
In de schaduw van Franciscus Jan Jacobs in de schaduw van franciscus De Nederlandse Minderbroeders-Kapucijnen valkhof pers De omslagillustratie is van de hand van kunstenaar-kapucijn Philippus Philippus (*1937) uit Oisterwijk. Voor kapucijnen geldt Franciscus van Assisi als levensvoorbeeld. Maar tussen zijn preken voor de vogels en zijn vermanen van de bloeddorstige wolf van Gubbio én hun apostolaatswerk gaapt een grote kloof. De uitgeverij heeft getracht de rechten voor de opgenomen werken zoveel mogelijk te regelen. Wie desondanks meent zekere rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever. isbn 978 90 5625 468 1 © 2016 by the author Omslagontwerp: Brigitte Slangen, Nijmegen Verzorging binnenwerk: Peter Tychon, Wijchen Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zon- der voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint or any other means without prior written permission from the publisher. Inhoud Inleiding 11 i. Wereldlijke machthebbers als steunpilaar of spelbreker: de kapucijnen in de Lage Landen tot de oprichting van een zelfstandige Nederlandse pro- vincie (1585-1882) 31 1. Openlijke expansie in het Zuiden; tersluikse activiteiten in het Noorden (1585-1780) 33 1.1 De victorie begint in Antwerpen 33 1.2 Zuidelijke kloosters als uitvalsbases ten behoeve van het missiewerk in het Noorden 41 2. De ontmanteling van de kloosterstructuur in de Lage Landen (1780-1830/’35) 45 2.1 De blijvende gevolgen van de jozefinische omwenteling 45 2.2 Gedoemd om te verdwijnen 50 3. De herleving van de orde in België en de herstart in Nederland (1830-1882) 51 3.1 Het dode punt voorbij 51 3.2 De versterking en verankering van de nieuwe custodie 57 3.3 De teloorgang van de gegroeide saamhorigheid 64 4. Bronnen en literatuur bij deel i 74 ii. Een netwerk van kloosterfamilies: opbouw, bloei en neergang van de Nederlandse kapucijnengemeenschap (1882-2008) 79 1. Opbouw van de nieuwe provincie (1882-1924) 82 1.1 Het vestigings- en bewoningsbeleid 82 1.2 Het klooster in Babberich: uitvalsbasis voor assistentiewerk in het Utrechtse 87 1.3 Het klooster in Breda: herstel van een vroeger aangedaan onrecht 90 1.4 Het klooster in Helmond: een wens van de plaatselijke bevolking 92 1.5 Het klooster in ’s-Hertogenbosch: het persoonlijk project van een vrouwelijk derde orde-lid 94 1.6 Het klooster in Sluiskil: een ongelukkig begin meer dan goedgemaakt 96 1.7 Het klooster in Rilland-Bath: een soort van inlandse missiepost 97 1.8 Het klooster in Velseroord: een vorm van diaspora-apostolaat 100 1.9 Het klooster in Amsterdam: de keuze voor een vorm van sociale zielzorg 102 1.10 De vestigingen in Rotterdam: het zeeliedenwerk als bijkomende opdracht 105 1.11 Het klooster in Biezenmortel: een studieklooster met een rectorale hulpkerk 107 1.12 Het resultaat van veertig jaar bouwen en werken 109 2. Verdere groei en bloei van de provincie (1924-1963) 112 2.1 Het klooster in Rotterdam-Charlois: een vestiging met een eigentijdse uitstraling 112 2.2 Het klooster in Nijmegen: een universitair studiehuis annex vormings- huis voor de derde orde 116 2.3 Een tweede klooster in ’s-Hertogenbosch: de noodzaak van een provinciaal bestuurscentrum 118 2.4 Het klooster in Enschede: een assistentieklooster met rectoraat