Tussen Twee Werelden. Rhijnvis Feith Als Dichter Van 'Het Graf'

Tussen Twee Werelden. Rhijnvis Feith Als Dichter Van 'Het Graf'

Tussen twee werelden. Rhijnvis Feith als dichter van 'Het graf' P.J. Buijnsters bron P.J. Buijnsters, Tussen twee werelden. Rhijnvis Feith als dichter van 'Het graf'. Van Gorcum & Comp. / Dr. H.J. Prakke & H.M.G. Prakke, Assen 1963 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/buij001tuss01_01/colofon.php © 2011 dbnl / P.J. Buijnsters t.o. π3 P.J. Buijnsters, Tussen twee werelden. Rhijnvis Feith als dichter van 'Het graf' I Verantwoording Hoewel de grote historische betekenis van Rhijnvis Feith door niemand ooit in twijfel getrokken werd, is het oordeel omtrent de kwalitatieve waarde van zijn werk in de loop der jaren aan heftige schommelingen onderhevig geweest. Eenmaal als de prins van onze dichters gevierd1, naderhand gedoodverfd als de zwakke navolger van een literaire aberratie, geldt hij sedert enkele decennia weer als een authentiek kunstenaar. Intussen valt er in de Feith-waardering nòg een merkwaardige verschuiving op te merken. De Zwollenaar werd na 1850 door de literatuurhistorici geheel vastgenageld op zijn twee romans Julia en Ferdinand en Constantia. J.C. Brandt Corstius heeft enkele jaren geleden nog in een artikel in de Nieuwe Taalgids (jrg. L, 1957, p. 241-247) gewezen op deze eenzijdige benadering, waarbij Feith vrijwel uitsluitend wordt gezien als de auteur van enkele hypersentimentele gedichten en prozageschriften uit zijn beginperiode. Voor de tijdgenoot was hij, aldus Brandt Corstius, ook en vooral beoefenaar van klassieke dichtgenres: oden, treurspelen en leerdichten - alle godsdienstig-wijsgerig van aard. Deze exclusieve aandacht voor het oudste werk heeft ook het onderzoek van zijn latere gedichten in de weg gestaan, hoewel Feiths poëzie omstreeks 1788 toch merkbaar van gedaante verandert. Ze wordt - al had dan het persoonlijke element nooit geheel ontbroken - direct-bewogen wijze van zelfopenbaring. Deze ervaring, tijdens het lezen van Feiths poëzie opgedaan, vormde voor mij een eerste aanleiding om de gedichten uit de jaren 1788-1792 nader te bestuderen. Niet alleen trof mij het toonverschil met vele vroegere gedichten, maar tevens bleken verzen als de Herfst-Zang uit 1790, de Treurzang van 1789 en Aan de Eenzaamheid uit 1788 onderling nauw verwant, namelijk van eenzelfde geest van resignatie doortrokken. In het bijzonder trok het grote leerdicht Het 1 Zie pag. 264 van dit boek. P.J. Buijnsters, Tussen twee werelden. Rhijnvis Feith als dichter van 'Het graf' II Graf uit 1792 de aandacht, omdat dit weer zo geheel bij de al genoemde gedichten aansloot. Een blik in de dissertatie van H.G. ten Bruggencate over Rhijnvis Feith leerde, dat de Zwolse dichter in 1787 door gebeurtenissen van politieke aard werd teleurgesteld. Ten Bruggencate bagatelliseerde echter het effect van deze ontgoocheling, die Feith, sensibel als geen, geestelijk volkomen ontredderde. Belangrijker was, dat deze ervaringen hun repercussie bleken te hebben in Feiths poëzie, iets wat Ten Bruggencate goeddeels ontging, waaraan hij althans weinig betekenis hechtte. Zo merkte hij niet, dat de desbetreffende verzen eerst tegen de achtergrond van de politieke verwikkelingen van 1787, met de daaruit voortvloeiende religieuze crisis, geheel verstaanbaar worden en ons als persoonlijke belijdenis in het centrum van Feiths dichterschap voeren. Deze ontdekking vormde het uitgangspunt voor een uitvoerige studie van het centrale dichtwerk in Feiths