Internationale Spectator Jaargang 65 - nr 5 - mei 2011

BELGISCH BUITENLANDS BELEID: Rol van Vlaanderen en de Benelux Europees, defensie- en cultureel beleid België en NL: valt er nog samen te werken? Instituut Clingendael Uitgave van Koninklijke Van Gorcum BV (Assen) namens het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen ‘Clingendael’ (Postbus 93080, 2509 AB Den Haag), dat samenwerkt met het Koninklijk Instituut voor Inhoud meinummer 2011 Internationale Betrekkingen, EGMONT, te Brussel. Verschijnt maandelijks en wordt uitgegeven op de grondslag van een redactiestatuut. Redactiebureau Instituut ‘Clingendael’ Redactie Internationale Spectator Postbus 93080, 2509 AB Den Haag COLUMN Koen Vlassenroot & Hans Hoebeke tel. 070-3245384; fax. 070-3746669 E-mail: [email protected] of Han Mulder Het relaas van een turbulente [email protected] België en Nederland: vreugde en relatie: de Congolees-Belgische www. internationalespectator.nl verdriet der dakkapellen 237 betrekkingen 276 Kernredactie Jan Q.Th. Rood (hoofdredacteur) Peter A. Schregardus (eindredacteur) ARTIKELEN Annick Schramme Gerard J. Telkamp (eindredacteur) Het culturele verdriet van Algemene redactie Steven Vanackere België 280 E. Bakker, S. Biscop, D. Criekemans, E. Drieskens, L. van den Herik, P. Hoebink, S. de Hoop, Roep om ‘meer Europa’ smoort W. Hout, M. van Keulen, J.C. Mulder, stem van lidstaten niet: nationaal Marc Hooghe C.W.A.M. van Paridon, R. A. Wessel, J.W. de Zwaan. buitenlands beleid verrijkt extern Ook zonder regering wordt er Abonnementenadministratie optreden EU 239 in België geregeerd 284 Koninklijke Van Gorcum BV Administratie Internationale Spectator Postbus 43, 9400 AA Assen Rik Coolsaet FILMRECENSIE tel. 0592-379555; fax. 0592-379552 Ontslagnemend Belgisch Lisette van der Ark over E.mail:[email protected] www.vangorcum.nl buitenlands beleid 243 Jonge soldaten op hun Abonnementsprijzen eerste missie 288 Nederland en België: Jan Werts Particulier € 64,50 België en Nederland in Europa: BOEKBESPREKINGEN Instelling € 76,50 Student € 49,75 (max. 5 jaar) twee werelden 246 David Criekemans over Studenten-startersabonnement € 27,25 (1 jaar) Belgische diplomatie in alle Buitenland: Guy Janssens weersomstandigheden 290 Particulier € 92,25 Instelling € 105,50 Gefederaliseerd Belgisch Student € 72,75 Betaling via Belgisch gironummer is mogelijk. buitenlands beleid: de blinde Hendrik Vos over Abonnementen worden automatisch verlengd, vlek in Den Haag 250 Waar Europese integratie echt tenzij voor 1 december schriftelijke opzegging om draait 292 heeft plaatsgehad. David Criekemans & Manuel Duran Losse nummers 7,95 excl. portokosten € Buitenlands beleid van de Belgische Jan Willem Brouwer over Advertenties federatie: veelvoud van geo- De Gaulle en de Amerikaanse Acquire Media, Zwolle Sandor Quatfass, tel 038-4606384 / politieke perspectieven 254 buitenlandse politiek 294 fax 038-4606318 [email protected] Jan Rood Rem Korteweg over Foto omslag Benelux-samenwerking: De wil een grootmacht te zijn 295 Rutger van Hamersvelt hopen tegen beter weten in? 260 Richtlijnen voor auteurs zijn verkrijgbaar op het redactie-adres. SIGNALEMENTEN 297 Dirk Rochtus & Ward Kennes ISSN 0020-9317 Samenwerking binnen de Lage SUMMARIES 300 Alle in dit maandblad uitgesproken meningen en inzichten blijven geheel voor verantwoor- Landen: een pleidooi 264 delijkheid van de schrijvers. VLAAMS/BELGISCHE VARIA 303 Niets uit deze uitgave mag worden verveel- Jacques Rosiers voudigd en/of openbaar gemaakt d.m.v. druk, Belgisch defensiebeleid: fotocopie, microfilm, of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke een missie voor de wereld? 267 toestemming van de uitgever.

©2011, Koninklijke van Gorcum, Assen Johan Andries Alle auteursrechten ten aanzien van de inhoud van Belgisch voorzitterschap Raad deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. van de EU in 2010: balans van GVDB 272

II JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Column Han Mulder

België en Nederland: vreugde en verdriet der dakkapellen

Belgen en Nederlanders zijn niet dik met elkaar. Dat tot gebarentaal, als er op enigerlei wijze toch commu- is verklaarbaar, want het zijn naaste buren. Tussen nicatie is vereist. naaste buren speelt oplettendheid een rol. Wanneer de Natuurlijk is er de Benelux. Dat zouden we bijna buurman aankondigt op zijn huis een dakkapel aan te vergeten. Wie oude encyclopedieën opslaat – voor de brengen, is waakzaamheid geboden. Vaak kondigt de internetgeneratie: encyclopedieën zijn bronnen van buurman dat voornemen trouwens helemaal niet aan. kennis in boekvorm, voordat Wikipedia bestond – Hij begint gewoon. De relaties bekoelen nog eens ex- komt obligate lemma’s tegen, gewijd aan het onderwerp. tra. Met iemand die een paar huizenblokken verderop Daarbij is een altijd terugkerende notie dat de Benelux woont, is het gemakkelijker de betrekkingen op tem- beoogt de onderhandelingspositie van drie dreumesen peratuur te houden. binnen Europa in wording te versterken. Over het ant- We houden elkaar vanuit Nederland en België woord op de vraag of inderdaad dat doel bereikt is, zwij- in de gaten. De rivaliteit groeit en bloeit op de twee gen de opeenvolgende Winkler Prinsen en Oosthoeken belendende stukjes grond. We erkennen onze sterke op rij. Misschien wel omdat er heel wat bureaucratisch punten; we leggen ons neer bij de zwakke. In België en organisatorisch via de Benelux is gestroomlijnd, eet men beter dan in Nederland, zo wil de mening. terwijl het met grootse vergezichten altijd behelpen is In Nederland voetballen ze een stuk beter. De be- gebleven: kleine landen, kleine actieradius, de horizon langrijkste hedendaagse schilder is Luc Tuymans uit dient zich altijd veel te snel weer aan. Antwerpen. Het beste symfonieorkest in de Lage Clichés zijn hardnekkig. Daar zijn het clichés voor. Landen is gehuisvest aan de Amsterdamse Van Zo zou de hoffelijke zuidelijkheid van de Belgen in Baerlestraat. De meest beschaafde Nederlandstalige schril contrast staan met de botte directheid van de televisiezender heet Canvas en komt uit Brussel. noorderlingen. Over die onhoffelijkheid jegens prin- Máxima klopt collega Mathilde in de buitencategorie ses Mathilde had ik het al. Vroeger was het anders. ‘kroonprinsessen’. Het blad Vorsten Royale kwam on- Lees wat Paul-Henri Spaak, de Belgische minister van langs met twee edities. In de Belgische kiosken stond Buitenlandse Zaken, in zijn memoires schrijft over zijn Mathilde op de omslag. Veel Belgische dames passeer- Nederlandse ambtgenoot en mede-onderhandelaar den gehaast de grens om op Nederlandse bodem de Johan Willem Beyen: ‘Beyen was een vooraanstaand versie-Máxima aan te schaffen. Wat ik een beetje on- zakenman en had de allure van een “gedistingeerde aardig vond voor Mathilde, want die mag er volgens bankier”. Een knappe man, met een sympathiek ui- mij ook best wezen. Voor de schone letteren houd ik terlijk, heldere oogopslag, onberispelijk gekleed, altijd het op onbeslist. Als ze er in de Nederlandse politiek openstaand voor economische en financiële proble- een potje van dreigen te maken, spreekt het journail- men, maar zich dagelijks één of twee uur wijdend aan le van ‘Belgische toestanden’. Omgekeerd is aan gene zijn vioolspel. Die liefde voor de muziek gaf hem iets zijde van de grens de term ‘Nederlandse toestanden’ menselijks in een beroep dat van nature vrij hard is.’ populair als potsierlijke politiek daartoe noopt. De Vergelijk dat eens met de ontboezeming van Spaaks hoofdredacteur van de Nederlandse kwaliteitskrant opvolger Karel de Gucht een halve eeuw later, waarin komt uit België. deze de toenmalige Nederlandse premier Jan-Peter B. Nederlanders bedoelen voornamelijk Vlaanderen karakteriseert als ‘een mix van Harry Potter en extreme als ze het over België hebben. Brussel is het ver- stijfburgerlijkheid, in wie ik geen spoor van charisma dwijnpunt. Daarachter wacht het zwarte gat. In kan ontwaren’. Van de hoogpolige cultuur van het ede- Wallonië spreken ze Frans. Voor Frans alleen al is de le strijkinstrument naar de diepte van het commerciële Nederlander beducht. Maar de variant die in Namen sprookjesland van een gebrilde tovenaarsleerling. Ook en tot in de hoge Ardennen klinkt, is dermate onbe- in België was het niet meer zoals het was. De Gucht grijpelijk, dat de doorsnee Nederlander zich beperkt heeft overigens wel zijn excuus gemaakt. Bij gesprek-

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 237 ken over de schutting valt wel eens een verkeerd woord verzamelaar van romantische schilderkunst uit de tussen naaste buren. Maar een verkeerde dakkapel is Nederlanden en tot Belg genaturaliseerd, er bestaan eerder in elkaar geknutseld dan afgebroken. nog veel Orangisten over en weer. Dat zijn mensen die Buren kunnen niet buiten elkaar. We doen de post en de splitsing van 1830 betreuren. Ere-senator Louis de plantjes als ze met vakantie zijn. Als onze poes nood- Tobback is er zo een, zei Jef. Hijzelf ook. gedwongen buiten scharrelt in de stromende regen, dan De wereld wordt kleiner, maar omdat België en laat de buurvrouw Tommie binnen. Ze heeft de sleutel Nederland ook steeds kleiner worden, wordt die we- en weet de kattenbak te staan. In de bijkeuken, niet in reld ook weer groter. We moeten meer samen gaan het salon uiteraard, want het moet met buren ook weer doen om een stoeltje aan de grote tafels te behouden. niet té close worden. In de handel tussen Nederland en Nederland draagt zijn grote mond bij, België de diplo- België gaat per jaar ruimschoots 70 miljard euro om. Dat matieke kunst om die mond zorgvuldig te laten for- is meer dan de handel met de BRIC bij elkaar, de verre muleren. Misschien dat het helpt. kennissen Brazilië, Rusland, India en China, bij wie we België en Nederland. Het is tweeërlei verdriet en ons niet aan een dakkapel hoeven te storen. vreugde tegelijk. We zijn anders en daarom stoten we Wat dichtbij ligt, is zeker niet meteen vertrouwd. soms bij elkaar het hoofd. We zijn ook weer niet zo Albert Heijn moet niet denken dat een Hollandse krui- anders, dat we onze mond maar houden. Behalve dan denier zijn assortiment in Brasschaat kan droppen met natuurlijk wanneer Nederlanders Frans moeten praten wat onderschikte aanpassingen. Eerst maar eens gaan in Walenland. proeven hoe de hesp smaakt bij Delhaize en Carrefour. Over die dakkapellen en het ongenoegen daar- Ook voorzichtig zijn met Heineken in de schappen van omheen hoorde ik pas een verhaal uit Leiden. Daar een land met een biercultuur die teruggaat tot ver vóór besloot in de tamelijk sjieke Professorenwijk iemand Pieter Brueghel. Maar met Fortis hebben de Belgen, tot een dakkapel. Onrust in de buurt in eerste instan- omgekeerd, in Nederland ook slechts kortstondig sier tie. Toen ontsproot daar een briljant idee. Als wij nu gemaakt. De vlag ging uit toen Fortis als bankvignet uit eens allemaal tegelijk een dakkapel laten maken, zei het Nederlandse straatbeeld verdween. Dat was een bo- iemand. Dat is nog goedkoper ook. Zo geschiedde. nus waard, grapten de calvinistische cynici uit het noor- Sindsdien sieren prachtige dakkapellen onderling in den, altijd doende met de portemonnee. harmonie die straat, toevallig ook nog vernoemd naar We zijn buren. Dus een kopje koffie bij elkaar op een groot Nederlands staatsrechtsgeleerde. Echt iets z’n tijd. Eigenlijk vele kopjes koffie. Ga maar op een ter navolging voor elke Belgische en Nederlandse buur zaterdag kijken op de terrassen van de Antwerpse van goede wil. De Keyserlei, veel harde g’s van boven de grote ri- vieren. Of bekijk de auto’s in het weekeinde op de Amsterdamse grachten, veel nummerborden met rode Drs Han Mulder is o.m. oud-hoofdredacteur van het letters en cijfers, zuiderburen dus. Trouwens, zo ver- Leidsch Dagblad. Hij is lid van de Algemene Redactie van de telde mij onlangs Jef Rademakers, tv-maker in ruste, Internationale Spectator. Toen en nu

Het eerste nummer van de derde jaargang van de Internationale Spectator, periodiek van het Nederlandsch Genootschap voor Internationale Zaken, gedateerd 12 januari 1949, bevat een annonce met betrekking tot een later die maand te hou- den tweedaagse Conferentie over de Psychologische Grondslagen van de Belgisch-Nederlandse Samenwerking, georganiseerd door het Instituut voor Volkenpsychologie in samenwerking met het Nationaal Hoofdbestuur van het Comité Benelux, het NGIZ, de Vereniging voor Internationale Rechtsorde en de afdeling Den Haag van The Allied Circle in the . Als inleiders zullen optreden [de Vlaamse letterkundige] Maurice Roelants, Senator Herman Vos, [de historicus] Prof. Dr. P.[Pieter] C.A. Geyl en [de Nederlandse letterkundige] Victor E. van Vriesland. Ruim 62 jaar later viert het maandblad voor internationale politiek Internationale Spectator, sinds 1983 het blad van het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael, zijn 65ste verjaardag met een meinummer gewijd aan de Leo Belgicus en zijn extern optreden in zijn nieuwste gedaante, inclusief zijn regionale uitingsvormen en de samenwer- king tussen de Lage Landen, al dan niet in Benelux-verband, dat als steeds wakker te kussen Doornroosje fungeert. Op 23 mei biedt deze aflevering een basis voor discussie op het jubileumsymposium. Met jubileumnummer en -bijeenkomst hoopt het algemeen-nederlands(talig) blad bij te dragen aan onder meer de psy- chologische grondslagen van de Vlaams/Belgisch-Nederlandse samenwerking.

Gerard J. Telkamp, (eindredacteur)

238 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Steven Vanackere Roep om ‘meer Europa’ smoort stem van lidstaten niet: nationaal buitenlands beleid verrijkt extern optreden EU

Met de val van de Muur verdween het relatief over- en opeist, terwijl het Chinese model van economisch zichtelijke beeld van de bipolaire Oost-West- kapitalisme en politiek marxisme een ongeziene eco- tegenstelling op ideologisch-politieke gronden. Door nomische groei oplevert? Hoe zorgen we ervoor dat de opkomst van nieuwe, grote economieën en door de onze toewijding aan de bevordering van de mensen- mondiale economische crisis leek er eerst een nieuwe rechten niet veronachtzaamd wordt door de aandacht Oost-West-concurrentie te groeien van economisch- voor onze economische belangen? politieke aard. Maar intussen voldoet dat analysesche- Feit is, Europa moet, om in de multipolaire wereld ma ook niet: alle economieën zijn meer dan ooit van mee te kunnen spelen en een doorslaggevende stem elkaar afhankelijk. te kunnen hebben, leren spreken met één stem. We Na 9/11 leek een Oost-West-confict te ontstaan hebben bewezen dat we het kunnen. We wisten een op levensbeschouwelijk-culturele grondslag. Het leek eensgezind en coherent Europees standpunt te berei- erop dat in de Arabische wereld een religieus reveil ken voor zowel de biodiversiteitconferentie COP10 aan de gang is dat zich keert tegen het Westen. Maar in Nagoya (18-29 oktober 2010) als de klimaatcon- intussen is ook hier nuance nodig: er is een democra- ferentie COP16 in Cancún (29 november-10 decem- tische revolutie bezig die zich spiegelt aan het Westen. ber 2010). In Nagoya en Cancún zagen we de doel- De 21ste eeuw bracht dus niet ‘het einde van de treffendheid van een gezamenlijk EU-optreden in geschiedenis’, dat sommigen verhoopten, en niet ‘de een multilaterale context. De inspanningen leidden botsing der beschavingen’, die sommigen vreesden. tot een succesvol resultaat in Nagoya en tot tastbare De bipolaire wereld is niet ‘monopolair’ geworden. stappen voorwaarts in Cancún (in tegenstelling tot Evenmin ontstond een nieuwe bipolariteit. De wereld Kopenhagen in 2009). van vandaag is gekenmerkt door globalisering ener- De financieel-economische crisis dwingt ons zijds en multipolariteit anderzijds. Deze multipolari- nieuwe bakens uit te zetten, niet alleen voor de eco- teit mag dan misschien wel komaf maken met riskante nomische integratie, maar ook voor een gemeenschap- zero sum games uit het verleden, ze verhoogt ook het pelijke economische diplomatie. Het is duidelijk dat aantal variabelen waarmee buitenlands beleid rekening een gemeenschappelijke Europese buitenlandse po- moet houden. litiek belangrijker moet worden. Ook op dat vlak is Hoe geven we bijvoorbeeld mede vorm aan een ‘meer Europa’ nodig. Een belangrijke drijfveer van het noodzakelijk evoluerend multilateraal kader, waarbij Verdrag van Lissabon was het besef dat de lidstaten de G20 een meer prominente plaats inneemt? Hoe van de Europese Unie elk afzonderlijk het verschil verdedigen we hierin onze belangen? Hoe zien we de niet meer kunnen maken in de grote wereldvraagstuk- verhouding tussen bilaterale handelsakkoorden en het ken van de 21ste eeuw. Een Europa dat in de wereld multilaterale handelssysteem? Hoe gaan we om met de spreekt met één stem, dat is de ambitie van de ver- verdamping van de illusie van een wereld die ideolo- nieuwde Europese instellingen. gisch zou convergeren naar een westers, marktgeoriën- Het Verdrag van Lissabon bezorgde de Unie de no- teerd en ‘waardesuperieur’ model? Hoe behouden, ver- dige instrumenten om daaraan te werken. Overtuigd sterken en promoten we ons ‘duurdere’ Rijnlandmodel van het belang van ‘meer Europa’, heeft België tijdens van sociale markteconomie, waarin duurzame groei én zijn roterend Europees voorzitterschap alvast de aan- sociale zekerheid samengaan, terwijl de wereldeco- zet gegeven tot het omvormen van de Europese di- nomie verder draait volgens de neoliberale principes plomatie van een idee naar een realiteit. Wij moeten en praktijken van snelle winst en sociale flexibiliteit ervoor zorgen dat het nieuwe externe optreden van de (ondanks het economische debâcle dat er het gevolg Unie dynamischer en inclusiever wordt, en meer ge- van was)? Hoe kunnen we blijven beweren dat eco- richt op actie. Synergie moet het sleutelwoord worden. nomische vrijheid ook politieke vrijheid veronderstelt

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 239 De moeizaam tot stand gekomen verklaringen hebben bijgedragen tot een sterk EU-standpunt in de over de situatie in Noord-Afrika toonden dat nog een Veiligheidsraad, dat ook kritische landen een systeem hele weg is af te leggen. De buitenlandse politiek van van monitoring deed aanvaarden. België is voorstander Europa is nog grotendeels multipolair, omdat de be- van verdere ontwikkeling van het humanitair recht. Op langen van de Europese lidstaten, waarvan sommige de herzieningsconferentie te Kampala van het Statuut lid zijn van de G20, niet altijd sporen. ‘Eenmaking’ op van Rome voor het Internationaal Strafhof wist België het vlak van het buitenlandbeleid dringt zich op. een consensus te bewerkstelligen om de lijst van oor- De vraag dient gesteld of een land als België in het logsmisdaden bij niet-internationale gewapende con- kader van een sterkere gemeenschappelijke Europese flicten uit te breiden met ‘wrede wapens’ (gifwapens, buitenlandse politiek een rol kan spelen en of het daar- stikgas en dumdumkogels). naast nog een eigen buitenlands beleid dient te voeren. De afgelopen decennia is de waaier van de we- reldproblemen aanzienlijk toegenomen. Ik denk aan Rol van België in een Europees buitenlands de zorg voor een leefbare planeet, het reguleren van beleid economische en financiële transacties, de bescherming Wat het eerste punt betreft, de rol van een land zoals van burgers tegen menselijk geweld of tegen natuur- België in een Europese buitenlandse politiek, meen ik rampen. Zoals Kofi Annan, gewezen secretaris-gene- dat een kleiner land soms een grotere vrijheid heeft om raal van de Verenigde Naties, het zei: ‘More than ever bepaalde punten te agenderen en op gang te brengen. before in human history, we share a common destiny. Zo was België het eerste land dat de mensenrechten- We can master it only if we face it together. And that situatie in Libië ter sprake bracht binnen de EU en er is why we have the .’ de aandacht voor vroeg in de VN-Mensenrechtenraad. In de gezamenlijke aanpak van de huidige we- Pas daarna is de discussie in de Raad op gang g­ekomen. reldproblemen is de bijzondere know-how en de his- De pioniersrol van kleinere landen op het inter- torisch ontstane expertise van elk land afzonderlijk nationale toneel kan nog met andere Belgische voor- niet onbelangrijk. Dat geldt evenzeer voor kleinere beelden worden geïllustreerd. Onder Belgische impuls of middelgrote landen. Zo zijn de Belgische interesse

België vormt een goede illustratie van de pioniersrol die kleinere landen op het internationale toneel kunnen spelen

werden nucleaire non-proliferatie en ontwapening er- in en kennis van Centraal-Afrika van belang. Niet al- kend als NAVO-streefdoelen. In augustus 2010 trad leen Europa maar ook de Verenigde Staten rekenen de Conventie over Clustermunitie in werking. België op België om een bijzondere inbreng te leveren in dit was niet alleen het eerste land dat clustermunitie ver- dossier. De normalisering van de relaties van België bood en zijn voorraad ervan vernietigde, het ijverde met de Democratische Republiek Congo werpt een ook voor een wereldomvattend verbod en voor cor- brug tussen Congo en de wereld. België wist aldus in recte uitvoering van het Verdrag, met bijzondere aan- 2010 te zorgen voor verlenging van het mandaat van dacht voor hulp aan slachtoffers. de VN-vredesoperatie in de DRC, nu MONUSCO. Er zijn nog andere voorbeelden te vermelden. In De landen van de Grote Meren-regio blijven een pri- 2010, tien jaar na VN-resolutie 1325, die alle landen oriteit van de Belgische diplomatie. Daarom zette ik opriep meer vrouwen, de eerste slachtoffers van geweld deze regio op de agenda van Europa en van de in- bij gewapende conflicten, te betrekken bij vredesope- ternationale gemeenschap. Het Belgische voorzitter- raties, vredesonderhandelingen en democratisering, schap van de EU zette bovendien niet alleen Centraal- organiseerde België, in samenwerking met de Hoge Afrika maar héél Afrika op de Europese agenda. Vertegenwoordiger Catherine Ashton, conferenties De EU en de lidstaten zijn belangrijke deelnemers in Brussel, New York en Genève. Deze conferenties aan de vredesmissies van de VN. De unieke kracht van

240 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 de Europese aanpak is het samengaan van soft power goede handelsrelaties een kwaliteitsvolle consulaire en hard power, van burgerlijke en militaire inzet om dienstverlening. de wereldpolitiek te sturen en de vredesvraagstuk- Waarmee tegelijk gezegd is dat, naast de consu- ken te beheersen. Deze smart power is de kern van de laire diplomatie, de economische diplomatie de tweede Europese veiligheidsstrategie. Ook op dat vlak heeft taak is die een sleutelrol zal blijven spelen voor een Europa nog niet zijn potentie getoond. Dat zal het pas nationaal buitenlandbeleid van de Europese lidstaten. kunnen, als het niet langer in verspreide slagorde op- Wat België betreft is het voldoende te wijzen op het trekt. Dat veronderstelt echter ook dat een lidstaat zijn open karakter van onze economie, om te beseffen hoe bijzondere bekwaamheid moet kunnen inbrengen. belangrijk een eigen economische buitenlandse poli- Een interessant voorbeeld was de hulp na de tiek is. Belgiës openheidsgraad is een van de grootste aardbeving op Haïti (12 januari 2010). B-FAST, van de wereld. De toekomst van zijn economie hangt het Belgische hulpteam, waarvan het plannings- en grotendeels af van internationale economische betrek- het coördinatiecomité worden voorgezeten door kingen. Dat betekent twee dingen: aanwezig zijn op Buitenlandse Zaken, was één van de eerste ter plaatse. buitenlandse markten en buitenlandse investeerders Het toont België als solidair en geëngageerd, ook wan- aantrekken. neer er geen direct eigenbelang mee gemoeid is. De België kan dan wel geografisch en demografisch coördinatie van solidair engagement voor noodhulp is een land van bescheiden omvang zijn, toch is het eco- een zeer belangrijke opdracht in het kader van buiten- nomisch een van de tien grootste handelsnaties ter we- landse politiek. Naar aanleiding van de catastrofes in reld (en wat export per hoofd van de bevolking betreft, Haïti en Pakistan keurde de Raad Algemene Zaken staat België aan de top: de Belg mag zich met recht en van december 2010 onder impuls van het Belgisch reden ‘de grootste exporteur ter wereld’ noemen). Een Voorzitterschap conclusies goed in verband met een open economie als de Belgische heeft meer dan andere Commissiemededeling voor verdere verbetering van een belang bij ondersteuning van de eigen bedrijven het Europese optreden op het vlak van rampenbestrij- bij hun internationale operaties. Niet alleen in nieu- ding, en dit zowel op het vlak van doeltreffendheid en we economieën, ontwikkelingslanden en de BRIC- efficiëntie als van coherentie en visibiliteit. Deze me- landen, maar ook in de OESO-landen kan een am- dedeling zal verder vertaald worden in een aantal wet- bassadeur of een consul-generaal het verschil maken gevende initiatieven. voor CEO’s en bedrijven op zoek naar investeringen en handelspartners. De noodzaak van een eigen consulaire, De internationale uitdagingen waarvoor onze eco- economische en culturele diplomatie nomie staat, hebben direct impact op het dagelijks le- In het eigen buitenlands beleid van een EU-lidstaat is ven van iedereen. De exporterende en mondiaal in- het duidelijk dat een eigen consulaire diplomatie nood- vesterende bedrijfswereld beseft intussen goed dat het zakelijk blijft. Meer nog dan voorheen zelfs, in een werkterrein van Buitenlandse Zaken nauw bij haar wereld van mobiliteit. Over het aantal Belgen in het b­elangen aansluit. Als open vrijhandelsnatie, als land buitenland bestaan geen exacte cijfers. Naast de ruim dat het Rijnlandmodel omarmt, als belangrijk gastland 350.000 Belgen die zijn ingeschreven in de consulaire en investeringsland heeft België belang bij multilate- registers van de Belgische diplomatieke vertegenwoor- rale en regionale systemen, gebaseerd op rechtsregels digingen, reist of verblijft een veelvoud tijdelijk in het die zijn burgers en zijn bedrijven zekerheid bieden. buitenland. Vooral in noodsituaties is consulaire bij- Economische diplomatie is niet alleen een zaak stand belangrijk: bij verlies van documenten en geld, van grote momenten, zoals de prinselijke economi- bij ongevallen, rampen, repatriëringen en evacuaties. sche missies in 2010 naar India, Brazilië, Oekraïne De consulaire functie is ook noodzakelijk in omge- en Kazachstan. Ook de dagelijkse behartiging van de keerde richting, onder meer voor het visumbeleid. De grote en kleine belangen van onze bedrijven kreeg on- betekenis van een beslissing gaat bovendien uit boven verminderd de aandacht van de diplomatieke posten het individuele visumdossier. Een goed visumbeleid en het hoofdbestuur. moet menselijk zijn, maar tegelijk een sluitende con- In de niet aflatende concurrentiestrijd tussen landen trole waarborgen op migratie. Daarnaast vragen ook en tussen ondernemingen is de rol van de diplomatie

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 241 van groot belang om de handelsrelaties te verbeteren De meertaligheid van België is een unique selling met de opkomende economieën in de ontwikkelings- proposition voor de culturele diplomatie. Die meertalig- landen én de BRIC-landen. In 2011 zal België daarom heid is het gevolg van de ‘geoculturele’ ligging van ons de staatshoofden van India, Brazilië en China op of- land, gelegen op het raakpunt tussen de Germaanse ficieel bezoek ontvangen. Diverse andere regeringslei- en de Romaanse cultuur. Meertaligheid is voor onze ders zullen, al dan niet vergezeld van belangrijke za- diplomaten meer dan gewoon het spreken van een an- kendelegaties, België verkennen. Natuurlijk zullen de dere taal. Meertaligheid is een culturele ingesteldheid diverse missies ook belangstelling hebben voor onze en een fijngevoelig begrip voor de argumenten van de traditionele transatlantische, Aziatische, Arabische en ander. Een goed diplomaat moet niet alleen een bood- Latijns-Amerikaanse handelspartners. Ook de sterk schap kunnen overbrengen, maar hij of zij moet ook stijgende aanwezigheid van Afrika in de wereldecono- en niet het minst de kunst van het luisteren beoefe- mie zal onze aandacht opeisen. nen. Een Belgisch diplomaat hoeft dit niet te leren, hij In de huidige geglobaliseerde wereld ontmoeten en of zij is hiermee opgegroeid. Misschien is dit wel dé botsen niet alleen economische belangen, ook bescha- kracht van onze diplomatie. vingen en culturen komen met elkaar in aanraking. Juist daarom wordt culturele diplomatie steeds belang- Diplomatie van de urgentie én behartiging van rijker in het diplomatieke verkeer en de internationale waarden betrekkingen. De mondialisering van de mensenge- Sinds de val van Muur is de wereld opgehouden bi- meenschap heeft dan ook baat bij de dialoog van cul- polair te zijn. Door de multipolariteit in een gegloba- turen en de ontmoeting van gedachten. Schoonheid, liseerde context volgen de crises elkaar op. Dat ze niet in casu kunst en cultuur, zijn de ‘verleidelijke’ kant van te voorspellen zijn, hebben de recente ontwikkelingen ‘the fair face of a country’. In een geglobaliseerde we- en revoluties in de Arabische wereld aangetoond. De reld waarin de beschavingen elkaar voortdurend ont- ‘diplomatie van de urgentie en van de actie’ bepaalt moeten, is ook schoonheid het beste middel om barriè- steeds weer onze buitenlandse politiek. Juist daarom res te slechten. De diversiteit van dé Europese cultuur moeten we ervoor zorgen dat het nieuwe externe op- laat duidelijk verstaan dat culturele diplomatie nooit treden van de Europese Unie dynamischer en inclusie- een louter Europees verhaal kan zijn. Je toont Europa ver wordt, meer spreekt met één stem en meer gericht pas door zijn diversiteit te tonen. En dat kan slechts is op actie. als de lidstaten hun eigen culturele diplomatie voeren. Dat sluit de betekenis en de noodzaak van een ei- Een land verzorgt zijn imago door de kwaliteit van gen nationaal buitenlands beleid van de lidstaten niet zijn politieke democratie, door de prestaties van zijn uit. Integendeel, eigen consulaire diplomatie, eigen economie, maar ook door wat het cultureel te bieden economische en eigen culturele diplomatie zijn een heeft. Kunst en cultuur brengen de dialoog van de be- voertuig voor het efficiënt en resultaatgericht beharti- schavingen tot stand. Cultuur is altijd wisselwerking. gen van de waarden en principes die Europa belangrijk Cultuur werkt ‘grensverleggend’. vindt in het streven naar een rechtvaardiger wereld. Landen met geopolitieke ambities onderkennen al lang de relatie tussen culturele uitstraling en interna- tionale invloed. Cultuur draagt immers waarden uit. Steven Vanackere is vice-premier en minister van Joseph Nye, voormalig decaan van de Kennedy School Buitenlandse Zaken van België. aan Harvard, noemde de culturele diplomatie een es- sentieel aspect van soft power. Soft power is meer dan invloed, meer dan overtuigingskracht, meer dan argu- mentatieloze argumentatie, soft power is vooral ‘aan- trekkingskracht’, verleidingskunst. De verleidings- kunst van culturele diplomatie werkt, juist omdat cultuur ook drager is van waarden.

242 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Rik Coolsaet

Ontslagnemend Belgisch buitenlands beleid

Na de verkiezingen van juni 2007 verzeilde België in wegingsvrijheid, zodat binnenlandse besognes niet een bestuurlijk moeras. Aanhoudende disputen tus- meteen hun weerslag hebben op het diplomatieke ge- sen Nederlandstalige en Franstalige partijen leidden beuren in New York. Voorts beschikt België over een tot een aanslepende regeringsvorming, die alle politie- geroutineerde ambtelijke EU-machine, met een sterk ke energie opslorpte. Eerste ministers volgden elkaar institutioneel geheugen, dat wel vaker gewend is om vervolgens in snel tempo op. Vervroegde verkiezingen zonder veel instructies te moeten optreden. De deel- in juni 2010 maakten de impasse ten slotte compleet. name aan de Libië-operatie werd in de beste Belgische België is goed op weg het wereldrecord regeringsvor- pragmatische traditie voorbereid via discrete, maar ming te breken (dat staat op naam van Cambodja met snelle partijpolitieke sondages, toen eenmaal duidelijk 353 dagen). Op het moment dat deze bijdrage wordt was dat in New York een dwingende VN-resolutie in geschreven, is uitzicht op een nieuwe regering nog voorbereiding was (wat sinds twee decennia voor alle steeds in nevelen gehuld. politieke partijen in België de belangrijkste richtsnoer Nu zou men verwachten dat België daardoor ge- vormt voor het internationaal optreden van België). doemd is om als een grijze muis door de wereldpo- Maar al is de Belgische diplomatieke consistentie litiek te sluipen. Er bestaat immers geen waterdicht vrij groot en aarzelt de Belgische politieke klasse niet schot tussen de binnenlandse en buitenlandse politiek. het begrip ‘lopende zaken’ behoorlijk op te rekken, dat Volgens de theorie moet een land over een stabiel en doet niets af aan de constatering dat het buitenlands coherent binnenlands-politiek draagvlak beschikken beleid al sinds 2007 in een inhoudelijk vacuüm vertoeft. om internationaal slagvaardig uit de hoek te komen. In 2007 waren de diplomatieke ambities nog bijzonder Is een land in de greep van een binnenlands-politieke groot. Daar is niets van terecht gekomen.1 Een nieuwe impasse, dan komt zijn buitenlands beleid niet geloof- Afrika-nota staat al jaren in de steigers; de ontwerp- waardig over in de rest van de wereld. nota ligt klaar, maar de discussie wordt niet aangegaan. België lijkt die theorie te ontkrachten. Zijn buiten- Het Europese primaat inzake defensie en veiligheid is lands beleid leek de afgelopen jaren ogenschijnlijk geen de afgelopen jaren ingeruild voor een grotere nadruk enkele last te hebben van dat ontbrekende binnen- op het evenwicht tussen NAVO en EU. Door het uit- lands-politieke draagvlak. In de VN-Veiligheidsraad blijven van politieke impulsen, zoals ten tijde van de zette de Belgische diplomatie een professionele pres- regering-Verhofstadt, is diplomatieke omzichtigheid tatie neer tijdens Belgiës lidmaatschap van 2007 en in de plaats gekomen van pro-Europees voluntarisme. 2008. Tot verbazing van zijn Europese partners, die het Nichethema’s, waar België zich internationaal zou ergste vreesden met een ontslagnemende regering in kunnen profileren, worden met regelmaat geopperd Brussel, scoorde het Belgische voorzitterschap van de (good governance, politieke mondialisering, bemidde- Europese Unie in de tweede helft van 2010 hoge ogen. ling in conflicten), maar raken niet in beleid omgezet. Na afloop werd het unaniem de hemel in geprezen. De dreigende marginalisering van de communautaire En al evenzeer tot verbazing van velen sloot de ont- methode in Europa wordt al jaren aangevoeld, maar slagnemende Belgische regering zich in maart 2011 deze dreiging heeft tot op heden het klassieke com- onverwijld aan bij de door de VN-Veiligheidsraad ge- munautaire discours niet gewijzigd noch beleidsaan- autoriseerde oorlog in Libië. Nagenoeg vanaf de eerste passingen meegebracht. dag was België zelfs betrokken bij de meeste offen- Sedert 2007 functioneert het buitenlands beleid sieve operaties, aan de zijde van Frankrijk en Groot- van België naar behoren op domeinen waar er een Britannië. onbetwistbare politieke consensus bestaat of waar de Helemaal te verbazen hoeft dit echter niet. ambtelijke autonomie en savoir-faire toelaten om op De meeste hoofdsteden gunnen hun Permanente de automatische piloot te navigeren. Maar nieuwe im- Vertegenwoordiging bij de VN doorgaans ruime be- pulsen ontbreken. Een overkoepelende politieke aanstu-

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 243 ring is er niet. Departementen opereren nog vaker dan politieke verdieping van de Unie. In het Afrikabeleid voorheen naast elkaar. Beleidsnota’s worden onderling leidden het einde van het Mobutu-tijdperk en de ge- niet gecoördineerd. Deze falende coördinatie werkte nocide in Rwanda tot een herijking van de Belgische de afgelopen jaren korte-termijndenken en korte-ter- Afrikapolitiek, die haar beslag vond in de Afrika-nota, mijnacties in de hand, wat geresulteerd heeft in on- die de regering in 1995 goedkeurde. In de veiligheids- duidelijkheid over wat op lange termijn wordt beoogd, politiek was de Golfoorlog van 1990-1991 aanleiding m.a.w. over de strategische opties in het buitenlands voor een nieuwe oriëntatie, die, enerzijds, de Verenigde beleid. Naties tot het ijkpunt maakte voor het internatio- In diplomatieke kringen in België leeft al enige naal optreden van België en, anderzijds, de Europese jaren het instinctieve aanvoelen dat een reflectie zich Unie tot een autonome speler wenste te maken in de opdringt over wat heden ten dage de nationale be- wereldpolitiek, in overeenstemming met haar eco- langen van het land en zijn deelstaten nog inhouden. nomisch gewicht. Ten slotte begon ook België zich In politieke kringen leeft het gevoel dat de staatsher- te profileren op specifieke niches, gaten in de markt, vorming op het gebied van de regionalisering van het waarin het een meerwaarde hoopte te bieden (land- buitenlands beleid misschien toch te ver is gegaan mijnen, chemische-wapenconventie, bloeddiamanten, en de machtsbasis heeft aangetast om de belangen ethische diplomatie). Deze zes oriëntaties hebben ge- van België en zijn deelstaten naar behoren te kunnen durende meer dan een decennium het Belgisch bui- verdedigen – in een ruwere internationale omgeving, tenlands beleid gekanaliseerd, maar ze zijn toch wel waarin macht opnieuw centraal staat en waarin het aan herziening toe. Ook minister van Buitenlandse economisch en politiek zwaartepunt verschuift naar Zaken Steven Vanackere lijkt die mening te zijn toe- nieuwe groeilanden en opkomende mogendheden. gedaan, als hij gewaagt van de ‘toekomstige ankerpun- ten voor een Belgisch buitenlands beleid’.2 Behoefte aan nieuwe herijking Dat is zeker het geval voor de Belgische In 2009 werd in België voor het eerst gewag gemaakt Europapolitiek. Na de neutrale EU-voorzitter­ van de behoefte aan een nieuwe herbezinning op schapspositie die België in 2010 in acht diende te ne- de uitgangspunten van het buitenlands beleid. Dat men, is de discussie over een meer proactieve Belgische viel overigens samen met een soortgelijk initiatief in belangbehartiging in de Europese Unie aan de orde. Nederland. Maar afgezien van een inleidende brain- Die wordt in de hand gewerkt doordat het commu- storming en een centrale instructie naar de posten om nautaire Europa opnieuw onder sterke intergouver- poolshoogte te nemen van wat elders gezegd en ge- nementele druk staat door een hyperactieve Europese schreven wordt over de ‘modernisering en optimali- Raad onder leiding van Herman Van Rompuy3 en sering’ van het diplomatiek apparaat, staat nog maar door de drie grote EU-lidstaten (Frankrijk, Duitsland, weinig op papier. Groot-Britannië), die steeds vaker het laken naar zich De laatste diplomatieke ‘herijking’ in België da- willen trekken. België lijkt van de weeromstuit te wil- teert uit de tijd dat de Koude Oorlog net achter de rug len opteren voor een gesofistikeerde strategie van bi- was. In de eerste helft van de jaren negentig werden laterale alliantievorming binnen de EU. Die verschilt inderdaad nieuwe bakens uitgezet in de sleuteldomei- evenwel van wat in Nederland sinds nen van het Belgisch buitenlands beleid. In de econo- bekend staat als een beleid van wisselende coalities. mische diplomatie werd vanaf het midden van dat de- Terwijl de Nederlandse optie gericht was op de op- cennium binnen het ministerie voor het eerst opnieuw timale behartiging van het Nederlandse eigenbelang, gewezen op de noodzaak van een meer dynamische blijft in de Belgische visie het communautaire Europa bilaterale (economische) belangenbehartiging. In de de strategische horizon uitmaken. Het idee is immers Europapolitiek werd, als gevolg van de relatieve achter- na te gaan welke lidstaten in specifieke deeldomeinen uitgang van de Commissie en de herbevestiging van bereid zijn om de communautaire methode verder te de positie van de grote lidstaten, opnieuw een sterke ontwikkelen. Men zou dit kunnen omschrijven als een nadruk gelegd op versterking van de communautaire strategie van ‘seriële kopgroepen’. Nauwere samenwer- methode. Toetreding tot de EMU werd binnen België king met de Benelux wordt hier gesuggereerd, maar algemeen beschouwd als een hefboom voor verdere ook met de Noordse landen en de Visegrad-groep

