Heerenveenin ontwikkelin >g PRACTISCHE ONDERZOEKINGEN OP SOCIAAL-ECONOMISCH EN PLANOLOGISCH GEBIED Onder redactie van Prof. Dr E. W. HOFSTEE en Prof. Dr Sj. GROENMAN Hoogleraren te Wageningen en te Utrecht/Amsterdam A: Sociaal-economische onderzoekingen van deNoordelijke Economisch- Technologische Organisatie. i. Prof. Dr E. W. Hofstee SOCIAAL-ECONOMISCHE PROBLEMEN DER GRONINGER VEEN­ KOLONIËN 2. Prof. Dr E. W. Hofstee BESCHOUWINGEN OVER DE ECONOMISCHE STRUCTUUR VAN DE STAD GRONINGEN EN HAAR TOEKOMSTIGE INDUSTRIËLE ONTWIKKELING 3. W. O. F. Wittebol ONDERZOEK NAAR DE TOEKOMSTIGE MOGELIJKHEDEN VAN DE GEMEENTE WINSCHOTEN 4. P. A. Wolters, econ. drs DE SOCIAAL-ECONOMISCHE STRUCTUUR VAN DE GEMEENTE NIEUWE PEKELA B: Sociaal-economische onderzoekingen van het Economisch-Tcchnologisch Instituut Overijssel. 2. Prof. Dr Sj. Groenman DE BESTAANSBRONNEN DER GEMEENTE RENKUM C: Onderzoekingen van het Landbouw-Economisch Instituut te 's-Gravenhage. 1. Dr E. van de Wiel en W. Le M air, ec. drs DE PRACTIJK VAN DE NIEUWE LANDBOUWPOLITIEK 2*. HET KLEINE-BOERENVRAAGSTUK OP DE ZANDGRONDEN Een economisch-sociografisch onderzoek o.l.v. Ir A. Maris, C. D. Scheer, ec. drs en Dr M. A. J. Visser D: Publicaties van deAfdeling Sociale en Economische Geographie van de Landbouw­ hogeschool te Wageningen. 1. Dr Ir C. Rietsema AGRARISCHE BEDRIJFSVORMEN IN HOLLANDS NOORDER­ KWARTIER met een voorwoord van Prof. Dr E. W. Hofstee 2. J. H. Athmer HET DROSTAMBT ELTEN Resultaten van een onderzoek ingesteld op verzoek van de Landdrost Dr A. Blaauboer, met een voorwoord van Prof. Dr E. W. Hofstee 3. Dr Ir J. Doorenbos OPHEUSDEN ALS BOOMTEELTCENTRUM 4. Ir A. J. Louwes HET TUINBOUWCENTRUM HUISSEN EN ZIJN TOEKOMSTIGE ONTPLOOIING E: Publicaties van de Provinciale Planologische Dienst voor Zeeland. 1. STREEKPLAN WALCHEREN Sociaal-economisch vooronderzoek Rapporteur: Chr. van Paassen, soc. geogr. drs. F: Publicaties van diverse commissies. 1. VERKEERSVERBINDINGEN GRONINGEN—DRENTHE—TWENTE (Tekst en Tekeningen). G: Publicaties van het Economisch-Tcchnologisch Instituut voor Friesland. 1. HEERENVEEN IN ONTWIKKELING. Z: Publicaties van instellingen van uiteenlopende aard. 1. Dr J'.Linthorst H'oman EUROPESE LANDBOUWPOLITIEK Rapport aan de Europese Beweging * Op boehformaat HEERENVEEN IN ONTWIKKELING EEN 800IÂAL-E00N0MI80H ONDEBZOEE DOOB HET EGON0MISCH-TE0HN0L0GISCH INSTITUUT VOOB FBIESLAND TE LEEUWABDEN SAMENSTELLEKS: DRS A. KOOIKER EN T. MARSEILLE (0 S2"- EIJSiIOTHEaK. -ç-i %m\^ &1% ASSEN- MCMLI V VAN GORCUM & COMP.N .V .-G .A .HA K & DR H.J .PRAKK E lyao aldus ontstond een plaats, die evenals de Heren- bedrijven (goud- en zilver verwerkende am­ sloot in zijn naam nog aan genoemde compag­ bachten, textiel, kleding e.d.) en in mindere nons herinnert.2 Het vervoer van de turf vond mate wat men thans primaire vestigingen zou plaats langs de Herensloot - in 1552 gegraven noemen. Dit bracht opzij n beurt langzamerhand vanuit het Brandemeer naar het Monnikenrak weer speciale vestigingen mee, bv. op admini­ bij Akkrum - en de Sohoterlandse Compagnons­ stratief en cultureel gebied, zodat, ondanks het vaart. Waar bovendien nog een landweg deze feit dat door de veengebieden, die oorspronkelijk kanalen kruiste, was dit punt uiteraard zeer in sterke