9 Specialiseren, Investeren En Intensiveren, 1511-1830

9 Specialiseren, Investeren En Intensiveren, 1511-1830

157 7 Specialiseren, investeren en intensiveren, 1511-1830 A=waare kleigronden vindt men in verscheiden Grietenyen langs den Eestroom van Dok- kum tot aan Harlingen, en voornamelyk in die van Kollumerlandt en het Bildt, doch inzonderheid in dat gedeelte, welk het eerst ingedykt is, en nog hedendaags het Oude Bildt genaamd wordt: alle zynze zeer goed tot Bouwlanden niet alleen, maar ook tot zeer voedzame weidlanden; doch zijnze eens onder den ploeg geweest, dan wordt er al vry wat tyds en kosten vereischt, omze ter beweidinge even deugdzaam als de oude te doen wor- den’364 Inleiding In de nacht van 2 op 3 maart 1733 stierf Jan Wijbbes, boer te Achlum. De door deze boer bijgehouden boekhouding werd voortgezet door zijn zoon. Ook de kosten van het ‘sterfhuis’, de begrafenis inclusief de ontvangst van gasten, werden door hem genoteerd. Op deze begrafenis waren 160 personen uitgeno- digd, terwijl de kosten ongeveer 85 Carolusguldens bedroegen. Ter vergelijking: het zomerdagloon van de meester–timmerman van het Popta–gasthuis te Mars- sum bedroeg in deze periode 18 stuivers per dag. Bij de kosten ging het behalve om de doodskist en het doodlaken vooral om spijs en drank: één ton bier, een vierendeel bitter, veel boter, spekhammen, speenvarkens, veel melk of karne- melk, rijst, pijpkaneel, witte suiker, 50 gehuurde tinnen borden en 11 schotels en 18 bierglazen, waarvan er twee sneuvelden. Ook was er een grote hoeveel- heid krentenbrood, gebakken van 24 ponden krenten (bijna 12 kilogram) en meel van twee lopen tarwe (ongeveer 110 kilo), dat gezien de impost (een belas- ting op het malen) speciaal voor deze gelegenheid gemalen werd. Bij de begrafenis waren, direct of indirect, een groot aantal bedrijven betrok- ken: een timmerman, een smid, een tingieter, een bakker, Atte Claases die boter leverde (men had zelf niet genoeg in voorraad), Tsjepke Ides die voor boter en melk zorgde, de provincie die via de collecteur Tomes Wobma de impost hief, de jonge Jan Wijbbes (kleinzoon van de gestorvene) die voor 8 stuiver 9 halfkan melk en voor 2 gulden en 9 stuiver 7 ‘halfstikken’ boter verkocht aan zijn moe- der, een gortmaker, de slijter Ruurd Ruurds en Tame Douwes, die het doodla- ken leverde. In totaal werden voor het onthalen van 160 gasten 13 ambachtslie- 364 Tegenwoordige staat van Friesland I, 54. 158 den en bedrijven ingeschakeld, dit inclusief Sijbren Jacobs die bij de mensen langs moest om ze uit te nodigen en die voor een groot deel van het onthaal zorgde. Elders in de boekhouding blijkt dat het piepkleine Achlum een smid, een schoenmaker en een wagenmaker had. Uit de begrafenisgegevens komt naar voren dat er ook een bakker en een timmerman waren, terwijl de slijter en de tingieter uit Franeker kwamen. Een dergelijke begrafenis was geen uitzondering. Op de begrafenis van de vrouw van Jan Wijbbes in april 1741 werden 200 mensen uitgenodigd. Op 31 mei 1766 stierf de schoondochter van bovengenoemde Jan Wijbbes (vrouw van Wijbbe Jans en moeder van de jonge Jan Wijbbes). De kosten van deze begrafe- nis bedroegen ongeveer 80,- terwijl er nu geen kaneel maar wel tabak aanwezig was en het tingoed bij dezelfde ondernemer uit Franeker werd gehuurd als in 1733. De begrafenis van Wijbbe Jans in 1775 – een redelijk gunstige tijd voor de landbouw – kostte zelfs bijna 200 gulden of een klein jaarinkomen van een dag- arbeider – dit nog exclusief de kosten van