20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

AANVRAAG PLANOLOGISCH ATTEST incl. screeningsnota (hfdst. 5) & gemarkeerde aanvullingen na advies diverse instanties

TOELICHTENDE NOTA

opgesteld door LABO architecten Egide Alenusstraat 12 3290

Lies Moons, architect - stedenbouwkundige Bart Lambeets, architect

1

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

2

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

INHOUD 1 SITUERING ...... 5 1.1 Inplanting projectgebied ...... 5 1.2 Globale situering bedrijf Hendrickx BVBA ...... 6 1.3 Foto’s omgeving ...... 7 1.4 Kadasterplan ...... 8 1.5 Eigendomsstructuur ...... 9 1.6 BEDRIJFGEGEVENS / VERGUNNINGENTOESTAND Hendrickx BVBA, Staatsbaan 253, 3460 Bekkevoort ...... 10 1.7 BEDRIJFGEGEVENS / VERGUNNINGENTOESTAND FREJA Home Styling, Staatsbaan 265, 3460 Bekkevoort ...... 12 1.8 MOBILITEITSPROFIEL ...... 13 1.9 ECONOMISCHE POSITIONERING – INVESTERINGSNOTA ...... 13 2 PROBLEEMSTELLING ...... 14 2.1 Aanleiding voor de aanvraag van een Planologisch Attest ...... 14 2.2 Ruimtelijke behoefte op korte en lange termijn ...... 16 2.3 Motivering van de integratie van de bestaande inrichtingen, de geplande werken en/of handelingen in de omgeving ...... 18 3 RELEVANT BELEIDSKADER/JURIDISCHE CONTEXT ...... 24 3.1 GEWESTPLAN ...... 24 3.2 BPA’s ZONEVREEMDE BEDRIJVEN ...... 24 3.3 VERKAVELINGSVERGUNNINGEN ...... 25 3.4 RECHT VAN VOORKOOP ...... 25 3.5 BESCHERMDE MONUMENTEN, LANDSCHAPPEN EN STADS- EN DORPSGEZICHTEN ...... 25 3.6 DE LANDSCHAPSATLAS ...... 25 3.7 HABITAT EN VOGELRICHTLIJNGEBIEDEN ...... 25 3.8 WATERWINGEBIEDEN ...... 26 3.9 NATUURRESERVATEN EN ANDERE GEBIEDEN MET BELANGRIJKE NATUURWAARDEN ...... 26 3.10 NATUURVERBINDINGSGEBIEDEN ...... 26 3.11 VLAAMS ECOLOGISCH NETWERK (VEN) ...... 26 3.12 AFBAKENING AGRARISCHE STRUCTUUR – HERBEVESTIGD AGRARISCH GEBIED ...... 27 3.13 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART ...... 28 3.14 DECREET INTEGRAAL WATERBELEID - WATERTOETS ...... 28 4 RUIMTELIJKE STRUCTUURPLANNEN ...... 31 4.1 RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN Vlaanderen (RSV) ...... 31 4.2 RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN Vlaams-Brabant (PRS) ...... 32 4.3 GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN Bekkevoort ...... 33 5 SCREENING PLAN-MER-PLICHT ...... 38 5.1 Bodem ...... 43 5.2 Water ...... 44 5.3 Fauna & flora ...... 45 5.4 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie ...... 46 5.5 Mens: sociaalorganisatorische en ruimtelijke aspecten, hinder en mobiliteit ...... 49 5.6 Leemten in kennis ...... 52

3

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

5.7 Grensoverschrijdende effecten ...... 52 5.8 Disciplineoverschrijdende conclusie onderzoek milieueffecten ...... 52 5.9 Vraag tot het ontheffen van de plan-MER plicht ...... 52 6 BESLUIT ...... 53 6.1 ALGEMEEN: ...... 53 6.2 PLANGEBIED I.F.V. RUIMTELIJKE BEHOEFTE KORTE TERMIJN ...... 55 6.3 PLANGEBIED I.F.V. RUIMTELIJKE BEHOEFTE LANGE TERMIJN...... 56

4

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

1 SITUERING

1.1 Inplanting projectgebied HENDRICKX

FREJA

Het plangebied betreft een aantal bebouwde en achterliggende percelen aan de rand van het dorp Bekkevoort, aan de Staatsbaan/N2, de ‘grote baan’ naar Tielt-Winge en , m.n. tussen de bedrijven Hendrickx BVBA en Constructie Van Brusselt BVBA.

