Het Bilderdijk-Museum. Jaargang 17

Het Bilderdijk-Museum. Jaargang 17

Het Bilderdijk-museum. Jaargang 17 bron Het Bilderdijk-museum. Jaargang 17. Vereniging ‘Het Bilderdijk-Museum’, Amstelveen 2000 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_bil002200001_01/colofon.php © 2012 dbnl 1 ‘Sint Koster’. Willem Bilderdijk over de uitvinding van de boekdrukkunst* Toen Willem Bilderdijk zich in 1806 na een elfjarige uitlandigheid eindelijk weer vrij in eigen land kon bewegen, werd hij ongetwijfeld geconfronteerd met veranderingen in zijn leefomgeving. Het is de vraag of die hem allemaal bevielen; in elk geval was er één bij waar hij geen goed woord voor over had. De Grote Markt in Haarlem, in de ogen van Bilderdijk een van de mooiste pleinen van het land, bleek ontsierd te zijn door een foeilelijk beeld dat men er tijdens zijn afwezigheid geplaatst had. In felle bewoordingen hekelde Bilderdijk deze ‘molijk’, ‘die ruim zoo veel van den kunststijl van steenen roeland in Amsterdam, als van den Erasmus aan den Rottestroom had, en zeer zeker verre beneden alles was, dat men in dit soort van arbeid, van het duisterste tijdperk der middeleeuw vinden kan.’1. Het beeld waarover Bilderdijk het had, was dat van Laurens Janszoon Coster, dat voorheen op het Prinsenhof had gestaan, en dat het stadsbestuur inderdaad in 1801 naar de Grote Markt laten overbrengen. Dit standbeeld was in 1722 vervaardigd door de beeldhouwer Gerrit van Heerstal naar een ontwerp van niemand minder dan Romeyn de Hooghe.2. Bilderdijk kon het beeld echter niet waarderen. Hij veegde het op één hoop met twee andere beelden die dezelfde door hem afgekeurde kunststijl zouden vertegenwoordigen: de ‘steenen roeland’ in Amsterdam (een zestiende-eeuws grensteken in de vorm van een standbeeld, dat tot 1774 aan de Nieuwezijds Kolk heeft gestaan),3. en het bekende Rotterdamse Erasmusbeeld van 1622 door Hendrick de Keyser. Het Costerbeeld op de Grote Markt is overigens in 1856 op zijn oude plek teruggezet om plaats te maken voor het huidige bronzen standbeeld door Louis Royer. De datering van de door Bilderdijk gehekelde beelden in drie verschillende eeuwen rechtvaardigt nauwelijks de opvatting dat ze één kunststijl zouden vertegenwoordigen. Maar hoe dat ook zij, Bilderdijks ongenoegen werd in eerste instantie duidelijk gevoed door esthetische overwegingen. Uiteindelijk richtte zijn gram zich echter tegen iets anders, namelijk tegen het denkbeeld dat een figuur als Laurens Janszoon Coster met een standbeeld geëerd moest worden. Was het niet ‘louter eigenpraal’ en ‘schijnpronk’ om op deze manier het vraagstuk inzake de uitvinder van de boekdrukkunst als opgelost voor te stellen, terwijl volgens de geleerden een ander dan Coster, namelijk Johann Gutenberg te Mainz, meer kans had de werkelijke uitvinder te zijn?4. Bilderdijk bracht deze aanklacht naar voren aan het begin van zijn verhandeling Over de uitvinding der Drukkunst, die hij op 13 augustus 1812 uitsprak voor de Tweede Klasse van het Koninklijk Nederlandsch Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten. Evenals de boekhistorici hebben de Bilderdijk- * Lezing, gehouden tijdens de jaarvergadering op 11-12-1999. Het Bilderdijk-museum. Jaargang 17 2 kenners nooit aandacht besteed aan deze onuitgegeven verhandeling, waarvan de autograaf lange tijd een min of meer verborgen bestaan heeft geleid,5. maar die desalniettemin dankzij het bestaan van diverse afschriften goed toegankelijk was.6. Toch verdient deze tekst onze