oeuvre, Het Graf, waarbij natuurlijk enige kennis van het leven van de auteur gewenst was. Een goede Feithbiografie bezitten wij niet en die zal er met het thans voorhanden materiaal ook niet gemakkelijk komen. Bijna alle aan de dichter gerichte brieven schijnen verloren te zijn gegaan. Het werk zelf bevat slechts sporadisch gegevens van autobiografische aard. Het zal duidelijk zijn, dat op deze wankele basis een onderzoek van het werk ten zeerste bemoeilijkt wordt. Het kwam mij daarom noodzakelijk voor allereerst een kritische biografie samen te stellen, lopend tot 1792, het jaar waarin Het Graf verschijnt. In deze levensbeschrijving, die hoofdstuk 1 van dit boek uitmaakt, heb ik de summiere informaties die enkele, meer dan een eeuw oude biografieën verschaften, bijeengebracht, zonodig gecorrigeerd en op tal van punten aangevuld. Ik heb daarbij, tot mijn grote erkentenis, documentatiemateriaal mogen ontlenen aan o.a. de huisarchieven-Feith, -Staring, -Six, -Van der Pot en -Groeneveld. In het tweede hoofdstuk vindt men een overzicht van de zogenaamde graf- en nachtpoëzie uit de tweede helft van de achttiende eeuw, waar Het Graf, zoals blijken zal, een specimen van is. Onze aandacht zal vooral uitgaan naar de plaats die deze mortuaire geschriften in de literaire en geestelijke ontwikkeling binnen onze landsgrenzen hebben ingenomen. De volgende drie hoofdstukken zijn geheel aan Feiths leerdicht gewijd. Achtereenvolgens komen aan de orde: illustraties en voorwerk, waarbij met name het probleem van de didactische poëzie ons zal bezig houden (hoofdstuk 3); vormaspecten (hoofdstuk 4) en poëtische motieven (hoofdstuk 5). P.J. Buijnsters, Tussen twee werelden. Rhijnvis Feith als dichter van 'Het graf' III Het zesde hoofdstuk onderzoekt de verhouding van Feiths gedicht tot de contemporaine en oudere mortuaire literatuur, terwijl in het slothoofdstuk een overzicht gegeven wordt van de Feith-waardering. Volledigheidshalve heb ik in een viertal bijlagen het belangrijkste documentatiemateriaal over Rhijnvis Feith bijeengezet. Voor een bibliografie van Het Graf en zijn vertalingen verwijs ik naar mijn uitgave van deze tekst in de door W.E.J. Tjeenk Willink te Zwolle verzorgde reeks ‘Klassieken uit de Nederlandse Letterkunde’, welke uitgave weldra verschijnen zal. Nijmegen, 21 april 1963 Mijn dank gaat vooral uit naar Jhr. Mr. P.R. Feith te Vorden, beheerder van het familie-archief, die zijn bibliotheek welwillend voor mij openstelde. P.J. Buijnsters, Tussen twee werelden. Rhijnvis Feith als dichter van 'Het graf' V Lijst van de meest gebruikte afkortingen Brieven: ‘Brieven over verscheide onderwerpen’, 6 dln., Amsterdam 1784-1793. Ten Bruggencate: H.G. ten Bruggencate, ‘Mr. Rhijnvis Feith, een bijdrage tot de kennis van zijn werken en persoonlijkheid’ (diss.), Wageningen 1911. Catalogus: ‘Catalogus van de bibliotheek der familievereniging-Feith’ door Jhr. Mr. P.R. Feith, 1950 (particuliere uitgave). Dag-Boek: ‘Dag-Boek mijner goede werken, in rekening gebragt bij God tegen den dag der algemeene vergelding’, Amsterdam 1785 (1e druk). Ferdinand: ‘Ferdinand en Constantia’, 2 dln., Amsterdam 1785. Gedenkzuil: ‘Gedenkzuil voor Mr. Rhijnvis Feith’, Leeuwarden 1825. Genealogie: ‘Genealogie van de familie Feith’ door Jhr. Mr. Rh. Feith, 's-Gravenhage 1924 (particuliere uitgave). Het Graf: ‘Het Graf, in vier Zangen’, door Mr. Rhijnvis Feith, Amsterdam 1792 (1e druk). Julia: Rhijnvis Feith: ‘Julia’, met inleiding en aanteekeningen van H.C.M. Ghijsen, Purmerend 1933 (= ongewijzigde herdruk van