5

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

1.2 Globale situering bedrijf Hendrickx BVBA

Zie Bijlage 1: Sociaal-Economisch dosier p. 7 t/m 20: 3.1 Situering Bekkevoort 3.2 Globale ruimtelijk-hiërarchische positie van Bekkevoort (RSV, PRSP Vlaams-Brabant, GRS Bekkevoort, mobiliteitsplan) 3.3 Situering bouwcenter Hendrickx

Het projectgebied omvat een licht afhellend binnengebied (weilanden) met randbebouwing aan de noordzijde/Staatsbaan N2, ruimtelijk afgebakend ten oosten door het terrein van Hendrickx BVBA, dat op de hoek van de Staatsbaan en de Schillekensberg tot aan de lager gelegen Oude Leuvensebaan reikt. Het bedrijf Constructie Van Brusselt BVBA vormt de westelijke grens. Aan de noord- en westzijde wordt het gebied omsloten door achtertuinen (horende bij woningen langs de Staatsbaan en Oude Leuvensebaan) en een open ruimte, volgens het gewestplan woonzone met landelijk karakter.

6

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

De bedrijven Hendrickx en Van Brusselt zijn beiden opgenomen in een BPA Zonevreemde Bedrijven, de tussenliggende percelen, deel uitmakend van het plangebied, niet.

1.3 Foto’s omgeving

Zie Bijlage 2 en Zie Bijlage 3: Sociaal-Economisch dosier p. 23 t/m 24

7

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

1.4 Kadasterplan

8

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

1.5 Eigendomsstructuur Deze aanvraag Planologisch Attest heeft betrekking op percelen te Bekkevoort, 1° afdeling sec. A nrs.

221x², 221z², 220g, 222e: ...... 221y² (conciërgewoning): ...... 220m (te slopen panden naast conciërgewoning) . 222f (verhuurde woning naast Freja) ...... 219w (Oude Leuvensebaan) ...... eigendom van ..... bouwbedrijf Gedimat Hendrickx bvba - Staatsbaan nr 253 oppervlakte: ca 29.640m²

228r, 228s, 228t: ...... eigendom van ..... Freja Home Styling – t.p. Staatsbaan nr 265 oppervlakte: ca 4.850 m²

229r, 229a², 229p: ...... eigendom van ..... Vanbrusselt - Peeters – t.p. Staatsbaan nr 267 oppervlakte ca 3.235 m²

Potentiële uitbreiding naar ambachtelijke zone = ca 1ha 10a 39ca en is deels eigendom van Hendrickx Bouw, Freja Home Styling (korte termijn) en Vanbrusselt – Peeters (lange termijn)

Het aanpalend perceel nr 2289z: ...... eigendom van ..... Constructie Van Brusselt bvba - Staatsbaan nr 267 (waarvoor reeds een BPA zonevreemde bedrijven van toepassing is) maakt géén deel uit van het plangebied van de aanvraag

Zie bijlage 4, plan 3/6

9

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

1.6 BEDRIJFGEGEVENS / VERGUNNINGENTOESTAND Hendrickx BVBA, Staatsbaan 253, 3460 Bekkevoort

Soort activiteiten bedrijf: Productie, manipulatie en navolgende verhandeling van diverse bouwmaterialen met productiehal, kantoren en (buiten)toonzaal zie bijlage D3 (bij Milieuvergunningsaanvraag): omschrijving van de activiteiten

Oppervlakte in gebruik: ca 26.712m², inclusief buffer en bebouwde grondoppervlakte

Personeelsbezetting / tewerkstelling: 24 arbeiders – 6 bedienden

Milieuvergunning: Milieuvergunning klasse 1 (voor het verder uitbaten en veranderen van de inrichting voor fabricatie van beton- en isolatieblokken) werd verleend voor een termijn van 20 jaar, die aanving op 30 mei 2013. Zie Bijlage 13

Economische positionering: zie Sociaal-Economisch dossier en zie Bijlage 5: BTW-aangiften voor het volledige boekjaar dat aan de aanvraag voorafgaat Het bedrijf heeft een omzet geboekt van ten minste 250.000 euro op basis van de BTW-aangiften voor het volledige boekjaar dat aan de aanvraag voorafgaat.

Rollend materieel / mobiliteitsprofiel: 12 vrachtwagens, 4 wagens, 9 bulldozers, 10 clarks # voertuigbewegingen: zie dossier gevoegd bij de milieuvergunningsaanvraag en vergunning, (Bijlage 13)

