Een Sokkenfabriek in Nieuwe Pekela

Een Sokkenfabriek in Nieuwe Pekela

Een sokkenfabriek in Nieuwe Pekela Een kleine geschiedenis uit een veenkoloniaal dorp in Oost Groningen Hoe eenzaam lag het woeste oord daar uitgestrekt in 't rond. Geen mensenstem werd er gehoord op dien onvruchtb'ren grond. De Pekel A doorsneed het land met veen en hei bedekt. Natuur werd door geen nijv'vre hand uit hare rust gewekt. Deze ongerepte natuur beheerste na de laatste ijstijd duizenden jaren lang het Bourtanger Moor, het grootste aaneengesloten hoogveen in West-Europa dat oorspronkelijk een oppervlakte van ongeveer 2.300 km² besloeg en zich uitstrekte in Oost-Drenthe, Oost-Groningen langs het oerstroomdal van de rivier de Hunze en in het Duitse Emsland langs de Ems. Ongeveer in het midden hiervan lag het Hoetmansmeer, een veenmeer of ook wel meerstal genoemd, die werd gevormd door de groei van een hoge veenbult in de naaste omgeving, die zijn water loosde op een lagere, vaak zanderig gebleven plek. Dit water uit het hoogveen werd via meerstallen afgevoerd naar veenriviertjes. Dat was de oorsprong van het riviertje dat later de Pekel A werd genoemd en verder al meanderend in noordelijke richting zijn weg vond om evenals de twee Westerwoldse riviertjes de Mussel Aa en de Ruiten Aa, die samen de Westerwoldse Aa vormden, uit te monden in de Dollard. Nog voordat de veenvorming begon verbleven hier waarschijnlijk rondtrekkende jagende, vissende en verzamelende mensen. In de omgeving het Hoetmansmeer zijn hiervan sporen gevonden uit de Middensteentijd (Mesolithicum). Uit luchtfoto's bleek dat er door dit moerasgebied een zandrug liep op grond daarvan archeologen vermoedden resten te kunnen vinden uit de tijd voordat de veengroei het gebied ongeschikt had gemaakt voor menselijke bewoning. Toen in 1982 in het kader van de herinrichting van de veenkoloniën werd besloten een klein bosgebied aan te leggen, werd er vanuit de Rijksuniversiteit Groningen uitgebreid archeologisch onderzoek gedaan. Het gebied waar bodemvondsten werden gedaan bleek 40.000 vierkante meter groot te zijn. De vondsten dateerden uit ca. 5000 voor Christus. Er werden veel stenen pijlpunten gevonden en meer dan vijfhonderd haardkuilen. De vondsten waren afkomstig van rondtrekkende nomaden die geregeld terugkeerden naar deze plek. De hele vindplaats is één van de grootste in Noord-Nederland. Echter naarmate het veen verder aangroeide werd dit gebied weer vrijwel ontoegankelijk en ongeschikt voor menselijke bewoning. De naam Pekela is afgeleid van pekel ('met zout verzadigd water') en het woordje A ('rivier, waterloop'). Door een inbraak van de zee in de Dollard verziltte de monding van het langzaam stromende riviertje dat hier vanuit het hoogveen in zee uit kwam. Volgens een zestiende- eeuwse overlevering was in 1418 voor het eerst de werking van eb en vloed in dit gebied merkbaar. Linksonder het Hoetmansmeer. In de vroege middeleeuwen begonnen kleine boertjes aan de randen van het moeras stukjes veen af te graven om op de ontgonnen grond rogge en het makkelijk te telen voedzame boekweit te gaan verbouwen, hun vee te laten grazen en hun honingkorven te plaatsen. De turf die hieruit voortkwam kon worden gedroogd om ’s winters hun hutten te verwarmen. In de zestiende en zeventiende eeuw werd de ontginning geleidelijk aan op grotere schaal ter hand genomen. Een groepje Friezen en Hollanders, voor een deel bestaande uit kooplieden en militairen die mee waren gekomen met de Friese stadhouder Willem Lodewijk van Nassau-Dillenburg om onder anderen op 23 mei 1568 in Heiligerlee te strijden tegen de Spanjaarden en dezen