IR. W. A. H. BROUWER R1ZA, Voorburg De wettelijke aspecten van de strijd tegen de waterverontreiniging in België Nu reeds bijna 2 jaar ervaring is ver­ 3. De oprichting van rioolwaterzuive­ openbare wateren van afvalwater, dat kregen met de Wet Verontreiniging Op­ ringsinstallaties te bevorderen en van de gemeenteriolen afkomstig is. Voor pervlaktewateren in Nederland, is het hiervoor eventueel de oprichting van deze categorie afvalwater voorziet de wellicht nuttig de stand van zaken met intercommunale verenigingen uit te wet van 11 maart 1950 niet in een betrekking tot de wetgeving over de be­ lokken. lozingsvergunning. Volgens het politie- scherming van oppervlaktewateren tegen 4. De nodige wettelijke en reglementaire reglement op de Scheepvaartwegen is de verontreiniging in andere landen na te teksten voor te bereiden. lozing van afvalwater aan een vergun­ gaan. Om nu maar eens „dicht bij huis" ning onderhevig, zodat voor de lozing te beginnen: hoe was en is de situatie Naar aanleiding van deze voorstellen van rioolwater op de scheepvaartwegen dienaangaande bij onze Zuiderburen? werd bij Koninklijk Besluit van 22 maart een vergunning vereist is van de Minister In de wet van 7 mei 1877 op de onbe­ 1934 de Dienst voor Zuivering van Af­ van Openbare Werken. Art. 4 bepaalt vaarbare waterlopen, in de wet van valwater opgericht, die eerst onder het dat de Minister van Volksgezondheid 7 oktober 1886 (het landelijke wetboek), Ministerie van Openbare Werken werd en van het Gezin op elk ogenblik een ge­ in de wet van 5 mei 1888 op de vergun- geplaatst, maar sinds 1939 onder het meente kan aanzeggen binnen de door ningsplichtige inrichtingen en in het poli- Ministerie van Volksgezondheid en van hem bepaalde termijn tot de oprichting tiereglement op de door de Staat be­ het Gezin ressorteert. Conform de 4e van een rioolwaterzuiveringsinstallatie heerde waterwegen (de bevaarbare wa­ taak werd aan de wettelijke regeling ge­ over te gaan. terwegen) kwamen reeds bepalingen over werkt en in 1948 was het ontwerp van De art. 5 en 6 hebben betrekking op de de waterverontreiniging in België voor, wet op de bescherming der wateren ge­ controle, de art. 7 en 8 op de strafbe­ maar deze bepalingen waren te vaag en reed. Tn 1949 werd het wetsontwerp met palingen. de verantwoordelijkheid voor de uitvoe­ algemene stemmen in de Senaat aange­ ring ervan was te zeer versnipperd om nomen en in 1950 verkreeg het ook in de Art. 9 regelt de reeds vóór het in wer­ king treden van de wet bestaande lozin­ tot bevredigende resultaten te kunnen Kamer een zeer grote meerderheid van gen. Bij Koninklijk Besluit moet de over­ leiden. stemmen. De nieuwe wet, gedateerd 11 gangstermijn worden bepaald, waarbin­ maart 1950, verscheen in het Staatsblad nen de vuilwatcrlozers zich aan de In 1900 werd een studiecommissie opge­ van 27 april 1950 en werd op 7 mei 1950 nieuwe wettelijke bepalingen moeten richt om de oorzaken van de toenemen­ van kracht. conformeren. Deze termijn werd afzon­ de waterverontreiniging te onderzosken Ds wet van 11 maart 1950 is een raam­ derlijk en successievelijk voor een aantal en de maatregelen ter bestrijding van de wet en omvat 9 artikelen. industriële sectoren bepaald: in 1955 vervuiling aan te geven. In het rapport Art. 1 formuleert het verbod de open­ voor de suikerfabrieken, in 1956 voor van deze commissie (1902) werd als con­ bare wateren te verontreinigen. Het de staalfabrieken, in 1961 voor de pa­ clusie gesteld, dat de afvalwaterzuive­ geeft aan wat onder de term „veront­ pierfabrieken, in 1967 voor de zuivel­ ringstechniek nog in volle ontwikkeling reiniging" dient te worden verstaan: „het fabrieken en in 1972 voor de conserven- was en er dus met grote omzichtigheid ontaarden der wateren door ze onwelrie­ industrie van fruit en groenten en voor moest worden gehandeld, daar er onge­ kend of rottend, of schadelijk voor de beitserijen en bedrijven, die oppervlakte­ twijfeld voor vele problemen spoedig natuurlijke of geteelde waterfauna en behandelingen van metalen uitvoeren. heel wat betere oplossingen zouden zijn. flora, of ongeschikt te maken voor het De technische, economische en financiële Inderdaad werden na 1910 in Engeland drenken der dieren, voor het bevloeien problemen, die zich hierbij voordeden, twee nieuwe biologische zuiveringsme­ van het land en voor industrieel of huis­ werden eerst grondig bestudeerd door de thoden ontwikkeld: de oxydatiebedden houdelijk gebruik". studiecommissie van de Hoge Raad voor en de belucht-slibmethode. Tn 1928 werd de Zuivering van het Afvalwater. Deze in België de eerste biologische zuive­ De art. 2-4 hebben betrekking op het Hoge Raad werd opgericht bij Konink­ ringsinstallatie volgens de actief-slib- lozen van afvalwater via bestendige lijk Beluit van 22 januari 1951 en be­ methode in werking gesteld en wel in