Index Parenteel van Constantinus de Monte. Generatie I I. Constantinus de Monte heer van bergh, geboren omstreeks 1050, een Armeense prins, overleden (ongeveer 90 jaar oud) in 1140, begraven, trouwde met van Tecklenburg, begraven. Uit dit huwelijk 3 zonen. 1. Rabodo I van den Bergh, overleden tussen 1140 en 1174, volgt II [blz. 3]. 2. Everwinus van den Bergh, begraven. 3. Constantinus van den Bergh, overleden omstreeks 1186, begraven. Constantinus de Monte. Toon van Dalen (1) wees in Bergh; Heren, Land en Volk op een oudere naam van Constantinus de Monte, namelijk Constantinus van Melegarde. Deze naam verwijst naar het huidige dorp Malgarten ten noorden van Osnabrück. Hier hadden de graven van Tecklenburg een kasteel, dat aan het eind van de twaalfde eeuw werd omgebouwd tot een klooster. Constantinus, of Constantijn, zou uit de omgeving van Melegarde/Malgarten stammen en zijn naam te danken hebben aan de invloed die de Oost-Romeinse ofwel Byzantijnse cultuur in die tijd had. De eerste Duitse keizers wilden het aanzien van hun rijk - dat bekend stond als het Heilige Roomse Rijk - vergroten door de banden met het Oost-Romeinse Rijk aan te halen. Echter, er zijn maar een paar Constantijnen bekend, die ook nog familie van elkaar zijn. Het lijkt er dus niet op dat de eerste heer van Bergh zijn voornaam te danken had aan het beleid van de eerste Duitse keizers. Als de Byzantijnse cultuur echt invloed gehad zou hebben op de naamgeving in het Heilige Roomse Rijk, dan zouden er veel meer Constantijnen geweest moeten zijn. Dit vooral omdat Constantijn niet zo maar een Byzantijnse naam was. Het was keizer Constantijn de Grote die in 330 de hoofdstad van het (toen nog verenigde) Romeinse Rijk verplaatste van Rome naar Byzantium, waarna deze stad Constantinopel is gaan heten. Sinds 1930 heet de stad Istanboel. John Thoben (2) was aanhanger van de theorie dat niet alleen de naam Constantinus, maar ook de man Constantinus uit het Oosten kwam. Hij was een Armeniër, maar Thoben ging niet verder op dit land van herkomst in. Aangenomen wordt dat dit niet het Armeense stamland in de Kaukasus was - waar de tegenwoordige republiek Armenië ligt - maar Cilicisch Armenië. Deze staat werd omstreeks Constantinus' geboortejaar gesticht door Armeniërs die hun thuisland waren ontvlucht na invallen van de Seltsjoeken. Het land lag aan de Turkse Middellandse zeekust in de landstreek Cilicië, waar de kruisvaarders door trokken op hun weg van Europa naar het Heilige Land. Cilicisch Armenië heeft bestaan tot in de tweede helft van de veertiende eeuw. Maar liefst zes van zijn 24 koningen heetten Constantinus. Als christenen hebben ook de Armeniërs deelgenomen aan de kruistochten. Zo heeft Constantinus, die de titel prins van Gargar droeg, in de jaren 1096-1099 deelgenomen aan de Eerste Kruistocht. Het resultaat hiervan was de stichting in 1099 van het Koninkrijk Jerusalem, een kruisvaarderssstaat die tot 1291 heeft bestaan. Constantinus' zus Arda, prinses van Gargar, was getrouwd met Boudewijn I, de eerste koning van het Koninkrijk Jerusalem.. Naar Melegarde, Zutphen en Bergh. Een maquette van de burcht zoals Constantinus de Monte die heeft laten bouwen. Na zijn kruistocht is Constantinus met de Duitse kruisvaarder Godschalk van Tecklenburg naar het hierboven genoemde Melegarde/Malgarten gereisd. Het is waarschijnlijk dat hij al voor zijn komst naar Europa een wapen had. Hierover is meer te lezen op de pagina over het wapen van de graven van Bergh. In Melegarde is Constantinus getrouwd met een zus van Godschalk van Tecklenburg. Hun oom van vaderskant was graaf Otto II van Zutphen (overleden in 1113). Melegarde maakte deel uit van de goederen die de graven van Zutphen destijds ten noorden van Osnabrück in leen hadden. Door deze familieband is Constantinus in Zutphen terechtgekomen. Hoe en waarom is niet meer te achterhalen, omdat de zogenaamde Zutphense falsa onduidelijkheid scheppen over de geschiedenis van het graafschap Zutphen in deze periode. Een falsum is in dit verband een opzettelijk vervalste oorkonde. Het doel van de Zutphense falsa was, naar wordt aangenomen, bepaalde erfrechten in het graafschap aan te tonen. Een duidelijke geschiedvervalsing in een van deze falsa is de vermelding van (een) Constantinus in het jaar 1064 – ruim dertig jaar voor de 1 Armeense prins in Melegarde aankwam. Hoe het ook zij, uiteindelijk heeft Constantinus gedeeld in de erfenis van graaf Otto II van Zutphen. Deze bezittingen vormden het begin van het Land van den Bergh. Na aankomst in het Berghse land is Constantinus mogelijkerwijze gaan wonen op een goed dat hij Malgarten noemde. Dit lag aan de tegenwoordige Hassentweg bij Hüthum. In 1459 werd het vermeld als Malegert, in 1668 als Maliers en tegenwoordig heet het Maliarts. Niet veel later heeft Constantinus zich gevestigd op de verlaten burcht Uplade. De heuvel ofwel de berg waarop Uplade lag gaf hem de Latijnse naam "Constantinus de Monte", die zijn nakomelingen vertaalden in het potjeslatijn "De Berga" en het Nederlandse "Van den Bergh". De naam Uplade heeft Constantinus (gesteld dat hem die bekend was) op een niet nader bekende dag veranderd in Montferrand. Die kan verwijzen naar de kruisvaardersburcht Montferrand even ten noorden van de huidige Libanees-Syrische grens. De bouw van deze burcht is pas na 1100 begonnen – dus na de Eerste Kruistocht – wat kan betekenen dat Constantinus op de terugweg uit Jerusalem daar is geweest. De naam Montferrand kan zijn afgeleid van het Latijnse mons ferrandus, woeste berg. Een andere verklaring is dat de naam verwijst naar de Franse stad Clermont-Ferrand, die in 1630 ontstond door samenvoeging van de steden Clairmont (zoals de toenmalige spelling was) en Montferrand. De stad Montferrand is echter pas in 1120 gesticht, zodat een verband met de kruisvaardersburcht Montferrand waarschijnlijker is. Overigens was het in Clermont waar paus Urbanus II in 1095 opriep tot de Eerste Kruistocht. Als eerste heer van Bergh heeft Constantinus niet ver van zijn burcht in de Rijkskarolingische nederzetting Sydeheim een kapel gesticht, de voorloper van de Sint Oswalduskerk. 1 A.G. van Dalen was onderwijzer en een bekend streekhistoricus. Van 1924 tot 1960 was hij verbonden aan de r.k.-jongensschool te Westervoort. Op 13 september 1976 werd hij benoemd tot ereburger van de gemeente Westervoort. De titels van zijn publicaties staan in Old Ni-js nr. 13, blz. 2-3, onder andere Bergh; Heren, Land en Volk. Hij schreef in Old Ni-js ook over Bergh en Emmerik, Uplade, een volksgericht over heksen, de scholtesse van Zeddam en Berghse familienamen. Voor het schrijven van diverse boeken over de historie van de Liemers werd hij in 1970 bekroond met de Turmac-Liemers-prijs. Van Dalen kreeg in 1977 voor zijn werk de Berghse Kei uitgereikt. 2 John Thoben was sinds de oprichting van de Heemkundekring Bergh in 1982 een van de motoren van deze vereniging. Hij was decennia lang bestuurslid, eindredacteur van het lijfblad Old Ni-js en in de begintijd ook enige jaren secretaris. in 2009 eerde de vereniging hem daarom als ere-bestuurslid, iets waar hij terecht zeer trots op was. John was tevens oprichter en voorzitter van de Stichting Genealogie en Geschiedenis tussen Rijn en IJssel. Daarnaast was hij een hartstochtelijk onderzoeker binnen het veld van de geschiedenis van het land van Bergh. In die hoedanigheid heeft hij tal van artikelen en boeken over dit thema geschreven, zoals "Het Kerspel Beek in de Liemers". Ook was hij voorzitter van de gemengde zangvereniging Bergh Opwaerts. Tijdens de lintjesregen van 2002 werd hij benoemd tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau. John Thoben werd op 17 september 1922 geboren in Raalte. Hij overleed in Doetinchem op 18 januari 2016 in de leeftijd van 93 jaar. Everwinus van den Bergh. Everwinus komt, voor zover bekend, slechts één keer in de archieven voor, als hij met zijn broers Rabodo, de tweede heer van Bergh, en Constantinus genoemd wordt in een acte van de aartsbisschop van Keulen uit de periode 1168–1173. Ook de graven van Kleef en van Gelre worden in deze acte genoemd. Constantinus van den Bergh. Hij was vanaf 1142 maarschalk in dienst van de aartsbisschop van Keulen, een functie die later ook zijn neef Constantinus heeft bekleed. Hij heeft in het leger van keizer Frederik Barbarossa na 1152 deelgenomen aan krijgshandelingen in Italië. Als Constantinus de Monte wordt hij in 1167 genoemd in een document, waarin Barbarossa het Keulse contingent bedankt voor zijn bijdrage aan strijd bij Sienna. Als het jaar van Constantinus' overlijden wordt het jaar 1186 genoemd. Zijn geboortejaar is niet bekend. pagina 2 van 75 Generatie II II. Rabodo I van den Bergh heer ven Bergh, (zoon van I [blz. 1] ), van ongeveer 1140 tot omstreeks 1170 de tweede heer van Bergh, overleden tussen 1140 en 1174, begraven, 2 zonen. 1. Rabodo II, begraven, volgt III [blz. 3]. 2. Constantinus, begraven. Rabodo I van den Bergh. Van heer Rabodo I zelf zijn geen archiefstukken bewaard gebleven, maar hij komt wel voor in documenten van anderen. Zijn achternaam is daar afwisselend De Monte, De Berga en De Berge. Rabodo was vermoedelijk getrouwd met een dochter uit het Huis van de heren Gemen, en kwam zo in het bezit van kasteel Raesfeld. Constantinus van den Bergh. Net als zijn oom Constantinus 'maarschalk' in dienst van de aartsbisschop van Keulen is geweest. Hij komt van 1161 tot 1186 in de archieven voor. Generatie III III. Rabodo II van den Bergh heer van Bergh, (zoon van II [blz. 3] ), begraven, 2 zonen. 1. Adam, begraven. 2. Hendrik, begraven, volgt IV [blz. 3]. Rabodo II van den Bergh. Rabodo II komt in de archieven voor van 1165 tot 1179. Omstreeks 1170 is hij zijn vader opgevolgd. Heer Rabodo II was getrouwd met een dochter van Hendrik van Oldenburg. Diens vrouw – de schoonmoeder van Rabodo II – was Salome van Gelre, dochter van Gerard II van Gelre en Ermgard van Zutphen.
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages75 Page
-
File Size-