stevig in de pan te hakken. Deze slag wordt beschouwd als het begin van de Tachtigjarige Oorlog. In de euforie van de strijd sloeg het paard van Graaf Adolf van Nassau, de op een na jongste broer van Willem van Oranje, volslagen op hol en kwam midden in een groep vechtende Spanjaarden terecht, wat de dood van zijn berijder betekende. Herdenkingsmonument Graaf Adolf bij Heiligerlee. Korte tijd daarna echter werden ze even over de grens bij het plaatsje Jemmingen net zo stevig weer door de Spanjaarden afgestraft. Deze Friezen en Hollanders kochten in de laatste 10 jaar van de 16e eeuw van enkele eigenerfden in Winschoten stukken veen ten zuiden van deze plaats. Op 21 juni 1599 sloot dit groepje een overeenkomst waarin afspraken werden gemaakt over de wijze waarop deze venen het best konden worden ontgonnen. De Pekelcompagnie was geboren. De uit Leeuwarden afkomstige Feiko Clock kwam vanaf 1629 in beeld als één van de belangrijke verveners in Pekela. Van 1630 tot 1635 en in 1644 was hij tevens vaandrig in het Staatse leger onder kapitein Nijs. Door het verbod van de Stad Groningen om de afgegraven turf door het Oldambt te vervoeren werd evenwel de ontginning, die in 1608 was begonnen, sterk bemoeilijkt. Daardoor gedwongen werd de grond in 1635 verkocht aan de Stad Groningen die nu de eigenaar van het gebied werd en haar stapelrecht kon uitoefenen. Alle goederen moesten worden verhandeld via de Stad. De Compagnie had nu geld om de gronden te pachten en te investeren om met voortvarendheid de Pekelder venen aan sneê te brengen voor de winning van turf onder de voorwaarde dat de ontgonnen grond daarna zou worden toegemaakt (gereed zou worden gemaakt voor landbouw). Tijdens deze vervening werden kanalen en zijkanalen, de zogenaamde wijken, gegraven zodat de grote hoeveelheden turf naar steeds verdere bestemmingen konden worden afgevoerd. Voor dit zware werk waren zeer veel arbeidskrachten nodig die de Compagnie vond in o.a. Oost Friesland, Westfalen en het Grafschaft Oldenburg. In het begin van de achttiende eeuw werd de Pekel A gekanaliseerd en kreeg de naam Pekelder(hoofd)diep. De kanalisatie was nodig voor de ontginning van het veen. Vooral de bovenloop onderging een drastische verandering waarbij het Hoetmansmeer droog kwam te liggen. Langs het kanaal ontstonden achtereenvolgens in stroomafwaartse richting de dorpen Boven Pekela, Nieuwe Pekela en Beneden Pekela (het huidige Oude Pekela). Voor de afvoer van de turf en voor de afwatering werden zijkanalen, de zogenaamde wijken gegraven. Zo werden de kanalen en wijken gegraven. Veenafgraving. Al dat turf en al die kanalen waren de aanzet tot een zeer omvangrijke veenkoloniale scheepsbouw en scheepvaart waarbij Pekela een aanzienlijke plaats innam. Eind zeventiende eeuw kwamen er in het hele veenkoloniale gebied een groot aantal scheepswerven. Pekelder scheepswerf. Aanvankelijk legde men zich toe op kleine houten binnenschepen voor de afvoer van turf en, mooi meegenomen, de aanvoer van stadsdrek uit de stad Groningen, dat vermengd met de bonkaarde (de bovenste laag van het veen) zou zorgen voor de bemesting van de schrale dalgrond die na het verwijderen van de turf was ontstaan. In de tweede helft van de 18e eeuw begint men ook zeewaardige kustvaarders te bouwen. Toen de schippers zich op groot, open water begonnen te wagen gleden al spoedig de zeetjalken en smakschepen van de veenkoloniale hellingen. In 1792 loopt voor het eerst in de provincie Groningen in Oude Pekela een kofschip van stapel, het bekendste zee scheepstype van de veenkoloniale vloot in de 19e eeuw. Kofschip vol getuigd. De scheepvaart en handel was