kunstwerken. Art. 2 gaat over het lozen staat uit 40 leden, waaronder afgevaar­ Knokke. Het ontwerp was van ir. Kes- op de openbare wateren van afvalwater, digden van alle groeperingen, die belang sener, de toenmalige directeur van het dat niet afkomstig is van de gemeente­ hebben bij de strijd tegen de waterver­ RIZA. riolen. Tot deze categorie behoren de rechtstreekse lozingen van industrieel af­ ontreiniging, alsmede afgevaardigden van valwater. Hiervoor is een lozingsvergun­ de betrokken wetenschappelijke kringen. De verontreiniging van de wateren nam ning vereist van het openbaar gezags­ Van de verschillende uitvoeringsbesluiten echter van lieverlede toe en in 1929 werd lichaam, waarbij het ontvangende water is het Koninklijk Besluit van 29 decem­ een nieuwe commissie opgericht met de „berust". Voor de vergunningsvoorwaar­ ber 1953, dat ter uitvoering van art. 2 opdracht aan de regering voorstellen te den moet advies worden ingewonnen de algemene voorwaarden moet bepalen doen voor een doelmatige aanpak van van de Dienst voor Zuivering van Afval­ voor het lozen van afvalwater, dat niet het waterverontreinigingsprobleem. In water. De lozingsvoorwaarden dienen te afkomstig is van gemeenteriolen, het haar rapport (1931) stelde de commissie worden opgesteld op grond van een bij belangrijkste, want dit vormt de basis voor, dat er een bijzondere dienst zou Koninklijk Besluit bepaald systeem van van het beleid ten aanzien van het kwa­ worden opgericht met onder meer de kwaliteitsnormen. liteitsbeheer van het oppervlaktewater. volgende taken: De oppervlaktewateren werden ingedeeld Art. 3 regardeert het lozen van in­ in 3 klassen. Klasse 1 omvat de wateren, 1. Het vraagstuk van de afvalwaterzui­ dustrieel afvalwater op gemeenteriolen. die reeds voor de drinkwatervoorziening vering te bestuderen. Hiervoor is een vergunning nodig van van de bevolking worden gebruikt of 2. Medewerking te verlenen aan de het College van Burgemeester en Sche­ daarvoor in de toekomst zullen moeten openbare besturen, beroepsgroepe­ penen. Voor de voorwaarden moet ook dienen. De kwaliteitsnormen, waaraan ringen en inrichtingen, die de ge­ weer advies worden ingewonnen van de de wateren van deze klasse moeten vol­ zondmaking der wateren tot doel Dienst voor Zuivering van Afvalwater. doen, zijn het strengst. Klasse 2 behelst hebben. Art. 4 handelt over het lozen op de 562 H20 (5) 1972, nr. 24 de wateren, die geschikt moeten zijn vermogen van het ontvangende water 3. Men heeft een onderscheid gemaakt voor de visvangst, voor het drenken van wordt echter niet volledig benut; een tussen het afvalwater van de gemeen­ vee en voor de landbouw. De wateren zekere reserve wordt aangehouden met telijke riolen en dat van de industrie. van klasse 3 moeten alleen nog voor het oog op eventuele uitbreiding van Terwijl in principe het industriële af­ industrieel gebruik geschikt zijn. Voorts bestaande bedrijven en de vestiging van valwater volgens normen (voorzover werd in het Koninklijk Besluit bepaald, nieuwe bedrijven. deze normen bestaan) moest worden dat al de oppervlaktewateren tot klasse gezuiverd, waren de gemeenten niet 2 behoren, zolang zij niet bij besluit Ondanks deze wet zijn in de laatste 20 wettelijk verplicht zuiveringsinstalla­ van de Minister van Volksgezondheid jaar, met uitzondering van de Maas en ties te bouwen. Wel verleende de en van het Gezin in klasse 1 of 3 wor­ enkele zijrivieren van de Maas, het Staat vanaf 1951 een subsidie tot den gerangschikt. (Dit ministerieel be­ Albertkanaal en het Netekanaal, alle 80 % van de investeringskosten voor sluit verscheen eerst op 15 april 1965, oppervlaktewateren gedegradeerd tot deze installaties (vóór die tijd 60 %). dus 12 jaar later). Bij Koninklijk Besluit sterk verontreinigde waterlopen. De wet In 20 jaar tijds werden echter slechts van 3 december 1963 werd er nog een van 1950 heeft dan ook niet aan de ver­ 60 installaties gebouwd, die in totaal 4e klasse gecreëerd, te weten van de wachtingen beantwoord. Dit wordt toe­ het afvalwater van nog geen 10% wateren, die voor geen enkel gebruik ge­ geschreven aan de volgende oorzaken: van de bevolking behandelen. De ge­ schikt behoeven te zijn. Hiertoe behoren 1. Men heeft de strijd tegen de water­ meenten toonden weinig belangstel­ de greppels, grachten en duikers van de verontreiniging willen aanbinden per ling voor zuiveringsinstallaties, waar­ openbare weg. industrie. Voor elke industrietak van de exploitatiekosten niet gesub­ wilde men de voorwaarden vastleg­ sidieerd werden en waarvan het nut De normen, die voor elke klasse door voornamelijk ten deel viel aan de be­ het Koninklijk Besluit van 29 december gen, waaraan het afvalwater moet nedenstrooms gelegen gemeenten. 1953 werden bepaald (zie tabel T), betref­ voldoen
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages4 Page
-
File Size-