aandacht. Het kan niet anders of degenen die in 1812 de vergadering van de Tweede Klasse bijwoonden, veerden op toen zij hoorden hoe het onderwerp werd ingeleid. De kwestie ‘Mainz of Haarlem’ hield een ieder die zich in die dagen tot de intellectuelen rekende, toch al danig bezig, maar de koers die hier werd ingeslagen, was hoogst ongebruikelijk, en voor het vervolg van het betoog gold dat zo mogelijk in nog sterkere mate. Er is dus voldoende reden om de positie die Bilderdijk inzake dit onderwerp innam, eens nader te bezien. Daartoe geef ik nu eerst een overzicht van het toenmalige debat over de uitvinding van de boekdrukkunst. Daar de Costerliteratuur al voldoende in kaart is gebracht, vermeld ik alleen de publicaties die hier van belang zijn. Vervolgens ga ik nader in op het betoog van Bilderdijk, om dan de lijn door te trekken tot 1823, toen Haarlem Coster meende te moeten herdenken met een uitbundig feest. Bilderdijks reacties daarop in 1823 en later bieden een goed uitgangspunt om ter afsluiting diens houding ten aanzien van de Costerkwestie te verbinden met zijn levensbeschouwelijke opstelling. Het Costervraagstuk7. De opinie dat een zekere Laurens Janszoon Coster uit Haarlem de uitvinder van de boekdrukkunst zou zijn, dateert uit de zestiende eeuw. Het was Dirck Volckertsz. Coornhert die voor het eerst Haarlem noemde als de plaats waar de drukkunst uitgevonden zou zijn. Coornhert was betrokken bij de oprichting van de drukkerij van Jan van Zuren te Haarlem, waarvoor men bij het stadsbestuur een subsidie aanvroeg. In het desbetreffende verzoekschrift uit 1559-1560 wordt Haarlem opgevoerd als de stad die Mainz met deze vinding vóór geweest zou zijn. De opstellers wilden hiermee aantonen hoeveel belang juist Haarlem had bij een bloeiende boekenbranche. Men vermeldde de naam van de uitvinder echter niet. Een dergelijk relaas vindt men ook in Coornherts opdracht aan de Haarlemse overheid voor in de eerste uitgave van Jan van Zuren uit 1561.8. Kort voor 1570 duikt dan in de kroniek van de geneesheer Hadrianus Junius, tevens rector van de Latijnse school te Haarlem en geschiedschrijver voor de Staten van Holland, de naam op van een Laurens Janszoon, in de eerste helft van de vijftiende eeuw in die stad werkzaam als koster. In deze kroniek, de Batavia, die in 1588 postuum in druk verscheen, vinden wij het nu nog steeds bekende verhaal over Coster, die tijdens een wandeling in de Haarlemmerhout uit beukenschors letters snijdt, waarvan hij, om zijn kleinkinderen te vermaken, afdrukken maakt. Coster zou toen drukwerk zijn gaan produceren, totdat in de kerstnacht van 1541 een knecht er met zijn uitvinding vandoor ging, waarna een ander in Mainz met de eer ging strijken. Het verhaal van Junius kreeg een zekere eerbiedwaardigheid in de uitwerking van de geleerde Petrus Scriverius in zijn Laure-crans voor Laurens Coster van Haerlem (1628), waarin we zelfs een portret van Coster vinden alsmede een afbeelding van zijn drukkerij, beide, zoals we nu weten, fictief. Scriverius vestigde de aandacht op een passage over de uitvinding van de drukkunst in de zogenaamde Keulse kroniek van 1499, die in zijn ogen de Haarlemse aanspraken ondersteunde. In deze kroniek Het Bilderdijk-museum. Jaargang 17 wordt een bejaarde drukker opgevoerd, Ulrich Zell, die Mainz vermeldde als de stad waar, in 1440, de boekdrukkunst uitgevonden zou zijn. Volgens hem waren echter in Holland de eerste voorlopers van de drukkunst te vinden: ‘So is doch die eyrste vurbyldung vonden im Hollant uyss den Donaten, die dae selffst vur der tzijt gedruckt syn.’ Vóór Gutenberg zou men in Holland reeds Donaten (Latijnse schoolboekjes) gedrukt hebben. Een plaatsnaam of de naam van degene die achter deze ‘vurbyldung’ stond, wordt niet genoemd, terwijl ook de techniek die hierbij zou zijn toegepast, niet wordt omschreven. Toch voerde Scriverius de getuigenis van Zell aan als een argument ten gunste van Coster.9. Dit bleef een tijdlang de stand van zaken. Getuige de plaatsing van het eerder genoemde stenen beeld op het Haarlemse marktplein, werd de figuur van Coster niet vergeten. Toen men in 1740 in Mainz een Gutenbergherdenking organiseerde, vond echter in Haarlem iets dergelijks niet plaats. Wel verscheen er af en toe een publicatie waarin de aanspraken van Haarlem nog eens onderstreept werden, maar nieuwe gegevens vindt men daarin niet. Dit laatste geldt ook voor het werk Origines typographicae (1765) door de Rotterdamse pensionaris en boekenminnaar Gerard Meerman. Nieuw is wel dat Meerman poogde zowel Haarlem als Mainz recht te doen door een accent te leggen bij de technische vervolmaking van de boekdrukkunst in Mainz.10. Na de eeuwwisseling raakte de Costerkwestie in een stroomversnelling. In 1808 schreef de Koninklijke (Hollandsche) Maatschappij der Wetenschappen te Haarlem - een van de vele genootschappen waarmee het Koninklijk Nederlandsch Instituut moest concurreren - een prijsvraag uit waarvan de vraagstelling als volgt luidde: ‘Kan het aan Haarlem met eenigen grond betwist worden, dat de Konst om met enkele verplaatsbare letters te drukken, aldaar voor het jaar 1440 door Laurens Koster is uitgedacht; - en is niet deze Konst van daar naar Maijntz overgebragt, en aldaar verbeterd door letters van tin gegoten voor de houten letters in plaats te stellen?’ Het initiatief om deze prijsvraag uit te schrijven was afkomstig van niemand minder dan koning Lodewijk Napoleon, die veel voor de organisatie van wetenschap en cultuur in ons land heeft gedaan. Pas nadat de prijsvraag in 1810 opnieuw was uitgeschreven, kwamen er antwoorden binnen, maar geen van de drie kon de jury voldoende bekoren. Een van de inzendingen had als mede-auteur H.W. Tydeman, die met Bilderdijk bevriend was en op wie ik straks terugkom. Ondertussen publiceerde W.H.J. van Westreenen in 1809 buiten de prijsvraag om een Verhandeling over de uitvinding der boekdrukkunst.11. De ietwat zonderlinge Van Westreenen (1783-1848), die veertien jaar oud verklaarde een loopbaan als ‘boek-wurm’ na te streven, en daarin ook aardig geslaagd is,12. presenteerde hiermee zijn eerste substantiële proeve op het terrein van de boekgeschiedenis.13. Wie het boekje leest,

View Full Text

Details

  • File Type
    pdf
  • Upload Time
    -
  • Content Languages
    English
  • Upload User
    Anonymous/Not logged-in
  • File Pages
    33 Page
  • File Size
    -

Download

Channel Download Status
Express Download Enable

Copyright

We respect the copyrights and intellectual property rights of all users. All uploaded documents are either original works of the uploader or authorized works of the rightful owners.

  • Not to be reproduced or distributed without explicit permission.
  • Not used for commercial purposes outside of approved use cases.
  • Not used to infringe on the rights of the original creators.
  • If you believe any content infringes your copyright, please contact us immediately.

Support

For help with questions, suggestions, or problems, please contact us