de taxatie van de boedel en de aan- schaf van speciale kleding.365 Wat vertellen deze gegevens ons over het Friese boerenbedrijf in de achttien- de eeuw? De Friese kleibedrijven uit de achttiende eeuw staan bekend als sterk op de markt gerichte ondernemingen waar de ondernemer – eigenlijk: het boe- rengezin – de mogelijkheid had om te investeren in het bedrijf en keuzes kon en moest maken op het gebied van teeltplan en verkopen. Tegelijkertijd had dit bedrijf een aantal taken – transport, houtbewerking, dakbedekken enzovoorts – geheel of gedeeltelijk afgestoten (er vanuit gaande dat men dit ooit wel zelf had gedaan!) zodat men zich kon richten op de meer profijtelijke activiteiten zoals de zuivelproductie of de akkerbouw. Dit beeld of model zal in dit hoofdstuk een belangrijke rol spelen bij de analyse en interpretatie van de gegevens uit het bronnenonderzoek. Maar is dit beeld wel juist, of volledig? Aan de ene kant wordt het bevestigd door de gegevens van de begrafenissen. Zelfs voor het be- dienen bij de maaltijd werd arbeid ingehuurd, terwijl er voor de doodskist en de etenswaren werd teruggevallen op een heel scala aan gespecialiseerde bedrijven – waarbij zelfs de kleinzoon van de overledene geld vroeg voor de door hem gele- verde waren. Toch laat de begrafenis ook een andere kant van het bedrijf – of moeten we zeggen: het boerenleven? – zien. Het bedrijf was niet alleen ingebed in een net- werk van toeleverende en afnemende bedrijven maar ook in een kring van per- sonen die rond de 160 en 200 mensen groot was – naast de buren en familie moet wellicht vooral aan de kerk gedacht worden (de familie was doopsgezind). Economisch gezien functioneerden de begrafenissen binnen deze kring als een 365 Van der Meer, ,pkomst en ûndergong, 82–83, 90,108, 166. 159 verdelingsmechanisme naast de markt.366 Zelfs in doperse kring werden grote hoeveelheden voedsel en drank geconsumeerd. De sociale kant zal belangrijker zijn geweest. Maar in ieder geval noopt het ons tot voorzichtigheid bij het ge- bruik van modellen. Het leven op de boerderij had vele aspecten. Met name voor het begin van onze periode zijn er weinig directe gegevens over de be- drijfsvoering en de verleiding is dan groot om elementen van een bedrijfsmodel – marktgerichtheid, arbeidsdeling etc. – niet zozeer te gebruiken als hulpmidde- len bij het interpreteren en analyseren van de gegevens maar om ze in de plaats van deze gegevens en de werkelijkheid te stellen. Een werkelijkheid die ook andere kanten had. Juist daarom is het van belang een model expliciet te maken. En om de bronnen ook voor zich te laten spreken.367 In deze studie zal gebruik worden gemaakt van een model van het Friese boerenbedrijf en de bedrijfsvoering tussen 1511 en 1830. Dit model of idee is grotendeels gebaseerd op ideeën van Jan de Vries en Ester Boserup. De Vries heeft een aantal invloedrijke boeken en artikelen geschreven over de landbouw in Nederland tussen (ongeveer) 1480 en 1800.368 Bij zijn analyse heeft hij een duidelijk economische invalshoek waarbij op basis van een groot aantal hetero- gene bronnen en een model de lange termijn ontwikkeling van de landbouw in de kuststreken in beeld wordt gebracht. Het model van De Vries is een bedrijfs- model. Hij gaat er vanuit dat de boerenbedrijven in de kuststreken voornamelijk gezinsbedrijven waren die onder een betrekkelijk moderne juridische eigen- domsstructuur werkten. Bij de bedrijfsvoering had dit bedrijf wat betreft het gebruik van arbeid drie keuzes. De eerste