244 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 (Polen valt steeds vaker te horen, omwille van het toe- ook de noodzaak van een inniger wisselwerking tus- nemende Poolse ‘euro-enthousiasme’, aldus minister sen de bi- en multilaterale posten en hun directies in Vanackere). De klassieke Belgische terughoudendheid Brussel. voor een Europa dat (tijdelijk) met verschillende snel- België is niet pro-Europees en voorstander van een heden evolueert, lijkt daarmee te zijn verlaten. politieke mondialisering omwille van verheven i­dealen of van moreel hoogstaande onbaatzuchtigheid, maar Politieke mondialisering einddoel omdat de ervaring geleerd heeft dat, als puntje bij Waar ook verandering in lijkt te komen, is de klassieke paaltje komt, de grote mogendheden geen rekening visie op de EU als de unieke schakel naar het m­ondiale houden met de kleinere, in Europa noch in de wereld­ niveau, als hefboom voor mondiale arrangementen politiek. In een Europa met partners van ongelijke (global governance). Twee recente ervaringen hebben grootte is het de intergouvernementele methode die hierbij een rol gespeeld. De Europese Dienst voor verknecht en de communautaire die bevrijdt – en in Extern Optreden (EDEO) is in de ogen van de grote een ruwe, post-westerse en multipolaire wereld zijn lidstaten eerder het verlengstuk van hun eigen buiten- geloofwaardige instellingen en vaste regels die gelden lands beleid dan het instrument van de Europese Unie voor iedereen, groot en klein, de beste dam opdat klei- als geheel, zoals de Belgische diplomatie nastreefde. ne staten niet overgeleverd zouden zijn aan het com- Daarnaast heeft België uit het overleg in het kader van petitieve spel om leiderschap, invloed en machtsposi- de G20 de ervaring overgehouden dat de EU-stem – ties onder grootmachten. zelfs in geval van een interne consensus – door de aan- wezige EU-lidstaten niet steeds zo wordt ingebracht in de G20. Prof. dr. Rik Coolsaet is hoogleraar Internationale Global governance is echter nog steeds een stra- Politiek aan de Vakgroep Politieke Wetenschappen van de tegische doelstelling voor de Belgische diplomatie. Universiteit Gent. Maar als blijkt dat de strategie om de EU als uniek kanaal te gebruiken, ontoereikende resultaten op- levert, dan dringt beleidsaanpassing zich op. België Noten 1 Rik Coolsaet & Skander Nasra, ‘Buitenlands beleid in België heeft bovendien sedert zijn lidmaatschap van de VN- anno 2008: beleid onder binnenlandspolitieke druk’, in: België en Veiligheidsraad in 2007-2008 de ervaring opgedaan zijn buitenlandse politiek. Anno 2008. Studia Diplomatica, jrg. LXII, dat de vijf permanente leden de orkestmeesters van de 2009 (Extra nummer), blz. 21-37. 2 Toespraak van Minister van Buitenlandse Zaken Steven VN blijven en dat groeilanden – zelfs indien ze demo- Vanackere op de Diplomatieke Dagen, 24 januari 2011 cratieën vormen, zoals Brazilië en India – zich eerder (via: www.diplomatie.belgium.be). aan de kant van de G77 dan van de EU scharen. Ook 3 Toespraak van Staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken Olivier Chastel op de Diplomatieke Dagen, 24 januari 2011 deze ervaringen hebben tot de conclusie geleid dat een (via: www.diplomatie.belgium.be). meer gediversifieerde bilaterale strategie, gebaseerd op gelegenheidscoalities, gevoerd moet worden om het geproclameerde einddoel van global governance na te kunnen streven. Intern in het ministerie van Buitenlandse Zaken zouden deze beide beleidswijzigingen (op het ge- bied van de EU en van global governance) in principe moeten leiden tot een opwaardering van het bilate- rale postennetwerk. Sinds het midden van de jaren negentig werd de bilaterale diplomatie hoofdzakelijk een economische en commerciële diplomatie. De be- hoefte aan bilaterale politieke analyse en rapportering met het oog op mogelijke gelegenheidspartners en de voorbereiding van multilaterale demarches versterkt de politieke rol van bilaterale posten, maar benadrukt

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 245 Jan Werts

België en Nederland in Europa: twee werelden

Belgen en Nederlanders zien Europa vandaag totaal Staten van Europa’. Hij wil op termijn de natiestaat verschillend. De Europese ambities van België stuiten in ondergeschikt maken aan een Verenigd Europa. Geen Nederland op afwijzing. Zie de beoogde Europese taks om enkel ander EU-land reageerde positief. ‘Hij deed alsof de EU te financieren, de creatie van een Europees leger, Europa een staat zou worden. Daarom begrijp ik niets de oprichting van een Schuldenagentschap en van een van het credo van Guy Verhofstadt voor de Verenigde Europese Economische Regering. De Belgen zijn voor- Staten van Europa,’ zei toenmalig staatssecretaris voor standers, Nederland is tegen. Waarom zijn de Benelux- Europese Zaken . partners zo uiteengegroeid? 3 Behoud van de nationale soevereiniteit was vo- rig jaar een thema in de verkiezingsstrijd. VVD- ‘Bye bye l’Europe à la Belge’ coryfee Marc Rutte beloofde bovendien als premier De verwijdering tussen de twee bevriende buurlan- de Nederlandse financiële bijdrage aan de Unie te den is begonnen tijdens de Europese Raad van Nice halveren. In Vlaanderen zie je het omgekeerde. Daar in december 2000. Eerste minister Guy Verhofstadt mikt de centrumrechtse Nieuw-Vlaamse Alliantie als vertrekt daar woedend wanneer het premier Wim grootste partij juist op méér Europa. Vlamingen mik- Kok is gelukt Nederland qua stemgewicht los te kop- ken op onafhankelijkheid, met de EU als alternatief pelen van België. Traditioneel wogen beide landen bij voor de gammele Belgische staat. De Belgische voor- de besluitvorming in de EU-Ministerraad even zwaar. zitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy, Nederland kreeg in Nice een extra stem wegens het twittert: ‘National State is dead and Eurosceptics are grotere inwonertal. De Belgische politieke wereld was a threat to peace.’ over dit op achterstand zetten van haar land echt héél 4 In 2003 hielden Frankrijk, Duitsland, België en kwaad.1 Er treedt dan een verkilling van de verhoudin- Luxemburg een opmerkelijke topconferentie over de gen in. Van politiek Benelux-overleg wordt sedertdien creatie van een Europees leger, desnoods los van de nog weinig vernomen. Wellicht had Kok zijn ruïneuze Verenigde Staten. Het betrof een Belgisch initiatief. gevecht om één stemmetje meer (op de 345 stemmen Nederland bleef daar weg. Het Belgische initiatief in de Raad van Ministers) maar beter achterwege ge- knoopte aan bij het ‘naoorlogse concept van Europa laten. als een derde weg tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie’.2 Zoiets ligt in Nederland buiten ons Belangrijke meningsverschillen voorstellingsvermogen. Opmerkelijke verschillen tussen België en Nederland 5 Nederland stond aanvankelijk negatief tegenover in de hedendaagse beleving van het lidmaatschap van steun aan Griekenland, dat zijn begroting jarenlang de Europese Unie zijn de volgende: vervalste. Premier Yves Leterme was daarentegen wel 1 België en Nederland denken radicaal verschillend meteen voor massale financiële steun. De Belgische over de institutionele ontwikkeling van Europa. De regering wil een Europees Schulden Agentschap en ‘Grondwet voor Europa’ van 2005, die Nederland véél een gemeenschappelijke schatkist. Nederland is daar te ver ging, was een Belgische uitvinding. Die grond- mordicus tegen. wet kwam voort uit het Belgisch EU-voorzitterschap 6 Premier Jan Peter Balkenende werd in 2009 ge- van 2001. Eerste minister Verhofstadt lanceerde toen noemd voor het voorzitterschap van de Europese Raad. de ‘Verklaring van Laken’ als start van de onderhan- Maar hij greep er uiteindelijk naast. In Nederland delingen. Voormalig premier Jean-Luc Dehaene was wacht hem vervolgens enige spot. In België is zoiets to- vervolgens vice-voorzitter van de Europese Conventie taal onvoorstelbaar. Daar wijzen de vroegere eerste mi- (2002-2003). Hij was penvoerder bij het schrijven van nisters Wilfried Martens, Jean-Luc Dehaene en Guy die grondwet. Nederland kwam in dat hele spel nau- Verhofstadt erop dat zij binnenslands pas écht gezag welijks voor. kregen zodra een Europese topbaan in beeld kwam.3 2 Verhofstadt lanceerde na de afwijzing van de De Belgen grepen net als Balkenende alledrie naast de Europese grondwet zijn project voor ‘De Verenigde begeerde Europese topfunctie. Maar dat maakte geen

246 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 verschil. Zij ontleenden (zelfs over de taalgrens!) blij- 13 In het voordeel van de zuiderburen is ten slotte vend prestige aan hun eervolle kandidatuur. hun massale aanwezigheid in de Brusselse vergaderto- 7 De Amerikaanse inval in Irak kreeg in 2003 de rens. Maar liefst ruwweg een op de vijf ambtenaren bij politieke steun van de Nederlandse regering. België de EU is een Belg(ische). Slechts een op de zeventien was met Frankrijk en Duitsland vierkant tegen het EU-functionarissen is van Nederlandsen huize. Dit Amerikaanse optreden. Dit fundamentele menings- deficit verzwakt de Nederlandse onderhandelingspo- verschil over Irak deed de politieke verhoudingen tus- sitie. Dehaene en minister van Buitenlandse Zaken sen de twee landen weer geen goed. Willy Claes schitterden in 1993 als Belgisch EU- 8 Vanaf de start van het door de bevolking ver- voorzitter. Dehaene is dan ineens favoriet voor de op- kozen Europees Parlement hebben de voormalige volging van Jacques Delors als Commissievoorzitter. premiers Leo Tindemans, Wilfried Martens en Guy Claes wordt kort daarop benoemd tot secretaris-gene- Verhofstadt daarin jaren achtereen zitting genomen. raal van de NAVO. Nooit heeft een voormalig Nederlands premier er zelfs 14 België telt onder zijn politici wel tien ‘Grote maar over gepiekerd naar Straatsburg af te reizen. Het Europeanen’: Spaak, Rey, Harmel, Coppé, Davignon, Europees Parlement heeft in Nederland geen statuur. Tindemans, Van Miert, Martens, Dehaene en Van 9 Overal wappert in België de Europese vlag. Rompuy. Nederland komt slechts tot vier van derge- Nederland daarentegen liet vlag en volkslied uit de lijke politici: Beyen, Mansholt, Luns en Andriessen. Europese verdragen schrappen. Dat lijkt symboliek. Maar het is veelbetekenend. Den Haag geeft geen Belangrijke overeenkomsten steun meer aan de Europese Beweging. In België Naast verschillen zijn er overeenkomsten. ‘Verhofstadt krijgt die vereniging jaarlijks een kwart miljoen euro in Wonderland’, zo werd de liberale voorman in België van de regering. Het Nederlandse publiek heeft wei- afgeserveerd na zijn genoemde vlucht naar voren. nig belangstelling voor de EU. Als dagbladcorres- ‘Elk beleid moet voortaan zó worden geformuleerd pondent in Washington DC kreeg ondergetekende dat aanvaarding door de publieke opinie er integraal regelmatig ‘fanmail’. De tien voorafgaande jaren als deel van is,’ schreef Karel van Miert, de succesvolle EU-correspondent in Brussel waren de lezersreacties Eurocommissaris, in zijn memoires. Dat lijkt sterk op echter heel schaars. Nederlanders vinden Amerika wel de opinie in Nederland. spannend, maar Europa niet. Ook in België is de belangstelling voor Europa be- 10 In Nederland leeft de gedachte dat Europa nu perkt. In 2005 kwamen daar bij het debat in de Senaat wel zo ongeveer af is. Wij willen sociaal beleid, pen- over de Grondwet voor Europa aanvankelijk maar sioenen, de belastingtarieven en zeker het onderwijs, vier senatoren opdraven. België durfde destijds geen volksgezondheid en cultuurpolitiek Haagse bevoegd- referendum aan over Europa. ‘Wat te doen wanneer heden laten. België daarentegen bepleit al jaren een Wallonië, dat veel Europees geld krijgt, plus hoofdstad Europees sociaal, fiscaal en werkgelegenheidsbeleid. Brussel “ja” zeggen en Vlaanderen “neen” stemt?,’ aldus 11 Ons parlement laat op ieder voorstel van Brussel expert binnenlandse politiek prof. Carl Devos (Gent). tegenwoordig de subsidiariteitsvraag los: is dit nu écht Voor Nederland en België geldt dat zowel de con- wel nodig? En wat kost dat Nederland? België volgt sument als de ondernemer fors profiteert van de gren- de slogan ‘Meer Europa = Beter Europa’. ‘Dat toetsen zenloze Europese markt. Maar noch in België, noch op subsidiariteit is een smoes om Europa klein te hou- in Nederland is dat gegeven het publiek bekend. De den,’ zei eerste minister Leo Tindemans ooit. Belgen overheidspubliciteit mijdt dit onderwerp. Gevolg is spreken van ‘Europese eenmaking’. In Nederland is dat vooral de kosten en de nadelen van Europa, die in die term al lang verdwenen. Nederland regelmatig in de media opduiken, daar het 12 De Belgen zijn grootmeesters in het bedenken beeld bepalen. van het uitgekiende compromis dat voor iedereen aan- Zoals opgemerkt spelen de Belgen graag een be- vaardbaar is en waarnaar Europa vaak smacht.4 Europa middelende rol in Europa. Bij hun zoeken naar een heeft daarvan geprofiteerd. Dat Van Rompuy voorzit- Europees compromis brengen zij, binnenslands altijd ter werd van de Europese Raad, kwam volgens een in- hopeloos verdeeld, grote ervaring van thuis mee. Maar sider trouwens mede omdat hij vloeiend Frans spreekt. naar het schijnt zit daar de klad in. En wel door de

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 247 verdubbeling van het aantal EU-lidstaten na de komst Vooral sedert het mislukte Europese referendum van de landen van Midden-Europa, van Malta, Cyprus (2005) is Nederland kritischer geworden. De tijd en binnenkort Kroatië en IJsland. is voorbij dat alles wat van de Europese Commissie Belgisch ambassadeur bij de EU, Jan De Bock, komt, per definitie past in onze kraam. De Belgen signaleerde in 2007 in Studia Diplomatica dat ‘de oude daarentegen (zie Verhofstadt en Dehaene5) zijn nog evenwichten in Europa, die zo vaak dicht bij de intern verknocht aan de communautaire methode. Zij pleiten Belgische evenwichten lagen, verschoven zijn’. Een consequent voor meer macht voor de Commissie en groep kritisch gestemde landen bepaalt voortaan het het Europees Parlement. Tegelijk rukt bij nieuwe pro- beleid. Het gaat om het Verenigd Koninkrijk, Ierland, blemen (zoals de eurocrisis) en grote nieuwe projecten de lidstaten gelegen in Midden-Europa en de noorde- (zoals EU2020) de intergouvernementele methode op. lijke Scandinavische landen. Nederland zit daar even- Nederland is niet langer vies van handjeklap tussen de eens bij. De ministers van die landen nemen de term hoofdsteden onderling, buiten Brussel om. De inven- ‘Europese integratie’ niet (meer) in de mond. België tieve Luuk van Middelaar heeft daarover een vernieu- raakt door deze verschuiving zijn positie als bemid- wende visie gepubliceerd, die in Den Haag effect had.6 delaar kwijt. Vergeet overigens niet dat Nederland en België al vanaf het begin verschillend naar Europa k­ijken.7 Vanwaar die verschillen? Zodra in 1952 het conceptvoorstel voor een Europese Ambassadeur Tom de Bruijn, met zijn jarenlange er- Politieke Unie er ligt, reageert Den Haag afwij- varing als Nederlands Permanent Vertegenwoordiger zend. Nederland wil liever economische integratie bij de EU te Brussel, nuanceert de verschillen. ‘Tot met vrijhandel op een grenzenloze Europese bin- voor enkele jaren waren België en Nederland op alle nenmarkt. Minister van Buitenlandse Zaken Johan institutionele onderwerpen het eigenlijk altijd eens. Willem Beyen lanceert dan het plan voor een Douane Gedurende de jarenlange onderhandelingen over het Unie met een Gemeenschappelijke Europese Markt.

De Belgen graag een bemiddelende rol in Europa

Verdrag van , dat van Nice, Maastricht en Uitgangspunt is het Nederlandse commerciële belang. ook tijdens de Conventie met het Europees grondwet- Voorzitter van het beraad tot de oprichting van de telijk verdrag als inzet, zaten wij bijna altijd op één EEG wordt de Belgische minister van Buitenlandse lijn. In de Conventie wist de Benelux de functie van Zaken Paul-Henri Spaak. Beyen is tevreden met het vaste voorzitter van de Europese Raad te beperken tot Nederlandse voorzitterschap bij de onderhandelingen 2,5 jaar, met eenmalige optie tot herbenoeming. Dat voor een Gemeenschappelijke Markt. deden wij om die “president” een beetje “onder con- Vanaf het begin zijn de interne markt, vrijhandel trole” te houden.’ De Bruijn wijst erop dat het conflict en een geliberaliseerd landbouwbeleid voor Nederland om de stemmenweging in dit samen optrekken van de vitale elementen. Vanaf 1958 tot vandaag, in 53 jaar Nederland en België de enige dissonant is geweest. tijd, bezet Nederland maar liefst 40 jaar lang de por- ‘Daarentegen op inhoudelijk terrein, dus zodra het tefeuille interne markt, of concurrentie of landbouw- gaat om de landbouwpolitiek, de handelspolitiek, in- politiek. België komt met die portefeuilles aan slechts terne markt enz. zag je altijd dat België en Nederland tien jaar in totaal.8 verschillend denken. Zij [de Belgen] hebben dan de De Belgen zijn dan weer de uitvinders van de neiging aan te leunen bij Frankrijk met een iets meer Europese Politieke Samenwerking (EPS). Hun top- protectionistische koers. Terwijl Nederland eerder diplomaat Etienne Davignon geeft al in 1970 met zijn overhelt naar vrijhandelslanden zoals het Verenigd rapport in opdracht van de regeringsleiders de EPS Koninkrijk, Denemarken, Zweden en vaak ook handen en voeten. De buitenlands-politieke samen- Duitsland.’ Tot zover ambassadeur De Bruijn. werking, zoals die in het Verdrag van Lissabon vastligt,

248 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 is de voortzetting van deze ‘Belgische’ EPS. Nederland af. Tegelijk heeft de uitverkiezing van de beschei- stond daar vaak toch wat ambivalent tegenover. den Herman Van Rompuy tot Europees president de Belgen verblijd. Ze zijn er echt trots op. Van Rompuy Het Belgisch belang is ingenieus bezig de drievoudige crisis rond de euro, Mede dank zij Brussel als hoofdstad van Europa heeft de economie en de ecologie aan te pakken. Dat Europa België reusachtige belangen bij de Europese Unie. volop draaiende te houden, is namelijk echt hét vitale Haar gigantische ambtelijk apparaat plus tienduizend Belgische nationale belang. lobbyisten woonachtig in de schilderachtige dreven rond Brussel leverden een kwart miljoen dik betaal- de banen op. Het kloppend hart van Europa brengt Dr. Jan Werts is EU-mediacorrespondent te Brussel. België miljarden op, plus internationaal prestige. De Belgen hebben belang bij een hoog Europees budget. Noten 1 Jan Werts, The European Council, Londen: John Harper Uiteindelijk blijft een Europese Politieke Unie met Publishing, 2008, blz. 98. verregaande buitenlandse, economische en militaire 2 Rik Coolsaet, ‘Perspectieven op het Belgisch Buitenlands bevoegdheden hun doel. beleid anno 2002’, in: Studia Diplomatica, 2001, No. 5-6, blz. 42. 3 Jan Beyers, ‘De Belgische onderhandelaar in de Europese Nederland daarentegen is vandaag selectief in- Unie’, in: Internationale Spectator, juni 1996, blz. 316-322. zake verdergaande politieke integratie. Behalve D66 4 Het Belgisch studententeam sleepte in maart voor het en Groen Links kozen alle politieke partijen na het derde achtereenvolgende jaar bij de ‘World Model United Nations Conference’ in Singapore het wereldkampioenschap diplomatiek Europese referendum voor een meer kritische opstel- onderhandelen weg. ling. In Den Haag leeft zoals bekend ongemak rond 5 Zie zijn pleidooi voor overdracht van bevoegdheden en finan- Commissie en Europees Parlement met hun peacemeal ciën van de nationale hoofdsteden naar Brussel, in: De Europese uitdaging. Van uitbreiding tot hereniging, Leuven: Van Halewijck, approach, het via kleine stapjes liefst onzichtbaar als- 2004. maar verder integreren. Traditioneel mikt Nederland 6 Luuk van Middelaar, De passage naar Europa. Geschiedenis op zoveel mogelijk vrije markt, ook voor onze om- van een begin, Groningen: Historische Uitgeverij, 2009. 7 Anjo G. Harryvan, In Pursuit of Influence. The Netherlands’ vangrijke dienstensectoren. Dat is ons antwoord op de European Policy during the Formative Years of the European Union, risico’s van globalisering. Daarnaast past Nederland als 1952-1973, Brussel: P.I.E. Peter Lang, 2009. belangrijk Europees nettobetaler graag ‘op de centjes’. 8 In de berekening zit een kleine afwijking, omdat Nederland en België in de periode 1967-1970 in de Commissie elk twee leden Inmiddels is die beoogde Europese Politieke Unie hadden. een gepasseerd station. Het Verenigd Europa van Verhofstadt en Dehaene vindt nergens weerklank. ‘Bye bye l’Europe à la Belge’, zo sloot het Vlaamse dagblad DE TIJD het Belgische EU-voorzitterschap

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 249 Guy Janssens

Gefederaliseerd Belgisch buitenlands beleid: de blinde vlek in Den Haag

De Belgische staatshervormingen van de afgelopen het Belgisch diplomatieke establishment. Het corps di- decennia hebben alle de bedoeling gehad intern de za- plomatique werd voor een groot deel gerekruteerd uit ken in de Belgische staatshuishoudkunde te regelen. de francofone bourgeoisie. In de jaren zestig was er Een duidelijk beeld ophangen van het nieuwe België door de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken in het buitenland was niet de eerste bekommernis. De Hendrik Fayat, een Vlaamse socialist, wel een inhaal- staatshervormingen kwamen er vanuit heel andere be- beweging georganiseerd om meer Vlaamse diploma- trachtingen. Heel in het begin was er de Vlaamse eis ten aan te trekken. Die lichting Vlaams-Belgische di- wat betreft cultuur en taal de touwtjes in eigen han- plomaten ging sindsdien als de ‘Fayat-boys’ door het den te nemen. Dat leidde tot de eerste staatshervor- leven. Maar dat het Belgisch buitenlands beleid ooit ming in de jaren zeventig, waarbij de cultuurgemeen- in de maalstroom van de Belgische staatshervorming schappen werden opgericht. Van gewesten werd nog terecht zou komen, was toen nog redelijk ondenkbaar. niet gesproken. Al was dat wel al een oude eis – raar maar waar! – van de Waalse linkerzijde in het begin Het Sint-Michielsakkoord: een grote stap van de jaren zestig: het Mouvement Populaire Wallon voorwaarts van André Renard wilde autonomie om Wallonië eco- Een belangrijke fase in de Belgische staatshervorming nomisch in de vaart der volkeren op te stuwen. De kwam er begin jaren negentig. Tot die tijd hadden we Waalse regionalisten – de linkerzijde – voelde toen al er al wel een paar gehad: de cultuurautonomie in ’70, de nattigheid, omdat de oude industrieën, staat en steen- vorming van een Vlaamse executieve en een Vlaamse kool, overduidelijk op de terugweg waren. Maar die Raad, de zogenaamde voorlopige gewestvorming van eisen werden niet door het Belgische establishment ’80, de definitieve gewestvorming en de erkenning van overgenomen en de eisen tot gewestvorming bleven Brussel als derde gewest in ’89. nog even sluimeren. Eventjes toch. Begin jaren zestig was het de Waalse beweging die Die eisen kwamen later terug, toen er over een vooraan stond in de vraag naar gewestvorming. De volgende fase in de staatshervorming werd onderhan- Vlamingen vroegen cultuurautonomie. Maar vanaf de deld. En toen kwam meteen de communautaire kat op jaren tachtig trok Vlaanderen voluit de kaart van de de kord. Vlaanderen wilde de gemeenschappen – de staatshervorming: niet alleen cultuur en taal, ook de Vlaamse en de Franstalige, en het kleine broertje de gewesten moesten zo ruim mogelijke bevoegdheden Duitstalige – verder vorm geven, de franstaligen wil- krijgen. Dat had natuurlijk veel te maken met het feit den een drieledige gewestvorming. Dat had te maken dat Vlaanderen op economisch gebied de toonaange- met de oude eis van Renard zelf over economische vende regio in België was geworden. Het waren de ja- hefbomen te beschikken om het eigen lot in handen ren van de DIRV-actie van Gaston Geens, de Derde te nemen. Maar het had ook te maken met tactische Industriële Revolutie in Vlaanderen, en het ietwat overwegingen: Wallonië is franstalig en Brussel twee- overmoedige ‘Wat we zelf doen, doen we beter’. talig. Officieel althans. In de praktijk is Brussel over- Wat het buitenland betreft, waren er eerste wegend franstalig. Op die manier zou je in België twee schuchtere aftastende pasjes: in 1980 werd een nota franstalige gewesten tegen één Vlaams gewest krijgen. besproken, in de schoot van de toen nog nationale re- Waarbij Vlaanderen in de minderheid zou geraken. gering, om voor zowel de Vlaamse als de franstalige Wat dit alles zou kunnen betekenen voor het bui- gemeenschap een aantal posten van culturele attachés tenlands beleid, was van geen belang. Geen van de in het buitenland te creëren. Dat is nooit doorgegaan. actoren die meeduwden aan de kar van de opeenvol- Vlaanderen dacht wel aan culturele samenwerking met gende staatshervormingen ging ervan uit dat dit een Nederland. Zo werd in 1980 het Vlaamse cultuurhuis invloed zou hebben op het buitenlands beleid van ‘De Brakke Grond’ opgericht, wat gepaard ging met België. Dat beleid was in die jaren stevig in handen van veel bestuurlijk gehannes en heel wat protest vanuit

250 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 de culturele milieus. Ook in Nederland stuitte het ini­ over de Scheldeverdieping tot 13,1 meter en de creatie tiatief aanvankelijk op onbegrip. Zo had columnist Jan van een reeks nieuwe natuurgebieden. In 2005 dach- Blokker het over een Belgenmop. Maar het was pas in ten de Vlamingen dat de ‘buit’ binnen was; men kon een volgende fase van de staatshervorming dat er echt nog niet vermoeden dat deze verdragen vijf jaar later werk werd gemaakt van een buitenlands beleid. nog fel besproken zouden worden (zie hierna). Die volgende fase was het zogenaamde Sint- Michielsakkoord. Op het stuk van de buitenland- Het Vlaams buitenlands beleid in de praktijk se bevoegdheden was dit een enorme sprong voor- Om dat prille Vlaams buitenlands beleid handen en uit. Gemeenschappen en gewesten kunnen namelijk voeten te geven, werden in een aantal prioritaire lan- sinds 1994, het jaar van de goedkeuring van dat Sint- den vertegenwoordigers van de Vlaamse regering geïn- Michielsakkoord, ook internationale verdragen (zg. ‘ex- stalleerd. Die vertegenwoordigers hebben het statuut clusieve verdragen’) afsluiten met derde partijen, en dit van diplomaat, krachtens een overeenkomst tussen het voor alle materiële bevoegdheidsdomeinen waarvoor Belgisch ministerie van Buitenlandse Zaken en de ze intern bevoegd zijn. Exclusieve bevoegdheden zijn Vlaamse overheid. Over het precieze karakter van de bevoegdheden die uitsluitend aan de gewesten en de diplomatieke vertegenwoordigers is jarenlang gebak- gemeenschappen in België toebehoren en waarover de keleid tussen de Belgische en de Vlaamse overheid. De federale regering dus geen zeggenschap meer heeft. Belgische regering beschouwt het buitenlands beleid Deze behoefte aan verdragsrecht kan gezien wor- nog altijd als haar ‘chasse gardée’, iets wat ze node af- den als een logisch verlengde van de bevoegdheid die geeft. De Vlaamse diplomaten worden toch nog al- reeds bestond om externe verdragen af te sluiten in tijd een beetje als concurrenten beschouwd. Het pas- culturele aangelegenheden. De eis ook voor andere poort dat de Vlaamse vertegenwoordigers krijgen, is exclusieve bevoegdheden internationale verdragen af een Belgisch diplomatiek paspoort, omdat Vlaanderen te sluiten, kwam overigens langs beide zijden van de deel uitmaakt van het Belgisch koninkrijk en in het taalgrens, niet alleen van de Vlaamse zijde. buitenland alleen staten worden erkend. Toch beschikt Dit alles werd ook vertaald in de betrekkingen met de Vlaamse diplomatieke vertegenwoordiging in Den Nederland. In 1995 werd het oude Belgisch-Nederlands Haag over een prestigieus pand, dat de vergelijking Cultureel Verdrag vervangen door een Vlaams- met sommige ambassades best kan doorstaan, al maakt Nederlands Cultureel Verdrag. Vanaf 1994 startte de dat pand formeel deel uit van de Belgische ambassade. Vlaamse Regering onder leiding van Luc Van den Dat pand werd in 1998 geopend door de toenmalige Brande onderhandelingen met Den Haag over de uit- Vlaamse minister-president Patrick Dewael in zijn dieping van de Westerschelde. Een dossier dat jaren- functie van minister bevoegd voor het Vlaams buiten- lang op centraal niveau vastzat, kwam plots in een ver- lands beleid. snelling terecht. In 1995 verwezenlijkte het Vlaamse buitenlandse beleid een verdrag over de verruiming Nederlandse onwennigheid van de vaarweg in de Westerschelde, werd een sepa- Die nieuwe Belgische constructie, waarbij de gewesten raat verdrag getekend over afvoer van water over de en de gemeenschappen ruime buitenlandse bevoegd- Maas en sloot men een verdrag met Nederland op het heden kregen, was zeer verregaand en nogal uniek gebied van cultuur, onderwijs, wetenschap en welzijn in de wereld. Het is ook geen eenvoudige construc- (alle verdragen getekend te Antwerpen op 17 januari tie. Het verschil tussen gemeenschappen en gewesten, 1995). Later werd de samenwerking met Nederland waarbij de eerste vooral voor culturele en zogenaamde verder uitgebreid naar meer beleidsdomeinen. In 2001 ‘persoonsgebonden’ materies bevoegd zijn en de twee- sloten Vlaanderen en Nederland een verdrag over de de ‘plaatsgebonden’ bevoegdheden hebben, zoals eco- creatie van een Transnationale Universiteit Limburg, nomie, leefmilieu en mobiliteit, is in eigen land al nau- een dossier dat overigens een tijdlang vastzat, omdat welijks uit te leggen, laat staan in het buitenland. En hoe de Franse Gemeenschap via een ‘alarmbel-procedure’ moet dat dan: moeten gewesten en gemeenschappen in België dit dossier had trachten te blokkeren. Het aparte vertegenwoordigingen hebben? Aan Vlaamse koninginnenstuk in de verdragen met Nederland wa- kant is dat probleem opgelost door gewest en gemeen- ren de vier verdragen die in 2005 getekend werden schap samen te voegen in één enkele Vlaamse regering

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 251 en in één enkel Vlaams parlement. Bijgevolg zijn de tiger dan de Belgische, maar minder machtig dan de Vlaamse vertegenwoordigers bevoegd voor zowel ge- Belgische gewesten. Nederland heeft ook geen con- west- als gemeenschapsmateries. Om dit in de praktijk stitutionele regio’s en maakt dus geen deel uit van het goed te laten functioneren, is nauw overleg nodig met overleg op Europees niveau tussen de constitutionele Belgische ambassades. Om efficiënt te kunnen optre- regio’s. den, moet je als complementaire partners opereren en De tweede piste van de Vlaamse regering bestond vermijden elkaar in de wielen te rijden. erin ook bij Den Haag zelf aan te kloppen. Dit leek Voor politiek Den Haag was het best wel wennen minder evident dan eerst gedacht. Over het sluiten van aan deze nieuwe en complexe Belgische situatie. Voor verdragen bleek van Nederlandse kant enig wantrou- het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken wen te bestaan. Er was het Cultureel verdrag België- leek het wel alsof België bezig was zijn ingewikkelde Nederland, later omgezet in het verdrag Vlaanderen- staatsstructuur naar het buitenland te exporteren. De Nederland. Er bestond ook het Taalunieverdrag. Maar politieke ‘powers that be’ in Den Haag keken aanvan- een verdrag over de Scheldeverdieping met Vlaanderen kelijk dan ook liever de andere kant op, om te vermij- bleek niet vanzelfsprekend voor Nederland. Het was den betrokken te worden in een Belgisch politiek wes- merkwaardig genoeg Polen dat soelaas bood. In Polen pennest. Bovendien, als de banden met de Vlamingen werd een studie verricht naar de geldigheid van ver- te veel werden aangehaald, zouden dan de relaties met dragen, gesloten tussen natiestaten en ‘deelstaten’. de franstaligen niet gebrouilleerd raken? Werk aan de Die studie heeft Nederland ten slotte over de brug winkel dus voor de Belgisch/Vlaamse bewindslieden g­etrokken. om het allemaal uitgelegd te krijgen. En die deden dat allemaal volgens hun eigen tem- De nota-Kooijmans: een uniek document perament en aanleg. Voor toenmalig eerste-minister Uiteindelijk is het de Nederlandse minister van Jean-Luc Dehaene kwam de nieuwe regeling als ge- Buitenlandse Zaken Kooijmans, die in Nederland de roepen. Een aantal Belgisch-Nederlandse dossiers geesten in beweging bracht. BZ in Den Haag besefte als de Scheldeverdieping en de waterverdragen zat dat het nieuwe federale België belangrijke bevoegd- al jaren geblokkeerd door intern Vlaams-Waalse te- heden op het vlak van de buitenlandse politiek aan de genstellingen. Toen Vlaanderen bevoegd werd voor regio’s had gegeven. Vanuit BZ startte het proces voor het Scheldedossier, kon hij die hete aardappel netjes de zg. ‘nota-Kooijmans’. Het betreft een document van doorschuiven naar de Vlaamse regering. Tijdens een 36 bladzijden waarin minister Kooijmans de Tweede ontmoeting met de toenmalige Nederlandse minister- Kamer der Staten-Generaal en tegelijkertijd ook alle president zei Dehaene dat een aantal zaken Nederlandse ministeries ‘inlicht’ over de ‘nieuwe be- voortaan rechtstreeks tussen Vlaanderen en Nederland stuurlijke verhoudingen in België en de betrekkingen zou worden geregeld. Voor het federale niveau kwam met Nederland’. dat goed uit, want zo was het verlost van die Vlaams- Deze notitie vormde overigens de neerslag van in- Nederlandse dossiers. terdepartementaal overleg onder leiding van het mi- Ook de Vlaamse regering begon met minister-pre- nisterie van Buitenlandse Zaken. Zeer minutieus wor- sident Luc Van den Brande in 1993 aan haar eigen den in de nota de gevolgen voor het verdragsrecht en ‘informatiecampagne’ ten aanzien van Nederland. Van de externe vertegenwoordiging in kaart gebracht, als- den Brande heeft in zijn tijd als minister-president re- ook hun consequenties voor de relaties met Nederland gelmatig de zuidelijke Nederlandse provincies Noord- aangeduid. De nota is een hoogst merkwaardig, en Brabant, Limburg en Zeeland samengebracht om op vanuit historisch perspectief uniek document, waarin informele wijze te overleggen en te streven naar sa- het officiële Den Haag een belangrijke omslag maakt. menwerking. Strikt genomen staat het Vlaamse gewest Een opmerkelijk citaat vinden we op pagina 6 van de hoger in rang dan een Nederlandse provincie, maar ad nota: hoc-samenwerking brengt vaak meer op dan principes. Bestuurlijk passen Nederland en Vlaanderen niet zo ‘Met name Vlaanderen treedt internationaal uit de scha- goed in elkaar: Nederland heeft wel provincies, maar duw van België. Een op vele terreinen zelfstandiger geen gewesten. De Nederlandse provincies zijn mach- Vlaanderen meldt zich [...] Een nauwere samenwerking

252 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 met Nederland wordt daarbij in Vlaanderen algemeen een moet worden gezien als een omslag in het besef dat het goede zaak geacht. Aansluiting bij Nederland is daarbij, in het Nederlandse belang was voortaan rechtstreeks nog minder dan separatisme, aan de orde. “Stel U zich ge- met Vlaanderen te gaan onderhandelen in belangrijke rust, op de agenda staat niet een herstel van de Zeventien dossiers, en om de samenwerking op een brede waaier Provinciën; de Vlaamse regering zal wat dat betreft eerder van terreinen van cultuur, onderwijs, leefmilieu, eco- een deelregering van Europa worden dan van Nederland”, nomie e.d. te exploreren. antwoordde de Vlaamse Minister-President. [...] Wie de Nederlands-Belgische bilaterale betrekkingen nader bestu- De blik op het zeer nabije buitenland deert, kan al snel tot de conclusie komen dat er op een groot Ministers van buitenlandse zaken houden zich graag en gevarieerd aantal terreinen intensief wordt samenge- op met de groten der aarde. Dat is des mensen. Een werkt. Met name met Vlaanderen [...]’ Nederlandse minister van buitenlandse zaken is niet anders. Deelname aan de G20 is erg prestigieus, maar Alle geïnterviewde betrokkenen langs beide zijden soms zet kennis van de nabije buur meer zoden aan de zijn het erover eens dat de nota-Kooijmans bijzonder dijk. Vanuit dat oogpunt zou het Den Haag misschien belangrijk is geweest in de jaren negentig om aan de geen windeieren leggen de nota-Kooijmans nog eens Nederlandse bestuurlijke elite duidelijk te maken dat van stal te halen. Scheldeverdieping, Hedwigepolder, België een federale staat was geworden, met allerlei con- IJzeren Rijn, allemaal dossiers die de afgelopen ja- sequenties voor het buitenlands beleid dat Nederland ren wel eens voor wrijvingen hebben gezorgd tussen ten aanzien van de zuiderbuur kon voeren. Nederland en België. Een België dat de afgelopen de- Pieter Kooijmans is maar kort minister van buiten- cennia intern, maar ook naar buiten toe een staatshuis- landse zaken geweest, in de periode dat Hans van den houdkundige metamorfose heeft ondergaan. Een goed Broek naar de Europese Commissie vertrok (van 2 ja- begrip van deze nieuwe toestand kan helpen moeilijke nuari 1993 tot 22 augustus 1994). Zijn opvolgers, zo- dossiers tot een goed einde te brengen. Snel en ef- als , of Ben ficiënt. Bot, waren minder geïnteresseerd in België, maar had- den veeleer de ambitie Nederland mee te laten spelen in de grote internationale politiek. Vandaag kennen Guy Janssens is journalist bij de VRT, de Vlaamse open- de meeste Nederlandse beleidsmakers de nota-Kooij- bare omroep van België. Hij is gespecialiseerd in Europese mans niet meer. Het is dus niet langer een gemeen- en Belgische politiek. Janssens was ook gedurende enkele schappelijk referentiedocument, wat het wel was in jaren de diplomatieke vertegenwoordiger van de Vlaamse de jaren negentig. Het belang van de nota-Kooijmans regering in Den Haag.