mate de verbindingen met andere geschikt alsnederzetting , alsmede omva n hieruit streken belemmerden, de verzorgende functie de steeds verder voortgaande verveningen te t.o.v. een wijde omgeving niet eens zo sterk was „bedienen". Allengs groeide dit dorp uit totdat ontwikkeld, Heerenveen in ander opzicht toch het de vorm kreeg zoals we die nu van dit een zekere centrale plaats begon in te nemen. streekcentrum in Zuidoost Friesland kennen. De Hierbij past geheel een zekere passieve of nega­ verveningen aan de geleidelijk verder doorge­ tieve instelling ten opzichte van nijverheids- en trokken Sohoterlandse Compagnonsvaart langs ambachtsbedrijven, uitbreiding en aantrekking, de grenzen van Schoterland en Opsterland deden faciliteiten, e.d., kortom het klimaat voor deze een flinke trek van arbeiders naar deze streek bedrijven. Hiermede wil geenszins gezegd zijn, ontstaan, zodat hier verschillende veenkoloniale dat de toenmalige bestuurders zich met hand nederzettingen ontstonden. We noemen hier bv. en tand tegen elke vorm van nijverheid ver­ Beneden-Knijpe, Boven-Knijpe (vroeger Oud­ zetten - het bestaan van een flink aantal ook en Nieuw Brongerga), Bontebok, Oudehornster- grotere bedrijven is er om het tegendeel te be­ compagnie, Jubbegaastercompagnie en Hoorn- wijzen - doch wel kan opgemerkt worden dat de sterzwaagstercompagnie. Na de beëindiging van industriële groei zo groot niet is geweest als op deze verveningen, omstreeks 1870-1900,tra d hier grond van de uitstekende verkeersligging, die vrij plotseling een plaatselijke opstuwing van be­ Heerenveen toch bezit, mocht worden ver­ schikbare werkkrachten op, diei n deze, en vooral wacht. inlaterejarentottalloz eprobleme naanleidin g gaf. In dit kader past geheel de thans vrij sterke In eenande rdee lva nd etegenwoordig egemeent e agrarische functie van Wolvega, ten Zuiden van nl. in Aengwirden, hebben ook op grote schaal Heerenveen. Hoewel Wolvega veel minder in­ verveningen plaats gevonden, doch eerst nadat woners telt, is het in agrarisch opzicht (handel de veenpolders, gebonden aan bepaalde voor­ in agrarische producten, veemarkt, e.d.) veel schriften, hun intrede hadden gedaan. Deze sterker - althans relatief - ontwikkeld dan Hee­ veenpolders namen op zich na afloop der ver­ renveen. Is het gezien het bovenstaande te veningen de gronden in cultuur te brengen, gewaagd om te veronderstellen dat deze relatief terwijl zij bovendien veel aandacht aan de sterke ontwikkeling van Wolvega aan dezelfde afwatering schonken. De problemen zijn hier in omstandigheden valt toe te schrijven? Uiteraard deze streek dan ook minder groot en van geringer heeft de ligging in drie gemeenten er niet toe intensiteit. bijgedragen hierin spoedig verbetering te bren­ gen. De centrumfunctie van Heerenveen, ge­ Degevolgen van devestiging van adellijke families meten naar de handels- en grossiersbedrijven is Hebben de verveningen dus een belangrijke rol minder sterk ontwikkeld dan weer op grond van gespeeld in de ontwikkeling van wat thans de gunstige ligging te verwachten valt. De veen­ gemeente Heerenveen heet, toch moeten we niet gebieden alsmede de grote armoede der bevol­ alles daaruit verklaren. Zelfs neigen we ertoe king bij het aflopen der verveningen