en seminarie 119 2.5 Het klooster in Eindhoven: een pastoraal project in een arbeiders- wijk 122 2.6 De gevolgen van de oorlog en bezetting voor het kloosterbestand 123 2.7 Het klooster in Voorburg: een ‘oosters steunpunt’ in Nederland 127 2.8 Het klooster en seminarie in Oosterhout: symbool van een optimis tische wederopbouwcultuur 129 2.9 Naar een verandering van levensstijl 131 3. Gedwongen tot afbouw van de materiële infrastructuur van de provincie (1963-2008) 134 3.1 De nieuwe levensstijl in praktijk gebracht 134 3.2 Het begin van de inkrimping van het kloosterbezit en de bijbehorende paterskerken 137 3.3 Naar een meer gestructureerde afbouw 143 3.4 Weer terug naar waar het ooit begon 149 4. Initiatieven om het kapucijns gedachtegoed in Nederland veilig te stellen (1963-2008) 151 4.1 Van apostolaatsvernieuwing naar levensvernieuwing 151 4.2 Een grotere variëteit aan franciscaanse leefvormen 152 4.3 Het Oriëntatiewerk 161 4.4 De permanente vorming 165 4.5 De zorg voor bejaarde medebroeders 171 4.6 Op zoek naar een actuele vertaling van het franciscaanse armoede- ideaal 176 5. Bronnen en literatuur bij deel ii 187 iii. Tot de orde geroepen: studie en vorming in de Nederlandse provincie (1587-2008) 193 1. Het studietraject in de Vlaamse provincie (1587/1616-1796) 196 2. De opleiding in de Hollands-Belgische custodie en provincie (1845-1882) 199 3. Studie en vorming in de Nederlandse provincie (1882-1963/’67) 203 3.1 ‘Het voorland van de orde’: het noviciaat 203 3.2 Een eigen ‘kweekvijver’ of ‘kraamkamer’: het serafijns seminarie 209 3.3 De opgang naar het altaar van de Heer: de hogere of gewijde studies 228 4. De worsteling om het behoud van een eigen vormingstraject (1963/’67- 2008) 248 5. De kracht én zwakte van de zogenoemde ‘binnentijd’ 257 6. Bronnen en literatuur bij deel iii 262 iv. Het dienstwerk in Nederland: een grote verscheidenheid aan apostolaatsvormen (1882-2008) 267 1. Het apostolaat van het gesproken en het geschreven woord 273 1.1 Het derde orde-apostolaat: de bevordering van ‘het evangelie in praktijk’ 273 1.2 Het Via Pacis-bekeringswerk: de kracht van ‘een wervend en ont vangend apostolaat’ 281 1.3 Het apostolaat van de pen: ‘de redactiekruk als preekstoel’ 286 2. Het categoriaal apostolaat 293 2.1 De diaspora-missie in het Ruhrgebied: ‘tot zedelijke en stoffelijke verheffing onzer landgenooten in den vreemde’ 293 2.2 Het zeeliedenapostolaat in Rotterdam en Amsterdam: ‘voor ons een nog onontgonnen terrein’ 304 2.3 Het arbeiderspastoraat: ‘van kerkbank naar werkbank’ 310 Het Credo Pugno-werk 310 De werklozenzorg 312 Het bedrijfsapostolaat in het bisdom ’s-Hertogenbosch 313 Het bedrijfsapostolaat in Amsterdam 315 3. Het sociaal apostolaat 323 3.1 Het werk voor de verwaarloosde jeugd: ‘tegen ongodsdienstigheid, onverschilligheid en plichtvergetenheid’ 323 Het Fidelis-werk in Breda 324 Het Don Bosco-werk in Tilburg 327 Het Don Bosco-werk in Nijmegen 329 3.2 Drankbestrijding en reclassering: ‘ter beteugeling van de geesel der eeuw’ 333 4. Het Oosters werk 340 4.1 De bijdrage vanuit Nederland aan de wederopbouw van de vroegere provincie van Warschau 340 4.2 De Byzantijns-Slavische missie in Oost-Polen en Estland 343 4.3 Het werk ten behoeve van de vorming van een eigen ordesverband