Seminar International Negotiations (24 t/m 27 mei en 7 t/m 10 november 2011)

Instituut Clingendael organiseert van 24 tot en met nationale organisaties en NGO’s, ambtenaren van 27 mei het Seminar International Negotiations, internationaal actieve ministeries en andere geïnte- een intensief vierdaags seminar, waarin getraind resseerden zijn van harte uitgenodigd om zich in te wordt in de kunst van het succesvol multilateraal en schrijven voor dit seminar. Kosten van het seminar intercultureel onderhandelen. Deelnemers aan het zijn € 2.400 per deelnemer (incl. lunches en borrel) lenteseminar zullen onder de leiding van een erva- voor niet-subsidiënten, en € 2.200 voor medewer- ren internationale trainer en consultant in interna- kers van subsidiërende instanties. Een tweede semi- tionaal onderhandelen, Dr. Raymond Saner, werken nar zal worden gehouden van 7 t/m 10 november. aan procesinzicht én persoonlijke vaardigheden in Meer informatie over het Seminar International effectief onderhandelen. Vertegenwoordigers uit Negotiations is te vinden op de website van het het internationale bedrijfsleven; (buitenlandse) Instituut Clingendael onder http://www.clingen- diplomaten en attachés, medewerkers van inter- dael.nl/cdsp/training/sin/nederlands.html

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 253 David Criekemans & Manuel Duran Buitenlands beleid van de Belgische federatie: veelvoud van geopolitieke perspectieven

Het buitenlands beleid van België evolueerde van de uni- matiek’. Deze regionale vertegenwoordigers hebben taire naar de federale staat. De federalisering van dit inderdaad ook een diplomatiek paspoort en statuut. beleid zorgde ervoor dat de geopolitieke aandachtsgebie- Naar derde landen en multilaterale instellingen toe den rijker werden en organisch verder groeiden. Zo is er worden ze voorgesteld als diplomaten die zich specia- de laatste achttien jaar een complementaire taakverde- liseren in de materies die tot de regionale (gewest- en ling ontstaan tussen de federale overheid, Vlaanderen en gemeenschaps-) materies behoren. De federale over- Wallonië. heid, Vlaanderen en Wallonie-Bruxelles voeren tegen- woordig een eigen bilateraal, Europees en multilate- Principes van federalisering van buitenlands raal beleid.1 beleid Op het hoogste politieke niveau zijn er overleg- Wie vandaag de term ‘Belgische federatie’ hanteert, mechanismen zoals de Interministeriële Conferentie verwijst naar het geheel van de Belgische overheden: voor het Buitenlands Beleid om onderlinge posities af de federale overheid, alsook de regionale gewest- en te stemmen tot één geheel. Nochtans blijkt die onder- gemeenschapsregeringen. Wat het buitenlands beleid linge afstemming minder dwingend, daar de federale betreft zorgde het jaar 1993 voor een ommezwaai. overheid institutioneel op hetzelfde niveau staat in Voordien waren regionale regeringen amper betrok- vergelijking met de federale deelgebieden. Met andere ken bij dit beleid; alleen in culturele aangelegenheden woorden, de Gemeenschappen en Gewesten kunnen voerden Vlaanderen en Wallonië een eigen beleid, met zelf eigen geopolitieke en functionele prioriteiten en geografische en functionele accenten. Met het Sint- accenten leggen, zolang de coherentie van het geheel Michielsakkoord van 1993 werd evenwel een nieuw van het buitenlands beleid van de Belgische federatie principe ingevoerd; in foro interno, in foro externo. Dit maar niet in gevaar wordt gebracht. In het buitenlands beginsel houdt in dat de gewest- en gemeenschaps- beleid hanteren Vlaanderen en Wallonie-Bruxelles regeringen voortaan voor elke materiële bevoegdheid e­chter steeds vaker een uiteenlopend geopolitiek per- niet alleen verantwoordelijk waren wat het binnen- spectief en hebben ze duidelijk andere aandachts­ landse beleid betreft, maar ook voor het buitenlands gebieden. beleid. Dit beginsel heeft consequenties. Ten eerste in het Vlaanderen verdragsrecht (ius tractandi), waarin regionale regerin- Het Vlaams buitenlands beleid is sterk Europees ge- gen voortaan externe verdragen met andere regio’s en richt, zowel op de Europese Unie als op haar bilate- landen konden afsluiten. Tegelijkertijd dienden de re- rale contacten. Al in de eerste tien jaar van het Vlaams gionale parlementen ook alle Europese en multilatera- buitenlands beleid werden zg. ‘exclusieve’ verdragen le verdragen te ratificeren, alsmede gemengde verdra- afgesloten, met buurlanden Nederland, Frankrijk gen, die raken aan een mix van federale en gewests- of en Luxemburg; met de Baltische staten, Polen en gemeenschapsbevoegdheden. Ten tweede in de externe Hongarije, en later met de acht overige n­ieuwe vertegenwoordiging (ius legationis). Voortaan konden Centraal-Europese EU-lidstaten. Daarnaast komt de deelgebieden ook eigen politieke vertegenwoordi- ook de Westelijke Balkan steeds nadrukkelijker op gers naar het buitenland uitzenden. Aanvankelijk ging de radar van het Vlaams buitenlands beleid. Op vrij- het om ‘gemeenschapsattachés’. Geleidelijk aan be- wel alle Vlaamse bevoegdheden wordt met deze lan- gonnen deze ook bevoegdheden van de gewesten in den en gebieden intensief ‘in de diepte’ samengewerkt. het buitenland te vertegenwoordigen. Thans hanteert Vlaanderen gelooft in een beleid gericht op intensieve men in Vlaanderen de term ‘vertegenwoordiger van samenwerking met een relatief beperkt aantal partners. de Vlaamse regering’. In sommige omstandigheden Van alle bilaterale posten blijft Den Haag toch gebruikt men ook het bijvoeglijk naamwoord ‘diplo- wel één van de belangrijkste. In alle grote dossiers van

254 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 De geopolitieke leidraad in de buitenlandse, Europese contacten van Vlaanderen en Wallonie-Bruxelles

de Belgisch-Nederlandse betrekkingen zit wel één Nederlandse betrekkingen – Vlaanderen en Nederland of andere Vlaamse bevoegdheid vervat. Vlaanderen willen een brede structurele samenwerking uitwerken, heeft een politieke vertegenwoordiger in Den Haag, die gestalte zal worden gegeven via de formulering van Wallonie-Bruxelles (WBI) niet. De opeenvolgende gemeenschappelijke strategische doelstellingen. verdiepingen van de Schelde hebben in het verleden Buiten Europa werden Chili en Zuid-Afrika be- meermaals een centrale rol gespeeld in de Vlaams- langrijke Vlaamse partners van waaruit de rest van de Nederlandse betrekkingen. De onderhandelingen regio bestreken werd. Vooral Zuid-Afrika is opval- die uiteindelijk leidden tot het Scheldeverdrag van lend als Vlaamse partner; Vlaanderen koos er bewust 1995, waren één van de eerste sleuteldossiers waarin voor in Afrika niet in dezelfde regio actief te zijn als Vlaamse en Nederlandse ambtenaren en bewinds- de federale overheid. In oktober 1996 werd met Zuid- voerders rechtstreeks met elkaar in gesprek traden. Afrika een samenwerkingsovereenkomst getekend op In 2005 sloten Vlaanderen en Nederland vier nieuwe het gebied van cultuur, onderwijs, wetenschap, techno- Scheldeverdragen, als resultaat van rechtstreeks on- logie en sport. Later werd deze overeenkomst uitge- derhandelen en van jarenlange inzet en afstemming breid naar bijna alle Vlaamse bevoegdheidsdomeinen. met maatschappelijke groeperingen en beleidsinstan- In Zuid-Afrika is de Vlaamse ontwikkelingssamen- ties van uiteenlopende orde. Men had een evenwicht werking actief in de provincies Limpopo, KwaZulu- gevonden tussen economische parameters (de verdere Natal en de Vrijstaat. De Vlaamse bijdrage is hoofd- uitdieping van de vaargeul van de Westerschelde tot zakelijk gericht op verwezenlijking van millennium 13,1 meter, om Antwerpen te ontsluiten voor het grote development-doelstelling 1, met voedselzekerheid en maritieme verkeer) en milieu-overwegingen (het onder het recht op volledige en productieve werkgelegenheid water zetten van enige gebieden, zoals de Hertogin als voornaamste componenten. Belangrijk is dat deze Hedwige-polder, om zo ter compensatie nieuwe na- samenwerking werd uitgebreid naar heel Zuidelijk tuurgebieden te creëren). De uitvoering van deze ver- Afrika (inclusief Lesotho, Botswana en Mozambique). dragen vormde in 2009 het onderwerp van koorts- Met Mozambique zijn gezondheidszorg (millennium achtig diplomatiek overleg tussen Vlaanderen en development-doelstellingen 4 tot 6) en technisch en Nederland, wat het belang van de ontwikkeling van de beroepsonderwijs de prioritaire sectoren. Ook helpt haven van Antwerpen voor Vlaanderen onderstreept. Vlaanderen in Mozambique mee in de ontmijning. Dit jaar wordt een belangrijk jaar voor de Vlaams- Sinds begin van deze eeuw is Vlaanderen ook zeer

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 255 nadrukkelijk in de regio aanwezig in de strijd tegen Op inhoudelijk terrein is het Vlaams buitenlands HIV/AIDS, door samenwerking met UNAIDS. beleid het meest succesvol als eigen expertise en know- Met Québec werd al in 1989 een ‘Entente’ afge- how vertaald kunnen worden naar meer internationale sloten, die enige jaren geleden hernieuwd werd. Voor zeggingskracht. De Vlaamse faam op het gebied van Vlaanderen is Québec een partner van het eerste uur, onderwijs, logistiek, preventieve gezondheidszorg, de waarmee intensief wordt samengewerkt. creatieve economie, enz. vormt stevige fundamen- Ook op het vlak van de buitenlandse diplomatieke ten. Tegelijkertijd bieden internationale contacten vertegenwoordiging wordt gestaag verder gebouwd met derden ook mogelijkheden nieuwe expertise naar aan het beleid om Vlaamse politieke, economische, Vlaanderen te brengen, mede ten behoeve van de ei- culturele en toeristische vertegenwoordigers in het gen kenniseconomie. Opvallend is dat Vlaanderen va- buitenland onder te brengen in ‘Vlaamse Huizen’: in ker het instrument van het verdragsrecht wil inzetten in Den Haag, Parijs, Berlijn, Wenen en Londen. Ook het het buitenlands beleid; Vlaanderen tekende slechts 33 nieuwe Flanders House Inc. in New York is volop in verdragen (27 bilaterale en 6 multilaterale), terwijl het ontwikkeling. Daarnaast werden Warschau en Madrid Waalse Gewest er 67 tekende, de Franse Gemeenschap enige jaren geleden aan de Vlaamse ‘diplomatieke’ lijst 51 en de Franse-Gemeenschapscommissie van Brussel toegevoegd. Met het uitsturen van dergelijke politieke COFOF 13. ‘Vertegenwoordigers van de Vlaamse Regering’ zendt Vlaanderen het signaal uit dat het de samenwerking Wallonie-Bruxelles met deze selecte partners zowel in de breedte als in Anders dan in Vlaanderen, waar het Vlaams Gewest de diepte wil voortstuwen, voorbij het niveau van de en de Vlaamse Gemeenschap vrij snel organisatorisch ‘klassieke diplomatieke betrekkingen’. In Den Haag en en administratief fuseerden, ontwikkelden het Waals Parijs werden om die reden de politieke vertegenwoor- Gewest en de Franse Gemeenschap zich tot twee au- digingen nog versterkt met bijkomende attachés. Ook tonome politieke en administratieve entiteiten, elk multilaterale dossiers worden sinds enige jaren door met een eigen parlement en een eigen regering. Deze enkele vertegenwoordigers behartigd; de multilaterale tweedeling stond de ontwikkeling van een eigen bui- organisaties in Genève vanuit de standplaats Brussel; tenlands beleid in de weg, waardoor men gaande- de OESO, UNESCO en de Raad van Europa vanuit weg gekomen is tot functionele integratie van de ex- Parijs. terne betrekkingen van het Waals Gewest, de Franse Grote afwezige in de geopolitieke en geo-econo- Gemeenschap en de COCOF. Sinds 2009 wordt het mische aandachtszones van Vlaanderen betreft Azië buitenlands beleid van zowel de Franse Gemeenschap en bij uitbreiding de BRIC-landen. In de beleidsbrief als van het Waals Gewest vormgegeven door Wallonie- 2010-2011 kondigt minister-president Kris Peeters Bruxelles International (WBI). Ook werd het interna- evenwel een nieuwe focus aan op de groei-econo- tionaal cultuurbeleid (een gemeenschapsmaterie) aan mieën. Flanders Investment and Trade zal zorgen voor internationale exportbevordering (een gewestmaterie) doorvertaling van deze strategie voor internationaal gekoppeld. Zo ontstond een systeem van ‘dubbele pro- ondernemen met de selectie van 25 focuslanden door motie’, waarbij de internationale uitstraling van de ei- het opnemen van missies en zakenreizen naar die gen taal, cultuur en identiteit gekoppeld wordt aan de groeimarkten in het actieprogramma 2011. Hier heeft internationale promotie van de Waalse economie. Vlaanderen nog wel wat in te halen. De rol van de Franse Gemeenschap in de interna- In de Europese politiek zijn investeringen rond ca- tionale Francophonie heeft vanaf het begin een belang- paciteit en know-how belangrijk geweest. De Vlaamse rijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van het Waals Permanente Vertegenwoordiging bij de EU werd buitenlands beleid, zowel op bilateraal als op multi- aanzienlijk uitgebreid met attachés vanuit de depar- lateraal vlak. Mettertijd hebben de EU en de diverse tementen; ook was er de oprichting van het nieuwe organismen van de Verenigde Naties de Francophonie Vlaams-Europees Verbindingsagentschap (VLEVA), overvleugeld als voornaamste platform voor het bui- een publiek-private samenwerking die Vlaanderen tenlands beleid van Wallonie-Bruxelles. Toch blijft de meer toegang wil geven tot allerlei Europese initiatie- Francophonie een geprivilegieerd netwerk voor WBI. ven, fondsen en expertise. Sinds 1980 is de Franse Gemeenschap, evenals het

256 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 federale België, lid van de Organisation Internationale den als een schoolvoorbeeld van de recente Europese de la Francophonie (OIF). Deze organisatie verenigt Territoriale Samenwerking. Voor Wallonië geldt deze mondiaal 75 landen of regeringen waar Frans gespro- ‘Grote Regio’, samen met de Euregio Maas-Rijn en ken wordt. Zij biedt niet alleen toegang tot een hele de Europese ruimte Wallonië-Vlaanderen-Frankrijk reeks gespecialiseerde instellingen,2 maar het is voor als illustratie van de nieuwe realiteit van het Europa Wallonie-Bruxelles de uitgelezen springplank om een van de regio’s, waarin op functionele gronden tot nieu- groot deel van haar bilaterale beleid en tal van pro- we territoriale configuraties gekomen wordt, over de jecten in de sfeer van ontwikkelingssamenwerking te landsgrenzen heen. ontplooien. Maar liefst 28 van de 75 leden van de OIF Bij de keuze van de partnerlanden in het Zuiden zijn immers Afrikaanse landen, en dit continent is één weegt het criterium van de Francophonie haast nog ster- van de geopolitieke speerpunten van het Waals bui- ker door dan bij de Noordelijke partners.5 Vooral met tenlands beleid. Afrikaanse landen en regio’s worden nauwe banden Het bilaterale beleid van het Waals Gewest-Franse aangeknoopt. Wallonië kent hierbij twee geopolitieke Gemeenschap wordt gekenmerkt door een duidelijke aandachtszones: Noord- en Midden-Afrika. Naast de geopolitieke tweedeling van het focusbeleid. Deze klassieke diplomatieke banden vormen de in België tweedeling vindt haar vertaling in de twee grote clus- verblijvende Marokkaanse en Algerijnse d­iaspora’s een terprogramma’s: Programmes Nord en Programmes Sud. bijkomend toegangspunt voor het Waals buitenlands De typologie berust op het niveau van economische beleid, dat in de regio vooral gekenmerkt wordt door ontwikkeling. Waar de Programmes Nord de klemtoon samenwerking op het vlak van onderwijs, cultuur, mi- leggen op samenwerking inzake onderzoek en onder- lieu en voedselveiligheid. Soortgelijke banden onder- wijs, economie, burgerschap en cultuur met de ontwik- houdt Wallonië met Tunesië en Libanon (die vreemd kelde landen en de transitielanden, zijn de Programmes genoeg tot de Noordelijke landen gerekend worden). Sud gericht op samenwerking op het vlak van ont- Daar waar Vlaanderen vanaf het begin van zijn wikkeling van onderwijs, kennis, leefmilieu, voedsel- buitenlands beleid er resoluut voor gekozen heeft an- veiligheid en solidariteit in en met ontwikkelingslan- dere aandachtpunten te zoeken dan het federale België den. Anders dan het bilaterale beleid van Vlaanderen en zo de kaart van Zuidelijk Afrika getrokken heeft, wordt dat van Wallonië getypeerd door een politiek ‘in is Wallonië de federale staat gevolgd naar Centraal- de breedte’. Wanneer we het jaarlijkse activiteitenrap- Afrika. De Democratische Republiek Congo, Rwanda port en de Note de Politique Internationale van WBI en Burundi zijn altijd van groot belang geweest voor erop nalezen, valt de veelheid aan bilaterale partners het Belgisch buitenlands beleid. De historische erfe- op, zowel in het Noorden als in het Zuiden. Net als nis van het Belgisch koloniaal verleden is steeds ge- Vlaanderen heeft Wallonië zijn bilaterale beleid ten paard gegaan met de economische belangen van tal aanzien van de buurlanden sterk ingebed in de struc- van Belgische (overheids)bedrijven en de relatief grote turen van de Europese Unie. invloed van het Belgisch leger in de regio. Kinshasa De bevoorrechte plaats van Frankrijk, waar is voor de Belgische diplomatie altijd een sleutelpost Wallonie-Bruxelles twee delegaties heeft,3 hoeft niet te geweest, en dat is voor de Waalse diplomatie niet an- verbazen, gezien het belang van de Francophonie voor ders. Het werk van Wallonie-Bruxelles International is het Waals buitenlands beleid. Frankrijk is niet alleen nergens in het Zuiden zo breed gedragen als in deze een zeer belangrijke handelspartner, maar ook de ge- regio: alle beleidsdomeinen komen hier aan bod, van privilegieerde bondgenoot in de strijd voor culturele culturele en onderwijssamenwerking, via ontwikke- diversiteit, die een dam moet opwerpen tegen de (ver- ling, landbouw en HIV/AIDS-bestrijding tot her- meende) Angelsaksische culturele en economische do- nieuwbare energie en economische uitwisseling. WBI minantie in de wereld.4 De Franse regio Lotharingen profiteert in deze Franstalige regio volop van de aan- vormt samen met het Duitse Saar- en Rijnland, het wezige Belgische expertise en historische diplomatie- Groothertogdom Luxemburg, het Waals Gewest en ke traditie. de Franse en Duitstalige Gemeenschap van België de Een laatste geopolitiek aandachtsgebied van zg. Grande Région, een geheel aan grensoverschrijden- Wallonie-Bruxelles zijn de zg. groei-economieën. Nog de samenwerkingsprojecten, dat beschouwd kan wor- vóór de Vlaamse overheid een eigen strategie ter zake

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 257 ontwikkeld had, was binnen de schoot van WBI een multilaterale gremia toegang te krijgen tot de beleids- volwaardige desk ‘Asie-CEI’6 opgezet, die het beleid oplossingen die internationaal worden ontwikkeld. ten aanzien van de groeilanden moest voorbereiden en Vlaanderen en Wallonie-Bruxelles ontwikkelen beide ontwikkelen. Economische en commerciële samen- hun eigen identiteit en imago via hun buitenlands- werking met Rusland, China, India, Japan en Vietnam politieke contacten; dat doen ze via initiatieven op het staan sindsdien hoog op de agenda van het buiten- vlak van publieksdiplomatie en culturele diplomatie, lands beleid van Wallonie-Bruxelles. alsook via toeristische initiatieven. Beide regio’s leve- ren tevens bijdragen tot de internationale solidariteit Belgische federatie als geheel via initiatieven op het vlak van ontwikkelingssamen- Het buitenlands beleid van de Belgische federale werking. Vooral in dit domein is er een de facto-taak- overheid vertoont een opvallende continuïteit met het verdeling ontstaan tussen de Belgische overheden, zo- buitenlands beleid zoals dat vroeger door het unitaire wel functioneel als in geopolitieke termen. België gevoerd werd.7 Met enige zin voor overdrijving Vlaanderen en Wallonie-Bruxelles ontwikkelden kunnen we de Belgische diplomatie omschrijven als last but not least tevens hun buitenlandse handel, en een multilaterale en economische diplomatie. Door trachten zelf buitenlandse directe investeringen aan zijn kwetsbare positie als klein land heeft België na de te trekken. De mogelijkheden van de gewesten om in Tweede Wereldoorlog resoluut gekozen voor een mul- deze een eigen beleid te ontwikkelen, gaan heel ver. tilaterale (veiligheids)politiek. Als zodanig is het land Tegelijkertijd zijn er ook spanningsvelden met de fe- stichtend lid van de Benelux, de NAVO, de Verenigde derale overheid. De federale diplomatie wil nog steeds Naties en de EGKS (zij het dat laatste i­nitieel met inzetten op ‘economische diplomatie’, daar waar ook enige terughoudendheid in 1950-1954). Vanaf het be- de gewesten zich sinds 2001 op dit terrein begeven. gin is de Belgische diplomatie economisch g­eweest. Uniek is bijvoorbeeld het samenwerkingsakkoord tus- Voormalig minister van buitenlandse zaken Leo sen Flanders Investment and Trade en het Waalse Awex Tindemans verwoordde het kernachtig als volgt: ‘la over wederzijds gebruik van hun respectieve netwerk politique extérieure de la Belgique doit mettre l’accent, sauf van economische vertegenwoordigingen in het buiten- pour quelques dossiers exceptionnelles, sur l’économie.’8 land. De zeer stevige investeringen die beide regionale Naast een sterk pro-Europees buitenlands b­eleid heeft overheden de afgelopen jaren hebben gedaan om de het federale België een bijzondere d­iplomatieke exper- externe economische vertegenwoordiging te verster- tise opgebouwd in Centraal-Afrika. Voor zowel het ken, zijn niet zonder resultaat gebleven. vroegere unitaire België als het huidige federale België Het is echter waar dat elk van de gewestregerin- blijft dit een belangrijk geopolitiek aandachtspunt, gen nog onvoldoende presteert wat betreft de eigen waarbij het blikpunt in de loop der jaren verschoven economische diplomatie. De afgelopen economische is van een louter militair en economisch verhaal naar crisisjaren legden structurele problemen bloot. Pijnlijk één waarin ook de mensenrechten en good governance was bijvoorbeeld het gebrek aan samenwerking tus- belangrijker zijn geworden. sen Vlaanderen en de federale overheid in het dossier Na 1993 hebben Vlaanderen en Wallonie-Bruxelles van ‘Opel Antwerpen’, en de vraag hoe met General ertoe bijgedragen dat de geopolitieke aandachtsgebie- Motors moest worden omgegaan. Ook op het Vlaamse den van alle Belgische externe betrekkingen aanzien- niveau werd duidelijk dat de huidige structuren nog lijk verder gediversifieerd werden. De doelstellingen niet altijd optimaal werken. Daarom is het van belang van Vlaanderen en Wallonie-Bruxelles om op eigen binnen Vlaanderen structurele koppelingen te ontwik- merites ‘naar het buitenland te trekken’ vertonen veel kelen tussen Flanders Investment and Trade enerzijds gelijkenissen. Beide trachten ze hun eigen autonomie en de departementen Economie en Internationaal te versterken door optimaal gebruik te maken van de Vlaanderen anderzijds. Op die wijze kan een capaci- mogelijkheden en contacten die de internationale ge- teit worden opgebouwd rond economische diploma- meenschap te bieden heeft. Beide proberen ze ook een tie die naam waardig, compleet met een geïntegreerde herkenbare bijdrage te leveren, en te bouwen aan hun early warning en strategische analyse, in een geest van eigen internationale rechtspersoonlijkheid via deze samenwerking met de andere Belgische overheden. contacten. Bovendien trachten ze via hun bijdragen in Misschien is het ook een idee in een nieuw samenwer-

258 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 kingsakkoord tussen alle bevoegde overheden duide- Noten 1 Daarnaast onderhouden het Brussels Hoofdstedelijk Gewest lijker te concretiseren welke doelstellingen de federale en de Duitstalige Gemeenschap ook eigen externe contacten, en gewestregeringen op het vlak van economische di- al zijn die minder omvangrijk in vergelijking met Vlaanderen en plomatie samen wensen te verwezenlijken, en op welke Wallonie-Bruxelles. 2 De Assemblée parlementaire de la Francophonie, het Agence aspecten ervan elke overheid zich zal richten. Naast universitaire de la Francophonie, de Conférence des Ministres de een Belgische brand kan perfect een Vlaamse, Waalse l’Education Nationale (CONFEMEN) en de Conférence des Ministres en Brusselse brand ontwikkeld worden. Elke sector en de la Jeunesse et des Sports (CONFEJES). 3 Het gaat hier om de officiële diplomatieke vertegenwoordi- elke geografische markt heeft immers andere behoef- ging en het cultureel centrum Wallonie-Bruxelles, beide gevestigd ten, waarop tailor made ingespeeld moet worden. in Parijs. Alles bij elkaar genomen, leidde het ‘experiment’ 4 De Waalse inzet voor culturele diversiteit krijgt binnen de interne Belgische context een heel andere invulling. Daar moet van de federalisering van het buitenlands beleid in de ze dienen om de Franstalige belangen in de Vlaamse rand rond Belgische federatie tot aanzienlijke diversificatie van Brussel te legitimeren en kracht bij te zetten. externe contacten. Een veelvoud van geopolitieke per- 5 Naast Frankrijk en Roemenië zijn de ‘Noordelijke’ Franstalige partners Québec, Acadië en Louisiana. spectieven tekent zich af. De uitdaging blijft evenwel 6 CEI staat voor Communauté des Etats Indépendants, het hoe de coherentie te behouden in het buitenlands be- Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS). leid van de federatie als geheel. In deze zin blijft de rol 7 Zie hiervoor Rik Coolsaet, België en zijn Buitenlandse Politiek, 1830-2000, Leuven: Van Halewyck, 2001. van de federale diplomatie van betekenis, als coördi- 8 C. Franck, ‘La prise de décision belge en politique extérieure’, nator en verdediger van gemeenschappelijke belangen. in: Res Publica, jrg. XXIV, 1987, nr. 1, blz. 61. Verwacht kan worden dat de gewesten en gemeen- schappen hun externe rol verder zullen invullen, met nieuwe diplomatieke instrumenten en bijkomende middelen. Een mogelijke evolutie van het Belgische model in de richting van het confederalisme zou ove- rigens inhouden dat de externe rol van de deelgebie- den in de externe betrekkingen nog verder versterkt zou worden, en dat de geopolitieke taakverdeling die de facto bestaat, zal worden doorgezet. Op de zesde Belgische staatshervorming blijft het echter nog even wachten.

Dr. David Criekemans doceert Belgisch en Vergelijkend Buitenlands Beleid aan de Universiteit Antwerpen en Geopolitiek aan het International Centre for Geopolitical Studies in Genève (Zwitserland). Hij is tevens als Senior Onderzoeker verbonden aan het Vlaams Steunpunt Buitenlands Beleid te Antwerpen. Manuel Duran is doctoraal onderzoeker bij het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO-V) en verbonden aan de Onderzoeksgroep Diplomatie en Geopolitiek van de Universiteit Antwerpen.

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 259 Jan Rood

Benelux-samenwerking: hopen tegen beter weten in?

De Benelux is het enige geïnstitutionaliseerde verband andere bilaterale relatie dan ook: het waren gewone waarin België, Nederland en Luxemburg al sinds de buren. De veelbejubelde pogingen in de jaren negentig Tweede Wereldoorlog op tal van terreinen samen- om in het kader van het Nederlandse buurlanden-be- werken, en vormt daarmee ook een onlosmakelijk be- leid een nieuwe impuls aan de relatie te geven, bestem- standdeel van de bilaterale relatie tussen Nederland en pelt hij als een louter papieren exercitie.2 En in 2005 België. De politieke samenwerking tussen de Benelux- schreef Hoogenboezem in dit blad dat het instituut landen heeft daarbij historisch een belangrijke rol ge- van de Benelux alleen overeind werd gehouden ‘door speeld als voorbeeld voor en aanjager van het Europese de afwezigheid van de uitdrukkelijke wens er een ein- integratieproject; een project dat weliswaar heden ten de aan te maken’. Dat einde kon wat hem betreft niet dage verschillend door de Benelux-partners wordt be- snel genoeg komen. Het instituut had in zijn ogen im- oordeeld, maar dat hoe dan ook tot de kern van hun mers ieder relevantie verloren.3 Rik Coolsaet, op zijn buitenlands beleid behoort. Zo waren het de Benelux- beurt, schrijft in 2006, in het vorige lustrumnummer, landen die in de jaren vijftig, in de woorden van Van over ‘eb en vloed in de Nederland-Belgische betrek- Staden, een unieke rol speelden ‘bij het weer vlot trek- kingen’, waarbij die betrekkingen naar zijn oordeel van ken van het schip van de [Europese] integratie’ na het goed naar minder zijn gegaan; een ontwikkeling die echec van het verdrag inzake de Europese Defensie vooral het gevolg is van een structureel verschil in visie Gemeenschap. De Benelux-samenwerking beleefde, tussen België en Nederland op de eigen positie: België zo schrijft hij, zelfs haar ‘finest hour’ met het initiatief dat als klein land onvoorwaardelijk voor Europa heeft (Messina, 1955) om tot economische integratie tus- gekozen, waar Nederland zich middelgroot waant en sen de zes EGKS-partners te komen.1 Maar ook in de op eigen kracht met de groten denkt mee te kunnen eerste helft van de jaren zestig was de samenwerking spelen.4 intensief, wederom in Europees verband, waar in het Het is natuurlijk niet allemaal kommer en kwel. Er bijzonder Nederland en België gezamenlijk optrokken zijn ook optimisten, die een mooie toekomst voor de in het verzet tegen de gaullistische plannen om het Benelux-samenwerking en daarmee de bilaterale be- communautaire Europa om zeep te helpen. trekkingen tussen België en Nederland voorzien, en dan vooral binnen het bredere kader van de Europese De nostalgie van een rijk verleden Unie. Door in het ‘voortraject’ naar Europese besluit- Tegelijkertijd geeft het te denken dat voor het hoog- vorming de krachten te bundelen, kunnen de drie tij van de Benelux-samenwerking en van de samen- Benelux-partners, zo is de redenering, hun invloed op werking tussen Nederland en België een beroep moet Europese dossiers vergroten. Het geheel, zo is de bood- worden gedaan op een periode die al een halve eeuw schap van deze auteurs, is meer dan de som der delen. geschiedenis is. Want dat is kenmerkend voor de niet Een overweging die zoveel zwaarder weegt binnen een overdadige hoeveelheid literatuur over dit onderwerp. Europese Unie waarin als gevolg van het grotere le- De algemene teneur ervan is dat er sinds die periode dental het afzonderlijk gewicht van lidstaten relatief feitelijk niets bijzonders meer is gebeurd in de Benelux afneemt. Wie dan over exclusieve partners beschikt, en op bilateraal niveau. Natuurlijk, aan goede bedoe- staat sterker.5 Ook de praktijk van samenwerking van lingen en mooie verklaringen was er geen gebrek. het afgelopen decennium binnen vooral de EU laat Maar die kunnen, zo is de boodschap, niet verhullen voorbeelden zien van het succesvol gezamenlijk op- dat de samenwerking de afgelopen decennia bij tijd en trekken van België en Nederland in Benelux-verband. wijle buitengewoon moeizaam en in ieder geval tame- Vooral via het uitbrengen van gemeenschappelijke lijk plichtmatig is geweest. Zo concludeerde Brouwer standpunten in de vorm van Benelux-memorandums in 2003 dat sinds begin jaren zeventig de Nederlands- in de aanloop naar belangrijke Europese besluiten Belgische relatie zich niet onderscheidde van welke heeft men invloed kunnen uitoefenen.6

260 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Tegelijkertijd valt op dat de pleidooien voor een Benelux immers grotendeels ingehaald en overscha- relance van de Benelux-samenwerking, een enkele uit- duwd door de Europese Unie, zeker sinds de totstand- zondering daargelaten,7 vooral uit Belgisch/Vlaamse koming van de interne markt en de invoering van de hoek komen, daarmee nog eens onderstrepend dat in euro. Deze ontwikkeling tekende zich al in de jaren het Zuiden, Vlaanderen in het bijzonder,8 de gevoe- tachtig van de vorige eeuw af. De Benelux is zich daar- lens over de Benelux-samenwerking warmer zijn dan om meer gaan bewegen op het terrein van grensover- in het kille Noorden. Daarnaast stuiten ook deze plei- schrijdende politiesamenwerking. Als secretariaat van dooien op een weerbarstige werkelijkheid. De nood- de overeenkomst van Schengen kon de Benelux zich zaak voor hechtere samenwerking moge in de ogen hiermee zelfs profileren als proeftuin voor samenwer- van deze auteurs nog zo groot zijn, maar deze is niet king in EU-verband. Maar ook dit onderdeel van de voldoende geweest om metterdaad een kwalitatieve samenwerking is langzamerhand naar het Europese sprong voorwaarts te maken. Het overheersende beeld niveau getild. is er een van onzichtbaarheid van de samenwerking, Het is het onvermijdelijke lot van een organisatie die hoe dan ook een sterk ad hoc-karakter heeft, van die zich graag als voorbeeld voor de EU ziet. In de onenigheid als het er echt op aankomt, van een steeds mate dat men daarin succesvol is en initiatieven ‘over- verder uiteengroeien in opvatting over de Europese in- lopen’ naar het Europese niveau, bewerkstelligt men de tegratie tussen Nederland enerzijds en het duo België- eigen overbodigheid. Nu is de Benelux ook vandaag Luxemburg anderzijds, van een relatie die niet eens de dag actief op tal van grensoverschrijdende terrei- als een verstandshuwelijk kan worden bestempeld. nen, inclusief dat van de politiesamenwerking. Maar Kortom, de samenwerking heeft een mooie toekomst, daarbij gaat het in hoofdzaak om tamelijk technisch- maar die ligt toch al ver achter ons. operationele aangelegenheden, met een sterk bilateraal karakter, en op het niveau van mede-overheden (pro- Waarom gaat het zo moeilijk? vincies, gewesten, enz.). Kortom, activiteiten die bij Bij een bespreking van oorzaken van de moeizaam- gebrek aan brede zichtbaarheid niet het grote publiek heid van de samenwerking moet onderscheid worden aanspreken en die in weinig tot niets doen denken aan gemaakt tussen de samenwerking in het kader van het de missionaire idealen van de beginjaren. Een vraag is Benelux-verdrag en de politieke samenwerking tussen vervolgens of het nieuwe Benelux-verdrag, dat de mis- de drie landen binnen de EU, de zogeheten Benelux sie van de organisatie verbreedt, in dit opzicht tot een Politieke Samenwerking (BPS). Bij het eerste gaat het wezenlijke verandering zal leiden. primair over de uitvoering van het Verdrag tot instel- De politieke samenwerking (BPS) wordt op haar ling van de Benelux Economische Unie van 1958. Dit beurt, los van de niet altijd optimale persoonlijke che- verdrag had tot doel diepe economische integratie mie tussen betrokken bewindspersonen, door een aan- tussen de drie landen te bewerkstelligen, d.w.z. een tal ‘structurele’ hindernissen geplaagd. Dat begint al gemeenschappelijke markt. Dit verdrag, dat officieel vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw, als een duide- in 2010 afliep, zal, als de ratificatie is afgerond, op- lijke verwatering van de samenwerking optreedt. Dat gevolgd worden door een nieuw verdrag, dat beoogt was, in de woorden van Coolsaet, in feite ‘de keerzijde de samenwerking tussen de drie landen te vernieuwen. van het succes van hun samenwerking’.9 Nu de landen De politieke samenwerking (BPS) in EU-verband hun vitale belangen beschermd zagen via het supra- tussen de drie landen staat los van dit verdragsrech- nationale Europa en de Atlantische verankering, viel telijk kader en vindt zonder enige bemoeienis van er voor de onderlinge samenwerking inderdaad niet Benelux-instellingen als het Secretariaat-Generaal op zoveel eer meer te behalen. Bovendien was in deze intergouvernementele basis plaats tussen de hoofd- periode de dreiging van een directorium van de grote steden, in het bijzonder dan tussen de Permanente EU-landen minder dwingend aanwezig, waarmee een Vertegenwoordigers bij de EU. belangrijke drijfveer voor gezamenlijk optreden weg- Dat de verdragsrechtelijke samenwerking aan be- viel. tekenis heeft ingeboet, is daarbij vooral een gevolg Vanaf het midden van de jaren negentig is ech- van de voortgang in het Europese integratieproces. ter sprake van een wederopleving van de BPS. De In het streven naar diepe economische integratie is de Benelux-partners weten elkaar vooral te vinden aan

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 261 de vooravond van belangrijke Europese besluiten in- politieke factoren, zoals een toenemend populisme zake verdragswijzigingen en nieuwe EU-verdragen. in het Nederlands buitenlands beleid, maar die uit- Die wederopleving kan verklaard worden vanuit de al- eindelijk toch vooral stuit op de divergentie van op- oude vrees dat de onderhandelingen over nieuwe EU- vattingen tussen Nederland en de combinatie België/ verdragen uiteindelijk zullen leiden tot erosie van het Luxemburg op tal van inhoudelijke Europese dossiers. communautaire Europa en tot versterking van de posi- tie van de grote lidstaten. De angst voor een directorium En toch! blijkt in deze periode net als in het verleden weer een Men moet dus wel een rasoptimist of ziende blind impuls voor samenwerking te zijn. Tegelijkertijd wordt zijn om toch een pleidooi voor verdiepte Belgisch- in deze periode ook pijnlijk duidelijk dat er grenzen Nederlandse c.q. Benelux-samenwerking te houden. zijn aan het gezamenlijk optreden en dat de dreiging Desondanks lijken bij alle kommer en kwel de omstan- van een directorium op zich zelf niet langer voldoende digheden inderdaad eerder op de noodzaak van hech- is om werkelijk tot hechte samenwerking te komen. tere relaties te wijzen dan in andere richting. Dan gaat Het is een periode van soms heftige conflicten over in het niet primair om samenwerking in het kader van het bijzonder de toekomst van de Europese integratie. het nieuwe Benelux-verdrag. Natuurlijk, dat de drie Dat kan, ten eerste, verklaard worden vanuit het ge- Benelux-partners een nieuw verdrag hebben gesloten geven dat waar België onvoorwaardelijk voor Europa en daarmee hun samenwerking van een hernieuwde als lotsbestemming heeft gekozen, Nederland die keu- grondslag hebben voorzien, is niet onbelangrijk. Het ze nooit heeft gemaakt. Sterker, juist vanaf de twee- nieuwe verdrag biedt mogelijkheden tot intensive- de helft van de jaren negentig nemen opeenvolgende ring en verbreding van de onderlinge samenwerking. Nederlandse regeringen een meer afhoudende opstel- Naast de aloude doelstelling van economische integra- ling ten aanzien van de Europese integratie in. Een tie strekt de samenwerking zich nu ook expliciet uit opstelling die uiteindelijk resulteert in het ‘nee’ tegen tot vraagstukken inzake justitie en binnenlandse za- de Europese grondwet, waarmee Nederland enerzijds ken en duurzaamheid, waarmee de bredere missie van en België en Luxemburg anderzijds in geheel tegenge- de Benelux wordt erkend. Het nieuwe verdrag biedt stelde kampen belandden. Die Nederlandse opstelling hierdoor ook meer mogelijkheden voor de Benelux hangt, ten tweede, samen met het reeds gememoreerde om als proeftuin voor de Europese integratie te funge- Nederlandse zelfbeeld van middelgrote mogendheid. ren c.q. tot samenwerking te komen bij de implemen- Waar België zich verzoend heeft met zijn status als tatie van Europese regelgeving.10 Het accent van de kleinere EU-lidstaat, is er voor Nederland de voort- verdragsrechtelijke samenwerking blijft echter liggen durende verleiding om als zelfverklaard ‘middelgroot op de grensoverschrijdende problematiek, met daarbij land’ aan het intergouvernementele spel van de groten onvermijdelijk een sterk bilaterale inslag. mee te doen, in de veronderstelling dat het zo de eigen Dat is belangrijk voor wie in de grensgebieden invloed kan vergroten. woont, maar vanuit het bredere palet van de onderlin- Deze houding verklaart de oriëntatie op Duitsland ge relaties in EU- of mondiaal verband bezien van se- en Frankrijk, de geclaimde bijzondere relatie met het cundaire betekenis. Bij dit laatste gaat het om de poli- Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten en het tieke samenwerking, waarbij aangenomen mag worden gehamer op een eigen zetel in de G20. Zo’n opstel- dat ook de samenwerking in het kader van het nieuwe ling laat zich niet verenigen met een exclusieve band verdrag gemakkelijker zal verlopen als de politieke met de Benelux-partners. Integendeel, vanuit de pro- samenwerking beter van de grond komt. Met betrek- jectie als middelgroot land heeft Nederland er juist king tot de noodzaak tot verdieping van de politieke geen belang bij zich op te sluiten in exclusieve part- samenwerking blijven de argumenten die al zo vaak nerschappen, zeker als die uit voornamelijk kleine(-re) zijn gehanteerd, onverminderd geldig. Voor alle drie landen bestaan. Wisselende coalities, in het bijzonder Benelux-partners geldt dat zij aan individuele macht gericht op de grote landen, dat is het devies. Dit is verliezen binnen een zich uitbreidende Europese een grondhouding die samenwerking in Benelux- Unie. Wie onder die omstandigheden in het voortra- verband evident compliceert. Een samenwerking die ject van Europese besluitvorming het voordeel heeft nog verder wordt gecompliceerd door binnenlands- van betrouwbare coalitiepartners, staat op voorsprong.

