaar aan HW, (vóór 1664?). George J. Möller, ‘Het album Pandora van Jan Six (1618-1700)’ fol. 70 t/m 118 blank. fol. 119r. kalligrafie M. Komans, Aan de Konstkamer van den E. Heer Joan Six, 4-5-1678. fol. 120 t/m 127 blank. fol. 128r. spreuk Coenraad van Beuningen, 4-11-1671. fol. 129 t/m 133 blank. fol. 134r. gedicht Antonides vander Goes, Aen den Korealketen van Rozemont, 23-11-1671.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages41 Page
-
File Size-