was de keuze tussen productieve acti- viteiten als maaien, melken, huishoudelijke activiteiten of het onderhoud van de bedrijfsgebouwen aan de ene kant en het gebruiken van de tijd voor sociale, religieuze, recreatieve of agressieve activiteiten aan de andere kant.369 De tweede keuze was tussen verschillende soorten van productieve activiteiten. Repareert men zelf een kapot dak en spint men zijn eigen garen of laat men dat doen en specialiseert men zich in de vrijkomende tijd op de zuivelproductie dan wel op de akkerbouw?370 Deze tweede keuze is volgens De Vries de belangrijkste. In zijn woorden: ‘the most important trade–off is between labor in agriculture and 366 Puur kwantitatief was de armenzorg uiteraard een veel belangrijker verdelingsmechanisme naast de markt. Zie Spaans, Armenzorg in Friesland. 367 Noordegraaf, ‘Het platteland van Holland’. 368 De belangrijkste omtrent Friesland: De Vries, The Dutch rural economy, De Vries, ‘Peasant demand patterns’; De Vries, ‘Landbouw in de Noordelijke Nederlanden’; De Vries, ‘De economische ontwikkeling’. 369 In de engelstalige literatuur wordt regelmatig het begrip ‘leisure’, oftewel ‘vrije tijd’ gebruikt. Dit is naar mijn mening anachronistisch. Op basis van Feenstra en Oudman, Een vergeten plattelandselite, zou men aan de genoemde activiteiten overigens nog ‘procederen’ toe kunnen voegen. 370 De fijnmazigheid van de arbeidsverdeling moet niet worden onderschat. In Friesland kocht men vaak vlas, dat vervolgens zelf gesponnen werd en dat men vaak, maar niet altijd, liet weven door een wever. Daarna werd het door de kleermaker bewerkt tot kleren. Naast deze stoffen moet ook nog ander textiel gekocht zijn, zeker wanneer het om geverfde stoffen ging. 160 labor in the home provision of crafts, maintenance, transportation and fuel’.371 Voor Friesland kan bij ‘crafts’, ambachten, onder meer gedacht worden aan spin- nen, het zelf maken en onderhouden van huizen of het vlechten van korven. Een op het eerste gezicht voor de hand liggende activiteit als weven lijkt in onze periode in het Friese kleigebied niet of nauwelijks binnen de boerenhuishodin- gen te zijn uitgevoerd. Bij ‘maintenance’, onderhoud gaat het wat de bovenge- noemde keuze betreft vooral om onderhoud van gebouwen en gereedschappen, en niet om onderhoud van het land. Transport heeft onder andere betrekking op transport van en naar marktplaatsen, maar ook moet gedacht worden aan de slager, bakker, kleermaker of de smid en wagenmaker. Bij ‘fuel’, brandstof, kan voor het Friese kleigebied wat betreft de zelfvoorziening vooral gedacht worden aan het zelf produceren van ’dompen’, stukken mest vermengd met stro of riet die als een soort turven werden

View Full Text

Details

  • File Type
    pdf
  • Upload Time
    -
  • Content Languages
    English
  • Upload User
    Anonymous/Not logged-in
  • File Pages
    88 Page
  • File Size
    -

Download

Channel Download Status
Express Download Enable

Copyright

We respect the copyrights and intellectual property rights of all users. All uploaded documents are either original works of the uploader or authorized works of the rightful owners.

  • Not to be reproduced or distributed without explicit permission.
  • Not used for commercial purposes outside of approved use cases.
  • Not used to infringe on the rights of the original creators.
  • If you believe any content infringes your copyright, please contact us immediately.

Support

For help with questions, suggestions, or problems, please contact us