262 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Die overweging krijgt extra betekenis in een Europese Unie waar de intergouvernementele krachten sterk Prof. dr. J.Q.Th. Rood is hoofd strategisch onderzoek bij zijn en de grote landen zich afzonderlijk en groepsge- Instituut Clingendael en hoofdredacteur van dit blad. wijs krachtiger manifesteren. Daartegen is het indivi- dueel moeilijk vechten, ook voor een land dat zich als middelgroot beschouwt. Noten 1 Alfred van Staden, Europa en het verschuivend krachtenveld in Op grond van de volgende overwegingen mag ech- de wereld, Gent: Academia Press, 2009, blz. 17. ter gehoopt worden dat dit ‘rationele’ inzicht ook bij 2 .Jan Willem Brouwer, ‘Nederlands-Belgische samenwerking in politici en beleidsmakers ’indaalt’. Allereerst, de over- Benelux en Europa’, in: Internationale Spectator, jrg. 57, 2003, blz. 466-471. weging die voor alle drie Benelux-partners, maar voor 3 Jaap Hoogenboezem, ‘Nederlanders in de Benelux’, in: Nederland en België in het bijzonder, geldt, namelijk Internationale Spectator, jrg. 59, 2005, blz. 265-267. dat de traditionele ankers van hun buitenlands beleid 4 Rik Coolsaet, ‘Eb en vloed in de Nederlands-Belgische betrek- kingen’, in: Internationale Spectator, jrg. 60, 2006, blz. 585-589. niet meer de garantie uit het verleden bieden. Hun na- 5 Zie o.a.: Jan Wouters & Maarten Vidal, ‘De Benelux: ook oorlogse inzet op Europa, transatlantica en een multi- forum voor externe samenwerking?’, in: Internationale Spectator, laterale rechtsorde wordt geconfronteerd met een we- jrg. 61, 2007, blz. 146-149; Hendrik Vos & Eline De Ridder, ‘Calimero in Europa; Over de toekomst van de Benelux in de reld waarin de machtsverhoudingen snel verschuiven, Europese Unie’, in: Internationale Spectator, jrg. 61, 2007, blz. 530- de Verenigde Staten afstand nemen, Europa minder 532; Jan Wouters, e.a., De Benelux: tijd voor een wedergeboorte?, houvast biedt en het multilaterale bestel voor de keuze Antwerpen/Oxford: Intersentia, 2006; Irene G.C. Janssen, Benelux: closer cooperation within the European Union, Maastricht: Shaker van aanpassing of irrelevantie staat. Anders gezegd, de Publishing, 2006. gelukzalige situatie waarin de Benelux-partners vanaf 6 De meest recente Benelux-memorandums betreffen o.a. het de jaren zestig in relatieve onverschilligheid met elkaar Europese energiebeleid en de implementatie van het Verdrag van Lissabon. De praktijk van Benelux-memorandums grijpt terug op konden omgaan omdat hun vitale belangen waren ver- het Benelux-memorandum dat de drie partners in mei 1955 aan wezenlijkt en verankerd, is voorbij. de regeringen van Duitsland, Frankrijk en Italië aanboden tenein- Dat verlies aan vermeende garanties geldt niet al- de na het mislukken van de Europese Defensie Gemeenschap via een initiatief tot economische eenwording de Europese integratie leen voor hun streven naar het communautaire Europa, een nieuwe impuls te geven. Dit initiatief leidde via de conferentie maar – en dat geeft een nieuwe dimensie aan de on- van Messina uiteindelijk tot de EEG- en Euratom-verdragen. In derlinge relatie – niet in de laatste plaats ook voor hun de daarop volgende decennia is dit instrument nog maar zelden gebruikt, tot het in de jaren negentig weer in ere werd hersteld. positie binnen het mondiale-multilaterale bestel. In een 7 Zie bijv. L.J. Brinkhorst, ‘Belgium and the Netherlands – achterhoedegevecht heeft Nederland nog gepoogd tot essential components of the new Europe’, in: Europe’s world, de nieuwe mondiale elite toe te treden: de G20. Die herfst 2007; zie ook het Advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV), Benelux, nut en noodzaak van nauwere slag is verloren. Nu staan in de volgende ronde van samenwerking. Den Haag: AIV, februari 2007. machtspolitieke herschikking de posities in IMF en 8 De verklaring voor de steun voor de Benelux in Vlaanderen Wereldbank van zowel Nederland als België op het is waarschijnlijk dat vanuit Vlaamse optiek samenwerking in Benelux-verband een middel is om de Vlaamse autonomie op het spel. Waar een werkelijk Europees geluid c.q. een EU- gebied van extern beleid te markeren en te verankeren, en derhal- vertegenwoordiging tot het land der illusies behoort, ve uitstekend past in de Vlaamse wens tot verdere federalisering rest dan slechts één optie: politieke samenwerking tus- van België. 9 Coolsaet, a.w. noot 4, blz. 587. sen de Benelux-partners als middel om mondiaal nog 10 Zie voor aanbevelingen tot intensivering van de samenwer- gezien te worden. Zonder onderlinge samenwerking king in het kader van het nieuwe verdrag o.a. Jan Rood, De kracht zullen zij vermalen worden in het mondiale machtspo- van de Benelux-samenwerking in het Europa van de toekomst, Den Haag: Instituut Clingendael, 2011. litieke spel. En, tot slot, de kans dat men tot samenwer- 11 Zie de bijdrage van Rik Coolsaet in dit nummer blz. 243-245. king komt, is paradoxaal groter, nu ook België verlost lijkt te zijn van het absolute geloof in de wonderen van het verenigde Europa.11 Een wat nuchterder Belgische visie op Europa en een kritischer Nederlands zelfbeeld bieden zo bezien wellicht de fundamenten voor her- nieuwde politieke samenwerking in Benelux-verband. Inderdaad, hoop doet leven.

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 263 Dirk Rochtus & Ward Kennes

Samenwerking binnen de Lage Landen: een pleidooi

Het wereldrecord regeringsvorming gaf aanleiding in van 1830 worden gevonden of mag ze ook eens in een de stad Gent een feestje te bouwen. Maar toen bleek dat breder geopolitiek perspectief worden gezocht? eigenlijk niet Irak maar wel Cambodja de echte te klop- Eeuwenlang zijn de Latijnse termen Belgica, pen kampioen zou zijn. Niet getreurd, want alles wijst Belgium, Belgicus gebruikt om dat gebied aan de erop dat België ook dat record zal breken. Intussen stapten Noordzee aan te duiden dat niet tot een aanhangsel ook drommen mensen over de Brusselse boulevards met de van het Franse koninkrijk noch van het Duitse rijk vraag spoed te zetten achter de vorming van een regering. gereduceerd kon worden. Leidt ook in deze een te- Alleszins een merkwaardig fenomeen in een land waar- rugblik tot een sprong voorwaarts? De eindeloze com- van de inwoners graag prat gaan op hun anarchistische munautaire discussies tussen Vlamingen en Walen ‘volksaard’. zouden een mens nog doen vergeten dat Vlaanderen Stilaan dringt het in alle uithoeken van de wereld en Wallonië niet alleen Belgische deelstaten zijn, maar door dat de regeringsvorming in het kleine koninkrijk ook deel uitmaken van de Nederlandse ruimte. Een vastloopt op diepe politieke breuklijnen en het gebrek aan greintje historisch of geo-politiek besef volstaat om een gemeenschappelijke basis om het land te besturen. De ook eens over het muurtje van onze naaste buren te opwinding over een historische verkiezingsuitslag en de gaan kijken: Luxemburg en Nederland. spanning rond de moeilijke regeringsvorming ebben lang- Met Nederland verbindt ons de geschiedenis van zamerhand weg. Ongeloof en onverschilligheid nemen hun de Bourgondische Kreits en de Verenigde Provinciën plaats in. Is dit nu allemaal de schuld van Di Rupo en De in de 16de en met het Verenigd Koninkrijk der Wever? Of gaan de wortels van de Belgische onbestuur- Nederlanden in de eerste helft van de 19de eeuw. baarheid terug tot het Belgische separatisme van 1830, dat Na 1830 bleven Nederland en het Groothertogdom de Lage Landen nog maar eens uit elkaar rukte? Luxemburg via een personele unie onder het huis van Nassau nog verenigd tot in 1890 de Salische erfop- De afgelopen 40 jaar is België door een reeks van volgingswet roet in het eten kwam strooien. Maar in staatshervormingen gegaan. Dit was het geval in 1970, 1921 zag de Belgisch-Luxemburgse Economie Unie 1980, 1988, 1993 en 2001-2003. Het resultaat is een (BLEU) het licht. Deze muntunie creëerde lang voor de uiterst ingewikkelde constructie, die niet alleen aan invoering van de euro al een intiem gevoel van verbon- buitenlanders moeilijk te verkopen valt, maar waar denheid. De Benelux Economische Unie, die in 1948 ook de Belgen en hun politieke vertegenwoordigers startte als een douane-unie en in 1958 overging in een in verloren lopen. Er zijn voortdurend nieuwe instel- heuse economische unie, is in feite een e­rkenning van lingen en structuren bijgekomen, maar er werd amper de voor de hand liggende v­erbondenheid van de drie iets afgeschaft. betrokken staten in noord-west-Europa. Zijn een heldere staatsstructuur en een hoofdstad De banden, de bindingen, ze zijn er. Maar toch waarin de meerderheid van de Belgische staatsburgers zijn deze drie landen er nooit in geslaagd een duur- onbekommerd hun eigen taal kunnen spreken, al- zaam staatsverband te vormen. Behalve voor België leen iets voor dromers? Moeten dergelijke verwach- waren en zijn er voor de drie landen samen verschil- tingen in het land van Magritte surrealistisch blijven? lende scenario’s denkbaar en zelfs uitgedacht. De Hoeveel scenario’s zijn er inmiddels geschreven over Belgische kwestie aanpakken door ons staatskader de toekomst van België? Het gevaar is niet denkbeel- kleiner te maken, bereikt zijn limieten. Wordt het dan dig dat men daarbij blijft steken in klein-Belgische na- geen tijd denksporen te verkennen naar samenwerking velstaarderij en uit het oog verliest dat er nog politiek die misschien tegelijk een oplossing aanreiken voor de leven is buiten de enge staatsgrenzen. Moet de oplos- Belgische knoop? Wellicht kan wat onze oosterburen sing voor de Belgische knoop enkel binnen de grenzen Länderneugliederung (letterlijk: nieuwe indeling van de deelstaten) noemen, hierbij van nut zijn.

264 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Valkuil van de eenheidsworst terende proeftuin in de open Europese hogeronder- Een valkuil die we daarbij absoluut moeten vermij- wijsruimte’. den, is die van de eenheidsworst. ‘In verscheiden- Niet zo lang geleden noemde professor Andries heid verenigd’ luidt de officiële leuze van de Europese Postma, toenmalig ondervoorzitter van de Eerste Unie. Eenheid in verscheidenheid is niet alleen een Kamer der Staten-Generaal, Vlaanderen een ‘aantrek- toekomstproject, het sluit ook aan bij het historische kelijke bruid’. Met zijn opinieartikel ‘Vlaanderen is staatkundige denken zoals zich dat in de Lage Landen Nederlands natuurlijke bondgenoot’ in De Standaard vanaf de middeleeuwen tot aan de Franse bezetting van 14 mei 1997 betokkelde hij een gevoelige snaar heeft ontwikkeld. De landen van de Benelux kun- bij Vlaamse Groot-Nederlanders. Te lang voelden nen hun rol van Europese motor weer volop spelen deze zich in de steek gelaten door het Noorden. Pas door resoluut de kaart te trekken van eenheid in ver- met de federalisering van het Koninkrijk België zou scheidenheid op taalkundig, geografisch, economisch Den Haag weer meer oog krijgen voor Vlaanderen. en sociaal gebied. Thans zijn we zo erg gefocust op de De ondertekening van de Waterverdragen in januari (weliswaar zeer reële) verschillen tussen Vlaanderen 1995 door de Nederlandse en de Vlaamse regering was en Wallonië, dat de verscheidenheid alleen nog mid- het resultaat van die herontdekking. Intussen hebben delpuntvliedend werkt. Binnen een BeNeLux-ruimte zij een opmerkelijk verlengstuk gekregen met de vier zijn de verschillen veel talrijker maar ook gevarieerder. Scheldeverdragen van 2005. Toch bleef Nederland En dan kunnen ze juist middelpuntzoekend gaan wer- altijd op zijn strepen staan als ‘grootste van de klei- ken. Is het per definitie ondenkbaar dat Letzeburgers, ne Europese staten’. Stilaan groeit het besef onder Friezen, Vlamingen, Hollanders, Limburgers, Walen, Nederlandse denkers en beleidsmakers dat de eigen Picardiërs, Brabanders, enz. een staatsdragende con- positie in een zich uitbreidende EU en in de stormen structie zouden omarmen die hen in staat stelt hun van de globalisering niet meer zo sterk is als voorheen. rijke verscheidenheid te bewaren en vruchtbaar te m­aken? Bescheidenheid leidt tot samenwerking De Franstaligen, met in hun rug Frankrijk, moe- Goed, Nederland is de 16de economie in de wereld. ten niet vrezen dat hun taal en cultuur in een ruimer Of, zoals professor Jan Rood het in een artikel in het Nederlands verband onder druk komen te staan. Een januarinummer 2011 van dit blad verwoordt: ‘slechts grotere toenadering tussen Vlaanderen en Nederland de 16de economie in de wereld en het verschil met zal het zelfvertrouwen van de Nederlandstaligen ver- de echte economische grote mogendheden wordt al- sterken. Ze zal het respect voor en de uitstraling van leen maar groter’. Zelfkennis leidt tot bescheidenheid, onze taal in Brussel, bij de Franstalige Belgen, in de maar vooral tot de wil om samen te werken, om zich Rand en in Frans-Vlaanderen ten goede komen. te oriënteren op de buurstaten. Duitsland komt daarbij Begin dit jaar raakte bekend dat heel wat inwo- in beeld, omdat het de belangrijkste handelspartner is ners van de Belgische provincie Luxemburg een aan- van Nederland. Maar daarnaast gaat de blik ook rich- vraag indienden om een tweede staatsburgerschap van ting België. ‘Ook daarmee heeft Nederland historisch het naburige Groothertogdom Luxemburg te verkrij- hechte banden, niet in de laatste plaats in Benelux- gen. Onvermijdelijk speelt de berekening van mensen verband.’ En met het oog op de EU voegt Rood eraan mee die hun belangen veilig willen stellen, mocht de toe: ‘Misschien is het dan toch goed ook eens vaker het Belgische staat ineenstorten. Maar onderhuids leeft bilaterale (en Benelux-) spoor naar Brussel te nemen.’ ook een gevoel van Luxemburgse verbondenheid De wortels van Nederlands welvaart liggen in over de staatsgrenzen heen. Laten we niet vergeten zijn geschiedenis als zeevarende natie. Ook voor dat de jonge Belgische staat tot 1839 ook het hui- Vlaanderen, dat zich tegenwoordig als logistieke dige Groothertogdom bestuurde, in afwachting van draaischijf profileert, is het havenbeleid een prioritair een nieuw verdrag met Nederland. Over eigen indi- beleidsthema. Maar in een globaliserende wereld is viduele belangen en vergeten geschiedenis heen werkt de gehele kuststreek, van Calais via Zeebrugge, Gent, hier een proces door dat de samenwerking tussen onze Vlissingen, Antwerpen tot Rotterdam, één grote toe- regio’s kan bevorderen. Je zou het kunnen vergelijken gangspoort van continentaal Europa op de wereld. met de band tussen Belgisch en Nederlands Limburg. Gezonde concurrentie is nodig. Maar coördinatie en Trouwens, Maastricht en ‘Limburg over de Maas’ vie- specialisatie over de staatsgrenzen heen zijn ook van len tot 1839 eveneens onder Belgisch bestuur. De op- wezenlijk belang. richting in 2000 van de tUL (Stichting transnationale Hoewel zijn werkingsgebied zich over het gan- Universiteit Limburg) ligt helemaal in de lijn van de se Belgische grondgebied uitstrekt, is de Benelux geschiedenis. Zeven jaar later omschreef de Vlaams- in de praktijk ook een zinvol kader gebleken om de Nederlandse evaluatiecommissie de tUL als ‘een schit- Vlaams-Nederlandse samenwerking op diverse ter- reinen te versterken. De Benelux ging van start met

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 265 een economisch en mercantiel doel, maar begaf zich Dat de diverse terreinen van samenwerking di- de voorbije halve eeuw ook op het terrein van leef- verse spelers vergen, tonen GENT en NVAO aan. milieu, n­atuurbescherming, infrastructuur, r­uimtelijke GENT (Gehele Europese Nederlandse Taalgebied) planning, energie, toerisme, justitie, binnenlandse vormt sedert 1990 een kader voor onderwijssamen- z­aken, drugs en veiligheid, politieke samenwerking werking tussen de Vlaamse en Nederlandse ministe- en afstemming in Europese aangelegenheden. Inzake ries van Onderwijs. En sedert 2003 waakt de NVAO p­olitieke s­amenwerking en afstemming in Europese (Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie) over aangelegenheden liggen er nog heel wat kansen voor de kwaliteit van de opleidingen in beide landen. De het grijpen, niet het minst als het gaat over de Benelux NVAO speelt een sleutelrol bij de erkenning van Politieke Samenwerking (BPS). Dit is een vorm van e­lkaars diploma’s en bevordert zo de toegang tot de politiek overleg en coördinatie tussen de drie regerin- beide arbeidsmarkten voor Nederlandse en Vlaamse gen, maar die zich vooralsnog buiten het kader van het afgestudeerden. Benelux-verdrag situeert. Unie van staten, confederatie, federaal Taal, cultuur, onderwijs verband Hoewel de Benelux Unie haar activiteitenterrein heeft De samenwerking binnen het gebied van de Lage verruimd, blijft zij zeer terughoudend op het terrein Landen verloopt niet via één kanaal of één instel- van taal, cultuur of onderwijs. Maar voor die domei- ling. Het is ook niet zo dat alle componenten bij nen zijn er inmiddels tussen Vlaanderen en Nederland elk samenwerkingsverband betrokken moeten wor- andere succesvolle verbanden tot stand gekomen. De den. Soms ligt samenwerking tussen Wallonië en dominante speler op het gebied van taal en cultuur is Luxemburg voor de hand, dan weer samenwerking ongetwijfeld de Nederlandse Taalunie. Zij beoogt ‘de tussen Vlaanderen en Nederland. Maar er zijn ook integratie van Nederland en de Nederlandstalige ge- dossiers, zoals politionele samenwerking, leefmilieu meenschap in België op het gebied van de Nederlandse of de verkeersfiscaliteit, waarbij samenwerking bin- taal en letteren in de ruimste zin’. Inmiddels tekenden nen het gehele Beneluxgebied ongetwijfeld voordelen de Taalunie en Suriname op 12 december 2003 een oplevert. We kunnen er alleen maar bij winnen als de associatieovereenkomst, zodat deze samenwerking de geesten in Nederland mee het pad effenen voor ver- blik van de Vlamingen verruimt over de continenten sterkte samenwerking tussen de ‘Low Countries’. Dat heen. Elk apart zouden Vlaanderen en Nederland veel hoeft niet uit te draaien op de stichting van één staat. minder resultaten boeken met betrekking tot de ont- Staten staan onder druk; regio’s, stadsgewesten en in- wikkeling van de Nederlandse taal, de spelling, het ternationale organisaties zijn in opmars. Maar zoals er Nederlands in digitale toepassingen, onderwijs in en thans over België gedacht en gesproken wordt als een van het Nederlands, literatuur en leesbevordering, ver- unitaire, federale, confederale of te ontbinden staat, zo talingen en de positie van het Nederlands in Europa mag er óók over de Nederlanden worden nagedacht en in de wereld. in termen van een unie van staten, een confederatie of Een andere belangrijke pijler van de Vlaams- een federaal verband. Het gaat er niet om iets te force- Nederlandse samenwerking is het Cultureel verdrag ren, maar wel om perspectieven te openen en werkbare Vlaanderen-Nederland (CVN), dat sedert 1995 het modellen te vinden. Belgisch-Nederlands Cultureel Verdrag van 1946 ver- Wat voor ons telt, is verdieping van de samenwer- vangt. Voor beide partners is het een instrument om king. De uitdagingen hoeft men niet ver te zoeken: intensief samen te werken rond cultuur in de brede een groot havengebied als poort naar Europa, ver- zin. Het slaat zowel op beeldende kunsten, muziek, keersfiscaliteit, benoemingsprocedures in internatio- theater, sociaal-cultureel werk als op de media. Maar nale instellingen, de positie van het Nederlands in het CVN gaat ook over onderwijs, wetenschap en wel- de EU en in de wereld. Op economisch en handels- zijn. De samenwerking in de grensstreek en het geza- gebied kunnen we als burgers van de drie genoemde menlijk optreden in het buitenland kunnen daarbij op staten de vruchten plukken van samenwerking. Goed bijzondere aandacht rekenen. De ondertekening van om te w­eten is dat ook de Duitse deelstaat Noordrijn- het CVN ging gepaard met een Gemeenschappelijke Westfalen met zijn 18 miljoen inwoners veel voelt Verklaring van de Nederlandse en de Vlaamse rege- voor samenwerking met de Benelux. ring, waarin zij te kennen gaven de samenwerking nog te willen verruimen, en wel inzake milieu, ruimtelijke ordening, openbare werken, zeehavens, vervoer, econo- Dr. Dirk Rochtus doceert internationale politiek aan mie en werkgelegenheid, welzijn, technologie en we- Lessius Antwerpen. tenschappelijk onderzoek. Ward Kennes is lid van het Vlaams Parlement en burge- meester van Kasterlee.

266 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Jacques Rosiers

Belgisch defensiebeleid: een missie voor de wereld?

Defensie heeft altijd centraal gestaan in het concept geslagen met de benoeming van M. Javier Solana als van de nationale soevereiniteit. Burgers gaan zover dat Hoge Vertegenwoordiger, zelfs vroeger nog door de ze er hun leven voor kunnen opofferen. Defensie blijft Verklaring van Saint-Malo van 1998,3 en later door daarom in onze samenleving een gevoelig punt. In de Europese veiligheidsstrategie.4 België heeft hieraan principe definieert een Staat zijn eigen defensiebeleid steeds toegevoegd dat een sterk EVDB de tweede ba- om zijn verdediging te verzekeren. Dat beleid omvat sispijler vormt van een slagvaardige NAVO. een geheel van beleidsopties en van strategische, mili- Anno 2011 rijzen er toch heel wat nieuwe vragen. taire en politieke principes. Hierin vindt men de aard Kan Europa zijn ambities nog aan? Heeft de NAVO, van zijn internationale betrekkingen, zoals bijdragen na de geslaagde Top van Lissabon eind 2010, geen aan allianties; defensieregelingen en akkoorden over nieuwe weg ingeslagen? Heeft de lentecrisis in Libië militaire samenwerking en wapenbeheersing; aanna- het systeem van de allianties niet verstoord? Is de stem mes voor inzet en gebruik van de strijdkrachten; de op- van de kleinere landen, niet in de G8 of G20 aanwe- drachten en taken van de krijgsmacht en de daarvoor zig, nog medebepalend in het (internationaal) defen- gekozen militaire capaciteiten; de organisatieprincipes siebeleid, wanneer noch de EU noch de NAVO met en structuren van defensie; het bewapeningsbeleid en één stem kan spreken? Kortom, heeft het Belgische de industriële strategie; het personeels- en rekrute- defensie­beleid een missie voor de wereld? ringsbeleid; alsmede de aard van de band tussen leger en natie. Omdat het defensiebeleid deel uitmaakt van Een blik op het verleden de internationale strategie, is het sterk verbonden met Wanneer we het Belgische defensiebeleid uitleggen, het buitenlands beleid. Waar staan we met het defen- zijn er eigenlijk drie vragen aan de orde. Hoe was dit siebeleid in België? beleid in het verleden, bestaat er tegenwoordig wel een België heeft geen defensiebeleid … (meer)! Deze stel- defensiebeleid en wordt er aan een toekomstig beleid ling wordt in België menigmaal verkondigd. Defensie gewerkt. Geschiedenis helpt een kader en een per- vormt echter integraal onderdeel van de internationale spectief te schetsen. Vroeger ging het bij de Belgische strategie van ons land en België heeft op dit vlak uit- defensie vooral om de verdediging van het eigen land gesproken keuzen gemaakt. Sinds de Golfoorlog van tegen een aanvaller. Het beleid was enkel de manier 1991 en zeker sinds het 11de Belgische roterende waarop de krijgsmacht werd opgezet. Rond de Tweede voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie Wereldoorlog zag België definitief af van neutrali- in de tweede helft van 2001 bepaalt België zijn inter- teitsbeleid. Het werd stichtend lid van de vele nieuwe nationale houding in de allereerste plaats in Europees naoorlogse internationale organisaties5. In multinati- perspectief. In de Verklaring van Laken van december onaal kader zorgde België voor een deel van de ver- 2001 staat er, naast het instellen van een Conventie dediging van West-Europa. Een legerkorps in West- over de toekomst van de Europese Unie, die uiteinde- Duitsland gestationeerd, van het IJzeren Gordijn tot lijk tot het Verdrag van Lissabon leidde: aan de Oostelijke Belgische grens, hield er de wacht ‘De Europese Unie is een succes … De eenwording met een volledig arsenaal van zware gevechtscapaci- van Europa is nabij … Buiten haar grenzen wordt de teit, dat front moest bieden in geval van een massale Europese Unie geconfronteerd met een snel veranderende, sovjetaanval. De marine was toen bijna geheel toege- geglobaliseerde wereld … Moet Europa niet, nu het ein- wezen aan het NAVO-commando ‘Commander in delijk één is, een leidende rol gaan spelen in een nieuwe Chief Channel’ (CINCHAN), bij Londen onderge- planetaire orde … die resoluut ten strijde trekt tegen elk bracht, en zij leverde een kwart van de maritieme mid- geweld, elke terreur, elk fanatisme, maar die ook de ogen delen ter verdediging van het Kanaal en de Western niet sluit voor het schrijnende onrecht in de wereld? …’ 1 Approaches. De luchtmacht was honderden vliegtuigen Hiermee was de weg uitgetekend voor een sterk. Naast een tactische kerntaak6 was zij toegewe- toekomstig Gemeenschappelijk Veiligheids en zen aan de verdediging van het Centrale Europese Defensiebeleid (GVDB).2 Deze was al in 1999 in- luchtruim. Samen met de marine werd haar ook nog

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 267 een strategische transporttaak toebedeeld, vooral voor Na de opschorting van de verplichte legerdienst de paratroepen (naar Kongo). (1994) kreeg de modale Belgische burger een heel an- Kortom, met meer dan 3% van het BNP aan de- dere visie op het ‘nut’ van zijn krijgsmacht. België trok fensie gewijd was België toen een zeer trouwe bond- zijn troepen snel terug uit Duitsland, en schroefde het genoot in de Alliantie, maar eigenlijk bestond er geen budget van defensie naar 1,5 % van het BNP terug. echt eigen Belgisch defensiebeleid. Het defensieap- In het kader van de gulle vredesdividenden sneuvel- paraat werd opgebouwd en ontwikkeld op basis van den wapenprogramma’s of werden deze continu ver- de behoeften van de NAVO, via het bekende NATO schoven, uitgesteld en veranderd. Gelukkig kon België Defense Planning systeem. Iedere bondgenoot werd zich bij het net opgerichte Eurocorps aansluiten en dit verzocht de nodige militaire inspanning te leveren om zorgde voor enige stabilisatie van de landmacht. De solidair de NAVO-verdedigingsdoctrine geloofwaar- marine en de luchtmacht verloren veel platformen. dig te houden. De defensieopbouw was dus nationaal, De perceptie bij de bevolking was alsof het alle- binnen het kader van een sterke alliantie, met weinig maal gebeurd was met de defensie in Europa. Maar hechte samenwerking tussen de bondgenoten. naast de Koude-Oorlog-traditie had België nog een Interoperabiliteit, standaardisatie en tactische pro- postkoloniale traditie opgebouwd, nationaal en onder cedures, vooral bij de marines en luchtmachten, waren de VN-vlag.7 Herhaaldelijk stuurde België zijn para- wel belangrijk. De Westerse marines zochten noodge- troepen naar Afrika. Na de Eerste Golfoorlog woedde dwongen naar meer samenwerking, België vanaf de ja- de discussie over de out of area-operaties. Daar waar de ren ’60 met de Koninklijke Nederlandse marine, vooral operaties in Afrika ‘aanvaardbaar of nodig’ leken, was op het gebied van de mijnenbestrijding en comman- dat elders niet zo evident. Hadden we een krijgmacht dovoering. Een tijd lang genoten de Belgische en de om te vechten of louter voor vredehandhaving elders? Nederlandse luchtmachtpiloten een gezamenlijke vor- ‘Voorrang aan de vrede’, zou later de slagzin van het ming op straalvliegtuigen. De Nederlands-Belgische Belgische leger worden. Marineoperaties buiten het

Om zijn belangen te vrijwaren kiest België ervoor een deel van zijn soevereiniteit af te staan

Militaire Overeenkomst (Den Haag, 1948) voorzag NAVO-gebied waren al in 1987 gestart en gingen ge- een diepgaande samenwerking, maar deze scheen te woon discreet verder hun gang. vervallen na het tekenen van het (Noord-Atlantisch) Na het Rwanda-debâcle in 1994 werd België zeer Verdrag van Washington (1949). voorzichtig met optreden in buitenlandse operaties. Het Benelux verdrag, al in 1944 in Londen on- Het kostte alweer een Balkan-debacle om uiteinde- dertekend, zorgde mede voor het ontstaan van de lijk de Belgische krijgsmacht van zuivere peace-kee- Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) ping weer naar een peace-enforcing-filosofie te krijgen. en baande de weg voor de Europese Economische Onder NAVO-vlag hebben België en Nederland toen Gemeenschap (EEG) en de verdere Europese in- een kwart van de (niet Amerikaanse) luchtoperaties tegratie. Met het falen van de Europese Defensie boven Kosovo gezamenlijk uitgevoerd, terwijl België Gemeenschap (EDG) in 1954 werd het duidelijk dat in Kosovo opnieuw substantieel aanwezig was, echter defensie niet in het Europese integratieproces zou ho- multinationaal, steeds samen met Luxemburg, soms ren. Pas veel later zou een snelle-interventiemacht, in met Oekraïne en Roemenië.8 Het Belgische bataljon staat om de zogenaamde Petersbergtaken te vervullen, beoefende vlijtig menig partnerschap. Einde 1999 op de Europese Raad van Laken (2001) operationeel steunde België van harte het voorstel aan de NAVO verklaard worden. Voor de Unie was dit een hele stap om het Hoofdkwartier van het Eurocorps formeel vooruit, maar in concreto was men toch nog ver van aan te bieden als kern van het hoofdkwartier van de echte samenwerking, en zeker van integratie. NAVO-strijdkrachten in Kosovo (KFOR). Door de veelvuldige grote contingenten die België inzette en

268 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 de wurging van het defensiebudget eindigde de 20ste onze (Westerse universele) waarden, zoals democratie, eeuw met een uitgeput, overmaats en moeilijk inzet- vrije meningsuiting en mensenrechten. baar Belgisch leger. Om onze belangen te vrijwaren kiest België er- voor een deel van zijn soevereiniteit af te staan: ‘de De eenentwintigste eeuw Belgische krijgsmacht zal deelnemen aan …’ staat er De conflicten in de Balkan en in Irak waren van een in de opdracht. België verwacht dat het samen met totaal andere aard dan voorheen. Ook internationale de andere Europese landen zijn rol kan consolideren bedreigingen zoals terrorisme en de atoomwapen- en zelfs versterken in een geglobaliseerde en verande- wedloop speelden een nieuwe rol. Deze vormen van rende wereld. De opkomst van nieuwe grootmachten oorlog vergden een nieuwe aanpak: er was een inter- in de wereld geeft dit streven naar Europese integra- nationaal langdurig engagement nodig, zowel militair tie een schijnbaar meer dwingende dimensie. België als civiel. Nieuwe dreigingen, een burgerlijke dimensie wil het zelfs nog ruimer bekijken: zijn belangen zijn van conflicten, de problemen om militaire interven- pas echt volledig verzekerd als er mondiale vrede en ties te rechtvaardigen, al deze aspecten dagen het hui- stabiliteit bestaan. De doelstellingen van de defensie- dige defensiebeleid uit zich aan te passen aan nieuwe politiek zijn bijgevolg veel ruimer dan de traditionele dimensies. De NAVO schreef al in 1999 een nieuw verdediging van het grondgebied en die van de bond- Strategisch Concept. In 2003 komt de Europese veilig- genoten, maar ze omvatten eveneens een duidelijke heidsstrategie. Enigszins in navolging van de NAVO ethische dimensie. Defensiediplomatie is dan ook een staan daarin de bedreigingen waaraan Europa bloot- belangrijk onderdeel van het takenpakket. staat. M. Javier Solana bepleit een gemeenschappelijk Het multilateralisme van het Belgische defensie- antwoord van de EU, met multilateralisme als sleu- beleid en van zijn engagementen geschiedt door een tel voor vrede en stabiliteit. Het basiskader van het vijf-assenbenadering. Het gaat dan om de ontwik- Handvest van de VN wordt er veelvuldig in genoemd. keling van een eigen Europese identiteit voor veilig- In 1999 besloot de Belgische Defensie tot een ei- heids- en defensiebeleid; om de handhaving van de gen Visie 2015 en het document wordt in de Kern- Trans-Atlantische band, als forum bij uitstek voor ministerraad goedgekeurd. Hierop volgt een serie Trans-Atlantische dialoog en samenwerking; om een beleidsdocumenten, de eerste specifiek Belgisch. Het versterkte rol voor de Verenigde Naties, zoals door Strategisch Plan voor de modernisering van het Belgische België bewezen in 2007–2008 als niet-permanent leger 2000-2015 omvat alle basiselementen van de lid in de Veiligheidsraad en gedurende de crisis in Belgische defensiepolitiek. In 2003 wordt het plan Libanon, met uitsturen van Belgische contingenten met het Strategisch Plan (+) al geactualiseerd en na de (ook marine) in UNIFIL; om de OVSE te steunen als vorming van een nieuwe regering in 2003 volgt een uittredend voorzitter (2006) op het terrein van de wa- regeerakkoord, genoemd Een creatief en solidair België. penbeheersing en van de ‘bevroren conflicten’; en ten Dit document bevat specifieke elementen betreffende slotte om allerlei bi- en multilaterale samenwerkings- de veiligheids- en defensiepolitiek van de regering, verbanden met een groot aantal landen in Europa, die een herziening van het Strategisch Plan (+) ver- Afrika en elders, die de basis vormen van een effectief eisen. Een nieuwe bezinningsronde resulteert in het multilateralisme. Stuurplan van december 2003, met nadruk op een ver- Defensie dient echter over de capaciteiten te snelde transformatie van de Belgische defensie, vooral b­eschikken om deze doelstellingen te verwezenlij- ook om de opgelegde besparingen op te vangen. ken. Als grote wijzigingen komen er in de organi- Naast deze nationale politieke visie, die vertaald satie van het defensieapparaat de ‘eenheidsstaf ’, de wordt in het beleid, is er echter ook nog de internatio- één­gemaakte krijgsmachtstaf, het overgaan van een nale context waarbinnen de krijgsmacht dient te func- statische naar een expeditionaire houding en van een tioneren. Het defensiebeleid is gericht op het waar- (be)dreiging-georiënteerde planning naar een capaci- borgen van de nationale (vitale) belangen in de wereld, teitsgerichte planning. De nieuwe holistische benade- zowel economische, politieke als sociale belangen, op ring van veiligheid integreert de civiele dimensie, met het garanderen van de veiligheid van onze landgeno- preventieve en civiele crisisbeheersingscapaciteiten, ten buiten ons grondgebied, en op de waarborging van waarbij een militaire optie is te hanteren als ultiem

