BO 12-113 Januari 2013 Archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart gemeente Weesp BO 12-113 Amsterdam 2013 BO 12-113 Gemeente Amsterdam Januari 2013 Bureau Monumenten & Archeologie Inhoud Samenvatting 4 Inleiding 5 1 Administratieve gegevens onderzoek 6 1.1 Administratieve gegevens onderzoeksgebied 6 2 Wettelijk kader en richtlijnen 7 2.1 Algemeen 7 2.2 Nationale regelgeving 7 2.3 Provincie Noord-Holland 7 2.4 Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 8 2.5 Archeologische verwachtingskaarten 9 2.5.1 Verwachtingskaarten als beleidsinstrument 9 2.5.2 Achtergronden van de archeologische verwachtingskaart van Weesp 10 3 Landschap 12 3.1 Geo(morf)ologie en bodem 12 3.1.1 Het (afgedekte) dekzandlandschap 13 3.1.2 Het veengebied 13 3.1.3 Rivierafzettingen van de Vecht en zijrivieren 14 3.1.4 Bodem en grondwater 15 4 Bewoningsgeschiedenis 16 4.1 Paleolithicum, Mesolithicum en Neolithicum 16 4.2 Bronstijd, IJzertijd en Romeinse tijd 17 4.3 Middeleeuwen en Nieuwe tijd 18 4.3.1 De ontginning van het veengebied 18 4.3.2 De stad Weesp 21 4.3.3 Boerderijen en buitens 22 4.3.4 Herbergen 29 4.3.5 Molens 30 4.3.6 Hollandse Waterlinie en Stelling van Amsterdam 32 4.3.7 Verstedelijking 37 5 De Archeologische verwachtingskaart 38 5.1 Inleiding 38 5.2 Bepaling van de archeologische verwachting 38 5.2.1 Het pleistocene (dekzand)landschap 38 5.2.2 Het veengebied 39 5.2.3 De afzettingen van de stroomgordel van de Vecht 40 5.2.4 Bekende waarden 40 5.2.5 Verstoringen 41 5.2.6 Beperkingen van het verwachtingsmodel 41 5.3 Archeologische Verwachtingskaart 42 6 Archeologische Beleidskaart 49 Conclusie 52 Bronnen 53 Bijlage 1 Vindplaatsencatalogus 56 Bijlage 2 Onderzoekscatalogus en literatuurlijst 65 3 BO 12-113 Gemeente Amsterdam januari 2013 Bureau Monumenten & Archeologie Samenvatting Bureau Monumenten & Archeologie (BMA) heeft in opdracht van de afdeling Vergunningen & Toezicht van de gemeente Weesp een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het totale gemeentelijke gebied van Weesp. Vanwege drie nieuwe bestemmingsplannen diende de bestaande archeologische paragraaf te worden geactualiseerd. Dit heeft geresulteerd in een nieuwe en herziene archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart. Hiermee wordt het cultuurhistorische verleden van het plangebied in kaart gebracht en wordt een beeld verkregen van de archeologische sporen die in de bodem aanwezig kunnen zijn. Een dergelijke kaart past binnen de verplichting van gemeenten om conform de Monumentenwet beleid te ontwikkelen ten aanzien van het behoud cq. documentatie van die overblijfselen bij bouwontwikkeling. Het bureauonderzoek geeft een overzicht van de ruimtelijk topografische ontwikkeling van het gebied vanaf het Paleolithicum tot de Nieuwe tijd. Ten behoeve hiervan is geologische, archeologische en historische informatie over het plangebied verzameld die is omgezet naar een beeld van archeologische verwachtingen. De verwachtingen zijn opgenomen in een archeologische verwachtingskaart die een onderscheid maakt in zestien zones (p. 45, afb. 44). Aan de hand hiervan is een archeologische beleidskaart opgesteld, waarin de beleidsregels en maatregelen voor de eventueel vereiste archeologische monumentenzorg zijn vastgelegd. De beleidskaart telt tien beleidszones (p. 51, afb. 48). Voor het gehele plangebied geldt de wettelijke meldingsplicht. Dit houdt in dat ook in geval geen archeologisch vervolgonderzoek is vereist en toch archeologische bodemvondsten ouder dan vijftig jaar worden aangetroffen, dit aan de gemeente Weesp gemeld wordt zodat in overleg met de opdrachtgever maatregelen getroffen kunnen worden tot documentatie en berging van de vondsten. Uit: L. van Ollefen, RS. Bakker, De Nederlandsche stads- en dorpsbeschrijver 1793-1801 4 BO 12-113 Gemeente Amsterdam januari 2013 Bureau Monumenten & Archeologie Inleiding In opdracht van de afdeling Vergunningen & Toezicht van de gemeente Weesp heeft Bureau Monumenten & Archeologie (BMA) van de gemeente Amsterdam een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart voor het gehele gemeentelijke gebied van de gemeente Weesp opgesteld. De aanleiding hiervoor waren drie nieuwe bestemmingsplannen waarvoor de archeologische paragraaf diende te worden geactualiseerd. De bestaande gemeentelijke verwachtingskaart mist relevante informatie op detailniveau en is ook niet vlakdekkend en daarmee onvolledig. De vernieuwde archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart completeert het overzicht van archeologische waarden en hun (paleo)landschappelijke context binnen de gemeente. Met een dergelijke meer gedetailleerde archeologische verwachtingskaart waarin ook de verwachte mate van verstoring van de ondergrond is opgenomen kan maatwerk worden geleverd in de advisering over de aard en aanwezigheid van archeologische