in Litouwen 347 4.4 Het aandeel vanuit Nederland aan het herstel van de vroegere Boheems-Moravische provincie 348 4.5 Het werk onder ‘de Russen’ in Nederland 350 4.6 De bijdrage vanuit Nederland aan ‘Kirche in Not’ in Duitsland 352 5. Bronnen en literatuur bij deel iv 357 v. Het missiewerk overzee: geloofsverkondiging en kerkopbouw bij ‘de ongelovigen’ (1843-2008) 363 1. De missie-ijver van individuele Nederlandse kapucijnen (1843-1905) 366 2. De Borneo-missie: ‘een nog nauwelijks ontgonnen gebied kleurt langzaam geel’ (1905-1994) 372 2.1 De voorbereidingen in Nederland 372 2.2 Voortbouwen op het werk van anderen 374 2.3 De moeizame opbouw van een eigen missiekerk 376 2.4 De onderbreking van het missiewerk ten gevolge van de oorlog en internering 388 2.5 Het toegroeien naar een landeigen kerk met eigen bisschoppen 392 3. De Sumatra-missie: ‘voor een groote en vruchtbare oogst in het land der toekomst’ (1912-1994) 398 3.1 Naar een tweede missiegebied 398 3.2 Missiewerk ten behoeve van Europeanen, Chinezen en Bataks 402 3.3 De gevolgen van de oorlog en internering voor het missiewerk 410 3.4 Geweld en anarchie verhinderen een herstel van het missiewerk 413 3.5 Naar een landeigen kerkstructuur 421 3.6 De keuze voor een autochtone kapucijnenorganisatie in Indonesië 425 4. De Chili-missie: ‘een weerbarstig project van pastorale presentie zonder pretentie’ (1958-2000) 428 5. De Tanzania-missie: ‘naar een landeigen, Afrikaanse kerk om het werk van Christus voort te zetten’ (1959-2008) 437 6. De activiteiten van de missieprocuur: ‘ten dienste van het missiewerk overzee en de missie-actie in eigen land’ (1905-2008) 443 7. Bronnen en literatuur bij deel v 453 vi. De Nederlandse provincie binnen de mondiale kapucijnenorde (1882-2008) 459 1. De bijdrage van Nederlandse kapucijnen aan de orde wereldwijd 460 2. Op de bres voor een gemeenschappelijk leven in broederlijke minoritas 468 3. Uiteenlopende gedachten over de internationale personele solidariteit 473 4. Bronnen en literatuur bij deel vi 484 Bijlage 1. De statistiek van de Nederlandse kapucijnenprovincie 487 Bijlage 2. De ambtsperiode(n) van de opeenvolgende ministers provinciaal/ provinciale oversten 489 Bibliografie 491 i. Globaal overzicht van de voornaamste archivalische bronnen 491 ii. Lijst van jaarboeken en tijdschriften, uitgegeven door (vooral) kapucijnen 493 iii. Overzicht van de afgenomen interviews 495 iv. Overige publicaties 496 Registers 501 1. Kapucijnen alfabetisch volgens kloosternaam 501 2. Kapucijnen alfabetisch volgens familienaam 509 3. Persoonsnamen van niet-kapucijnen 515 Inleiding it boek gaat over het wel en wee van de Nederlandse tak van een religieuze ‘familie’ die op haar manier in de voetsporen wil treden Dvan Franciscus van Assisi (1182-1226), de meest populaire volksheilige van de christenheid. De leden van deze familie noemen zichzelf ‘minderbroe- ders-kapucijnen’ (Ordo Fratrum Minorum Capuccinorum, ofmcap). De aan- duiding ‘minderbroeders’ (fratres minores) hebben zij gemeen met twee andere families die Franciscus als hun stichter en inspiratiebron beschouwen, te weten de minderbroeders-conventuelen en de minderbroeders-franciscanen.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages520 Page
-
File Size-