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 269 middel, waarna vervolgens met civiele middelen op- ook de Weimar-landen, nieuwe defensie-initiatieven nieuw wederopbouw aan de orde komt, waarbij de mi- hebben voorgesteld. litairen voor een Safe and Secure Environment zorgen. Hoe moet dat allemaal verder gaan? Zowel de Om de vooropgestelde taken en ambities, zowel kwa- NAVO als de EU heeft nu het bestuurlijk tempo litatief als kwantitatief, te kunnen realiseren, wordt de opgevoerd, ten opzichte van de defensiestaven, via oude Belgische krijgsmacht in een kleinere, flexibele, het Allied Command Transformation (ACT) en het mobiele, beter uitgeruste en sneller inzetbare krijgs- Europese Defensieagentschap (EDA). Al deze ini­ macht getransformeerd. tiatieven moeten leiden tot een efficiëntere verwerving van de nodige nieuwe capaciteiten en ze streven ook Huidig perspectief naar een meer doeltreffende inzet ervan. Maar gezien We zijn intussen al ruim elf jaren in de 21ste eeuw! het feit dat er thans toch nauwelijks sprake is van een Het operationeel tempo is nog nooit zo hoog ge- Europees Defensiebeleid, laat staan van een Europees weest. Op jaarbasis worden 4.500 Belgische militai- Buitenlands beleid, en dat er zelfs bijna geen (h)echte ren de wijde wereld ingestuurd, maar er moet ook politieke synergie meer is tussen de Europese landen9 nog jaarlijks op defensie worden bezuinigd, gezien de moeten we misschien een andere aanpak uittekenen. hoge Staatsschuld van België. Het voor 2015 gepland Een defensieapparaat spruit voort uit een defensie- transformatieplan dreigt niet gehaald te worden. In beleid, dat op haar beurt voorvloeit uit de veiligheids- juni 2008 gaf de minister van Defensie zijn Politieke politiek. Defensiecapaciteiten vergen lange(re) ont- Oriëntatienota uit en in oktober 2009 gaf hij de trans- werp- , ontwikkelings- en productietijden. Ze zijn ook formatie een nieuwe richting met het plan voor de vaak duur en ze moeten duurzaam ingezet worden. Voltooiing van de transformatie. Dit is eens te meer Daarom zal er meer op lange termijn moeten wor- een ingreep die snel de eerdere, onafgewerkte hervor- den geredeneerd, terwijl er ook op korte termijn meer mingen bij Defensie wil voltooien. Alleen de binnen flexibele capaciteiten onmiddellijk voorhanden dienen Defensie beschikbare middelen worden ingepast in te zijn. Een (kleiner) land waarvan het defensieappa- het plan en er komen géén engagementen meer zonder raat de afgelopen twintig jaar voortdurend (overal ter de noodzakelijke budgettaire middelen. Het ambitie- wereld) militair ingezet wordt, dat een continue dure niveau wordt gereduceerd, evenredig verdeeld tussen transformatie moet ondergaan, met steeds kleiner alle componenten; het aanwezige personeel en mate- wordende defensiebudgetten en met ingrijpende wij- rieel wordt gehergroepeerd in volwaardige eenheden, zigingen van de internationale context, zal dit tempo met organieke uitrusting en inzetbaar mits training; niet lang meer kunnen volharden. onnodige verhuizing van eenheden wordt vermeden, zodoende moet het aantal mutaties tot een minimum Toegift: België en Nederland beperkt blijven; enkel het meest geschikte deel van de België en Nederland zijn echte buren, die soms militaire infrastructuur blijft behouden. op elkaar lijken en dan ook weer echt verschillend Het wordt dus stilaan een defensiebeleid in een zijn. Heel wat studies zijn hieraan gewijd. Uit mijn tijd van recessie, niet van spaarzaamheid, en in een Admiraal BENELUX tijd weet ik dat er goed sa- tijd van nationale en internationale onzekerheid. Dit mengewerkt wordt wanneer er professionele weder- maakt het voor een kleiner land heel moeilijk nog zijdse erkenning bestaat. De vriendschap kan vooraf echt aan een nationaal defensiebeleid, laat staan natio­ of nadien opduiken, maar dat is niet het belangrijk- naal buitenlands beleid te doen. Tijdens het recente ste. Vaak wordt deze erkenning opgebouwd door ge- Belgische roterende voorzitterschap van de Raad van woon samen te zijn. ‘Bas les masques’, zegt men in de EU hebben de ministers van Defensie informeel het Frans. Zelfs al wordt er gezegd dat België voor in Gent vergaderd, met het Ghent Framework als re- de meeste Nederlanders een ondoorgrondelijk raad- sultaat, terwijl er later voor het eerst ook een formele sel is, en zelfs al weten de Belgen vaak niet of de Top van d­ezelfde ministers in Brussel werd gehou- Nederlanders zich nu de kleinste van de groteren of de den. Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk hebben grootste van de kleineren beschouwen, toch zijn er po- in de herfst van 2010 plots een verregaand Defensie- sitieve en negatieve­ argumenten om een BENELUX- verdrag getekend, terwijl Duitsland en Zweden, als- aanpak aan te bevelen. Nederland zal binnenkort grote

270 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 b­ezuinigingen moeten opleggen aan defensie, met ver- toe. Verder bestaat er in Europa vandaag weinig ‘stra- lies van capaciteiten tot gevolg. België, na een nog niet tegische traditie’. te voorspellen regeringsvorming, zal ook opnieuw de bezuinigingstoer opgaan. Beide landen moeten deze Strategie? oefening samen doen. De som van de twee defensie- Om een goed defensiebeleid in Europa te ondersteu- apparaten kan nog een betekenisvolle bijdrage leveren nen, bestaande uit strategie, defensiecapaciteiten en in Europees en NAVO-verband. De samenwerking inzetstructuren, mist zowel Nederland als België een tussen de Nederlandse en Belgische marine is hiervan echte strategie. Hier zouden de kleinere landen, de een uitstekend voorbeeld. De operationele aansturing BENELUX in het bijzonder, weer eens een voortrek- van beide marines werd volledig geïntegreerd in één kersrol kunnen spelen. Want anders is er geen uitweg binationaal hoofdkwartier te Den Helder. Tot op he- meer voor een steeds verder uitgeholde Defensie, ter- den blijft dit op wereldvlak een uniek voorbeeld van wijl Defensie meer dan ooit een van de onontbeerlijke verregaande integratie. Daarnaast hebben beide mari- machtsinstrumenten wordt in een snel veranderende nes overeenkomsten afgesloten voor de samenwerking wereld. Inderdaad, nationale, al dan niet pragmati- op het gebied van logistiek en vorming. Het feit dat sche aanpassingen, zoals op het einde van de Koude het Belgische leger een internationale reputatie heeft Oorlog, voldoen niet meer voor de echt noodzakelijke opgebouwd in een aantal deeldomeinen, kan terecht transformatie van Defensie. Nationale re-engineering worden toegevoegd aan de lijst van sterke punten van van Defensie, met een nieuw strategisch plan, werd het Nederlandse leger. België staat ook al open voor in het begin van de 21ste eeuw geprobeerd, maar dat internationale samenwerking met andere landen, zo- was een te kostbare zaak Terwijl we verder opereren als Frankrijk voor de luchtmacht. Tevens geniet de met de al getransformeerde capaciteiten, met pooling Belgische Defensie een ruime internationale belang- and sharing, moeten we nu meteen proberen, België stelling voor haar vormingscentra en voor haar acade- en Nederland samen, met anderen later, de strategische misch onderricht. visie 2030 op te starten. Zo zullen we beide bijdragen ‘De herhaalde blijken van (internationale) waar- aan de verdere opbouw van Europa en aan het verste- dering onderstrepen dat er op de operationele inzet- vigen van de Trans-Atlantische band. baarheid van de Nederlandse krijgsmacht niets is aan te merken. Toch zal er een hernieuwd evenwicht tot stand moeten komen tussen de omvang en samenstel- Ir. Jacques Rosiers is divisie-admiraal b.d., Ere- ling van de krijgsmacht en de beschikbare middelen. Vleugeladjudant van de Koning en voorzitter van de Daarbij hoort een realistisch ambitieniveau met doel- Euro-Atlantische Vereniging van België. Op de Belgische stellingen en activiteiten die daarop zijn afgestemd. Er defensiestaf bekleedde hij de functie van directeur defen- zal de komende jaren opnieuw veel van de organisatie siebeleid en bewapeningsdirecteur. Hij schreef dit artikel en van de mensen worden gevraagd en uiteindelijk zal op persoonlijke titel. er niet voor iedereen meer plaats zijn. De inzet van de krijgsmacht gaat de komende jaren door. Een ver- gaande herziening is echter noodzakelijk om ook op Noten 1 Tekst van de verklaring van de Top van Laken. langere termijn een krijgsmacht in stand te kunnen 2 GVDB is de nieuwe naam als gevolg van het Verdrag van houden die er werkelijk toe doet, met een aansprekend Lissabon. en geloofwaardig toekomstperspectief ’, zo wordt in 3 Het startsein voor de ontwikkeling van het Europees Veiligheids en Defensiebeleid (EVDB). Nederland nu gesproken. 4 European Security Strategy. Daarom moet er een grotere synergie komen tus- 5 Zoals de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds, sen beide landen voor het opbouwen van een gemeen- de Verenigde Naties (VN), later de West Europese Unie (WEU) en ook de NAVO. schappelijk defensiebeleid. Alleen Frankrijk en het 6 De landmacht heeft deze taak ook ‘even’ met artilleriebewa- Verenigd Koninkrijk hebben strategische documen- pening uitgevoerd. ten opgesteld, een Witboek of een ‘Strategic Defence 7 Voordien had België ook deelgenomen aan de door de VN gemandateerde oorlog in Korea Review’, en zijn ook nog niet aan hun eerste uitgave 8 BeLuKOS, BELUkRoKOS, BeLuRoKOS, enz. 9 Zie de recente Libische crisis.

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 271 Johan Andries

Belgisch voorzitterschap Raad van de EU in 2010: balans van GVDB

Van juli tot december 2010 heeft België voor de overleg te optimaliseren werd een Task Force opgericht, twaalfde keer het Voorzitterschap waargenomen over met daarin Belgische diplomaten en medewerkers van de Raad van de EU. België, mee aan de wieg van de de HV. Het is dan ook begrijpelijk dat België het Europese Gemeenschap in 1957, heeft een flinke in de voorbereidingsfase nooit zou hebben over een reputatie opgebouwd als ‘motor voor Europese in- ‘Belgisch Voorzitterschapsprogramma’. De Belgische tegratie’. De verwachtingen waren dus eens te meer GVDB-aandachtspunten, resultaat van nauwe coördi- hooggespannen. Toch zou dit 12de voorzitterschap natie tussen Buitenlandse Zaken en Defensie, werden geen routinematige klus worden. In oktober 2009 aangereikt aan het Kabinet Ashton, dat ze gretig over- was immers, niet zonder horten en stoten, uiteinde- nam met het oog op een kordater, coherenter, efficiën- lijk het Hervormingsverdrag van Lissabon geratifi- ter en zichtbaarder GVDB. Ze vormden de basis van ceerd. Vooral het domein van het Externe Optreden de talrijke initiatieven die België nam in de beperkte van de EU, waartoe ook het Gemeenschappelijk toegewezen tijdsperiode – het voorzitterschap in een Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) behoort, zou tweede semester komt vanwege het zomerreces feite- gevoelig beïnvloed worden door de implementatie van lijk neer op 4,5 maanden werktijd. het Verdrag. De evolutie van het roterende voorzitter- schap van de belangrijkste fora (de Europese Raad, de Aandachtspunten voor GBVB en GVDB Raad Buitenlandse Zaken) naar een vast voorzitter- België wilde in deze overgangsfase allereerst helpen bij schap zou ongetwijfeld de slagkracht en zichtbaarheid (en tegelijk ook een beetje toezien op) de correcte uit- van het Belgische Voorzitterschap verminderen. voering van het Verdrag van Lissabon. In dit verband Het werd al snel duidelijk in de voorbereidingsfase stond het installatieproces van de EDEO vanzelfspre- dat België zich zou verzoenen met deze nieuwe realiteit. kend voorop. De werkzaamheden, bol van inter-in- In het domein van het GVDB werd Lady Catherine stitutionele en inter-nationale gevoeligheden, kregen Ashton de nieuwe Hoge Vertegenwoordiger (HV) hun verloop tijdens de Belgische voorzitterschapspe- én permanente Voorzitter van de Raad Buitenlandse riode. Op basis van de Raadsbesluiten van 26 juli en Zaken. België zou – zoals ontslagnemend minister 17 november 2010 werd de EDEO formeel opgericht, van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere het formu- om operationeel te zijn vanaf 1 januari 2011. leerde – niet het vijfde wiel aan de wagen zijn tussen Vanuit Defensie-oogpunt was het belangrijk dat de vier belangrijkste Lissabon powers (Raad, Parlement, de militaire expertise (vooral in hoofde van de EU Commissie en Hoge Vertegenwoordiger), maar wilde Militaire Staf – EUMS, die werd opgenomen bin- alles doen om deze wagen bij zijn eerste kilometers nen de EDEO) niet gefragmenteerd zou worden. op de weg te houden. Dit was al geen sinecure. Cathy Bovendien was het van belang dat, inzake de be- Ashton is, naast haar verantwoordelijkheid als Hoge slissingsprocessen voor crisisbeheersing, de militai- Vertegenwoordiger – zeg maar Europees Minister van re stem gehoord zou kunnen worden door de Hoge Buitenlandse Zaken – ook nog Europees Commissaris Vertegenwoordiger zonder al te veel tussenechelons. én Vice-Voorzitter van de Commissie. Maar intussen Hiervoor zouden intussen de nodige garanties be- kon ze tijdens de implementatiefase van Lissabon en staan, ondanks de creatie van een extra post Managing tegelijk de periode van het Belgische Voorzitterschap Director, verantwoordelijk voor de coördinatie van cri- nog geen beroep doen op haar nieuw op te richten sisbeheersing. Bij het afsluiten van het Voorzitterschap Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO). bleven twee Belgische vragen voorlopig onbeant- Op basis van deze realiteit heeft België resoluut woord: in welke mate wordt er overwogen militaire gekozen voor een Non–Voorzitterschap in de geest expertise (lees: militaire attachés) toe te voegen aan de van Lissabon, en volledig ten dienste van de initiatie- EU-delegaties verspreid over de wereld? En: wat is de ven en actie van Ashton. Om de coördinatie en het

272 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 toekomstige plaats van het Europees Veiligheids- en De Hoge Vertegenwoordiger onderschreef de Defensiecollege ten aanzien van de EDEO? Belgische ambities om het partnerschap EU-AU te verstevigen. In dit licht kregen de Away days, geor- Operaties (en missies) ganiseerd ten voordele van het Militaire Comité, een Er was tijdens het Belgische Voorzitterschap geen Afrikaanse bestemming. Naast een bezoek aan de aanleiding tot opstarten van nieuwe operaties. Het be- EUTM Somalië stond een werkontmoeting met de heer van de lopende operaties gebeurt in wezen door Commissie van de Afrikaanse Unie in Addis Abeba de EU-crisisbeheersingsstructuren: Raadsbeslissingen (Ethiopië) op het program. Voor sommige deelnemers worden voorbereid op de verschillende niveaus, van bleek deze studiereis een ontdekking van onbekend het politiek-strategische (PSC - COPS) tot het mi- terrein. litair-technische (EUMS). De rol van het roterende Voorzitterschap in deze beperkt zich dan ook tot die De Battlegroups (EUBG) van facilitator. Voor een meer coherent GVDB vindt Ashton het be- Vier operaties met militaire invulling geno- langrijk de snelle interventiecapaciteit van de EU te ten bijzondere aandacht. Het mandaat van zo- versterken. Het is duidelijk dat we hiermee in de sfeer wel ATALANTA (de maritieme operatie voor de van de EUBG terechtkomen. Het merendeel der lid- Somalische kusten ter bestrijding van de piraterij),1 staten is niet gewonnen voor fundamentele herziening als EUSEC (een Security Sector Reform-missie in de van het concept. Toch zit het sommigen hoog dat, Democratische Republiek Congo) werd verlengd met sinds het paraat stellen van de eerste Battlegroups in twee jaar tot 2012. ALTHEA (de militaire stabilisa- 2007, deze speermacht nooit metterdaad werd ingezet. tieopdracht in de Balkan) blijft voorlopig als Berlin- Bovendien blijven vacante plaatsen op de beurtrol van plus-operatie bestaan naast de non-executieve missie, het Standby Roster voor 2012 en 2013 voorlopig onin- in afgeslankte slagorde. Over mogelijke verlenging gevuld. Dit onrustbarend fenomeen dreigt de geloof- van EUTM (een opleidingsopdracht in Oeganda, op- waardigheid van het concept te ondermijnen. Daarom gestart in mei 2010 ten voordele van de Somalische is er niet alleen dringend behoefte aan creatieve oplos- veiligheidstroepen) valt een besluit in het voorjaar van singen voor dit probleem, maar is het des te belang- 2011. rijker zich te bezinnen over de ware oorzaken ervan. Mogelijke inzet van militaire middelen in geval Relaties met de partners van natuurrampen, zoals we die kenden in Haïti in De meeste aandacht ging uit naar de zoektocht voor 2010, was één van de onderwerpen van een Brussels betere samenwerking tussen NAVO en EU. De po- Defence Debate, georganiseerd door het Belgisch sitieve chemie tussen de Hoge Vertegenwoordiger Voorzitterschap. De associatie met EUBG’s is in deze Ashton en de NAVO-secretaris-generaal Rasmussen snel gelegd. Toevoeging van een civiele component lijkt voorlopig niet bij machte om politieke obsta- aan deze voorlopig militaire Battlegroups wordt o.m. kels uit de weg te ruimen. Daarom werd tijdens het voorgesteld in het recente Weimar Paper3 en kan ook Belgisch Voorzitterschap vooral geïnvesteerd in ver- in deze context worden begrepen. Het blijft echter de dere uitwerking van praktische en capacitaire samen- vraag in hoeverre uitbreiding van inzetmogelijkheden werkingsprojecten, met het oog op toepassing in de voor de Battlegroups de voornaamste wezenlijke hin- gezamenlijke operatietheaters. Het is in deze context derpaal voor effectieve inzet, gebrek aan politieke wil, dat de initiatieven rond Medische Steun en Counter uit de weg kan ruimen. IED2 intussen hebben geleid tot een gemeenschappe- lijk document, als basis voor verdere exploratie. Permanente Gestructureerde Samenwerking Ook speelde België een faciliterende rol met (PESCO) initiatieven op allerlei niveaus: een bezoek voor Het instrument Permanente Gestructureerde de NAVO- en EU Militaire Vertegenwoordigers Samenwerking (PESCO), dat mogelijk werd door het aan de Hoofdkwartieren in Northwood (Verenigd Verdrag van Lissabon, heeft de laatste jaren al heel Koninkrijk) van de respectievelijke maritieme ope- wat inkt doen vloeien. Over de inhoud van dit instru- raties ATALANTA (EU) en OCEAN SHIELD ment bestaat weinig eensgezindheid. De teksten date- (NAVO), alsook hosting van een C-IED demonstra- ren al uit de periode waarin de eerste pennenstreken tie, georganiseerd door de NAVO. Toch bleek bij deze van een Europese Grondwet werden gezet. We schrij- onschuldig ogende initiatieven hoe de politieke kloof ven 2003, de prille jeugdjaren van het EVDB in volle tussen enkele landen (Turkije-Cyprus) zelfs de meest ontwikkeling. Gedreven door de integratiegedachte elementaire vorm van samenwerking tussen beide or- zou de Permanente Gestructureerde Samenwerking ganisaties blijft belasten. aan die landen die het wensen, de kans bieden snel- ler voortgang te boeken bij ontwikkeling van defen-

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 273 siecapaciteiten, in een geest van gestadig toenemende nen we de toenemende vraag naar EU-actie enerzijds, samenwerking. Het zou tot 2009 duren vooraleer de de capacitaire lacunes en de steeds slinkende nationale toenmalige protocolteksten onder het Verdrag van defensiebudgetten anderzijds verzoenen? Lissabon geratificeerd zouden worden. Het intergou- De formule miste haar doel niet. Zo reikte de vernementele karakter van GVDB en de stagnatie van Hoge Vertegenwoordiger vanuit New York – via een de GVDB-dynamiek leidden ertoe dat er thans maar videoconferentie – haar belangrijkste boodschappen weinig neiging bestaat tot implementatie van deze in- aan: het belang van pooling en sharing, van gezamen- stitutionele voorziening. lijke civiel-militaire research, en van het streven naar Toch wilde het Belgisch Voorzitterschap, over- grotere complementariteit met de NAVO. Het daarop tuigd van de mogelijke toegevoegde waarde van aansluitend debat onder de 27 defensieministers was PESCO, en met instemming van Ashton, het debat tegelijk substantieel en concreet: het antwoord op gaande houden en plaatste men het zelfs prominent de verminderde nationale budgetten wordt gezien in op de agenda. In de voorbereidende maanden op het meer én betere vormen van samenwerking. De Duitse Voorzitterschap vond een grondige interne bezinning minister Zu Guttenberg stelde voor de militaire capa- plaats, die leidde tot een Belgische position paper, dat citeiten onder te verdelen in drie categorieën: diege- spontaan werd onderschreven door zowel Hongarije ne die men op nationaal niveau wenst te houden, een als Polen. Op deze grondslag organiseerde Defensie tweede categorie die in aanmerking komt voor pooling, in de eerste dagen van het Voorzitterschap een semi- en ten slotte een derde, die aanleiding kan geven tot nar, waarin het vooral zou voortbouwen op de eerder role and task sharing. Deze laatste veronderstelt een ze- door Spanje georganiseerde reflectie-oefening en zou kere graad van interdependentie. komen tot een gemeenschappelijk begrip van PESCO. Uitgesproken politieke steun werd betuigd aan Al snel werd het gebrek aan gedrevenheid bevestigd: het Europees Defensie Agentschap (EDA). Het staat uiteenlopende interpretaties van de voorbijgestreefde buiten kijf dat het Agentschap een belangrijke rol zal protocolteksten, het bindend karakter van de te de- moeten spelen in de zoektocht naar nieuwe kansen finiëren criteria, de angst voor een GVDB met twee voor multinationale samenwerking en de coördinatie snelheden en de afkeer van een extra institutioneel bu- van deze initiatieven. In een plenaire sessie in aanwe- reaucratisch raamwerk blijken thans de voornaamste zigheid van een NAVO-delegatie werd, conform de hinderpalen voor snelle implementatie. Toch blijven boodschap van Ashton, opgeroepen nieuwe mogelijk- PESCO en zijn potentieel stilzwijgend aanwezig in de heden te zoeken voor capacitaire samenwerkingspro- capacitaire discussies. jecten tussen beide organisaties. Begrotingsactualiteit, niet-traditionele setting, gedegen inhoudelijke voorbe- The Ghent Framework reiding en een gedreven voorzitter waren succesfac- Naar goede gewoonte organiseert elk roterend toren voor deze Informele Vergadering, waarvan het Voorzitterschap een Informele Vergadering voor de resultaat staat geboekstaafd als the Ghent Framework. EU Ministers van Defensie, telkens weer een gele- Op 9 december vond voor het eerst een Formele Raad genheid voor politieke reflecties rond GVDB. De on- Buitenlandse Zaken plaats, gevormd door de ministers duidelijke overgangsfase naar de post-Lissaboncon- van defensie.5 Op deze vergadering, voorgezeten door stellatie zou echter een specifiek stempel drukken op Ashton, werden niet alleen formele Raadsconclusies scenario en verloop van deze Informele Vergadering, aangenomen, maar werd ‘the Ghent framework’ una- waarvoor België reeds in 2009 Gent als bestem- niem als richtsnoer geconsolideerd. ming had gekozen. Barones Catherine Ashton, Hoge Met de Informele Vergadering van ministers van Vertegenwoordiger, had zeer graag, in de geest van het defensie en het daaruit resulterende Ghent Framework Verdrag van Lissabon, deze Informele Vergadering werd een stevig politiek gewicht gecreëerd. De uit- voorgezeten. Onverenigbaarheden van agenda’s maak- daging voor de komende maanden en jaren ligt on- ten echter dat zij node de voorkeur moest geven aan getwijfeld in vertaling van deze politieke intenties in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de meest aangepaste concrete samenwerkingsvormen in New York. Deze samenloop van omstandigheden tussen de Defensies van de Lidstaten. Hiertoe werden vormde de aanleiding voor een creatieve oplossing: er al initiatieven genomen.6 werd geopteerd voor een zeer informele vergadering Financiële voordelen, operationele meerwaarde in beperkt formaat, voorgezeten door de Belgische (met verhoogde interoperabiliteit door grotere stan- minister van Defensie Pieter De Crem. Geïnspireerd daardisatie) en vermijding van duplicatie moeten de door een soortgelijke setting in NAVO-verband,4 die doelstellingen zijn. Er bestaan al tal van samenwer- tot uitstekende resultaten had geleid, werd een werk- kingsprojecten. Onder de budgettaire druk en dank- diner georganiseerd, uitsluitend voor de ministers van zij de recente impuls zullen andere volgen. De meeste defensie, en met slechts één gespreksthema: Hoe kun- projecten zijn ingegeven door financiële overwegingen

274 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 en bestaan uit een beperkt aantal deelnemende lidsta- ontwikkeling van het GVDB binnen deze Dienst de ten. Het is belangrijk dat deze initiatieven niet uitslui- aandacht zal krijgen die de lidstaten verwachten. De tend de nationale belangen van de deelnemende part- rol van de roterende voorzitterschappen zal onvermij- ners dienen, maar evenzeer bijdragen tot de Europese delijk verder in belang afnemen, ten voordele van de doelstellingen van het GVDB. Ze mogen dus geen nieuwe structuren. Toch ben ik overtuigd van de meer- centrifugaal effect teweegbrengen. waarde die ze zullen houden, als een geprivilegieerde Om deze reden is het evenzeer belangrijk dat de gesprekspartner die de nodige impulsen kan geven om dirigent(en) van deze bijzonder complexe oefening te vermijden dat de effectieve ontwikkeling van het in- duidelijk gekend én erkend is (zijn). Alle ogen zijn tergouvernementele GVDB al te veel wordt geremd in deze gericht op het EDA, dat voor een vuurproef door de institutionele bureaucratie. staat. Uitblijven van tastbare resultaten en deliverables De bouw van Europa is een proces van lange duur. zal de komende jaren door EDA-sceptici ongetwij- Waar Defensie door velen wordt gezien als een do- feld aangegrepen worden om de geloofwaardigheid mein met potentieel voor een verregaande integratie, van het Agentschap ter discussie te stellen. Anderzijds wordt dit proces ontegenzeggelijk bemoeilijkt door de ligt er evenzeer een grote verantwoordelijkheid bij het gevoelige dualiteit tussen samenwerking en behoud Militaire Comité. Dit forum staat vooraan om de mili- van soevereiniteit. Het beheren van deze dualiteit, met taire bereidheid tot samenwerking vanuit de nationale als doel een versterkt intergouvernementeel GVDB, staven te peilen. Uit bezorgheid over operationele en wordt vanaf nu vooral een uitdaging voor de Hoge structurele consequenties zullen deze zich zeker niet Vertegenwoordiger Cathy Ashton en haar EDEO. tot overhaaste avonturen laten verleiden. Het Lissabon-instrument PESCO heeft tijd voor verdere reflectie en rijping nodig. Toch merken we dat Johan Andries, kolonel-vlieger, is hoofd van de Task Force in de discussies rond samenwerking, pooling en sharing Defensie. PESCO als vanzelf komt bovendrijven. Met het oog op harmonisering en begeleiding van de vele multina- tionale samenwerkingsinitiatieven ten gunste van effi- Noten 1 Het mandaat van ATALANTA diende verlengd te worden vóór ciëntere Europese capaciteitsopbouw, zal PESCO, met 12 december 2010. De geplande Raad Buitenlandse Zaken (FAC) creatieve interpretatie van protocolteksten, een waar- van 13 december was geen optie, om een mandaatsvacuüm te devol instrument blijken te zijn. vermijden. Pittig detail: het besluit werd niet genomen op de for- mele FAC in MOD-formaat van 9 december, maar wel op de Raad Ecofin van 7 december. Conclusies: België als co-piloot 2 Counter IED: Counter Improvised Explosive Devices. België kreeg zijn twaalfde voorzitterschapsbeurt op 3 Op 6 december 2010 zonden de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken van Frankrijk, Duitsland en Polen Ashton een een historisch moment. Juist tussen de ratificatie van Weimar-paper, waarin ze aandachtspunten en denkpistes aanreik- het Hervormingsverdrag van Lissabon en de opera- ten voor versterking van het GVDB. tionalisering ervan waren de omgevingsfactoren verre 4 NAVO-secretaris-generaal De Hoop Scheffer en de Britse defensieminister Brown belegden in september 2008 in Londen van gemakkelijk. Het roterend voorzitterschap was een informele bijeenkomst voor de ministers van defensie van de niet langer de kapitein van het schip. België koos in NAVO om er, in navolging van de NAVO Top in Boekarest van april deze overgangsfase voor de rol van co-piloot. De ver- 2008, zich te bezinnen op transformatie. Deze vergadering wordt nu nog getypeerd als de Armchair meeting van Londen. antwoordelijkheden bleken vaag, de coördinatie met 5 Samen met de implementatie van het Verdrag van Lissabon de EU-gezagsdragers soms moeilijk en tijdrovend, groeide het besef van de kansen van een formeel forum voor maar de Belgische keuze is achteraf de beste gebleken. Veiligheid en Defensie, waarin de ministers van defensie zelf besluiten zouden kunnen nemen op terreinen waarvoor ze exclu- België is erin geslaagd een meer dan gewaardeerde sief bevoegd zijn. Bijna vanzelfsprekend raken we hierbij op het steun te betekenen voor de Hoge Vertegenwoordiger domein van ontwikkeling van defensiecapaciteiten. en haar omgeving in deze delicate periode. Weliswaar 6 In november 2010 ontwikkelden Duitsland en Zweden een gezamenlijke Food for thought-paper met concrete voorstellen zonder revolutionaire doorbraken te realiseren voor van methodologie voor uitwerking van de ‘Ghent initiative’ op het GVDB hebben we, tot tevredenheid van de lid- basis van de ideeën van Zu Guttenberg. Op haar Steering Board staten, de continuïteit verzekerd in de belangrijkste van 9 december 2010 werd het EDA gevraagd (en de lidstaten aangemoedigd) verdere opportuniteiten voor Pooling & Sharing te dossiers. Met het Ghent Framework is een belangrijke onderzoeken en voor te stellen. Op 4 februari 2011 verstuurde de politieke aanzet gegeven voor een Europese defensie- Voorzitter van het EU Militair Comité een brief aan de CHOD’s van configuratie die, als gevolg van een steeds evoluerende de EU-lidstaten, waarin hij peilt naar inzichten, opportuniteiten en voorstellen inzake samenwerking. geo-politieke omgeving en van de budgettaire reali- teit, gebaseerd is op multinationale samenwerkings­ modellen. Intussen wordt de effectieve werking van de EDEO voelbaar en ziet het ernaar uit dat de verdere

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 275 Koen Vlassenroot & Hans Hoebeke

Het relaas van een turbulente relatie: de Congolees-Belgische betrekkingen

In 2010, het jaar dat de Democratische Republiek Het Congo-beleid als verlengstuk van de Congo (DRC) haar 50ste onafhankelijkheidsverjaar- binnenlandse politiek? dag vierde, was het land nauwelijks weg te denken uit Het werd al vaker gesteld dat het Belgisch buitenlands de Belgische media. Het hoogtepunt werd gevormd beleid in Centraal-Afrika in grote mate de bestaande door de deelname van Koning Albert II aan de festi- interne tegenstellingen in het voormalige moeder- viteiten. De grote belangstelling waarop Congo nog land weerspiegelt. De complexe geschiedenis van de kan rekenen, werd ook duidelijk door de massale aan- Belgisch-Congolees/Zaïrese relaties is intussen ge- dacht voor het nu reeds als standaardwerk beschouwde noegzaam bekend. Deze kan worden omschreven als Congo een geschiedenis van David Van Reybrouck. Beide bijzonder wispelturig, waarin perioden van hechte vormen de top van een brede piramide van activiteiten banden worden afgewisseld door die van zware crisis. die de breedte van de politieke, culturele, wetenschap- Het is pas sinds het aantreden van de regering-Verhof- pelijke en economische belangstelling voor Congo stadt I in 1999 en vooral vanaf 2001, na de moord op nog eens aantoonden. Ook voor ingewijden in de da- Laurent-Désiré Kabila, dat de DRC weer een centrale gelijkse Congo-praktijk was deze nieuwe opleving in plaats op de Belgische agenda heeft ingenomen. zekere zin een openbaring. Het eraan voorafgaande België heeft sindsdien opnieuw een leidende rol op decennium stond wel reeds in het teken van de poli- zich proberen te nemen, ondermeer in het Congolese tieke terugkeer van België op de Congolese en regio- vredesproces en in de Congolese politieke transitiepe- nale politieke scene. Het was een terugkeer die vooral riode tussen 2003 en 2006. Vóór het keerpunt in 2001 gekenmerkt werd door interne Belgische spanningen werd de Belgische Afrikapolitiek gekenmerkt door de rond de aan te houden koers en een aantal belangrijke volledige breuk met president Mobutu sedert 1990 én ups and downs in de relatie met de Congolese regering. de impact van de Rwandese genocide van 1994. De De perspectieven voor 2011 tonen zich in dezelf- bijzonder voorzichtige houding die de opeenvolgen- de lijn. De manier waarop het verkiezingsproces in de de regeringen-Dehaene kenmerkten, werd vervangen DRC vorm zal worden gegeven en de manier waarop door een toegenomen voluntarisme – een dadendrang de verkiezingen zullen verlopen, worden de sleutelfac- die enigszins gesteund werd door een regionale con- toren voor de betrekkingen in de komende jaren. Het text in Midden-Afrika die hiertoe meer ruimte bood. belooft opnieuw een moeilijke evenwichtsoefening te Zelf omschreef toenmalig minister van Buitenlandse worden. De Congolese regering vertoont een toene- Zaken Louis Michel het nieuwe Belgisch Centraal- mende tendens naar autoritarisme; bovendien han- Afrikabeleid als een politiek gebaseerd op ethiek, am- teert ze een juridische strategie die het speelveld van bitie en engagement. Belangrijke constanten in het de verkiezingen moet beslechten in het voordeel van Belgisch beleid sinds de jaren ’90 zijn de pogingen om de zittende president Joseph Kabila. Dit kan wellicht democratiseringsprocessen in de regio te ondersteu- leiden tot een terugkeer van spanning tussen beide nen en de blik op een meer regionale benadering. Deze landen – de DRC is in België een dossier van binnen- laatste zou de landen in de regio willen wijzen op de landse politiek en ook in de DRC blijft de verhouding voordelen van regionale samenwerking, waarbij vooral met België een gegeven dat in de binnenlandse poli- de Economische Gemeenschap van de Grote Meren tiek zijn rol blijft spelen, ondanks de afname van het (CEPGL) voor België een belangrijk vehikel werd. relatieve belang van België ten voordele van bijvoor- Toch kan het Belgische Congo-beleid sinds de re- beeld China. activering niet als een ondubbelzinnig succes worden omschreven. Het streven naar een sterkere Belgische rol in het Congolese vredesproces door Louis Michel, die al snel het interne politieke belang van een ac- tief Centraal-Afrikabeleid begreep, kan bezwaarlijk

276 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 als identiek worden beschouwd aan het activisme Zaken, Ontwikkelingssamenwerking en Defensie. De van toenmalig minister van Defensie André Flahaut. eigengereide houding van minister De Gucht zou ech- Deze laatste voerde een markant en eigenzinnig beleid ter leiden tot een crisis tussen beide landen, van een – vooral sedert 2003 – toen langzaam een start werd omvang die lang niet meer was gezien. Het resultaat gemaakt met het opzetten van een militair partenari- was de sluiting van de Belgische consulaten in Bukavu aat met de DRC, Rwanda en Burundi.1 De enigszins en Lubumbashi in juni 2008 en het opschorten van eigengereide rol van Flahaut in de DRC zou al snel iedere dialoog. De relatie werd opnieuw genormali- botsen met Buitenlandse Zaken, vooral inzake de her- seerd in 2009, na een ontmoeting tussen de Congolese vorming van de Congolese veiligheidssector (SSR), waar premier Adolphe Muzito en de toenmalige Belgische Buitenlandse Zaken eerder een centrale rol zag weg- eerste minister Van Rompuy. gelegd voor de EU, ook als coördinator van de diverse bilaterale inspanningen. Het verschil in benadering In- en externe spanningen had als groot nadeel een geringere leesbaarheid van de Hoewel deze spanningen de Belgische rol in de re- Belgische houding voor internationale partners, maar gio in het algemeen schade toebrachten, was de im- als voordeel dat de relatie met Congo en de regio bre- pact vooral duidelijk op het vlak van diplomatie en der werd, en aldus beter bestand raakte tegen al te gro- ontwikkelingssamenwerking, door het uitstellen van te schokken en telkens een aantal communicatielijnen onderhandelingen over het Indicatief Jaarprogramma. openhield. In zekere zin werd ook tegemoet gekomen De samenwerking met Defensie bleef echter gro- aan de verschillende invalshoeken die de Belgische de- tendeels buiten schot. De spanningen in de rela- partmenten zelf hanteerden. tie met de DRC leidden ook tot spanningen binnen Een belangrijk keerpunt in de relatie met de DRC de regering, in het bijzonder tussen de minister van kwam er in 2004. Na het vertrek van Louis Michel Buitenlandse Zaken, Karel De Gucht, en de Minister naar de Europese Commissie, waar hij vanuit zijn van Ontwikkelingssamenwerking, Charles Michel. positie als Commissaris voor Ontwikkelingsbeleid Hoewel weinigen de pertinentie van De Guchts ana- een centrale rol bleef spelen in de regio, opteerde de lyse, waarop de kritiek op het regime stoelde, ter dis- nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, Karel De cussie stelden, riep deze in binnen- en buitenland wel Gucht, voor een andere aanpak. Er werd in ruime vele vragen op over de gevoerde strategie en uitein- mate afgestapt van het pragmatisme ten voordele van delijk ook over het gebrek aan coördinatie met de een nogal principiële, minder emotionele benadering Europese en andere internationale partners. Op in- van de regio. De Gucht maakte van het streven naar ternationaal vlak was het sedert de Congolese verkie- ‘good governance’ een hoofddoelstelling en liet op di- zingen van 2006 merkbaar dat landen als Frankrijk en verse momenten niet na openlijk kritiek te uiten op China opnieuw hun eigen economische en politieke het regime in Kinshasa.2 Hoewel deze kritische lijn van belangen in de regio veiligstellen. Dit gaat vooral ten de minister op bijzondere bijval kon rekenen van tal- koste van internationale initiatieven ter bestrijding loze Congolezen, leidden zijn uitspraken over de aard van de alomtegenwoordige corruptie en het bevor- van de Congolese staat en het gedrag van de heersende deren van ‘goed bestuur’ – ook in het beheer van de elite uiteindelijk tot een echte diplomatieke breuk tus- natuurlijke rijkdommen. De spanningen tussen België sen Congo en België. De Gucht omschreef de DRC en Congo gaven meer ruimte aan deze andere spelers als een ‘failed state’ en noemde de heersende elite am- en maakten dat de Congolese regering zo af en toe de per in staat een behoorlijke bijdrage te leveren aan het nationalistische trom kon roeren. bestuur van het land. De spanningen tussen België en de DRC gaven Het andere uiterste in de regering werd gevormd ook aanleiding tot spanningen binnen de Belgische door minister van Defensie André Flahaut, die een regering in verband met de aanpak van de DRC en aantal markante pogingen ondernam om de betrek- over de te volgen weg naar oplossing van de diploma- kingen met Congo te normaliseren. In april 2008, on- tieke crisis. Aangezien men in Kinshasa uiteraard niet der de regering-Leterme I, volgde een poging tot een blind was voor deze interne Belgische problematiek, nieuw ééngemaakt standpunt, met een gezamenlijke is het hoogst aannemelijk dat de Congolese regering reis naar Kinshasa van de ministers van Buitenlandse hier handig op heeft ingespeeld. Dit gegeven heeft

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 277 de impact van de (terechte) kritiek op het bestuur in een maand voor het bezoek, maakte de reis nog een Kinshasa alleen maar verder verzwakt. De kloof liep stuk gevoeliger. ten dele via ‘communautaire lijnen’, waarbij vooral de Franstalige regeringspartijen tegenover een meer kri- Toenemende europeanisering? tische Vlaamse houding kwamen te staan. Zo werd in De politieke dimensie van het Belgische Afrikabeleid het Parlement van de Franse Gemeenschap geopteerd blijft, ondanks een vrij omvangrijk diplomatiek net- voor een interparlementaire diplomatie. De Franse ge- werk en een relatief groot aantal partnerlanden voor meenschap, Brussel en het Waalse Gewest3 zijn steeds Ontwikkelingssamenwerking, grotendeels beperkt tot meer actief in Centraal-Afrika, in het bijzonder in Centraal-Afrika – met als grootste aandachtspunt de de DRC. De Vlaamse regering richt zich eerder tot DRC. De drie landen Rwanda, Burundi en de DRC Zuidelijk Afrika. Volgens onder andere Evert Kets4 is ontvangen samen 21% van de totale Belgische ODA- dit een duidelijke indicatie van het toenemend belang middelen (de officiële geaggregeerde ontwikkelings- van de gemeenschappen in de Belgische buitenlandse hulp volgens OESO-criteria). Qua humanitaire hulp politiek, in het bijzonder in Centraal-Afrika. ontvingen de DRC en Burundi in de periode 2007- Desondanks is enige omzichtigheid met een derge- 2008 zelfs 43% van de totale bestedingen. Naast deze lijke analyse geboden, zoals bleek bij het aantreden van omvangrijke OS-portefeuille, die wat Congo betreft de opeenvolgende nieuwe ministers van Buitenlandse in 2000 opnieuw leven werd ingeblazen, bestaat se- Zaken Yves Leterme en Steven Vanackere, ditmaal dert 2003 een nieuw militair partenariaat met de drie vanuit christen-democratische hoek, in de regeringen- Centraal-Afrikaanse landen. Deze partnerrelatie be- Van Rompuy, resp. -Leterme II. De voornaamste be- staat voornamelijk uit het verstrekken van opleidin- trachting in deze periode was het weer aanknopen bij gen en advies. Ook hier ligt het zwaartepunt bij de een politieke dialoog met de Congolese regering. Wat DRC, waar het recent leidde tot de opleiding van een leek op een communautaire kloof tussen een rationeel Bataljon van het Congolese regeringsleger in Kindu in