droegen de gehele constellatie, zoals we die nu in de hiertoe bij. Voorts moet gewezen worden op het gemeente aantreffen, voor een nog belangrijker slechts vrij langzame toenemen van het aantal deel te kunnen verklaren uit een andere om­ inwoners bij het groter worden van het ver- standigheid. Heerenveen werd al spoedig, met veningsrayon. Slechts weinigmense n wonen er in name in het Zuiden, wegens zijn omgeving die gebieden (vgl. delen van Lage Midden). (bossen) een aantrekkelijke woonplaats. Ver­ schillende states getuigen hiervan. Bovendien Derelatieve koopkrachtvan deinwoners was hier het zomerverblijf der Oranjes (Oranje­ woud, lusthof in 1665 door Albertina Agnes van deplaats Heerenveen gesticht). Dat Heerenveen op ander gebied behoorlijk voor De aanwezigheid van voorname en adellijke de dag kwam, kan ten overvloede blijken uit de geslachten bracht mee, dat de plaats een enigs­ inkomenscijfers (bijlage 4). Het oostelijke deel zins ander karakter kreeg. Veel zgn. verzorgende van de gemeente was zeer arm. Ook de andere Woudgemeenten waren vrij arm; met name kan opschuiven in oostelijke richting van de ver­ hierbij gewezen worden op een gemeente als veningen verplaatsten zich de arbeiders even­ Dantumadeel. Desniettegenstaande ligt het eens - de nederzettingen langs het kanaal ont­ gemiddelde inkomen per inwoner voor de gehele leenden vaak hun naam aan de dorpen gelegen gemeente Heerenveen permanent boven dat van op de zandrug - terwijl bij het in cultuur bren­ geheel Oostelijk Friesland, m.a.w. van de plaats gen der gronden hier en daar enkelen achter­ Heerenveen moet het nog hoger geweest zijn. bleven als kleine boer. Gaandeweg kreeg dus het Evenwel blijft Heerenveen nog belangrijk onder land rondom Heerenveen een meer agrarisch het gemiddelde van Friesland, om over Neder­ uiterlijk, waar het gemengde bedrijf werd uit­ land nog maar te zwijgen. geoefend. Tussen de talrijke kleine bedrijfjes De relatief lage inkomens buiten de hoofd­ werden uiteraard ook grotere - eigendom van plaats zijn in de eerste plaats te wijten aan de de vroegere veenbazen - aangetroffen. Ook in overwegend agrarische structuur .va n de ge­ Aengwirden zien we een sterke immigratie van meente (gemeenten met meer industrie, handel, veenarbeiders, m.n. uit Overijssel (Giethoorn verkeer, e.d. hebben doorgaans hogere inkomens) bv.) en Weststellingwerf, die na verloop van tijd in de tweede en wellicht voornaamste plaats het aantal oorspronkelijke inwoners ver overtrof echter aan het feit dat een vrij belangrijk deel (vgl. 1796: 839 inwoners; 1880: 4.189 inwoners). van de bevolking inkomens heeft die beneden De Gietersen trokken eerst naar St. Johannesga de inkomensgrens liggen en zodoende in de en vandaar naar Oudehaske en Tjalleberd , waar statistieken van voor de oorlog door afwezigheid ze tegen het einde van de 18e eeuw arriveerden. schitteren, alsmede aan het feit dat een aan­ Dat hier zoveel „vreemden" neerstreken is zienlijk deel van de voor arbeid geschikte be­ misschien toe te schrijven aan de lage grond­ volkingsgroepen of het gehele jaar óf een groot prijzen in deze tijd (door
Details
-
File Typepdf
-
Upload Time-
-
Content LanguagesEnglish
-
Upload UserAnonymous/Not logged-in
-
File Pages108 Page
-
File Size-