waarden en de daarmee samenhangende beleidsbeslissingen binnen de gemeente Weesp. In Hoofdstuk 2 wordt het wettelijk kader geschetst waarbinnen archeologisch onderzoek uitgevoerd dient te worden en wordt uitgelegd wat het principe van een archeologische verwachtingskaart is en hoe de kaart voor de gemeente Weesp is opgebouwd. In Hoofdstuk 3 worden de verschillende landschappelijke eenheden binnen het gemeentelijke areaal van Weesp besproken. Hoofdstuk 4 bespreekt het archeologisch erfgoed, opgedeeld in de prehistorische en de historische periode inclusief een overzicht met reeds bekende archeologische vindplaatsen en /of zones van cultuurhistorische waarden. Hoofdstuk 5 bevat de Archeologische Verwachtingskaart waarop de verschillende verwachtingszones schematisch zijn weergegeven. De verwachtingskaart is een samenvoeging van drie deelkaarten waarmee de archeologische verwachtingen zijn bepaald met onderscheid van verschillende landschappelijke eenheden en bewoningsperioden. Op basis van de verwachtingszones is archeologisch beleid geformuleerd. De verschillende beleidszones zijn weergegeven op de beleidskaart, die met een toelichting in hoofdstuk 6 is afgebeeld. De kaart maakt inzichtelijk of en in welke mate archeologische maatregelen binnen (toekomstige) planontwikkeling vereist zijn. De bijlagen bevatten een vindplaatsencatalogus en een onderzoekscatalogus. 5 BO 12-113 Gemeente Amsterdam januari 2013 Bureau Monumenten & Archeologie 1 Administratieve gegevens onderzoek 1.1 Administratieve gegevens onderzoeksgebied De gemeente Weesp ligt ten zuiden van de A1 tussen Amsterdam en Hilversum. Het plangebied betreft het gehele gemeentelijke areaal (afb. 1). Opdrachtgever Gemeente Weesp, afdeling Vergunningen & Toezicht Contactpersoon Mevr. M. van Drunen/ Mevr. S. Snel Adres Nieuwstraat 70a Postcode / plaats 1381 BD Weesp Plangebied Provincie Noord-Holland Gemeente Weesp Plaats Weesp Kaartblad 25 G, H ARCHIS meldingsnr. 55248 ARCHIS afmeldingsnr. 45468 X-coördinaat NW 129.822 Y-coördinaat NW 481.768 X-coördinaat N 133.008 Y-coördinaat N 481.692 X-coördinaat O 135.942 Y-coördinaat O 478.850 X-coördinaat Z 133.041 Y-coördinaat Z 476.661 X-coördinaat ZW 130.090 Y-coördinaat ZW 477.200 Locatie 1 De topografie van de gemeente Weesp (paars); inzet ligging in Nederland 6 BO 12-113 Gemeente Amsterdam januari 2013 Bureau Monumenten & Archeologie 2 Wettelijk kader en richtlijnen 2.1 Algemeen Het archeologische erfgoed bestaat uit voorwerpen en structuren die in de bodem bewaard zijn. Deze materiële overblijfselen vormen een onderdeel van onze leefomgeving. Het beleid voor het archeologisch erfgoed heeft dan ook veel raakvlak met dat van de ruimtelijke ordening. Voor optimale integratie van de archeologie in de ruimtelijke ordening heeft het rijk o.a. de Monumentenwet 1988 en de Wet ruimtelijke ordening aangepast. 2.2 Rijk Om het bewustzijn van het Europese erfgoed te vergroten hebben de Europese ministers van Cultuur in 1992 het Verdrag van Valletta opgesteld (ook bekend als het Verdrag van Malta). Een van de voorwaarden om dit te bereiken is dat het Europese archeologische erfgoed voor toekomstige generaties beschikbaar blijft. In Nederland wordt aan dit uitgangspunt invulling gegeven door behoud van archeologisch erfgoed in de bodem (in situ) tijdens de planontwikkeling mee te wegen. Als behoud in de bodem (bijvoorbeeld door middel van technische maatregelen of planaanpassing) geen optie is, dan worden archeologische resten opgegraven (behoud ex situ). De initiatiefnemer van een ruimtelijk plan, dat bodemverstoring tot gevolg heeft, is verantwoordelijk voor de planologische en de financiële inpassing van het archeologisch onderzoek. In de Monumentenwet is een bepaling opgenomen dat in elk bestemmingsplan rekening moet worden gehouden met de in de grond aanwezige, dan wel te verwachten archeologische waarden.1 Ook bevat de Monumentenwet een verplichting om toevalsvondsten te melden (de zgn. meldingsplicht).2 2.3 Provincie Noord-Holland Als toetsingskader voor bestemmingsplannen en projectafwijkingsbesluiten gebruikt de provincie Noord-Holland de structuurvisie, de leidraad landschap en Cultuurhistorie en de Informatiekaart Landschap en Cultuurhistorie (ILC).3 Op grond van de Wet Ruimtelijke Ordening (Wro) dienen gemeenten bij de vaststelling van bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie in acht te nemen. Op de Cultuur Historische Waardenkaart (CHW) zijn o.a. archeologisch verwachtingsvolle gebieden opgenomen. De waardestellingen van de CHW zijn bedoeld als algemene indicaties die per specifiek plangebied nadere invulling en precisering nodig hebben. Naast de CHW beheert de provincie de Archeologische Monumentenkaart (AMK) van het rijk. Op de AMK staan de beschermde 1
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages72 Page
-
File Size-