De politieke dimensie van het Belgische Afrikabeleid blijft grotendeels beperkt tot Centraal-Afrika

no nonsense-beleid aan Vlaamse kant en een pragma- de provincie Maniema. De afgelopen jaren werd ook tisch beleid of zelfs voluntarisme aan Franstalige kant, de deelname aan de VN-vredesmacht MONUSCO bleek niet zozeer het gevolg van communautaire ver- (eerder MONUC) uitgebreid. schillen, maar eerder van een verschil in visie bij indi- Naast deze bilaterale aanpak heeft België, over- viduele leden van de regering of tussen partijen onder- eenkomstig het algemene streven het Europees bui- ling zonder specifieke communautaire lens. Het is in tenlands en veiligheidsbeleid te versterken, getracht dit verband interessant de grote mate van continuïteit zijn Afrikabeleid in te bedden in de Europese Unie. binnen het militaire partenariaat tussen België en de Binnen de EU is België, samen met Frankrijk, Groot- DRC te bekijken. Britannië, Italië en Portugal, een voortrekker van de In de aanloop naar de viering van de 50ste ver- Afrikaanse dossiers. Specifiek rond Centraal-Afrika jaardag van de Congolese onafhankelijkheid in 2010 heeft de EU het afgelopen decennium een actieve ontstond vooral een controverse rond het bezoek van rol gespeeld, met onder andere twee militaire missies: Koning Albert II aan Kinshasa. De reis zou een moei- ARTEMIS in Ituri (district in het noordoosten van lijke evenwichtsoefening worden, waarbij het bezoek de DRC) en de missie EUFOR Kinshasa, ter gele- een signaal aan de Congolese bevolking moest blij- genheid van de verkiezingen van 2006. De EU was ven. Het politieke luik, interpreteerbaar als een di- ook de grootste financier van het verkiezingsproces en recte steun aan de president, werd tot een minimum heeft nog steeds twee civiele missies in het land ten ingeperkt. De moord met politieke affiliaties op de behoeve van de hervorming van de veiligheidssector: Congolese mensenrechtenactivist Floribert Chebeya, EUPOL RD Congo en EUSEC RD Congo. Deze

278 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 missies, alsmede de toenemende rol voor de EU in de De recente evolutie in de DRC geeft in dat verband regio en Afrika in het algemeen, werden in belang- weinig hoop. Zowel vanuit de oppositie als vanuit de rijke mate door België gesteund. Al bestaat er ook hier, regering komen weinig hoopgevende geluiden en de net als bij een aantal andere spelers (zoals Frankrijk), kans dat het land opnieuw op een grotere instabili- binnen België geen volledige consensus over. Een be- teit afstevent is reëel. De ontwikkelingen op het con- langrijke stroming blijft voorstander van een politiek tinent, vooral in Noord-Afrika, en de moeheid rond waarbij onder meer de militaire samenwerking bilate- het aanslepende Congo-conflict zorgen mede voor raal wordt gehouden. Wél groeit de erkenning dat het een tanende aandacht. De enige uitzondering hierop soortelijk gewicht van België alléén niet volstaat om vormt België, dat wellicht door de feiten gedwongen nog voldoende directe impact te hebben op de ontwik- zal worden zich opnieuw duidelijker te profileren. Of kelingen in de DRC en de bredere regio. Een aanpak dit zal volstaan om het Congolese verkiezingsproces in waarbij België het initiatief blijft nemen om de regio goede banen te leiden, is overigens maar zeer de vraag. op de agenda van de EU en de VN te houden, lijkt De aanhoudende regeringscrisis in België werkt alles- thans de aangewezen weg. Het recente verleden geeft behalve slagkrachtverhogend. hierbij echter ook aan dat het niet productief is te ver voor het peloton uit te rijden en een te sterke stelling in te nemen in verband met de ontwikkelingen in de regio. Koen Vlassenroot is verbonden aan de Conflict Research Vooral dit laatste valt moeilijk te rijmen met de Group van de Universiteit Gent en is directeur van het druk die kan ontstaan vanuit het maatschappelijk mid- Afrika Programma op het Egmont Instituut, Brussel. denveld en tussen (en binnen) de politieke partijen. De Hans Hoebeke is als onderzoeker verbonden aan het binnenlands-politieke aspecten van het Congo-beleid Afrika Programma van het Egmont Instituut, Brussel. (waartoe het Afrikabeleid zich vaak verengt) maken een dergelijke rationele benadering vaak tot een on- mogelijke opgave, net zoals deze impulsen quasi per- Noten 1 Defensie heeft in de loop van het voorbije decennium even- manent aanleiding geven tot een benadering waarbij eens een belangrijke relatie opgebouwd met Benin, een samen- de coherentie vaak ver te zoeken is. Ook vanuit Congo werking die zich ook uit in de DRC, waar Defensie de ontplooiing blijkt het overigens een bijzonder moeilijke zaak van een Beninees bataljon bij MONUC actief ondersteunde. 2 De eerste reis van de minister naar de regio begon met een tot een eenduidige visie op de relaties met België te rel, toen in volle voorbereiding van de Congolese verkiezingen een k­omen. CV van Kabila in het dossier bleek te zitten die de afkomst van de president – een uiterst gevoelig thema – betwijfelde. Op die Gevoelig verkiezingsproces zelfde reis volgde een tweede incident, toen vanuit Kigali kritiek werd geuit op de Congolese politieke klasse. Dit jaar, waarin opnieuw verkiezingen moeten plaats- 3 Met o.a. het Centre-Wallonie Bruxelles in Kinshasa en initia- vinden in de DRC, belooft een belangrijke uitdaging tieven op diverse terreinen. 4 Evert Kets, Kuifje en Tintin Kibbelen in Afrika, De Belgische te worden. De nabije toekomst van de relaties tus- Taalstrijd in Congo, Rwanda en Burundi, Leuven/Den Haag: Acco, sen beide landen zullen in belangrijke mate door de 2009. gebeurtenissen rond het verkiezingsproces getekend worden. België heeft zich in dit proces reeds gemani- festeerd als een belangrijke donor, en blijft – althans voorlopig – binnen het internationale peloton als het gaat om de concrete voorbereiding van de verkiezin- gen – zoals het algemene internationale stilzwijgen bij de wijzigingen van de Grondwet en de Kieswet. Een andere aanpak zou in de huidige situatie inderdaad weinig productief blijken – en zou vooral in Kinshasa diegenen in de kaart spelen die graag de nationalisti- sche trom roeren. Het is echter de vraag hoe lang deze houding zal kunnen worden aangehouden, vooral als er werkelijk problemen ontstaan bij het verdere ver- loop van het verkiezingsproces.

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 279 Annick Schramme

Het culturele verdriet van België

Terwijl in Nederland de kunstensector gemobiliseerd wordt wat betreft internationale uitstraling, dat door de ‘on- tegen de bezuinigingszucht van de regering, hebben de volmaakte’ Belgische staatsstructuur onderbenut blijft. kunstenaars in Vlaanderen andere robbertjes uit te vechten. Het verdriet van België is dat zij in de huidige, slo- Een deel van de sector manifesteerde zich op politiek vlak: pende regeringsonderhandelingen nauwelijks worden op 21 januari jl. verzamelden vele vooraanstaande kunste- opgemerkt. Noch de Waalse, noch de Vlaamse politici naars en sympathisanten zich in de Koninklijke Vlaamse liggen er wakker van. Schouwburg in Brussel onder de slogan ‘Niet in onze naam’. Ze reageren hiermee op het vermeende Vlaamse De nieuwe Vlaamse kroonjuwelen? nationalisme en roepen op de Belgische politieke impasse te Niet dat de zogenaamde Vlaamse grote culturele in- doorbreken. Ze wijzen hiervoor met de vinger naar Bart stellingen, zoals de Vlaamse Opera en deFilharmo- De Wever en zijn NVA (Nieuw-Vlaamse Alliantie). Dat nie, er zoveel beter aan toe zijn.2 Zij vallen wel onder is op zich zelf niet zo vreemd: de Vlaamse Beweging is in de het Vlaamse cultuurbeleid en dienen zich, zoals ieder 19de eeuw ontstaan als taal- en cultuurbeweging tegen het ander cultureel gezelschap, aan een kwaliteitscon- overwegend franstalige België, en de culturele elite vereen- trole te onderwerpen. De Vlaamse ambities zijn ech- zelvigt zich thans met dat zelfde België.‘Het kan verkeren’, ter nogal bescheiden voor hun ‘kroonjuwelen in wor- zei Bredero. Buitenlandse waarnemers zullen er helemaal ding’. Toch doen deze grote culturele instellingen het niets meer van begrijpen. goed tot uitmuntend in het buitenland. Zo mocht het Koninklijk Ballet van Vlaanderen onder leiding van Wat op het eerste gezicht een intern politieke aan- Kathryn Bennetts in maart 2009 nog de ‘Outstanding gelegenheid leek, kreeg plotseling een internationaal Achievement in Dance’ (één van de prestigieuze staartje. De lont werd in het kruitvat gestoken door de Laurence Olivier Awards) in ontvangst nemen. Ook Vlaamse schrijver en AKO-winnaar Erwin Mortier, de internationale pers is lovend. Maar de realiteit is dat die onlangs uitdrukkelijk pleitte voor herstel van een het subsidiebudget van het Ballet ongeveer de helft be- Belgisch buitenlands cultuurbeleid dat, naar analogie draagt van het Nationaal Ballet in Amsterdam (vóór van de Goethe- en Cervantes-instituten de Belgische de bezuiniging bedroeg het budget van het Nationaal cultuur zou moet uitdragen. Achter zijn virtuoze stijl Ballet 11,5 miljoen euro). Hetzelfde geldt voor de gaat een terechte zorg schuil over de toekomst van de Vlaamse opera: in de jaren ’90 groeide die uit tot een federale/Belgische culturele instellingen, die in Brussel huis waarin jong toptalent zich kon ontwikkelen en gevestigd zijn.1 Ook al is het cultuurbeleid in 1970 waarin grote regisseurs als Guy Joosten (thans werk- overgedragen aan de diverse cultuurgemeenschap- zaam in het Lincoln Centre in New York) en Robert pen in België, deze instellingen ressorteren als relicten Carsen hun eerste sporen verdienden met hun originele van de Belgische nationale staat nog onder de federale ensceneringen. De Vlaamse Opera beschikt echter over minister van Wetenschapsbeleid of rechtstreeks on- een budget dat veel lager is dan dat van de Koninklijke der de premier, bij gebrek aan een Belgisch minister Muntschouwburg. Het Ballet en de Vlaamse Opera voor Cultuur. Niet dat zij er zelf onder lijden, want de moeten nu fuseren om hun rendement te verhogen. meeste instellingen zijn intussen wel bedreven in het Het internationale succes van deFilharmonie staat bui- vinden van hun weg in het complexe web van overhe- ten kijf. De twee voormalige intendanten, Jan Raes en den in Brussel. Ze doen er soms zelfs financieel hun Hans Waege, leiden nu de twee grootste toporkesten voordeel mee. En de kunstenaars zelf hebben er ook in Nederland (het Concertgebouw in Amsterdam, resp. niet echt last van; zo wordt er in Brussel veel samenge- het Rotterdams Filharmonisch Orkest). werkt tussen Vlaamse en Franstalige kunstenaars. Maar Het internationaal kunstencentrum deSingel is deze Belgische kroonjuwelen met hun rijke collecties erin geslaagd met een bescheiden budget topartiesten in het hart van Europa hebben een groot potentieel van over de hele wereld naar Vlaanderen te halen. Voor

280 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 de andere grote Vlaamse culturele instellingen geldt buitenland, ze slagen er ook in daarmee zo’n 60% eigen hetzelfde. Naar Vlaamse normen krijgen deze instel- inkomsten te verwezenlijken.5 lingen weliswaar een behoorlijke smak geld, maar in Het Vlaamse ministerie van buitenlands beleid internationaal vergelijkend perspectief lijken ze eerder hield zich sindsdien nog amper bezig met cultuur. De achterop te hinken. Ze worden onvoldoende ingezet Vlaamse vertegenwoordigers dienden zich primair toe voor de internationale uitstraling van Vlaanderen. te leggen op economische samenwerking. Hiermee trad het prille Vlaams buitenlands beleid in de voetsporen Naar een integraal en geïntegreerd Vlaams van het Belgisch buitenlands beleid, dat zich volgens de internationaal cultuurbeleid? Gentse hoogleraar Rik Coolsaet ook toespitst op het Een internationaal cultuurbeleid houdt echter meer economisch beleid.6 Dat Vlaanderen zich als regio wat in dan de internationale uitstraling van enkele waar- betreft buitenlands beleid wil gedragen als een grote devolle grote culturele instellingen. Traditiegetrouw natie, werd nogmaals aangetoond door de invoering is het internationaal cultuurbeleid het terrein van een van een rotatiesysteem van diplomatiek personeel in minister van Cultuur en een minister van Buitenlands 2009, zoals gebruikelijk in de klassieke diplomatie. Beleid. Ieder ministerie heeft dan hiervoor zijn eigen Deze ontwikkeling viel samen met bredere maat- instrumentarium ontwikkeld. Wie het laatste woord schappelijke ontwikkelingen inzake het buitenlands heeft (de minister van Cultuur of die van Buitenlands beleid, waarbij de traditionele instrumenten steeds Beleid), is vaak punt van discussie en verschilt van land meer aan herziening toe zijn. Zo zijn er parallel aan tot land. de diplomatieke circuits talrijke Europese en mondiale Toen Vlaanderen met de staatshervorming van culturele netwerken als paddenstoelen uit de grond ge- 1993 voor het eerst verdragsbevoegdheid verwierf,3 schoten, waarlangs kunstorganisaties in het buitenland trok de christen-democratische Vlaamse minister- vanzelf hun weg vinden. Het bouwen van prestigieuze president Luc van den Brande het internationaal cul- culturele huizen of instituten om de eigen cultuur in het tuurbeleid naar zich toe en voerde hij een actieve image buitenland te presenteren, is ook in andere landen niet building-campagne om Vlaanderen in het buitenland meer de praktijk. Internet, de toegenomen mobiliteit op de kaart te zetten en het Vlaamse identiteitsgevoel en andere technologische communicatiekanalen ma- in het binnenland te versterken (nation building). Hij ken deze klassieke manier van culturele vertegenwoor- voorzag in een beloningspolitiek, waarbij Vlaamse cul- diging deels overbodig. Niet voor niets heeft Duitsland turele gezelschappen die succesvol waren in het bui- de laatste jaren bespaard op zijn Goethe-instituten en tenland en de naam ‘Vlaanderen’ in hun communica- weerklinkt de roep van deze huizen Europese culturele tie voerden, de titel van ‘cultureel ambassadeur’ kregen, instituten te maken. met bijbehorende subsidie-enveloppe. Hier kwam Niettemin kan het voor kleinere naties, zonder vol- echter een einde aan met het aantreden van de paarse waardige diplomatieke vertegenwoordiging, een con- regering in 1999. Met zijn opiniestuk ‘Show the flag currentievoordeel opleveren om juist in te spelen op volstaat niet meer’ kondigde de nieuwe premier, de li- deze nieuwe ontwikkelingen, zoals ‘public diplomacy’ beraal Patrick Dewael, aan dat het internationaal cul- en ‘cultural diplomacy’, waarbij vooral ingezet wordt op tuurbeleid voortaan in het verlengde zou liggen van het contacten met de ‘civil society’ in binnen- en buiten- kunst- en cultuurbeleid.4 Het geoormerkte budget bij land.7 Zo verkeren de Vlaamse vertegenwoordigers in Buitenlands Beleid werd overgeheveld naar het minis- het buitenland vaak in een goede positie om naast de terie van Cultuur, terwijl het internationaal cultuurbe- formele diplomatieke kanalen ook de meer informele leid werd vastgelegd in nieuwe decreten, die na 2000 kanalen aan te spreken en te bespelen. Door de invoe- het licht zagen. ring van het diplomatieke rotatiesysteem van veelvuldige Zo voorzag het kunstendecreet (2 april 2004) overplaatsingen dreigen deze vaak diverse en rijk ver- in projectsubsidies voor het internationaal optreden takte persoonlijke netwerken echter verloren te gaan. van de gezelschappen. De kunst- en cultuursector in Ook in de culturele wereld groeit het besef dat door Vlaanderen floreert de laatste tien jaar, ook internatio- dit verkokerd beleid kansen onbenut blijven. De tijd lijkt naal. Zo zijn de dansgezelschappen Wim Vandekeybus, rijp over de beleidsgrenzen heen weer na te denken Alain Platel, Anne Teresa De Keersmaeker, Sidi Larbi over een meer gemeenschappelijk beleid, met respect Cherkaoui en Meg Stuart niet alleen succesvol in het voor ieders inbreng. Op 25 en 26 oktober 2010 kwam de Vlaamse kunstensector in Bozar in Brussel bijeen

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 281 om met de Vlaamse vertegenwoordigers in het bui- Het Nederlands internationaal cultuurbeleid: tenland te debatteren over het internationaal cultuur­ op koers blijven? beleid. Er werden aanbevelingen geformuleerd om hen In Nederland maken culturele uitwisseling en ontwik- actiever in te schakelen voor de internationale cultu- keling al een tijdje deel uit van een volwaardig interna- rele contacten.8 Tevens werd er gepleit voor een meer tionaal cultuurbeleid. Door de aangekondigde bezui- g­eïntegreerd en integraal internationaal cultuurbeleid. nigingen wordt echter het speciaal daartoe opgerichte De sectorsteunpunten spelen hierin een voortrekkers- platform ‘de Kracht van Cultuur’ tijdelijk ‘on hold’ ge- rol. Zij plegen frequent overleg over de internationale plaatst.10 Vijf jaar geleden besloot Buitenlandse Zaken functie van hun sector en brengen sinds enkele jaren met de beleidsbrief Koers kiezen of wijzigen (mei 2006) een gezamenlijke digitale nieuwsbrief in het Engels het internationaal cultuurbeleid grondig te heroverwe- uit, waarin zij berichten over successen van Vlaamse gen. Er zou meer onderscheid gemaakt worden tussen k­unstorganisaties in het buitenland. Deze bottom up- het strategische en het meer praktische beleid. Zelfs de benadering werpt zijn vruchten af en kan als een vorm prioriteitslanden werden afgeschaft. van public diplomacy beschouwd worden. Wat echter Deze koers werd echter weer gewijzigd met de nog ontbreekt is een overkoepelende beleidsvisie en goedkeuring van de Beleidsbrief Grenzeloze kunst, een instantie, zoals het SICA in Nederland, die de di- 2009-2012. Opmerkelijk is dat – in tegenstelling tot versiteit van de kunst- en cultuursector, en dus ook van Vlaanderen – internationaal cultuurbeleid in Nederland hun internationale werking, coördineert. nog steeds in de eerste plaats buitenlands beleid is. In Een opvallende nieuwkomer in het debat is het deze beleidsbrief worden interessante nieuwe accenten ministerie van Economisch beleid. Met de groeiende gelegd. Zo is het internationaal cultuurbeleid erop ge- aandacht voor de culturele en creatieve ‘industrieën’, richt het erfgoed dat Nederland deelt met andere lan- zowel in Vlaanderen als op Europees vlak, wordt het den (om historische redenen) te onderhouden en meer internationaal cultuurbeleid hoe langer hoe meer in het te koesteren. Er werden opnieuw prioritaire landen verlengde gezien van het economisch beleid. De ideeën aangeduid. Verder wil de Nederlandse overheid de in- van Richard Florida omtrent de ‘creative class’ en de ternationale programmering in Nederland versterken ‘creative city’ hebben de bal aan het rollen gebracht.9 én – nog belangrijker misschien – de Nederlandse cul- In 2004 werd Flanders District of Creativity (Flanders tuur in het buitenland stimuleren. Hieraan ging een DC) opgericht. Deze instantie houdt zich bezig met uitvoerige discussie vooraf over wat de Nederlandse ondersteuning en stimulering van de creatieve indu- culturele identiteit dan wel mocht inhouden. strieën in Vlaanderen. Om de krachten te bundelen Ook in Nederland zien we de creatieve industrieën met andere creatieve regio’s creëerde Flanders DC opduiken als nieuwe spelers in het internationaal cul- het internationale ‘Districts of Creativity Network’, tuurbeleid. Vooral die sectoren die een economische waarin twaalf regio’s uit drie continenten hun crea- meerwaarde hebben of die de culturele en economische tiviteit bevorderen door uitwisseling van ervaringen. uitstraling van Nederland kunnen versterken, worden Internationalisering van deze tak van nijverheid is be- als uithangbord gebruikt. Hierbij denken we aan Dutch langrijk aandachtspunt. Zij werd tot voor kort onvol- design, mode en architectuur. Een ‘flashy’ promotiefilm- doende vertegenwoordigd door Flanders Investment & pje dient dit imago uit te dragen. Het kan beschouwd Trade, het agentschap dat zich toelegt op het buiten- worden als een vorm van ‘public diplomacy’. Hiervoor landse handelsbeleid. Pas recent is er ook een vertegen- dient men echter ook een koppeling te behouden met woordiger voor de creatieve industrie aangesteld. de rest van de kunstensector in Nederland, een belang- Koppeling van internationaal cultuurbeleid aan ont- rijke ‘stakeholder’ voor het Nederlands buitenlands be- wikkelingssamenwerkingsbeleid blijft in Vlaanderen leid. achterwege. Dit komt deels omdat ontwikkelingssa- menwerking een belangrijk onderdeel blijft van het fe- Nederlands-Vlaamse culturele samenwerking deraal buitenlands beleid, deels omdat verkokerd beleid Het Nederlandse en Vlaamse internationaal cultuurbe- ook op dit terrein doorwerkt. Het Vlaams Agentschap leid zijn volop in beweging. Maar hoe is het nu gesteld voor Ontwikkelingssamenwerking is immers een uit- met de culturele samenwerking tussen Nederland en voerend Agentschap, dat ressorteert onder het Vlaams Vlaanderen? Op 17 januari 1995 werd nog plechtig een buitenlands beleid. nieuw cultureel verdrag ondertekend in de Rubenszaal van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in

282 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Antwerpen. De grote doelstelling van ‘culturele inte- hebben nog overheidssturing nodig. Ook al bloeit de gratie’ met Nederland, zoals het in de jaren ’70 en ’’80 concrete culturele samenwerking weelderig, hiervoor is werd geformuleerd, werd niet meer met zoveel woor- gezamenlijk Nederlands-Vlaams beleid nog steeds een den herhaald, maar er bestond nog grote goodwill om noodzaak. met Nederland samen te werken op diverse terreinen, niet alleen wat betreft taal en cultuur, maar ook inzake hoger onderwijs, media en welzijn. Maar de feiten heb- Prof. dr. Annick Schramme is academisch coördina- ben het akkoord ingehaald. Al heeft de vorige Vlaamse tor van de opleiding Cultuurmanagement (TEW) aan regering nog een stevige strategienota (2005-2009) de Universiteit Antwerpen en de masterclass ‘creative uitgewerkt, de Vlaamse natiewording heeft er intussen industries’ aan de Antwerp Management School. Zij is toe geleid dat de aandacht van de Vlaamse overheid voorts adviseur van de schepen voor Cultuur en Toerisme voor culturele samenwerking met Nederland is ver- van de stad Antwerpen, lid van de Commissie Cultureel slapt. Zij wil hoe langer hoe meer een eigen koers varen. Verdrag Vlaanderen-Nederland en lid van de Strategische Voor Nederland is er niet zoveel verschil met vroeger. Adviesraad Cultuur, Jeugd, Sport en Media. Vlaanderen is altijd al het kleine broertje geweest in de samenwerking (bijv. in vergelijking met Duitsland) en het stond nooit bovenaan het verlanglijstje van landen Noten 1 Concreet gaat het om de Koninklijke Muntschouwburg (of waar Nederland mee wilde samenwerken. de nationale opera), het Nationaal Orkest van België, het Paleis Nog fundamenteler misschien is dat we ook in voor Schone Kunsten te Brussel en zeven federale wetenschap- de Nederlands-Vlaamse culturele samenwerking pelijke instellingen: het Algemeen Rijksarchief, de Koninklijke Bibliotheek van België, het Studie- en Documentatiecentrum het klassieke instrumentarium zien afbrokkelen. De Oorlog en Hedendaagse Maatschappij, het Koninklijk Instituut Nederlandse-Vlaamse Commissie Cultureel Verdrag, voor het Kunstpatrimonium, de Koninklijke Musea voor Kunst die moet toezien op de uitvoering van het verdrag, wordt en Geschiedenis, de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België en het Koninklijk Museum voor Midden Afrika (Raad voor in haar huidige vorm door de overheden ter discussie Cultuur – Advies C13/05 – 8 december 2005). Het Koninklijk gesteld, met als belangrijkste argument dat de contacten Belgisch Filmarchief (Cinematek) is officieel geen wetenschap- op het veld zodanig talrijk zijn en dat er zoveel nieuwe pelijke instelling, maar ontvangt als federale partnerinstelling ook subsidies van het federale niveau. spelers zijn bijgekomen, dat de rol van de Commissie 2 Er zijn acht grote Vlaamse culturele instellingen: de Vlaamse heroverweging behoeft. Het andere instrument van Opera, het Koninklijk Ballet van Vlaanderen, deFilharmonie, het de Nederlands-Vlaamse culturele samenwerking, de Brussels Philharmonic, het Museum voor Hedendaagse Kunst in Antwerpen (M HKA), Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Nederlandse Taalunie, die onlangs haar 30ste verjaardag Antwerpen, het internationaal kunstencentrum deSingel en nu ook vierde, blijft een unieke intergouvernementele construc- de popmuziektempel in Brussel ‘Ancienne Belgique’. Zie hierover: tie, die zorg dient te dragen voor onze gemeenschappe- P. Gielen, De kunstinstitutie. Artistieke Instellingen van de Vlaamse Gemeenschap, 2007. lijke taal, het Nederlands. Maar ook haar bestaan is niet 3 Op 18 mei 1993 werd het verdragsrecht goedgekeurd in het verzekerd. Vaak wordt ze blootgesteld aan kritiek vanuit kader van de Sint Michielsakkoorden. de sector, omdat ze ofwel niet ambitieus genoeg zou zijn 4 De Standaard, 16 februari 2002. 5 Katia Segers, A. Schramme & Roel Devriendt, ‘Do Artists of té dirigistisch. Het enige instrument waar wél actief benefit from Arts Policy? The Position of the Performing Artists in in wordt geïnvesteerd, is het huis deBuren in Brussel. In Flanders (2001-2008)’, in: Journal of Arts Management, and 2004 – tijdens het Nederlands voorzitterschap van de Society, jrg. 40, 2010, blz. 1-19. 6 Rik Coolsaet, Het Belgisch buitenlands beleid, 1999. EU – werd het geopend en aangekondigd als een huis 7 Ellen Huijgh & Jan Melissen, Vlaamse publieksdiplomatie dat debat en reflectie op de plaats van de cultuur uit de kampt met groeipijnen, 2008; David Criekemans, De mogelijkheden Lage Landen in Europa moest organiseren en stimu- tot publieksdiplomatie voor regio’s met wetgevende bevoegdheid: welke lessen voor Vlaanderen?, Symposium Publieksdiplomatie, leren. Dit past helemaal binnen de nieuwe aanpak van Lessius Hogeschool Antwerpen, 2009. de Nederlandse regering rond ‘public diplomacy’, waar- 8 ‘Joining the dots. Bouwstenen voor een duurzaam interna- bij op allerlei manieren het bredere publiek betrokken tionaal kunstenbeleid’, in: Courant, jrg. 96, februari-april 2011. De Vlaamse overheid heeft een netwerk van c. 120 vertegenwoordi- wordt bij buitenlands beleid. gers in het buitenland. Belangrijke voorwaarde voor het succes van de- 9 Richard Florida, The rise of the creative class, New York: Basic Buren is de aandacht voor de Europese culturele Books, 2002. 10 De Kracht van Cultuur is een website over cultuur en ontwik- d­imensie. Daarin ligt ook de toekomst van de Vlaams- keling. De site geeft een overzicht van projecten, initiatieven en Nederlandse culturele samenwerking. Projecten zoals doelstellingen van op dit gebied werkzame Nederlandse organisa- ‘Europeana’ of een gezamenlijk audiovisueel beleid ties.

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 283 Marc Hooghe

Ook zonder regering wordt er in België geregeerd

Sinds de federale verkiezingen van juni 2007 sukkelt deelstaten niet zoveel meer weg te halen valt vanuit België van de ene politieke crisis in de andere. Ook de ver- het federale niveau: de Belgische regering zal het ko- vroegde verkiezingen van 2010 brachten wat dat betreft mende decennium vooral moeten bezuinigen om te- weinig soelaas. Toch merkt de modale Belg niet zo veel van gemoet te komen aan de Europese begrotingsnormen. al dat aanslepende politieke getouwtrek: de economie en de De twee regeringen onder leiding van Guy begroting doen het relatief goed, terwijl op het internatio- Verhofstadt (1999-2007) probeerden het thema van nale en Europese vlak België net zo goed zijn rol speelt als de staatshervorming zoveel mogelijk weg te houden tevoren. De Belgische politieke elite blijkt in staat tot heel van de politieke agenda, omdat Verhofstadt goed veel pragmatisme als het over de begroting of de Europese doorhad dat er geen snelle successen meer geboekt Unie gaat. konden worden, en omdat hij de aandacht wilde rich- ten op andere politieke prioriteiten. Die strategie Het Koninkrijk België is de afgelopen decennia gron- keerde echter als een boemerang terug in het gezicht dig hervormd. Tot 1970 was België nog een unitai- van de Belgische politieke elite. In 2007 boekten de re staat, waarbij het politiek gezag werd uitgeoefend Vlaamse christen-democraten van Yves Leterme een door één nationale regering. Opeenvolgende staats- grote verkiezingsoverwinning, met als belangrijkste eis hervormingen hebben het land sindsdien omgevormd een grondige hervorming van de Belgische staat. Zoals tot een volwaardige federatie, waarbij de deelstaten bekend slaagde Leterme er echter niet in die verkie- verantwoordelijk zijn voor een steeds groter pakket zingsbelofte ook uit te voeren, en bij de verkiezingen bevoegdheden. Onderwijs, cultuur, leefmilieu, infra- van 2010 volgde een verdere radicalisering. De Nieuwe structuur en welzijn behoren nu zo goed als volledig Vlaamse Alliantie (N-VA), die in haar programma tot de bevoegdheid van de deelstaten. De regio’s zijn schrijft dat ze het einde van België wil, haalde in ook bevoegd voor het buitenlands beleid dat verband het Vlaams Gewest 28% van de stemmen. Sindsdien houdt met hun bevoegdheden, en ze kunnen hierover blijven de onderhandelingen aanslepen. De Vlaamse verdragen afsluiten met andere landen. partijen willen nog meer autonomie voor de deelsta- ten (onder meer inzake arbeid en sociale zekerheid), Van de ene crisis naar de andere terwijl de Franstalige partijen daar veel minder ver in De vorming van de federale structuur is een proces willen gaan. En er is vooral grote verdeeldheid over met veel horten en stoten geweest; over elke grond- de vraag wie dat allemaal gaat betalen: de Vlaamse wetshervorming is langdurig gebakkeleid. Ook in de partijen schermen steeds opnieuw met het argument jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw kende dat de deelstaten meer financiële verantwoordelijkheid België een aantal langdurige regeringscrises, die steeds moeten krijgen, en dus moeten leren hun eigen boon- weer uitmondden in een nieuw groot compromis. Die tjes te doppen. opeenvolgende staatshervormingen gingen telkens Nu is België wat dat betreft geen uitzondering. In dezelfde richting uit: elke keer werden bevoegdheden vrijwel alle andere federale staten bestaan er financiële overgeheveld van het federale niveau naar het niveau regelingen waardoor de rijke deelgebieden geld afdra- van de deelstaten. Het federale niveau houdt zich nu gen aan de armere deelstaten. Ook in Duitsland zie je nog vooral bezig met justitie, binnen- en buitenlandse dat rijke deelstaten als Beieren of Hessen wel eens mor- zaken, defensie en sociale zekerheid. En ook, en voor- ren over het geld dat zij moeten afdragen aan de arme- al, met het beheer van de nationale schuld, die intussen re Länder in het noorden en het oosten van het land. weer is opgelopen tot bijna 100 procent van het natio- Maar toch worden de principes van de Finanzausgleich naal inkomen (ter vergelijking: in Nederland bedraagt in Duitsland niet echt betwist. In België is dat anders, de schuld 63 procent van het nationaal inkomen). Die omdat er maar twee grotere spelers zijn: het rijkere precaire financiële situatie zorgt ervoor dat er voor de Vlaams Gewest en het armere Waals Gewest. Een

284 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 aantal Vlaamse partijen gaat uit van het standpunt Ondanks de aanhoudende crisis wordt er in België dat elke euro die Vlaanderen afdraagt, verdwijnt in de dus wel degelijk geregeerd. Die ogenschijnlijke conti- zakken van het armlastige Wallonië (Brussel neemt nuïteit valt op twee manieren te verklaren. Enerzijds ook deel aan de transfermechanismen, maar die be- laat het Belgische grondwettelijk systeem toe dat een dragen zijn veel beperkter). De scheidslijn tussen arm ontslagnemende regering alle noodzakelijke dringende en rijk valt dus samen met de taalgrens, en binnen de maatregelen neemt, anderzijds is er het feit dat er – Belgische politieke elite hebben Nederlandstalige en hoewel soms de schijn van het tegendeel wordt gewekt Franstalige politici ook steeds minder met elkaar ge- – over veel belangrijke zaken een zeer grote consensus meen. Het bereiken van een compromis wordt in die bestaat in België. omstandigheden bijzonder moeilijk; ook bijna een jaar na de verkiezingen van 2010 ziet het er niet naar uit Een demissionair kabinet dat er snel een akkoord zal komen over een omvat- Technisch is er niet zoveel verschil tussen de situatie tende grondwetswijziging. in Nederland en België: een demissionair kabinet ont- houdt zich van politiek gevoelige beslissingen. Een Een non-country? ontslagnemende regeringsploeg kan immers niet meer Buitenlandse waarnemers denken daarom vaak dat gecontroleerd worden door het parlement, en mag dus België op de rand van de afgrond staat, en dat het niet veel meer doen dan de continuïteit verzorgen. De land zowat elk moment kan imploderen. Een typisch regering voert het reeds goedgekeurde beleid uit, maar voorbeeld hiervan is het Britse Europarlementslid neemt in principe geen nieuwe initiatieven die een Nigel Farage, die in februari 2010 voorzitter Herman volgende regering zouden kunnen binden. Het grond- Van Rompuy van de Europese Raad voor de voeten wettelijk recht voorziet echter niet in een strakke de- wierp dat iemand uit een ‘non-country’ onmogelijk finitie van wat we nu precies als ‘lopende zaken’ moe- de Europese Unie kon leiden. Farage verwoordde het ten beschouwen. In de praktijk zal die notie dan ook extreem en op een weinig diplomatieke wijze, en hij sterk uitbreiden naarmate de formatie langer duurt en kreeg hiervoor trouwens een financiële sanctie van er geen uitzicht is op een regering met volheid van de voorzitter van het Europees Parlement. Maar het bevoegdheden. Een duidelijk voorbeeld hiervan le- idee dat België een mislukte staat is, leeft wel dege- vert het centraal loonakkoord voor 2011 en 2012. In lijk in het buitenland. Het komt daarom vaak als een principe beslissen de sociale partners (vakbonden en complete verrassing, als blijkt dat de Belgen zich nog werkgevers) hier zelf over, en hoeft de regering niets prima uit de slag kunnen trekken. Het tekort op de te doen. In februari 2011 besloot de socialistische vak- begroting blijft onder de Europese norm, ook de werk- bond echter het voorliggende ontwerp-akkoord niet te loosheid daalt, en de Nationale Bank verwacht voor ondertekenen, waardoor de regering wel gedwongen 2011 een economische groei van 1,8%. werd een beslissing te nemen. De regering nam het Je zou zelfs meer kunnen zeggen: België rijdt niet ontwerp-akkoord grotendeels over, inclusief een strak- alleen goed mee in het Europees economisch peloton, ke loonmatiging tot eind 2012. Het gaat hier duidelijk maar neemt ook wel degelijk eigen initiatieven. Het om ‘nieuw’ beleid, maar het was in de praktijk onmo- Belgische voorzitterschap van de EU in de tweede gelijk om géén beslissing te nemen. helft van 2010 werd zonder meer een succes, met onder Voor andere thema’s heeft premier Leterme de ge- meer een akkoord over een strenger financieel toezicht woonte aangenomen te consulteren met het parlement, en een strakker begrotingsbeleid voor de Europese lid- of toch in elk geval met de belangrijkste fracties daar- staten. Er kwam ook een gedeeltelijke doorbraak over van. Zo werd de interventie in Libië vrijwel unaniem de regeling van een Europees patent; de Britse zaken- door de Kamer goedgekeurd. Dat betekent dat de op- krant de Financial Times noemde België zelfs zonder dracht eigenlijk niet eens onder lopende zaken valt: het meer ‘de ideale EU-voorzitter’. De ontslagnemende parlement blijft immers te allen tijde soeverein, en de regering-Leterme besloot in maart 2011 een nieuwe volksvertegenwoordigers mogen dus besluiten de re- gouverneur van de Nationale Bank te benoemen, en in gering de opdracht te geven tussenbeide te komen in samenspraak met het parlement nam de regering ook Libië. Alleen de nationalistische N-VA vindt soms dat deel aan de militaire actie in Libië. de demissionaire regering-Leterme wat al te voortva-