Historische achtergrond: Hendrickx BVBA is een sterk familiaal bedrijf met een lange historiek. De zaak wordt reeds sinds 1922 door meerdere generaties van de familie Hendrickx gerund. Aanvankelijk begon Triphon Hendrickx met verkoop van bouwmaterialen. Op het huidige exploitatie-adres langs de Staatsbaan wordt sinds 1928 het beton- en bouwmaterialenbedrijf uitgebaat. In 1934 werd gestart met eigen productie van betonblokken. Na aankoop van nieuwe machines en voertuigen liep de productie in 1970 op van 1 arbeider die 130 betonblokken per dag produceerde tot 9000 eenheden per dag. Sindsdien - en zeker in de jaren 2000- groeide het bedrijf verder, met o.a. de bouw van nieuwe opslagruimten en verruiming van de toonzaal. Systematisch werden aanpalende percelen en eigendommen verworven om ruimte te bieden voor de (ook letterlijke) uitbouw van activiteiten. Ondertussen beheren de 4 kleinzonen van de stichter het bedrijf en is ook de volgende generatie al actief. In 2002 sloot Hendrickx BVBA zich aan bij Gedimat in functie van groepsaankopen en –levering op Vlaams niveau. (soms ook leveringen buiten Vlaanderen o.w.v. ligging werven). Nu staat Hendrickx Bouwmaterialen in voor groot- en kleinhandel, in- en export van bouwmaterialen en aanverwante producten, fabricage, verpakkingen, conditionering, distributie en het vervoer van bouwmaterialen en bouwproducten in de meest brede betekenis van het woord (en alles wat daarmee rechtstreeks of onrechtstreeks verband houdt). Het is een van de grootste leveranciers van bouwmaterialen in Vlaams-Brabant. Dankzij het BPA Zonevreemde Bedrijven verkreeg het bedrijf de juridische zekerheid en randvoorwaarden mee om de activiteiten ter plaatse te mogen bestendigen. Vanuit het huidige klantenbestand ziet het bedrijf de vraag naar een aantal verwante complementaire activiteiten die het bestaande bedrijf op sociaal en economisch vlak concurrentieel kan houden. Gelet op de reeds maximale invulling binnen het huidige bedrijventerrein, kunnen deze nieuwe/extra producten of diensten daar niet worden georganiseerd of aangeboden.

10

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

Vergunningentoestand: m.b.t. bedrijf Hendrickx BVBA Stedenbouwkundige vergunningen: de bestaande gebouwen en uitgevoerde verhardingen kunnen als vergund beschouwd worden  01/02/1964: bouwen van een woonhuis  29/03/1974: (06/09/1974?) bouwen van een werkplaats met magazijn  14/10/1991: verbouwen van een toonzaal  06/03/2000: uitbreiding van het magazijn en verbouwen van de toonzaal & opslagruimtes  21/05/2001: uitbreiding van het magazijn en verbouwen van de toonzaal & opslagruimtes  04/06/2007: plaatsen van een geluids- en stofwerende wand  19/09/2011: uitbreiden van de kantoren  25/06/2012: uitbreiden van de kantoren en verbouwen van de toonzaal Milieuvergunningen  Goedkeuring vergunning voor het uitbaten v/e grondwaterwinning, bouwbedrijf Hendrickx BVBA (1991)  Goedkeuring vergunning voor het exploiteren v/e inrichting, bouwbedrijf Hendrickx BVBA (1993)  Goedkeuring milieuvergunning klasse 1, bouwbedrijf Hendrickx BVBA (2004)  Goedkeuring milieuvergunning klasse 1, bouwbedrijf Hendrickx BVBA (2013)

Relevante plannen/documenten  Goedkeuring BPA Zonevreemde Bedrijven (2002)  Gedeeltelijke herziening BPA (MB 23/07/2007) (mbt deelplannen deel 2-7-8)  Sociaal-economisch dossier d.d. 09/01/2014 (i.f.v. de aanvraag tot machtiging o.b.v. wet van 13/08/2004 betreffende de vergunning op handelsvestigingen > 2000m²)  GRS Bekkevoort  Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Vlaams Brabant  Mobiliteitsplan Bekkevoort (oktober 2011)  In opmaak: Masterplan croSUM (2014-2015)…  In opmaak/behandeling: Aanvraag stedenbouwkundige vergunning “Toonpark” Hendrickx

11

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

1.7 BEDRIJFGEGEVENS / VERGUNNINGENTOESTAND FREJA Home Styling, Staatsbaan 265, 3460 Bekkevoort

Soort activiteiten bedrijf: Ontwerp, productie en montage (ter plaatse) van maatwerk binnenschrijnwerk (keukens, deuren, trappen, interieurinrichting e.d.) met productiehal, kantoren en toonzaal

Oppervlakte in gebruik: ca 4809m² , waarvan ca 573,75 m² bebouwde grondoppervlakte (248m² (+100m²) +85,75 +240m²)

Personeelsbezetting / tewerkstelling: huidige toestand: 4 arbeiders – 5 bedienden (op korte termijn +1)

Milieuvergunning: Nee

Rollend materieel / mobiliteitsprofiel: 2 vrachtwagens, 1 personenwagen, 1 clark gemiddeld aantal voertuigbewegingen per dag: inkomend 10-tal, uitgaand 10-tal waarvan ongeveer de helft licht tot zwaar vrachtvervoer voor leveringen. ook een 10-tal inkomende en uitgaande voertuigbewegingen van de werknemers en zaakvoerders.