de 2e uitgave te Amsterdam 1786, die op haar beurt gelijk is aan de eerste editie van 1783). K.B.: Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage. Knuvelder: G. Knuvelder: ‘Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde’2, 4dln., 's-Hertogenbosch 1957-1961. Levensberigt: ‘Levensberigt van Mr. Rhijnvis Feith’ door N.G. van Kampen in Werken I, p. 3-23. N.N.B.W.: ‘Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek’, 10 dln., 1911-1937. P.J. Buijnsters, Tussen twee werelden. Rhijnvis Feith als dichter van 'Het graf' Oden: Rhijnvis Feith: ‘Oden en Gedichten’, 5 dln., Amsterdam 1796-1814. Ontwikkelingsgang: J. te Winkel, ‘Ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde’2, 7 dln., Haarlem 1922-1927. Van Tieghem: Paul van Tieghem: ‘La poésie de la nuit et des tombeaux en europe au XVIIIe siècle’ in: ‘Le Préromantisme’2, T. II, Paris 1948, p. 1-203. U.B.: Universiteitsbibliotheek. Werken: ‘Dicht- en Prozaïsche Werken van Mr. Rhijnvis Feith’, 14 dln., Rotterdam 1824-1825. Wille: J. Wille, ‘De literator R.M. van Goens en zijn kring’, Zutphen 1937. P.J. Buijnsters, Tussen twee werelden. Rhijnvis Feith als dichter van 'Het graf' 1 Hoofdstuk 1 Rhijnvis Feith tot 1792 Rhijnvis Feith stamt uit een aanzienlijk en bemiddeld geslacht, afkomstig uit het Hanzestadje Elburg.1 Oorspronkelijk een familie van schippers en reders, behoorden de Feithen in de loop van de zestiende eeuw reeds tot de regentenklasse, terwijl zij door aanhuwing en kapitaalverwerving hun positie allengs wisten te verbeteren. De grootvader van de dichter, Dr. Rhijnvis (1699-1772), had zich in 1721 als eerste Feith in de hoofdstad van het gewest Overijssel gevestigd,2 alwaar hij tot stadsgeneesheer benoemd was.3 Drie jaar later trad hij er in het huwelijk met de Zwolse Geertruyd Beekman. Waarschijnlijk leek het hem, eenmaal getrouwd, verstandig om - bij wijze van nevenfunctie - een leraarsbaantje aan de Latijnse school te accepteren, want van 1726-1730 vinden we hem als praeceptor van de derde classe vermeld.4 Hij wist zich echter al gauw omhoog te werken. Op 26 februari 1 De voornaamste bron voor de kennis van Feiths leven is het Levensberigt, geplaatst in het eerste deel van Werken. De uitgever, J. Immerzeel Jr., had tevoren aan Feiths dochter Elsje om gegevens voor deze biografie gevraagd (zijn brief d.d. 15-2-1824 in K.B. coll. Immerzeel), die hem door de oudste zoon van de juist gestorven dichter, Pieter Rutger, verstrekt zijn. Desondanks is de levensschets, van de hand van N.G. van Kampen, tamelijk onnauwkeurig, waarschijnlijk als gevolg van de grote haast waarmee ze geschreven moet zijn. Zo wordt bijv. zelfs als sterfdatum 6 i.p.v. 8 febr. opgegeven! Uit hetzelfde jaar als het

View Full Text

Details

  • File Type
    pdf
  • Upload Time
    -
  • Content Languages
    English
  • Upload User
    Anonymous/Not logged-in
  • File Pages
    355 Page
  • File Size
    -

Download

Channel Download Status
Express Download Enable

Copyright

We respect the copyrights and intellectual property rights of all users. All uploaded documents are either original works of the uploader or authorized works of the rightful owners.

  • Not to be reproduced or distributed without explicit permission.
  • Not used for commercial purposes outside of approved use cases.
  • Not used to infringe on the rights of the original creators.
  • If you believe any content infringes your copyright, please contact us immediately.

Support

For help with questions, suggestions, or problems, please contact us