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 285 rend haar bevoegdheden invult. Dat is ook logisch: die ming van Luc Coene als gouverneur van de Nationale partij heeft de verkiezingen van juni 2010 gewonnen, Bank was zo goed als onomstreden. Alle partijen be- maar ze heeft die overwinning nog niet kunnen verzil- seften dat in de huidige economische omstandigheden veren. Leterme pleegt die kritiek te pareren door met het onverantwoord zou zijn de Nationale Bank zon- zijn officiële toegangsbadge van de ‘Wetstraat 16’ (dat der duidelijk leiderschap te laten; bovendien is het ook is het ambtsadres van de Belgische premier) te zwaaien: duidelijk dat Coene de geknipte kandidaat was. Maar als de N-VA erin slaagt een regering te vormen, dan wil er heerst onder alle Belgische politieke partijen vooral hij onmiddellijk zijn badge afstaan. ook een zeer sterke mate van Europese loyaliteit. Als de Toch spelen de Belgische nationalisten het spel Europese Commissie een begrotingsnorm vooropstelt, ook niet zo hard als ze in feite zouden kunnen. Men dan gaan de Belgische politici ervan uit dat die norm mag immers niet vergeten dat de huidige opmars van ook wordt gehaald, en niemand denkt er zelfs maar Vlaams nationalisme vooral economisch geïnspi- aan de regeringscrisis als excuus te gebruiken om aan reerd is. Het argument dat telkens terugkeert, is dat die verplichting te ontsnappen. de Vlaamse economie het veel beter zou doen als de Binnen de Belgische politiek is euroscepticisme zo Vlamingen verlost zouden zijn van het economisch goed als onmogelijk. Zelfs populistische en nationalis- wat minder goed presterende Wallonië. Culturele ar- tische partijen, die in andere landen vaak een vijandige gumenten, die vroeger heel belangrijk waren bij het houding aannemen tegen het Europese integratiepro- Vlaams nationalisme, worden nu niet meer gebruikt, ces, staan in België nog volledig achter de Europese terwijl de verhouding tussen de N-VA en de belang- Unie. Alleen sommige leden van de socialistische par- rijkste culturele iconen in Vlaanderen zelfs ronduit tij laten zich nog weleens verleiden tot wat goedkoop slecht genoemd kan worden. Gelet op die economi- euroscepticisme, als ze de Unie beschuldigen van ‘so- sche overwegingen heeft niemand er dus belang bij ciale afbraak’, maar meestal komen er vanuit de eigen de financiële en economische toestand volledig uit de partij al meteen genoeg reacties op die stellingname. hand te laten lopen. Uiteindelijk zal er immers altijd Gedeeltelijk zou je die grote mate van consensus iemand de brokken moeten betalen; gelet op de fiscale over de Europese integratie kunnen verklaren door ei- draagkracht, zal dat toch in eerste instantie de Vlaamse genbelang. De EU, en alles wat daar omheen hangt, is belastingbetaler zijn. De politieke ‘verrottingsstrate- een belangrijke werkgever in Brussel; België heeft er gie’, die een tijdje werd gevolgd door extremisten in de dus zeker geen belang bij de Unie tegen de haren in Vlaamse beweging, heeft in de praktijk dan ook geen te strijken. Toch is dat niet de belangrijkste drijfveer: fervente aanhangers meer. de meeste van die banen komen immers ten goede aan niet-Belgen, en bovendien heeft de Unie ook heel wat Consensus over Europa nadelen voor de modale Brusselaar. Zelfs voor iemand Het demissionaire kabinet-Leterme slaagt er dus in de met een meer dan gemiddeld inkomen is de hele oos- continuïteit te waarborgen, en de regering kleurt daar- telijke rand van Brussel, waar de Eurocraten zich graag bij keurig binnen de lijntjes van de grondwettelijke vestigen, zo goed als onbetaalbaar geworden. Toch is er orde. Naarmate de crisis langer aansleept, worden die in de Belgische samenleving en in de Belgische politiek lijntjes echter steeds ruimer. Maar er is nog een tweede nauwelijks sprake van vijandigheid ten opzichte van reden waarom Leterme zo gemakkelijk de Belgische Europa: de Belgen waren en blijven goede Europeanen. positie kan handhaven. In feite zijn de Belgische poli- Die Europese integratie zet, en dat is toch wel tieke partijen het over heel veel zaken roerend eens en een beetje ironisch, ook wel de Benelux-gedachte is er niemand die het in zijn hoofd zou halen te pro- onder druk. Je merkt dat de relatie tussen België en testeren tegen wat vaak niet veel meer is dan het uit- Nederland de afgelopen decennia, helaas, wat koeler voeren van een politieke consensus. Dat is een vreem- is geworden. Dat heeft te maken met een aantal con- de contradictie in de Belgische politiek: op het eerste crete dossiers, zoals de IJzeren Rijn, de verdieping van gezicht zijn we het over alles oneens, maar in werke- de Schelde, of de afloop van de Fortis-zaak in 2008. lijkheid zijn er ook meer dan genoeg zaken waarover Maar wat ook meespeelt en op een meer structurele de overeenstemming zo goed als algemeen is, zowel bij wijze een wig drijft tussen beide landen, is het grote Nederlandstaligen als bij Franstaligen. Zoals reeds ge- verschil in houding ten aanzien van Europa. Als de zegd was er eigenlijk geen oppositie tegen het besluit drie Benelux-landen erin zouden slagen vaker tot een militair geweld te gebruiken in Libië. Ook de benoe- gemeenschappelijk standpunt te komen binnen de

286 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 De Belgische staat heeft nooit een sterke legi- Europese Unie, dan zouden we hetzelfde gewicht heb- timiteit kunnen verwerven, en ook de pogingen tot ben als een middelgrote lidstaat van 27 miljoen inwo- natievorming zijn gedeeltelijk mislukt. Dat verzwakt ners. Maar in de praktijk zie je al te vaak dat het pro- de staatsinstellingen en het maakt de Belgische staat Europese standpunt van België niet volledig gedeeld kwetsbaar voor nationalistische stromingen. Maar wordt door Den Haag. tegelijk is die mislukte natievorming ook een onge- looflijke troef, omdat de Belgische bevolking daardoor België in Europa ook zeer gemakkelijk gewonnen kan worden voor het Ondanks de aanslepende crisis zijn alle partijen het proces van Europese integratie. Het huidige grond- dus over één ding eens: de toekomst van België ligt gebied van België is al eeuwenlang een ontmoetings- in Europa. Dat is voor een flink gedeelte eigenbelang: plaats voor Europese landen en culturen. De afgelo- we hebben de Europese Unie broodnodig. Als België pen eeuwen betekende dit helaas vooral dat militaire nu nog een eigen nationale munt had gehad, dan had conflicten werden uitgevochten op ons grondgebied. de aanhoudende politieke instabiliteit al lang geleid Vanaf de tweede helft van de 20ste eeuw werd België tot speculatie tegen België, een devaluatie en dus een echter vooral een politieke en economische ontmoe- collectieve verarming. De laatste keer dat dit gebeurde tingsplaats voor Europa, met als sluitstuk de vestiging was in 1982, toen de Belgische frank met 8,5% deva- van de Europese instellingen in Brussel. De Belgen lueerde. Nu is er echter niets van dit alles, en België mogen dan al ruziën over de vraag of ze nu eerst en kan rustig schuilen onder de koepel van de eurozo- vooral Vlaming, Brusselaar, Waal of Belg willen zijn, ne. Dat is in zekere zin het tweesnijdend zwaard van in de praktijk is het voor iedereen duidelijk dat onze de Europese financiële integratie. De Belgen mogen toekomst enkel en alleen in Europa kan liggen. zich gelukkig prijzen dat ze deel uitmaken van de Eurozone, anders waren de gevolgen niet te overzien. Anderzijds is daardoor ook de externe druk wegge- Prof. dr. Marc Hooghe is hoogleraar politieke weten- vallen om snel een regering te vormen: als er nu nog schappen aan de universiteiten van Leuven en Lille-II. een Belgische frank zou bestaan, dan was er – noodge- dwongen – al lang een regeerakkoord. Heeft u internationale ambities?

Van 19 september tot 9 december 2011 houdt Instituut Clingendael de 66e Leergang Buitenlandse Betrekkingen

De Leergang Buitenlandse Betrekkingen (LBB) is een voorbeeld beleidsmedewerkers van diverse ministe- fulltime postdoctorale opleiding die bedoeld is voor ries, medewerkers van ontwikkelings­organisaties of mensen van academisch niveau die in hun werk te andere NGOs, buitenlandredacties van dagbladen, maken hebben met internationale vraagstukken maar ook mensen uit het internationale bedrijfs- of die zich willen oriënteren op een loopbaan in leven. Particuliere deelnemers kunnen zich via hun een i­nternationale context. U analyseert a­ctuele organisatie laten inschrijven of zich direct aanmel- ­internationale vraagstukken, ontwikkelt een den. Voor recent afgestudeerde academici heeft beleidsgerichte visie én traint een groot aantal Instituut Clingendael een beperkt aantal beurzen b­eleidsvaardigheden, zoals onderhandelen, rappor- beschikbaar gesteld. teren, debatteren en lobbyen. Voor nadere informatie over de opleiding en de De leergang is een belangrijke stap in de richting aanmeldprocedure kunt u terecht op de website: van een carrière in de internationale betrekkingen http://www.clingendael.nl/cdsp/training/lbb, of biedt professionals goede mogelijkheden voor of contact opnemen met Instituut Clingendael opfrissing van kennis en bijscholing. De cursus biedt via e-mail ([email protected]) of telefoon een uitdagend en gebalanceerd curriculum voor bij- 070 374 66 28.

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 287 Filmrecensie Lisette van der Ark

De rubriek Filmrecensies staat onder redactie van Susanne Kamerling. Zij staat open voor ideeën en suggesties: [email protected]

Jonge soldaten op hun eerste missie

Titel: Armadillo Regisseur: Janus Metz Producent: Ronnie Fridthjof en Sara Stockmann voor Fridthjof Film A/S Jaar: 2010 Infomatie: kleur, 100 minuten. Bijzonderheden: In première op het filmfestival in Cannes 2010; één van de best bezochte films op het International Documentary Film Festival Amsterdam (IDFA) (vertoning bijgewoond op 20 november 2010). Beschikbaarheid: Verkrijgbaar op DVD.

‘Armadillo: the Afghan war docu- mentary that shocked Denmark,’ kopte een artikel in The Guardian van 3 juni 2010. De film draaide op dat moment in Deense biosco- pen en trok volle zalen. Leden van de Deense regering, politici en de hoogste militaire rangen hadden de film al gezien. De discussie richtte zich volgens het artikel op de rol van de Deense soldaten in Afghanistan. Terwijl de Deense bevolking zich in een peacekeeping-missie waande, laat de film beelden zien van zeer gevaarlijke, gewelddadige situaties. De regisseur, Janus Metz, ging als ‘embedded’ journalist mee met de Deense missie, en is in staat geble- Armadillo (copyright: Fridthjof Film A/S) ken de snelle overgang tussen ‘saaie patrouilles’ en heftige gevechts­ situaties treffend vast te leggen. en juridisch juist hadden gehandeld: meemaken, maar laten verdere Ook in Nederland riep de film één van de soldaten vertelt in de film analyse en eventuele oordelen over discussie op. Het ministerie van dat zij geschoten hebben op zwaar aan de kijker, die hier verschillende Defensie nodigde Metz uit de film bij gewonde, wegkruipende Taliban- boodschappen uit kan halen. De film het ministerie te tonen, om daarna strijders. Ten tweede vroegen de toont volgens een recensent van intern de discussie erover aan te bezoekers zich af of de militaire IDFA vooral ‘door adrenaline gedre- gaan. De film zorgde bij vertoning inzet in Afghanistan wel zin heeft in ven soldaten’. Tegelijkertijd zou je ook voor debat onder het publiek ‘zo’n gevaarlijke situatie’. Volgens er gewone jonge jongens in kunnen van het IDFA. Twee vragen stonden de bezoekers zou deze inzet weinig zien, die voor het eerst kennisma- hierbij centraal: ten eerste vroeg het ruimte laten voor wederopbouw. ken met de ruwe werkelijkheid van publiek zich hardop af of de Deense Op geen van beide vragen gevechtssituaties. Uiteraard worden militairen in de heftige gevechtssitu- geeft de film antwoord. De beelden zij door adrenaline gedreven, maar aties die de film toonde, wel ethisch registreren wat de manschappen dit is een ‘natuurlijke’ manier om de

288 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Armadillo (copyright: Fridthjof Film A/S)

zeer heftige situaties te verwerken, van het geweldsincident vooral delijke wijze dat de realiteit een stuk die de betrokken militairen bijna het komt door de grote hoeveelheid complexer is dan de Nederlandse leven kostten. Juist op die momen- adrenaline die ze ervoeren. Weer een besluitvorming doet geloven. ten is een belangrijke rol weggelegd andere soldaat benadrukt dat het Ontwikkelingsexpert Martine voor de meer ervaren leidinggeven- voor buitenstaanders niet mogelijk van Bijlert, die in de hoorzitting over den, die ervoor behoren te zorgen is over de situatie te oordelen. De de politiemissie naar Kunduz aangaf dat de emoties op een goede manier soldaten verschillen ook van mening dat zij in Afghanistan heeft geleerd worden gekanaliseerd. Mijn grootste over de toekomst. Terwijl de ene dat de werkelijkheid ingewikkelder vraag aan het einde van de film was soldaat het gevoel heeft met zijn is dan ‘voor’ of ‘tegen’, krijgt met dan ook of die leidinggevenden vol- optreden ‘een verschil te hebben Armadillo gelijk. Uiteindelijk gaat doende betrokken waren na heftige gemaakt’, geeft een ander aan zo’n het vaak om het (leren) toepassen confrontaties met de Taliban. Juist situatie liever niet nog eens mee te van de juiste morele en juridische bij jonge militairen – op eerste uit- willen maken. grenzen, zowel als land als voor de zending – is dat erg belangrijk. Wat Dat verschil in beoordeling individuele soldaat. Als Armadillo er precies gebeurd is bij de getoonde achteraf is het meest interessant. De iets duidelijk maakt, dan is het vechtsituaties, en of de situatie film laat zien hoe complex de ma- dat dit meer context-afhankelijk is voldeed aan de juridische richtlijnen, terie is: hoe moeilijk het voor jonge dan in de politieke discussie over is in de film niet te zien. De film re- soldaten is hun rol, doel en optreden ‘Kunduz’ naar voren leek te komen. gistreert vooral de chaos. Regisseur te kunnen analyseren en de gevol- Metz zegt daarover dat de soldaten gen ervan te kunnen overzien. Extra zelf misschien niet eens weten wat begeleiding en terugkoppeling van Lisette van der Ark MSc schreef er precies gebeurd is. meer ervaren soldaten is dan van haar Masterscriptie over legiti- Dit blijkt ook uit een discussie in belang. Hoewel de Nederlandse mili- miteit van militaire interventies het Deense peloton naar aanleiding tairen zich tot 2010 in een provincie in Kosovo, Afghanistan en Irak. van het veel besproken incident met bevonden die als iets veiliger bekend Als stagiaire bij het Clingendael de Taliban-strijders. Terwijl de ene staat dan Helmand – waar de Denen Security & Conflict Programme soldaat aangeeft te begrijpen dat dit zaten – kunnen we uit deze film (CSCP) in 2010 werkte zij mee aan voor de buitenwereld niet goed over- de nodige parallellen trekken voor het Cordaid 3D-project. komt, legt een andere soldaat uit dat besluitvorming over de Nederlandse de luchtige toon bij de nabespreking militaire inzet. De film toont op dui-

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 289 Boekbesprekingen

Belgische diplomatie in alle weersomstandigheden

Raoul Delcorde Belgische Diplomaten. Tielt: Uitgeverij Lannoo, 2010; 208 blz.; € 60,=; ISBN: 978-90-209-9223-6

Recent verscheen een prachtig Naast hun externe politieke rol Perzië (1888) en China (spoorweg nieuw boek over de Belgische diplo- hebben diplomaten ook een consu- Peking-Hankoe, 1898-1906). matie. Dit collector’s item, dat van laire opdracht, verrichten ze taken in De Belgische diplomatie volgde de hand is van Ambassadeur Raoul de economische diplomatie, hebben in het kielzog van deze economi- Delcorde, beschrijft de evolutie van ze een ondersteunende rol in de ont- sche contacten, en droeg verder bij het profiel van de Belgische diplo- wikkelingssamenwerking en treden tot de ontsluiting van deze nieuwe maat, en illustreert het met uniek ze soms ook op als ambtenaar van markten. De Belgische diplomatieke beeldmateriaal. Nagenoeg de gehele de burgerlijke stand én bij gelegen- posten stonden dus vooral ten dien- eerste helft van het boek wordt ge- heid zelfs als notaris. Tot slot is er ste van de economische en commer- wijd aan een historisch overzicht van ook de informele rol van de diplo- ciële expansie van het land. Rond de de ontwikkeling van de Belgische maat als vertrouwenspersoon (voor eeuwwisseling was België uitge- diplomatie vanaf 1830 tot heden. Belgen) in het buitenland. Kortom, groeid tot het meest geïndustria- Daarna wordt meer inzicht gebo- de rol van de hedendaagse diplo- liseerde land ter wereld, de vijfde den in de evolutie van de Belgische maat is veelzijdig en vraagt naast economische macht en de vierde diplomatieke carrière doorheen veel inzet vooral een flexibele en grootste uitvoerende mogendheid verschillende tijdsgewrichten. In het open houding naar nieuwe culturen (blz. 45). De belangen van de grote derde deel worden enige portretten toe. Wat al wel eens vergeten wordt; economische groepen (Empain, de van Belgische diplomaten gepre- een diplomaat verkeert niet alleen in Société Générale, …) liepen overigens senteerd. Het boek eindigt met een ‘hogere kringen’, maar moet ook in parallel met de expansiepolitiek ruim overzicht van allerlei data over staat zijn met mensen uit de ganse van koning Leopold II. Dit op zich het hedendaagse Belgische diploma- samenleving te communiceren. zelf leidde dan weer tot de profes- tieke bedrijf, in al zijn facetten. sionalisering van het corps diplo- Niet meer dan zo’n vierhonderd Geschiedenis matique, die toegeschreven wordt individuen kunnen zich vandaag Deel één van het boek, de histori- aan baron de Faverau, minister van de dag federaal Belgisch diplomaat sche component, is erg interessant. Buitenlandse Zaken tussen 1896 en noemen. Dat aantal is bijzonder Op een toegankelijke wijze wordt de 1907. Ook secretaris-generaal baron beperkt, zeker als men dit vergelijkt geschiedenis van de Belgische diplo- Lambermont, die 45 jaar in functie met het Nederlandse diploma- matie in penseeltrekken geschetst. bleef, geldt als één van de meest tieke corps, dat verhoudingsgewijs Het interessante toeval is dat de ge- briljante Belgische diplomaten van misschien wel ongeveer dubbel zo boorte van de moderne diplomatie de negentiende eeuw tot 1914. groot is. Als gevolg hiervan kunnen min of meer samenviel met de op- Het interbellum bracht een nieu- Belgische diplomaten zich moeilij- richting van de Belgische staat (blz. we situatie voor het land. In deze ker specialiseren, maar worden ze 20). De Belgische diplomatie speelde donkere dagen zochten Belgische geacht een veelheid van taken en aanvankelijk vooral een economi- bewindslieden en diplomaten naar typen van buitenlandse contacten sche rol; het kleine land was steeds akkoorden met meerdere staten, en aan te gaan. Belgische diplomaten op zoek naar nieuwe economische droegen ze bij tot het prille multila- zijn daarom ‘all weather diplomats’. afzetgebieden. Boeiend is de in de teralisme. Vanaf medio jaren 1930 In de buitenlandse politiek kun- literatuur niet zo bekende ‘spoor- pleitte minister van Buitenlandse nen ze van een bilaterale post naar wegdiplomatie’ van België. Dankzij Zaken Paul-Henri Spaak voor een een multilaterale of Europese post hun grootkapitaal en know-how ‘onafhankelijkheidspolitiek’, een bui- verhuizen, en vice versa. konden Belgen een rol van betekenis tenlandse politiek die uitsluitend en spelen in landen als Mexico (1895), volledig Belgisch was (blz. 55). Het

290 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 land moest zich kunnen bevrijden van de Algemene Vergadering van adellijke, gegoede kringen (tus- van zijn internationale verbintenis- de VN. Tegelijkertijd kwam België sen 1831 en 1913 was 70% van de sen, zodat het zijn eigen verdedi- tegen wil en dank in een ‘kamp’ diplomaten van adellijke afkomst) gingsmiddelen kon ontwikkelen; terecht, gesymboliseerd door Spaaks tot een tegenwoordig zeer brede het was een politiek die uiteindelijk fameuze ‘nous avons peur’-rede in de rekrutering in alle maatschappe- zou falen. Buitenlandse Zaken was Algemene Vergadering, over de poli- lijke lagen van de bevolking, en uit in deze dagen zeer hiërarchisch tiek van de Sovjetunie. Amerikaanse vrijwel alle politieke stromingen opgebouwd, waarbij alle belangrijke bescherming werd volgens Delcorde (blz. 105). Het diplomatieke examen beslissingen werden genomen door beschouwd als een aanbod ‘dat wordt in België als één van de secretaris-generaal Van Langenhove, men niet kon weigeren’, vooral moeilijkste van de openbare dienst kabinetschef Le Ghait en directeur- vanwege de Marshall-hulp (blz. 68- beschouwd. Vooral na 1945 vonden generaal Politiek Van Zuylen (blz. 70). Sommige ambassadeurs, zoals een belangrijke professionalisering 56). In deze jaren opent België d’Ursel en Van Zuylen, die zelf had- en een uitbreiding plaats (320 in vooral nieuwe posten in Centraal- en den geweigerd Spaaks instructies op 1960, 370 in 1970, 403 in 1980, 434 Oost-Europa. Uiteindelijk werd in te volgen, werden definitief aan de in 2008, met een daling sindsdien) 1935 ook een post in communistisch kant geschoven. (blz. 120). Ook het taalregime kende Moskou geopend. Vanaf het einde van de jaren een evolutie; in 1951 waren er 269 De diplomatie tijdens de oor- ’50 waren twee ontwikkelingen van Franstalige diplomaten versus 49 logsjaren was er één van verwarring. bijzonder belang; het Verdrag van Nederlandstaligen (blz. 123). Dankzij De regering was in Londen, koning Rome (1957) en de Europese inte- adjunct-buitenlandminister Fayat Leopold III bleef in België. Gedurende gratie enerzijds en de onafhankelijk- werd een politiek van positieve de hele zomer van 1940 kreeg het heidsverklaring van Congo in 1960 discriminatie voor Nederlandstaligen corps diplomatique geen enkele anderzijds. Het Europese integratie- doorgevoerd (blz. 124). In 1975 wa- instructie over de te volgen gedrags- proces werd voor België tussen 1959 ren er 200 Nederlandstaligen tegen lijn (blz. 62). Volgens Delcorde liet de en 1979 behartigd door permanent 194 Franstaligen, in 1990 227 versus regering zich door diplomaat Emile voorzitter Joseph Van der Meulen, 177 (blz. 125). Thans zijn er steevast de Cartier de Marchienne overtuigen een oude getrouwe van Spaak. Als lid te weinig Franstalige kandidaten dat een verzetsregering in Londen van COREPER werd hij een sterke ver- voor de diplomatieke carrière, bij ge- de enige oplossing was. Graaf Louis dediger van de rol van de Europese brek aan kennis van het Nederlands. d’Ursel, gevolmachtigd minister Commissie. Hij beschreef de sfeer Helaas gaat Delcorde op die pro- in Bern, stuurde dan weer andere in het Comité des Représentants blemen niet in detail in. Het aantal ‘waardevolle aanwijzingen’, die Permanents ooit als een ‘klimaat vrouwen steeg geleidelijk aan (2% in geïnspireerd waren door de visie van van broederlijke samenzwering’ 1970, 4% in 1980, 9% in 1990), maar Leopold III en de entourage rond de (blz. 76). Talrijke medewerkers van blijft toch nog altijd uiterst onder- koning. De diplomatie was verdeeld Van der Meulen werden later zelf maats (17% in 2009) (blz. 128). in twee kampen, maar uiteindelijk ambassadeur en waren door hem als Deel drie van het boek beschrijft wees De Cartier de Marchienne graaf het ware geschoold in de Europese enige portretten van Belgische di- d’Ursel terecht; alleen de regering gedachte. plomaten. Spijtig genoeg is dit deel kon diplomatieke instructies geven, Het dossier-Congo vormde dan ietwat kort en nogal arbitrair. Alleen niet de diplomatieke raadgevers weer ‘de eerste diplomatieke crisis de naam van Ambassadeur Paul van de koning. Een kopie van zijn die het land doormaakte sinds de Noterdaeme is in Nederlandstalige telegram werd naar enige Belgische Tweede Wereldoorlog’ (blz. 78). kringen bekend. De bijlagen in het gezantschappen in het buitenland Tussen 1960 en 1980 trachtte België boek zijn dan weer nuttig voor on- gestuurd, en vormde de aanleiding onophoudelijk de betrekkingen te derzoekers; hier wordt een zeer rijke voor minister Spaak het heft weer in ‘normaliseren’, evenwel zonder suc- hoeveelheid data over de Belgische eigen handen te nemen (blz. 62); op ces. Pas in 1999 werd een nieuwe diplomatie geboden; over de evolu- 6 december 1940 kregen alle posten politiek onder buitenlandminister tie in de diplomatieke posten en het precieze instructies, met als centrale Louis Michel op poten gezet, maar diplomatieke lexicon. lijn: ‘België en Duitsland bevinden de afgelopen jaren tonen aan hoe Delcorde toont ook aan hoe het zich nog steeds op voet van oorlog.’ moeilijk de relatie blijft. Belgische diplomatieke korps zich Vanaf 1945 ging België actief bij- heeft aangepast aan de staatsher- dragen aan de nieuwe internationale De diplomatieke carrière vorming en aan het groeiende aan- economische en veiligheidsarchitec- Deel twee van het boek bespreekt deel van de regio’s in internationale tuur als founding member. Spaak de diplomatieke carrière. Deze activiteiten, zoals de commerciële werd verkozen tot eerste voorzitter evolueerde van een rekrutering in promotie en de culturele vertegen-

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 291 woordiging in het buitenland. Een Europese Unie. Wat zal de impact punt van kritiek is wel dat dit laatste zijn van de recente creatie van een Dr. David Criekemans do- element nog verder uitgewerkt European External Action Service ceert Belgisch en Vergelijkend had kunnen worden. Er bestaan (EEAS) op het functioneren van de Buitenlands Beleid aan de tegenwoordig immers ook andere nationale diplomaten? Zullen natio- Universiteit Antwerpen en Belgische ‘diplomaten’, de politieke nale diplomaten overbodig worden, Geopolitiek aan het International vertegenwoordigers van de gewest- of toch niet? Retorisch stelt Delcorde Centre for Geopolitical Studies en gemeenschapsregeringen. Ook zij zich in deze context wel de vraag: in Genève. Hij is tevens Senior dragen een diplomatiek paspoort ‘staan we aan de vooravond van een Onderzoeker Europese en en worden naar het buitenland toe nieuwe culturele revolutie in ons be- Mondiale Verhoudingen aan het voorgesteld als diplomaten die zich roep?’ (blz. 165). Misschien is het nu Vlaams Steunpunt Buitenlands specialiseren in de functionele dos- nog te vroeg deze vragen te stellen, Beleid te Antwerpen. siers van de regionale regeringen. maar zeker de komende jaren wordt Vlaanderen heeft thans elf dergelijke het de moeite waard dit alles nader posten, Wallonië heeft er zestien. De te onderzoeken. Vlaamse regering beschouwt Den Haag overigens als haar belangrijk- David Criekemans ste bilaterale post. Een andere lacune in het boek betreft de ontwikkelingen in de

Waar Europese integratie echt om draait

Bob van den Bos De Europese Unie in een notendop. Amsterdam: Bert Bakker, 2010; 216 blz.; € 9,95; ISBN: 978-90-351-3570-3

De Europese Unie in een notendop eerste plaats een politieke club is, In het tweede deel van het boek pas- zegt meteen waar het op staat. Al bestaande uit landen die beseffen seert min of meer het hele pallet van in de inleiding heeft auteur Bob van dat ze elk afzonderlijk te klein zijn Europese beleidsdomeinen de revue. den Bos het over de bestaansreden om de uitdagingen van vandaag aan Het beleid inzake zeevaart, interne van de Europese Unie: het maat- te pakken. En die dus samen regels markt, cultuur, natuur, grensbewa- schappelijk verkeer overschrijdt maken, omdat dit beter en efficiën- king en vele andere terreinen wordt, nationale grenzen, de vervlechting ter is voor de economie, het milieu, meestal heel beknopt, behandeld. van de economieën vraagt om het dierenwelzijn, de consumenten- Het boek is, in tegenstelling gemeenschappelijke regelingen bescherming, enz., dan wanneer ze tot nogal wat literatuur over de en – vooral – problemen van allerlei dat elk afzonderlijk zouden doen. Europese politiek, fris en helder aard kunnen niet meer op nationale De auteur geeft ook aan hoe hij geschreven. Jargon en ambtelijk schaal worden opgelost. zelf staat tegenover de Europese taalgebruik worden vermeden, waar- Het debat over Europa heeft integratie. Het is voor hem geen door het een breed publiek moet in Nederland enige tijd geleden ongewenst natuurverschijn- kunnen aanspreken. De auteur geeft een nogal spectaculaire wending sel. Integendeel, voor die steeds het ook zelf, terecht, aan: Europese genomen. In Vlaanderen gebeurt intensievere samenwerking waren politiek is minder ontoegankelijk dit op een meer sluipende manier, er goede redenen en – voegt hij er dan vaak wordt gesuggereerd. De maar de tendens om het nut van de uitdrukkelijk aan toe – die zijn er nog Europese Unie in een notendop zou in Europese samenwerking op zich zelf altijd. het onderwijs als handboek kunnen in vraag te stellen, is er ook merk- De geschiedenis van de Europese worden gebruikt, maar dan mogen baar. In zo’n context is het altijd integratie komt beknopt aan bod, er wel nog enkele verbeteringen nuttig, zelfs noodzakelijk, om eens net als de manier van besluitvor- worden aangebracht, vooral in de terug te keren naar de essentie. En ming. Er is ook een stuk over het structuur. Zo wordt er af en toe die is dat de Europese Unie in de democratisch gehalte van de Unie. van de hak op de tak gesprongen,

292 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 worden doorslaggevende ontwik- Europaliteratuur sluipt, maar dat de en over de ingrijpende evoluties kelingen soms in één adem verteld Europese Raad het belangrijkste or- in talrijke beleidsdomeinen. Maar met anekdotes en details en zijn gaan is in de Unie, en dat er hier een welke grote krachtlijnen ziet hij hoofd- en bijzaken niet altijd goed dominantie is van de grote landen, hierin, welke debatten komen er nu van elkaar onderscheiden. Er wordt met op kop Frankrijk en Duitsland, nog aan en wat leert dit alles ons in het hoofdstuk over de instellingen wordt wel als ‘feitelijke informatie’ over de toekomst van de Europese bijvoorbeeld evenveel ruimte be- meegegeven. Eigenlijk gaat het hier politiek? Als er een tweede editie steed aan de uitleg over het Comité om een nogal Nederlandse interpre- van het boek komt, dan mag de van de Regio’s als aan de toelichting tatie van de verhoudingen, waar ook auteur ons daar in een conclusie wel over het Hof van Justitie. Dat advie- wel wat tegenin te brengen valt. Er een en ander over vertellen, in die zen van het Comité van de Regio’s zijn in het recente verleden genoeg zelfde aangename schrijfstijl die hij door geen enkele beleidsmaker zelfs dossiers te vinden waar Frankrijk en ook in de rest van het boek hanteert. maar gelezen worden, wordt niet Duitsland gezamenlijk in het zand vermeld. beten. Of waarbij de oorspronkelijke Hendrik Vos Ook heel actuele ontwikkelin- standpunten zo ver uit elkaar lagen, gen (tot eind 2010) zijn in het boek dat hun uiteindelijke compromis- verwerkt: recente afspraken over het tekst wel een visie moest weerspie- Hendrik Vos is directeur van het verscherpt toezicht op de financiële gelen waar ook alle andere lidstaten Centrum voor EU Studies van de sector of de implementatie van het zich min of meer in konden vinden. Universiteit Gent. Verdrag van Lissabon komen al ter Wat ook enigszins onderbelicht sprake. Af en toe sluipt er wel een wordt in het boek, is de politieke en foutje in het boek. Zo is Estland, en vaak ook ideologische discussie die niet Letland, recent toegetreden tot met de Europese politiek samen- de eurozone. hangt. De richting die de Europese Het boek bevat ook twee hoofd- politiek bewandelt, wordt zo stukken die betrekking hebben op impliciet voorgesteld als ‘neutraal’: Nederland: Nederland in Europa en de Europese integratie beweegt zich Europa in Nederland. Hierin wordt ogenschijnlijk op een pad waar er de evolutie van het Europadebat in alleen een weg vooruit is. Daarmee Nederland geschetst en verneemt de wordt voorbijgegaan aan het feit lezer hoe de Nederlandse overheid dat de EU toch ook een politieke zich intern organiseert om tot stand- machine is, waar allerlei belangen punten over Europese dossiers te ko- met elkaar in botsing zijn. Het pad men. Ook op een meer subtiele ma- naar voren kan dus nog allerlei rich- nier blijkt dat het boek geschreven is tingen uit, en wat het precies wordt, vanuit een ‘Nederlandse invalshoek’, is voorwerp van harde onderhande- zeker als het gaat om de begroting lingen en stevige discussies. Recente of om de machtsverhoudingen. debatten over de invulling van het Bij de passages over het Europese economisch bestuur van de EU budget (een centenkwestie, en hebben bijvoorbeeld een heel sterke dus al enige tijd heel omstreden links-rechtsdimensie. De vraag die in Nederland) wordt de Europese vandaag in de Europese politiek begroting nooit in haar context dominant is, is niet zozeer die over geplaatst. Enkele cijfers kunnen het ‘meer of minder Europa?’ (deze hele debat nochtans relativeren: de discussie is beslecht: ‘meer Europa’ is Unie werkt met een naar verhouding het pad dat we al vijftig jaar volgen, uiterst miniem budget. Het gaat om en onvermijdelijk blijven we nog wel ongeveer één procent van de totale even in deze richting gaan), maar welvaart in Europa, terwijl lidstaten ‘wát voor Europa?’ een begroting hebben die staat voor Het is ten slotte jammer dat 33% à 55% van hun bruto nationaal het boek nogal bruusk eindigt. Er inkomen. ontbreekt een besluit. Bob van den Van den Bos heeft trouwens Bos vertelt in 200 pagina’s (is dat zeker niet de irritante calimerohou- eigenlijk nog een ‘notendop’?) over ding die al wel eens in Nederlandse meer dan een halve eeuw integratie

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 293 De Gaulle en de Amerikaanse buitenlandse politiek

Sebastian Reyn Atlantis Lost. The American experience with De Gaulle, 1958-1969. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2010; 547 blz.; € 69,50; ISBN: 978-90-896-4214-1

Charles de Gaulle was niet zo gesteld terugtrekken. In juni 1965 legde hij zich bovendien resoluut achter de op journalisten. Interviews gaf hij uit dat in dat geval niet alleen de Verenigde Staten. Omslagpunt was zelden of nooit. Des te uitzonderlij- Amerikaanse troepen maar ook het de persconferentie in januari 1963, ker waren de off-the-record-gesprek- NAVO-hoofdkwartier Frankrijk zou waarin De Gaulle niet alleen zijn ken die hij in de jaren vijftig en zestig moeten verlaten. Zo zou het in 1966 veto uitsprak over de Britse toetre- van de vorige eeuw voerde met de precies gaan. Dat De Gaulle deze ding tot de EEG, maar ook Kennedy’s legendarische Amerikaanse journa- gesprekken voerde, toont overigens ‘grand design’ voor een Atlantisch list Cyrus Sulzberger, correspondent dat zijn anti-amerikanisme in elk partnerschap afwees. van de New York Times. Sulzbergers geval zijn grenzen kende. Vanaf dat moment waren de notities – opgenomen in The last Sulzberger komt veelvuldig meningsverschillen onverhuld. Aan of the giants, 1954-1963 (1970) en voor in Atlantis Lost, de dissertatie Amerikaanse zijde ontstond grote in An age of mediocrity, 1964-1972 waarop Sebastian Reyn cum laude verontwaardiging. Het ‘ondank- (1973) – behoren tot het mooiste dat promoveerde in Leiden. Reyn, in het bare’ Franse staatshoofd leek met over de Franse staatsman is geschre- dagelijks leven beleidsambtenaar zijn streven naar onafhankelijkheid ven. Merkwaardig genoeg worden bij het ministerie van Defensie, ver- onheilspellende nationalistische ze tegenwoordig door ‘gaullologen’ dient inderdaad alle lof, zowel voor krachten in Europa los te maken. vaak over het hoofd gezien. zijn uitgebreid bronnenonderzoek Vooral op het State Department – De Gaulle leek de gesprekken op (onder meer in de rijke archieven waar men Jean Monnet beschouwde prijs te stellen – ‘He was in a mar- van de Amerikaanse presidenten als de vertolker van het nieuwe, velous mood: brisk, chipper, funny, Eisenhower, Kennedy, Johnson moderne Europa – domineerden sarcastic’, noteerde Sulzberger in en Nixon), als voor zijn heldere de anti-gaullisten. Tegelijkertijd december 1964 – en hij maakte en leesbare analyse. De nadruk wezen journalisten als Sulzberger er steevast meer tijd voor vrij dan ligt natuurlijk op de Amerikaanse en academici als Stanley Hoffmann tevoren was afgesproken. Ook was reacties op De Gaulles politiek, maar (‘cursing De Gaulle is not a policy’) hij bijzonder openhartig. Al vóór Reyn slaagt erin tevens recht te doen erop dat De Gaulles beleid een ratio- hij in 1958 weer aan de macht aan de Franse kant van het ver- nele verdediging was van de Franse kwam, maakte De Gaulle tegenover haal. Het Amerikaanse streven een nationale belangen. Sulzberger geen geheim van zijn be- Atlantische gemeenschap te vormen In de derde fase, tussen 1965 en zwaren tegen de NAVO. Zijn stelling waarin de politieke en institutionele 1968, raakte de relatie Washington- was dat de Verenigde Staten en de banden steeds sterker zouden wor- Parijs in een impasse. Frankrijk Europese bondgenoten niet noodza- den, was onaanvaardbaar voor De verliet de militaire structuur van de kelijk altijd dezelfde belangen had- Gaulle. De Europese bondgenoten NAVO en De Gaulles kritiek op de den. Zo meende hij dat er alle reden in het algemeen en Frankrijk in het Verenigde Staten werd steeds scher- was te twijfelen aan de Amerikaanse bijzonder moesten hun eigen positie per – zoals op de oorlog in Vietnam nucleaire bescherming van Europa, kunnen bepalen. en op de positie van de dollar in het zeker sinds de Russen met de lance- De Amerikaans-Franse betrek- monetaire bestel. ring van de spoetnik in 1957 hadden kingen stonden in de periode 1958- In de laatste fase, vanaf eind laten zien dat zij beschikten over 1969 niet voortdurend in het teken 1968 tot De Gaulles aftreden in raketten die de Verenigde Staten van conflict. Reyn onderscheidt vier april 1969, kwamen Amerikanen en konden bereiken. fasen. Gedurende de eerste jaren Fransen nader tot elkaar. De Gaulles De Atlantische alliantie moest bleef het conflict onder de opper- binnenlands-politieke positie was volgens De Gaulle blijven bestaan vlakte. De Amerikanen zagen De verzwakt door ‘les événements’ van zolang de communistische drei- Gaulle als degene die had gezorgd mei 1968, terwijl de Sovjetinval in ging voortduurde, maar de door de voor stabiliteit in de Franse politiek Tsjechoslowakije een einde maakte Amerikanen gedomineerde organisa- en zijn land uit Algerije had terug- aan zijn toenadering tot Oost- tie moest worden hervormd, anders getrokken. In de crises rond Berlijn Europa. Tegelijkertijd hadden Nixon zou Frankrijk zich uit de organisatie (1960) en Cuba (1962) schaarde hij en zijn adviseur Kissinger grote

294 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 bewondering voor De Gaulle. Zij trans-Atlantische betrekkingen. Reyn Al met al was de Atlantische alliantie zetten de steun aan het Europese concludeert: ‘America would never gegrondvest op een realiteit – de federalisme op een laag pitje en ver- look at Europe with quite the same communistische bedreiging van legden het accent naar de bilaterale affinity and sense of involvement.’ West-Europa – maar werd zij ‘ver- betrekkingen. Dat is het ‘verloren Atlantis’ uit de kocht’ als een illusie, namelijk dat de De centrale stelling van Atlantis titel van het boek. alliantie zou leiden tot een partner- Lost is dat De Gaulle – anders dan Maar betekent dat ook dat De schap tussen gelijken. Reyn spreekt vaak wordt verondersteld – grote Gaulle in zijn eentje het Atlantische van een ‘liberal pipedream’. Meer invloed heeft uitgeoefend op de ideaal om zeep heeft geholpen? dan enige andere politicus bracht De Amerikaanse buitenlandse politiek. Reyns knappe analyse toont aan dat Gaulle de fundamentele tegenstel- De Verenigde Staten bleken niet in andere factoren eveneens een rol lingen binnen de Westerse alliantie staat hun blauwdruk aan Europa speelden. Zo ontwikkelde de EEG aan het licht. op te leggen. De andere Europese zich als een economische rivaal van bondgenoten waren niet bereid de Verenigde Staten en niet als het Jan Willem Brouwer conflicten met Parijs op de spits te gehoopte bolwerk van vrijhandel. drijven, mede gelet op de Franse Daarnaast zorgde de detente met positie in de EEG. Door De Gaulles de Sovjetunie voor openingen in de Dr J.W.L. Brouwer is als on- toedoen verloor het ideaal van een Koude Oorlog, waar de Europese derzoeker verbonden aan het Atlantische gemeenschap aan zeg- landen anders op reageerden dan de Centrum voor Parlementaire gingskracht. Uiteindelijk kozen de Verenigde Staten. Bovendien raak- Geschiedenis van de Radboud Amerikanen voor een afstandelijker ten de Amerikanen steeds dieper Universiteit Nijmegen. en realistischer benadering van de verwikkeld in de oorlog in Vietnam.