in het begin sterk gericht op de Noord- en Oostzeehavens tot aan Sint- Petersburg toe en later in het midden van de 19e eeuw vonden grotere schepen zoals galjoot, schoener en brik hun weg ook naar de Middellandse Zee en zelfs naar Noord- en Zuid-Amerika. Het viel te verwachten dat de grotere Pekelder schepen, wanneer ze eenmaal buitengaats waren geweest, nooit meer in de Pekela’s werden gezien. Daarvoor was het kanaal te smal en te ondiep. Ze liepen in Pekela van de helling, maar de volledige afbouw en het optuigen vond in dieper water plaats. De kapiteins kozen één van de grotere havens (Delfzijl, vooral Harlingen en een enkele keer Amsterdam) als ligplaats en toog na iedere reis bepakt en bezakt huiswaarts, soms met souvenirs, naar moeder de vrouw in Pekela. Al in 1712 onderkenden de Pekelder schippers het risico dat hun beroep meebracht. Ze stichtten toen een onderlinge assurantiemaatschappij (compact) op die tot 1838 heeft bestaan. Zowel de schipper als het schip waren daarbij verzekerd. Naast het oude compact de ‘Harmonie’ kende Nieuwe Pekela ook het compact Voorzorg. Oude Pekela kende in de tweede helft van de 19e eeuw het compact De Trouw. De beoogde doelen van Voorzorg en De Trouw waren niet hetzelfde. Kenmerkend verschil was dat De Trouw tot doel had de lust tot zeevaart bij de lagere volksklasse te bevorderen door aan hulpbehoevende jongelingen een voorschot voor hun eerste uitrusting naar zee te verlenen en verder ook het onderwijs te bekostigen dat zij voor dit vak nodig hadden. Het compact Voorzorg had daarentegen tot primaire doel de geldelijke ondersteuning van en zorg voor oud- kapiteins en weduwen en wezen van de op zee omgekomen schippers. In 1871 had Voorzorg 187 kapitein leden, De Trouw telde toen 154 leden. Na 1870 kon de veenkoloniale zeevaart zich niet meer handhaven. Dit werd mede veroorzaakt door de opkomst van de stoomvaart en ook de slechte toestand van de kanalen, die niet geschikt waren voor de steeds groter wordende schepen. Niets duidelijker illustreert deze teloorgang dan de naamlijst van de leden van Voorzorg in het jaar 1925. Daarin worden nog tien leden, alle oud- kapiteins, vermeld. Zij waren de laatste getuigen van Pekela’s maritieme verleden. In de eerste helft van de 20ste eeuw kenmerkte de scheepvaart in de Pekela’s zich door de binnenvaart die was ontstaan met de komst van de aardappelmeel- en strokartonfabrieken. Het passeren van duizenden schepen per maand was eerder regel dan uitzondering. Druk scheepvaartverkeer op ‘t Pekelder Daip. Sluis met sluismeestershuis en enkele winkels En ze moeten allemaal door de sluis . In de nabije omgeving van de sluizen in het kanaal vestigden zich altijd een aantal winkels, zodat de talrijke schippersvrouwen tijdens het schutten de gelegenheid hadden hun boodschappen te doen.

View Full Text

Details

  • File Type
    pdf
  • Upload Time
    -
  • Content Languages
    English
  • Upload User
    Anonymous/Not logged-in
  • File Pages
    57 Page
  • File Size
    -

Download

Channel Download Status
Express Download Enable

Copyright

We respect the copyrights and intellectual property rights of all users. All uploaded documents are either original works of the uploader or authorized works of the rightful owners.

  • Not to be reproduced or distributed without explicit permission.
  • Not used for commercial purposes outside of approved use cases.
  • Not used to infringe on the rights of the original creators.
  • If you believe any content infringes your copyright, please contact us immediately.

Support

For help with questions, suggestions, or problems, please contact us