De wil een grootmacht te zijn

Sven Biscop Europa: Strategie voor een Wereldmacht. Gent: Academia Press, 2010; 112 blz.; € 12,=; ISBN: 978-90-3821-628-7

Het vergt een volhardende optimist kritische spiegel voor te houden: de aanzet tot een dergelijk document. om, te midden van de euroscepsis EU heeft al veel bereikt, maar zij kan Opgesteld in 2003 door een klein en zorgen om de Europese econo- niet anders dan een strategische team rond Javier Solana, werd hierin mie, positief te zijn over Europa’s rol op het wereldtoneel opeisen. De geformuleerd hoe Europa c.q. de internationale rol en te pleiten voor wereld is te groot, te complex en te Europese Unie haar internationale meer integratie van het Europees multipolair geworden. Biscop con- rol ziet en hoe zij internationale pro- buitenlands beleid. En juist dat stateert een ‘gebrek aan vertrouwen blemen wil aanpakken: met multila- doet Sven Biscop. Wat de EU op het in de sterkte van de eigen [Europese] teraal optreden, onder VN-mandaat, gebied van handel al is, namelijk strategische cultuur’. Hierdoor laten met een nadruk op preventieve een ‘grootmacht’, moet het ook op Europese landen zich gemakkelijk activiteiten, waarbij de krijgsmacht dat van het buitenlands en veilig- verdelen, waardoor Europa zijn slechts één van de vele instrumen- heidsbeleid worden. Biscop stelt in echte potentie niet kan verwezen- ten is of zelfs geheel afwezig. Biscop zijn nieuwe boek Europa: Strategie lijken en de Unie het risico loopt herkent hierin de kiem van een voor een Wereldmacht dat alle haar belangen niet veilig te kunnen Europese strategische cultuur. De i­ngrediënten hiervoor aanwezig zijn. stellen. nadruk ligt op een geleidelijke en Het enige dat ontbreekt, is de vonk Het probleem is dat het Europa holistische aanpak van crises, gericht van politieke wil. ontbreekt aan een grand strategy: op stabiliseren, het versterken van Zoals een psycholoog die het een lange-termijnstrategie die veiligheidsstructuren en het bevor- minderwaardigheidscomplex van duidelijkheid geeft over te behalen deren van economische en sociale een patiënt behandelt, probeert doelstellingen, te zetten stappen ontwikkeling. Militair optreden is Biscop het zelfvertrouwen van en te ontwikkelen middelen. Het slechts een laatste redmiddel. Europa op te vijzelen. Door haar te startpunt van Biscops analyse is de Ondanks deze codificering in charmeren, maar ook door haar een EU-Veiligheidsstrategie, de eerste 2003 gaf Europa hier nauwelijks

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 295 invulling aan. Een strategisch debat klimaatverandering en cyber kunnen Met dit korte, vlot geschreven over de vragen wat de EU waar ging vanwege hun civiele dimensie beter boek maakt Biscop de ontwikke- doen, ontbrak. Vooral 2008 werd vanuit de EU benaderd worden. ling van het Europees strategisch een rampjaar voor deze discussie. Maar ook de verhouding tot Rusland denken toegankelijk voor een breed De eenheid in de EU werd op de is gebaat bij een niet-militaire lezerspubliek. En dat is nodig, wil proef gesteld na het Ierse ‘nee’ op tegenhanger als de EU. Biscop con- Biscop slagen in zijn opzet politieke het Verdrag van Lissabon. Daarnaast cludeert dat niet de NAVO, maar de wil te mobiliseren. Maar juist hier leidde de oorlog in Georgië tot EU de aangewezen partner is van wringt de schoen. De mantra dat onenigheid over de relatie met de Verenigde Staten. Daarnaast zijn ‘slechts politieke wil nodig is’, klinkt Rusland, terwijl de financiële crisis de vitale belangen van de afzonder- mooi maar blijft abstract. Zonder de eerste beleidsprioriteit werd. Voor lijke Europese landen ook de vitale duidelijk belang staan staten niet zo de buitenwereld was deze aarzeling belangen van Europa. Amerika en gemakkelijk soevereiniteit af. Voor een teken van Europese zwakte. Europa hebben daarentegen soms Europese landen geldt evenzeer dat Biscop constateert: ‘Terwijl in deze gedeelde belangen, en soms niet. het hun goed uitkomt te kunnen kie- multipolaire wereld de andere Voor de NAVO zou dit betekenen dat zen tussen verschillende samenwer- grootmachten hun invloed nog zij verandert in het militair platform kingsverbanden, bijvoorbeeld het voortdurend uitbreiden, lijkt de EU van de as Brussel-Washington. EVDB of de NAVO. Op de langere ter- er al tevreden mee te zijn simpelweg Volgens Biscop zijn de strategi- mijn kunnen de Europese top-down- voort te bestaan.’ sche prioriteiten van de EU de buur- aanpak van de economische crisis Dit vormt de crux van Biscops landen, Iran, Afrika, het veiligstellen en de financiële druk op Europese betoog. In plaats van als voorbeeld van handelsroutes en het versterken defensie-en veiligheidsbudgetten te dienen voor anderen, moet de van de internationale rechtsorde. wel een impuls vormen voor verdere EU haar strategie actief uitvoe- Wellicht op de buurlanden na, integratie. ren. Alleen dan kunnen Europese vormen dit allemaal vraagstukken Samenvattend, Biscops boek belangen gewaarborgd worden. die in partnerschap met anderen is een pep-talk voor Europa, en Daarnaast dienen Europese leiders aangepakt moeten worden. Biscop noodzakelijke lectuur voor diegenen te beseffen dat alleen via de EU de is daarom ook optimistisch dat die geloven, of willen geloven, dat nationale belangen effectief gediend juist een multipolair stelsel mo- Europa een grootmacht kan worden kunnen worden. In de huidige con- gelijkheden biedt voor de EU. Het in een multipolair stelsel, naast de text zijn er twee soorten Europese niet-bedreigende voorkomen en de Verenigde Staten en China. landen: ‘de kleine landen en dege- nadruk op multilaterale actie van nen die nog niet beseffen dat zij de EU maken het mogelijk andere Rem Korteweg klein zijn.’ Wie de schoen past, trek- ‘grootmachten’ aan haar te binden, ke hem aan. Een samenwerkingsver- om zodoende gedeelde belangen te band is daarom van fundamenteel garanderen. De EU als verbindende Rem Korteweg is verbonden belang. De NAVO biedt hierin geen eenheid in een multipolair stelsel aan het Haagse Centrum voor alternatief. Nieuwe uitdagingen dus. Strategische Studies (HCSS). als energievoorzieningszekerheid,

REGISTERS INTERNATIONALE SPECTATOR JAARGANG 64

De jaargang 64 (2010) van het maandblad Internationale Spectator telde 680 redactionele pa- gina’s. Niet minder dan 187 auteurs droegen bij aan het blad in de vorm van 101 artikelen, 11 columns, 11 filmbesprekingen, 12 bijdragen aan de rubriek Respons, 9 bijdragen aan de rubriek Opinie en 70 boekbesprekingen. Verder verscheen de rubriek Signalementen 10 keer, de rubriek Varia 2 keer. Beschikbaar zijn het auteursregister en het geografisch en systematisch register van deze jaargang. Om logistieke redenen worden de registers niet meer gedrukt. Abonnees en overige belangstellenden kunnen de registers als downloadable PDF aantreffen op de website www. internationalespectator.nl

296 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Signalementen

Deze rubriek staat onder redactie van drs Joris Kreutzer, die ook alle bijdragen aan deze aflevering verzorgde. De aanwinstenlijst van de bibliotheek van Instituut Clingendael wordt maande- lijks gepubliceerd op de Clingendael-website: www.clingendael.nl/resources/library/acquisitions

Ken Booth Realism and world politics. Abingdon: Routledge, 2011; xviii + 346 blz.; $ 160,= ISBN: 978-0-415-57058-9

Ken Booth probeert in Realism and rode draad door deze bundel: Ten theory of structural realism, but world politics een bijdrage te leveren eerste een erkenning van Kenneth much in international politics, es- aan het denken over het realisme Waltz als een van de weinige echt pecially word politics, needs a good in de internationale politiek. Dat onmisbare theoretici van de inter- deal more than structural realism if doet hij door meerdere werken nationale politiek. Ten tweede het it is to make sense.’ van Kenneth Waltz te analyseren. besef dat de theorie waar Waltz Booth heeft in deze bundel een zeer mee verbonden is, het structurele gevarieerde groep leidende weten- realisme, een zeer goed beeld biedt schapslieden uit een aantal landen van het internationale systeem. En bijeengebracht, die vanuit heel ten derde is een belangrijk thema in uiteenlopende visies op realisme dit boek het besef dat voor een echt van mening zijn dat, om tot een echt begrip van de internationale politiek begrip van geopolitiek en interna- méér nodig is dan alleen de theorie tionale betrekkingen te komen, er van het realisme, of zoals Booth een herwaardering van het realisme het zegt: ‘Nothing in international nodig is. Drie thema’s lopen als een politics makes sense apart from the

Robin Porter From Mao to Market: China Reconfigured. Londen: Hurst & Co Publishers, 2011; 288 blz.; £ 45,= ISBN: 978-1-84904-083-9

China is de afgelopen drie decennia schrijver de ontwikkeling van China markt vindt, een lange en complexe een steeds grotere machtsfactor op te verklaren, waarbij volgens Porter oorsprong hebben. het wereldtoneel geworden. Robin de rol van politiek en cultuur in het Porter probeert in From Mao to dagelijks leven een allesbepalende Market een genuanceerd beeld van rol speelt. Hij onderzoekt de erfenis het moderne China te geven. In het van het confucianisme, de commu- eerste deel van zijn boek geeft Porter nistische ideologie en wetgeving, een beknopte beschrijving van de technologisch beleid, het politieke geschiedenis van China, waarbij de leiderschap, commercieel beleid en nadruk ligt op China in de moderne de mogelijkheden voor democratise- tijd. In het tweede en omvangrijk- ring. Porter laat zien dat de obstakels ste deel van het boek probeert de die China op zijn weg van Mao naar

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 297 Utpal Vyas Soft Power in Japan-China Relations: State, Sub-State and Non-State Relations. New York: Routledge, 2011; 256 blz.; € 85,=; ISBN: 978-0-41555-170-0

Met soft power bedoelt men het ver- te onderzoeken hoe dit begrip in de de manieren waarop soft power in de mogen om doelstellingen te bereiken praktijk echt werkt. Soft power kan praktijk werkt. Vyas laat in dit boek door het aantrekken en overtuigen op drie niveaus worden ingezet: op zien dat soft power wel degelijk een van de ander. Dit staat in contrast het niveau van de centrale overheid nuttig en stevig analytisch hulpmid- met hard power, het vermogen de (state), op lokaal niveau (sub-state) del is om de betrekkingen tussen ander te dwingen door de inzet van en op het niveau van een niet-gou- Japan en China aan het begin van de militaire of economische macht. Soft vernementele organisatie (non-sta- 21ste eeuw beter te begrijpen. De power is door experts op het gebied te). Utpal Vyas onderzoekt soft power case studies die hij gebruikt, bieden van de internationale betrekkingen in de praktijk door deze drie niveaus een verdieping ten opzichte van de vaak afgedaan als een concept dat aan drie case studies te koppelen. In gebruikelijke analyses, die zich beper- weinig relevant en in theoretische deze case studies onderzoekt Vyas ken tot het staatsniveau. zin niet ‘robuust’ genoeg zou zijn. Dit aan de hand van de activiteiten van boek probeert het onderzoek rond de Japan Foundation, de stad Kobe en soft power verder te verdiepen en de Japan-China Friendship Association

Johan Franzen Red Star over Iraq: Iraqi Communism Before Saddam. Londen: Hurst & Co Publishers, 2011; 264 blz.; £ 45,= ISBN: 978-1-84904-077-8

Door de uitbarstingen van sektarisch afgelopen dertig jaar, verergerd door successen voor de partij, hoewel de en etnisch geweld die zich de afgelo- de gevolgen van de internationale ICP nooit de macht wist te grijpen. pen jaren hebben voltrokken, vragen sancties. Want voordat Saddam aan Red Star over Iraq analyseert de velen zich af of de Irakese staat nog het einde van de jaren ’70 aan de rumoerige geschiedenis van de ICP wel levensvatbaar is. Omdat het land macht kwam, bestonden er in Irak vanaf haar oprichting en typeert de een kunstmatig gecreëerde staat vele politieke partijen die vanuit partij als een belangrijke politieke is, die diepgewortelde instituties hun eigen ideologische platforms macht, tot aan haar ondergang als ontbeert, zou de Irakese politiek opereerden. De grootste en belang- gevolg van de machtsovername van vast blijven zitten in oude etnische rijkste was de Iraqi Communist Party Saddam in 1979. en sektarische conflicten. Politieke (ICP). De ICP was de enige partij partijen zouden slechts façades zijn in de Irakese geschiedenis die de om etnische en sektarische doelstel- sektarische grenzen echt wist te lingen te bereiken. De oorzaak van overschrijden. Vanaf haar oprichting de hedendaagse situatie in Irak ligt in 1934 streed ze voortdurend tegen echter niet in het korte bestaan de opeenvolgende machthebbers van de staat of zijn kunstmatige en probeerde ze de communistische creatie, maar vooral in het bewind ideologie te verspreiden. Op som- van Saddam Hoessein gedurende de mige momenten leidde dit tot grote

298 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Alejandro Colas & Bryan Mabee (red.) Mercenaries, Pirates, Bandits and Empires: Private Violence in Historical Context. Londen: Hurst & Co Publishers, 2010; 288 blz.; € 34,=; ISBN: 978-1-84904-088-4

Geprivatiseerd geweld werd vaak huurlingen, krijgsheren, bandieten absoluut geen nieuw fenomeen is, afgedaan als overblijfsel van een en smokkelaars verteld, groepen die en dat het door de hele geschiedenis minder geëvolueerde wereld en als zichzelf in stand hielden door middel heen voorkomt. kleine irritaties voor staten. Maar van het gebruik van geweld buiten recente activiteiten van terroristen, en op de grenzen van de macht van opstandelingen, particuliere militaire de staat. De schrijvers maken voor bedrijven en piraten hebben het dit onderzoek gebruik van hun ken- fenomeen weer een nieuwe urgentie nis op het gebied van antropologie, gegeven. Deze bundel onderzoekt de economie, sociologie, geschiedenis historische context van deze vorm en internationale betrekkingen. Ze van geweld in al haar verschijnings- ontkrachten het idee dat nationale vormen in verschillende tijdperken staten de enige dominante spelers en locaties. In negen hoofdstukken op het wereldtoneel zijn. Dit boek worden de levens van piraten, kapers, laat zien dat geprivatiseerd geweld

Ahmed S. Hashim Small Wars: An Interpretive Analysis of Theory and Practice. Londen: Hurst & Co Publishers, 2010; 320 blz.; € 28,=; ISBN: 978-1-84904-082-2

Het einde van de Koude Oorlog en definiëren en wat zijn de kenmerken en contraguerrilla in de 20ste eeuw, de verminderde dreiging van een ervan? Dit zijn de vragen die Ahmed waarbij hij de vaak genegeerde nucleair conflict zouden een groot Hashim, hoogleraar strategische stu- islamistische doctrine van irreguliere vredesdividend opleveren. Doordat dies aan het US Naval War College, oorlogvoering niet vergeet. staten zich alleen nog maar met hun probeert te beantwoorden in dit economie en het welzijn van hun boek. Terwijl Hashim kleine oorlogen eigen volkeren zouden bezighouden, eerst definieert, onderzoekt hij daar- zouden ze geen oorlogen meer met na hoe kleine oorlogen zich hebben elkaar voeren. Deze wel heel erg op- ontwikkeld sinds de Joodse opstand timistische visie is onjuist gebleken. tegen de Romeinen tot de asym- Grootschalige conventionele oorlog metrische conflicten in Afghanistan is als verschijnsel weliswaar verdwe- en het Midden-Oosten. Daarbij nen, maar kleine oorlogen zijn nog behandelt hij de oorzaken, gevolgen altijd springlevend. Hoewel deze oor- en kenmerken van kleine oorlogen in logen klein zijn, zijn ze vaak ‘nasty, uiteenlopende tijdperken, omge- brutish, and not necessarily short’. vingen en culturen. Hashim besluit Maar wat zijn kleine oorlogen ei- zijn boek met een verhandeling over genlijk, hoe kunnen we ze het beste de leidende theorieën over guerrilla

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 299 Summaries

Steven Vanackere government decided swiftly to join Guy Janssens writes how in the multipolar world the international coalition against states that Belgium is renowned of today the European Union needs a Libya and even participated from all over the world as a country more coordinated foreign policy. The day one in the offensive phase of the that is split in half and where the Treaty of Lisbon has given the Union operations. Yet, Belgian diplomacy Dutch speaking North does no the instruments for a European di- since 2007 moves in a vacuum and longer want to do business with the plomacy. A Europe that speaks with therefore increasingly being felt is French speaking South, and, hence, one voice on the international forum the need to reflect upon its strategic where no federal government can does not mean that the EU member objectives. be formed. Over the last fifty years states should give up their own na- the country has undergone a huge tional foreign policy. In his article the Jan Werts transformation. Political power has Belgian Minister of Foreign Affairs outlines how Belgium and the shifted from the central Belgian gov- Mr. Steven Vanackere demonstrates Netherlands are currently growing ernment towards the decentralized the specific role of the Belgian diplo- apart in their views on European Flemish and French communities macy in the context of European for- integration. For example: a European and regions, the result being a very eign policy. He explains the necessity tax to finance the EU, the creation complex construction that is difficult of pursuing a consular, economic of a European army or a European to explain even to Belgians, let alone and cultural diplomacy for individual economic government. Belgium is in to outsiders. Still, the results of the EU member states. He would favour favour, the Netherlands adamantly political transformation can also more cultural diplomacy as counter- against. The author identifies no be felt in the foreign policy field. part for the diplomacy of urgency less than fourteen remarkable dif- Especially for neighbouring countries and action. ferences. For example, the project like the Netherlands this transforma- of the European Constitution was tion is important. The author tries Rik Coolsaet to a great extent a Belgian idea. to explain why the Netherlands, refers to the elections of June 2007 It was later rejected massively by and above all the political powers which brought Belgium in an endur- referendum in the Netherlands (and in The Hague, should better try to ing political quagmire. One could France). The author also notices grab what exactly has changed in have expected this would generate a that Belgian top politicians gladly Belgium over the last few decennia, negative impact on Belgian interna- become members of the European as it is also of great importance to tional performance. As is often said, Parliament. Their Dutch colleagues them. a country needs a stable and coher- however lack interest. The explana- ent domestic scene in order to per- tion for the divergent views of the David Criekemans & Manuel form adequately on the diplomatic Netherlands and Belgium is that the Duran front. Belgium however seems to two friendly neighbouring countries examine the foreign policy of disprove of this view. In recent years pursue rather different interests. The Belgium as it evolved from a unitary its diplomacy apparently did not Belgians have an interest in a widely to a federal state. Special atten- suffer from its domestic standstill. developed EU with far-reaching tion is given to its geopolitical foci. During its 2007-2008 membership powers. The huge administrative ap- The thesis is defended that the of the UN Security Council, Belgian paratus of the EU plus ten thousand federalization of Belgium’s foreign diplomacy performed professionally. lobbyists turn Brussels into the policy resulted in an enrichment of The same can be said of its 2010 prosperous capital of Europe. From these geopolitical foci that further EU Presidency. To the surprise of the start of the EU, the Netherlands evolved organically. A complemen- many of its European partners, who as a trading nation, has had an eye tary division of labour emerged feared the worst with an outgoing for liberalisation and free trade, both between the federal government, government in Brussels, the Belgian within and outside Europe. For this Flanders and Wallonia. The following EU was unanimously praised. And reason a rapprochement between topics are being covered: first, the just as much to the surprise of many the two Benelux partners is not to principles of the federalization of observers, the outgoing Belgian be expected. Belgium’s foreign policy are exam-

300 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 ined; subsequently, the geopolitical the Belgian state might also consist powers call for a long-term political foci of Flanders’ foreign policy are in looking beyond the own borders and military European integration. reviewed, then special attention is and tackling the issue in the broader Europe cannot remain solely an eco- paid to Wallonie-Bruxelles. Finally context of what once was known nomic power, while the global issues the authors deal with the sum of as the ‘historical Netherlands’ and and regional crises call for an active geopolitical foci in the foreign policy now more or less coincides with policy. Transforming the military, of the Belgian federation, comparing the states making up the Benelux at the end of the Cold War, from a it to the situation ante 1993. Union. Belgium, the Netherlands static posture to a more expedition- and Luxembourg belong to the ary capability is a difficult and ex- Jan Rood ‘Golden Delta’ and dispose of sev- pensive endeavour, especially when asks the question whether the eral trumps in cultural, social and budgets are eroded by lasting ‘peace Benelux-cooperation is something of economic matters. Several constitu- dividends’, when the military are the past or does it still have a future? tional scenarios about the future of sent in operations abroad at an ever He argues that although there Belgium are presently discussed, so greater pace and when budget cuts clearly have been ups and downs in brainstorming about a closer – also continue to be a necessary national the level of cooperation, in view of a political – cooperation between the policy. Today, all European countries number of considerations there is a three states should also be allowed. are faced with financial, economic need to continue and intensify the Flanders and the Netherlands and public debt problems. Smaller cooperation between the Benelux already cooperate in several domains countries like Belgium are at the partners, in particular between and this might strengthen the ap- brink of loosing relevancy in military Belgium and the Netherlands. This peal of the Dutch language and cul- affairs. In the short term, ‘pooling need refers in particular to what ture to the francophone inhabitants and sharing’ seems to promise some is called the political cooperation of Belgium and Northern France. relief, but in the longer term, a real between the three Benelux coun- Even the German state of North and new strategic vision must be tries, i.e. their cooperation within the Rhine Westphalia shows serious developed. Smaller countries are wider framework of the EU and the interest in the Benelux as a regional lacking a strategic culture, due to multilateral system. One reason for ‘stronghold’ in the European Union. their historical perspective towards this is that their traditional foreign defence policy, but some should policy orientation on a suprationa- Jacques Rosiers try to pool their efforts to define a tional EU and on a strong transatlan- surveys Belgian defence policy. common one. The author proposes tic link is under pressure. As a result, Defence policy is still traditionally that the Benelux countries, already the traditional anchors of their seen as a vivid expression of sover- at the origin of the actual economic foreign policy offer less to hold on. eignty. In Belgium, defence policy and monetary integration of Europe, A second consideration is that due has changed during the last decades. should work together in defining a to the ongoing global power shifts, From a purely military posture to common defence strategic review their position within the multilat- defend the country from external ag- 2030. eral system (IMF, World Bank, etc.) gression, both in a national and in an is also under pressure. So it is in alliance framework, it became at the Johan Andries the interest of Benelux countries to end of the Cold War a national policy evaluates the twelfth EU Presidency intensify their cooperation, in order in support of a wider European of Belgium, which took place under to maintain their position and influ- political integration and multilateral difficult circumstances. As the ence both within the EU and in a policies. While Trans-Atlantic cohe- rotating presidency was no longer global context. sion remains necessary as mutually captain of the ship, Belgium opted beneficial for the security and the for the role of ‘co-pilot’ in the tran- Dirk Rochtus & Ward Kennes defence of both sides of the Atlantic, sitional phase. The responsibilities advocate more cooperation between Europe as a whole will have to adapt turned out to be vague, the coordi- the Low Countries. The solution to to a changing global world. New nation with the EU authorities was the difficult process of reforming challenges and new (emerging) sometimes difficult and time-consu-

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 301 ming, but although no revolutionary sion in the Belgian policy towards however, has not led to a stand-still breakthroughs with respect to the the Great Lakes Region and the with regard to Belgian foreign policy. CSDP have been realised Belgium DRC in particular. A push for a more The country fully complies with has ensured the continuation of active EU involvement has become EU budgetary norms, it has been the most important issues to the a constant element in the Belgian a successful rotating president of satisfaction of the member states. diplomatic action, however this is the European Union in 2010, and it The ‘Ghent Framework’ has given proving increasingly challenging participates in the military opera- an important political impetus to with the onset of a Congo fatigue. A tion in Libya. There are two reasons a European defence configuration dangerous trend in an electoral year for this remarkable continuity. The which, due to an ever evolving geo- and in a region that remains highly constitutional system allows for a political environment and because of unstable. care-taker government to take all the budgetary reality, will necessarily ‘necessary actions’, and the defini- be based on multinational coopera- Annick Schramme tion of this notion has expanded as tion models. The role of the rotating examines the international cultural the crisis has continued. Second, the presidencies will inevitably diminish policy of Flanders. In the last decade entire Belgian political elite (whether further in favour of the new struc- of the previous century, the prime Dutch or French speaking) is strongly tures. Yet they retain added value as minister of Flanders used culture pro-European, and this allows for a a privileged discussion partner who actively for the image building of strong pro-European policy that has can give the necessary impetus to Flanders abroad. Since 1999 this the full support of Parliament. The avoid that the actual development policy changed radically. For the new fact that Belgian nationalism is only of the intergovernmental CSDP is liberal-socio-democratic government weakly developed makes the Belgian curbed too much by institutional international cultural policy was state vulnerable to regional nation- bureaucracy. in the first place Arts and Cultural alist movements, but it implies that Policy. But this approach had its Belgium does remain a powerful Koen Vlassenroot & Hans limits: there was a lack of an overall force working for European integra- Hoebeke policy view and no cooperation tion. consider the turbulent relation- between the ministries of Culture ship between the Kingdom of and Foreign Policy. Nevertheless Belgium and its former colony in opportunities are there if only Central Africa: Congo, Zaire, now the ministers would cooperate. First, Democratic Republic of Congo (DRC). there is a growing interest in the Following a complete break under international potential of the crea- the Mobutu regime, the relation- tive industries. Furthermore there ship between Belgium and the are, next to the traditional instru- DRC has been revitalized over the ments of the minister of foreign past decade. This is the case in the policy (cultural institutes, cultural areas of development cooperation, treaties and diplomacy) new ways diplomacy and defense. The relation- to cooperate abroad, e.g. through ship has however not been without public or cultural diplomacy. These challenges, the deepest crisis being new tendencies are also present in the closure of the Belgian consul- the cultural cooperation between ates in the DRC. The most remarked the Netherlands and Flanders. An event – although also not without example of this new approach is the contention – was certainly the pres- Dutch-Flemish house in Brussels ence in Kinshasa of King Albert II which opened in 2004. during the celebration of 50 years of independence. The relationship Marc Hooghe between both countries is a factor in examines the foreign policy pursued the internal politics of both Belgium by the care-taker government of and the DRC – a continuous element Belgium. Since the 2007 federal that hampers the development of elections, Belgium has been involved a more businesslike relationship. in an ongoing political crisis, and An important factor during the since June 2010 Belgian political past decade has been the increased parties have not even succeeded in importance of the European dimen- forming a national government. This,

302 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Vlaams/Belgische varia (samenstelling Gerard J. Telkamp)

Marc Reynebeau Een geschiedenis van België. Nieuwe uitgave. Tielt: Lannoo, 2009; 333 blz.; 24,95 euro; ISBN: 978-90-2098622-8

Ook al is deze herziene editie van loodzwaar historisch achtergrond- al ‘Barsten In België’. En haalt België een in 2003 voor het eerst versche- boek over ook de Belgische troe- 2084? In ieder geval in de kunst... nen standaardwerk en bestseller belen, grandeur en misère van het Het boek bevat een uitgebreide bibli- van de historicus en journalist van Koninkrijk België wil lezen, kan nog ografie en voortreffelijke namen- en het Vlaams kwaliteitsdagblad De altijd heel goed terecht bij dit over- zakenregisters, zij het nog zonder Standaard Marc Reynebeau alweer zicht van wording en verwording Bart De Wever. ruim anderhalf jaar oud, wie een van de Belgische staat. Hoofdstuk informatief, scherp maar niet IV over de periode 1879-1893 heet

Guido Fonteyn Over de taalgrens. Van Komen naar Voeren. Berchem: EPO, 2009; 180 blz.; 16,00 euro; ISBN: 978-90-6445-130-0

Deze reeks opstellen van de hand sprekend België kreeg pas met de vochten. Wie een grens trekt, creëert van voormalig sterjournalist van De staatsrechthervormingen van 1962- altijd uitzonderingen. Fonteyn ver- Standaard Guido Fonteyn heeft als 1963 wettelijk gestalte. De huidige telt in vijftien etappes het ongerijmd rode draad de Heilige Graal van de perikelen over het dossier Brussel- verhaal van taalstrijd, taalbeweging Vlaamse Beweging: de Taalgrens. Halle-Vilvoorde (BHV) lijken een en taalgrens, waarbij de zogeheten Deze socio-linguïstische scheids- verbijzondering van een kwestie die betwiste gebieden Komen en Voeren lijn tussen Nederlands en Frans eerder in algemene zin werd uitge- kop en staart vormen.

The Low Countries. Arts and Society in Flanders and The Netherlands [2011], no. 19. Rekkem: Stichting Ons Erfdeel, 2011; 320 blz.; 37 euro (B), 39 euro (NL en rest Europa), 45 euro elders; ISSN: 0779- 5815; ISBN: 978-90-79705-078

Het werk van de Stichting Ons The Low Countries. Arts and Society alleen maar vertrouwen wekt van Erfdeel kan niet genoeg worden ge- in Flanders and the Netherlands. Dit lezer en gebruiker. prezen, niet alleen vanwege het ge- is het beste visitekaartje of liever Dit 19de deel omvat onder meer een lijknamig Vlaams-Nederlands cultu- gezegd de beste staalkaart die het dertigtal opstellen over beeldvor- reel kwartaalblad, met artikelen over internationaal cultureel beleid van ming, met als openingsessay James alle takken van cultuur, samenleving, Vlaanderen en Nederland de interna- Kennedy over het Gidsland dat bang politiek en geschiedenis, alsmede tionale, vandaag de dag grotendeels geworden is; en als slotstuk Reiner steeds uitdijende reeksen in talrijke Engelstalige wereld kan presenteren. Salverda over de rol van wereldtaal talen met boekjes over geschiedenis Aangetekend dient overigens dat Engels in Nederland en de wereld: van de Lage Landen, de Nederlandse de Stichting en haar activiteiten steeds belangrijker, maar niet alleen- taal, dichtkunst en nog veel meer, honderd procent vrucht zijn van zaligmakend. maar nu al weer sinds bijna twee particuliere initiatieven en dat die decennia met de kloeke jaarboeken zelfstandige, onafhankelijke opzet

Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER 303 Luckas Vander Taelen Berichten uit Brussel. Leven in de hoofdstad. Antwerpen: Houtekiet, 2010; 131 blz.; euro; ISBN: 978-90-8924-143-6

Historicus en politicus Luckas Vander vooringenomenheid niet anders de toestand van de talen, waar hij Taelen woont sinds 1980 in het dan als getto kunt omschrijven’. Zijn als Brusselse Vlaming mee gecon- Brusselse Gewest. In 2004 verhuisde stuk lokte vele reacties uit, heel in fronteerd wordt (zie onder meer hij naar de Brusselse gemeente de verte wellicht te vergelijken met hoofdstuk 3 over de latente afkeer Vorst. Hij is sinds 2009 Vlaams volks- die in Nederland indertijd op Paul van Vlamingen). Vander Taelen als vertegenwoordiger van de linkse, Scheffers opstel over het multicul- schepen, politicus en publicist wordt vooruitstrevende ecologische partij turele drama. In dit boekje werkt de zelfs in de wielen gereden door zijn Groen! In De Standaard schreef hij in auteur een aantal gedachten uit over Franstalige ecologische broeders en 2009 een column over de problemen heden en toekomst van de enige zusters. Kortom, veel, maar niet alles die hij vrijwel dagelijks tegenkwam, metropool die België rijk is, waarbij gaat in België over taal en Brussel is vooral in een belendende buurt, ‘die hij overigens ook uitbundig (nomen het sociaal talenlab bij uitstek. je zelfs met de meest multiculturele est omen) aandacht schenkt aan

ALGEMENE REDACTIE INTERNATIONALE SPECTATOR

Dr J.Q.Th. (Jan) Rood, hoofdredacteur; hoofd strategisch onderzoek Prof.dr. P.R.J. (Paul) Hoebink, hoogleraar ontwikkelingssamen- van het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen werking aan de Radboud Universiteit Nijmegen, directeur Centre Clingendael te Den Haag, voorzitter Nederlands Genootschap voor for International Development Studies (CIDIN) aan de Radboud Internationale Zaken (NGIZ) Universiteit

Drs P.A. (Peter) Schregardus, eindredacteur, Instituut Clingendael Dr S. (Sipke) de Hoop, universitair hoofddocent Midden- en Oost- Europese geschiedenis, afdeling geschiedenis van de Faculteit der Drs G.J. (Gerard) Telkamp, eindredacteur, Instituut Clingendael Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen, tevens docent Conflict Studies & Post-Conflict Reconstruction, Nederlandse Defensie Prof. dr E. (Edwin) Bakker, hoogleraar terrorisme en contraterro- Academie (NLDA) te Breda risme aan het Instituut Bestuurskunde van de Universiteit Leiden, directeur Centrum voor Terrorisme & Contraterrorisme van Campus Prof.dr W. (Wil) Hout, Professor of Governance and International Den Haag Political Economy, International Institute of Social Studies (ISS Den Haag), Erasmus Universiteit Rotterdam Prof. dr S. (Sven) Biscop, Directeur van het Programma ‘Europe in the World’ van het Koninklijk Instituut voor Internationale Betrekkingen Dr M. (Mendeltje) van Keulen, Europa-adviseur bij de Tweede Kamer Egmont te Brussel, hoofdredacteur Studia Diplomatica, tevens gast- van de Staten-Generaal professor EU buitenlands en veiligheidsbeleid aan de Universiteit Gent en aan het Europacollege te Brugge Drs J.C. (Han) Mulder, oud-hoofdredacteur van het Leidsch Dagblad, oud-hoofd voorlichting van het Ministerie van Volksgezondheid, Prof. dr D. (David) Criekemans, gastprofessor Belgisch en vergelij- Welzijn & Sport (VWS) kend buitenlands beleid aan de Universiteit Antwerpen, tevens docent Geopolitiek aan het International Centre for Geopolitical Prof.dr C.W.A.M. (Kees) van Paridon, hoogleraar economie in Studies (ICGS) te Genève en senior onderzoeker bij het Vlaams de Faculteit der Sociale Wetenschappen, Erasmus Universiteit Steunpunt Buitenlands Beleid Rotterdam

Dr E. (Edith) Drieskens, Senior Research Fellow, Clingendael Prof. dr R.A. (Ramses) Wessel, hoogleraar recht van de Europese Unie Diplomatic Studies Programme, tevens verbonden aan de en andere internationale organisaties aan de Universiteit Twente Katholieke Universiteit Leuven Prof. dr J.W. (Jaap) de Zwaan, directeur Nederlands Instituut voor Dr L.J. (Larissa) van den Herik, universitair hoofddocent, Internationale Betrekkingen Clingendael te Den Haag, tevens Grotius Centre for International Legal Studies, Faculteit der hoogleraar recht van de Europese Unie, sectie Europees Recht, Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden Capaciteitsgroep Publiekrecht, Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

304 JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 – Ingezonden mededeling –

NIEUW VERSCHENEN...

Perspectieven op Midden- en Oost-Europa Een gedeelde ruimte waar het verleden maar geen geschiedenis wordt

De oude orde in Europa mag dan ruim twintig jaar geleden zijn ingestort, de con- touren van een nieuwe orde blijven nog uiterst diffuus. Tegenstellingen die lange tijd onder de communistische deken lagen toegedekt, werden plotseling weer zichtbaar.

Breuken dwingen doorgaans tot een hernieuwde zelfbepaling en een heroriëntatie op het verleden, processen die zelden probleemloos verlopen. In de afgelopen jaren zijn grenzen verschoven, identiteiten opnieuw geconstrueerd, economische modellen ingevoerd en samenwerkingsverbanden aangegaan. Nienke de Deugd, Sipke de Hoop en Stefan van der Poel Dit handboek bestaat uit drie delen. In het eerste gedeelte richt de aandacht zich 2011. 316 p. € 44,95 op de grote rijken die een belangrijke rol speelden in de geschiedenis van Midden- ISBN 978 90 232 4755 5 en Oost-Europa. De politieke, economische, sociale en culturele ontwikkelingen in de afzonderlijke regio’s en landen komen vervolgens aan bod in het tweede gedeelte. Thema’s die tegenwoordig van bijzonder belang zijn voor Midden- en Oost-Europa, zoals het proces van integratie in de EU, de economische transfor- matie en het veiligheidsbeleid, staan centraal in het derde en laatste deel van dit handboek.

Perspectieven op Midden- en Oost-Europa biedt studenten Geschiedenis, Inter- nationale Betrekkingen, Politicologie en mensen die zich verder in de regio willen verdiepen inzicht in de lange schaduw van de geschiedenis en de gevolgen hiervan voor transformatieprocessen in het heden.

Meer informatie en online bestellen: www.vangorcum.nl of bel 0592 37 95 56

Koninklijke Van Gorcum BV Postbus 43 www.vangorcum.nl/nieuwsbrief 9400 AA Assen altijd op de hoogte van de nieuwste uitgaven [e] [email protected] – Ingezonden mededeling –

NIEUW VERSCHENEN...

Een goed besluit is het halve werk van politieke spelletjes tot excellente besluitvorming

Wat maakt van samenwerkende mensen een organisatie? Het antwoord is: be- sluitvorming. Organisaties zijn doordrenkt met besluitvorming. Besluitvorming bepaalt of mensen zich gewaardeerd voelen, of ze een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan hun dagelijkse werk. De kwaliteit van besluitvorming bepaalt de slag- vaardigheid van organisaties en hun vermogen in te spelen op grote en kleine ver- anderingen. Besluitvorming is dan ook een zeer complex proces waarin veel mis kan gaan. In dit boek komen veel van die situaties aan de orde. Hoe zorg je ervoor dat individuen hun bijdrage leveren, zonder elkaar te overstemmen? Hoe stemmen medewerkers in met besluiten die niet hun voorkeur hebben? Wat kan leiderschap Martin Hetebrij betekenen voor besluitvorming? Wanneer is een organisatie in staat om het niveau € 2011. 254 p. 34,75 van besluitvorming te verhogen? ISBN 978 90 232 4720 3

In Een goed besluit is het halve werk past Martin Hetebrij zijn theorie van commu- nicatief management toe op besluitvormingsprocessen in organisaties. Centraal staat de manier waarop mensen in organisaties omgaan met macht en commu- nicatie in besluitvorming. Stap voor stap analyseert hij het besluitvormingspro- ces. Aan de hand van uiteenlopende praktijkvoorbeelden toont hij de valkuilen en mogelijkheden om besluitvorming naar een hoger niveau te tillen. Op gestructu- reerde wijze laat hij zien hoe mensen door hun politieke handelen invloed kunnen uitoefenen. Daarbij wordt duidelijk dat kwaliteit niet vanzelfsprekend is: er ligt een wereld van verschil tussen politieke spelletjes en excellente besluitvorming.

De auteur Martin Hetebrij werkt vanaf 1990 aan de ontwikkeling van communicatief manage- ment, zijn theorie over de werking van macht en communicatie in organisaties. In 2006 verscheen Macht en politiek handelen in organisaties, waarin hij zijn theorie toespitst op individuele spelers in organisaties. Martin Hetebrij is mede grondleg- ger van trainings- en adviesbureau De Politieke Dimensie.

Meer informatie en online bestellen: www.vangorcum.nl of bel 0592 37 95 56

Koninklijke Van Gorcum BV Postbus 43 www.vangorcum.nl/nieuwsbrief 9400 AA Assen altijd op de hoogte van de nieuwste uitgaven [e] [email protected]