Historische achtergrond: FREJA Home Styling is een familiaal bedrijf dat is gestart in de jaren ’60 met de schrijnwerkerij van Romain Frederickx, met als maatschappelijke zetel toen het woonadres. Activiteiten bestonden er enkel in aan- en verkoop van buitenschrijnwerk en binnenschrijnwerk, zonder toonzaal, plaatsing door externe zelfstandige plaatsers. In 1991 werd de toonzaal op het huidige adres geopend. Midden 2014 verhuizen de activiteiten naar een groter pand, 200m verderop. Daar is er meer oppervlakte voor opslag van materialen en de schrijnwerkerij enerzijds, maar ook de toonzaal is veel ruimer. Om efficiënt te kunnen kiezen is het immers noodzakelijk om de diverse producten, materialen en uitvoering te kunnen zien, voelen, proberen. De zaak staat nu onder leiding van dochter Sofie Frederickx, die samen met haar interieurarchitecten instaat voor advies en ontwerp van maatwerk keukens, binnendeuren, trappen tot volledige inrichtingen. De realisatie/uitvoering en plaatsing gebeurt door eigen vakmensen.

Vergunningentoestand: m.b.t. bedrijf FREJA Homestyling Stedenbouwkundige vergunningen:  13/05/1991: verfraaiing van de voorgevel  14/05/1996: afbreken van de bestaande woning en bijgebouwen - het bouwen van een nieuwe woning met magazijn  14/10/1997: verbouwen van een toonzaal met appartement  18/10/1999: bouwen van een magazijn  10/05/2006: uitbreiden van het winkelpand met kantoren

12

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

1.8 MOBILITEITSPROFIEL - Hendrickx BVBA: Zie dossier gevoegd bij de milieuvergunningsaanvraag en vergunning, Bijlage 13 en Sociaal-Economisch dossier d.d. 09/01/2014

- FREJA Home Styling: Het gemiddeld aantal voertuigbewegingen per dag van het bedrijf FREJA Homestyling met 2 vrachtwagens, 1 personenwagen, 1 clark is inkomend 10-tal, uitgaand 10-tal waarvan ongeveer de helft licht tot zwaar vrachtvervoer voor leveringen, ook een 10-tal inkomende en uitgaande voertuigbewegingen van de werknemers en zaakvoerders.

1.9 ECONOMISCHE POSITIONERING – INVESTERINGSNOTA Zie Sociaal-economisch dossier d.d. 09/01/2014 (i.f.v. de aanvraag tot machtiging o.b.v. wet van 13/08/2004 betreffende de vergunning op handelsvestigingen > 2000m²)

en zie Bijlage 5: BTW-aangiften voor het volledige boekjaar dat aan de aanvraag voorafgaat

13

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

2 PROBLEEMSTELLING

2.1 Aanleiding voor de aanvraag van een Planologisch Attest De percelen aan de Staatsbaan/N2, tussen de bedrijven Hendrickx BVBA en Constructie VanBrusselt BVBA, zijn volgens het vigerende gewestplan gelegen voor de eerste 50m vanaf de rooilijn aan de Staatsbaan in woongebied met landelijk karakter. Achterliggend binnengebied is (herbevestigd) agrarisch gebied. Het bedrijf Hendrickx BVBA evenals Constructie VanBrusselt BVBA werd (elk apart) in een sectoraal BPA Zonevreemde Bedrijven opgenomen en kwam hierdoor te liggen in KMO-zone. Het projectgebied waarvoor nu een planologisch attest wordt aangevraagd, betreft grosso modo het 80m brede ‘tussengebied’ tussen voornoemde KMO- zones aan de Staatsbaan en een aanpalend perceel aan de Oude Leuvensebaan. Hierin zijn naast enkele onbebouwde achterliggende percelen momenteel 2 (oudere) woningen ingeplant, alsook het bedrijf FREJA Home Styling (met beperkte toonzaal, magazijn en werkplaats). Het is onduidelijk waarom er nooit eerder initiatief werd genomen om het terrein van FREJA Home Styling op te nemen in een BPA Zonevreemde bedrijven. Het is immers gelegen in woongebied met landelijk karakter en dus fundamenteel planologisch zonevreemd wegens ambachtelijke activiteiten die strijdig zijn met de bestemmingsvoorschriften van de geldende plannen van aanleg, waarin het bedrijf ligt.

De directe aanleiding voor de aanvraag van dit Planologisch Attest is het feit dat FREJA Home Styling haar activiteiten ter plaatse stopzet om ze in een ruimer pand 200m verder van de dorpskern aan de Staatsbaan verder uit te breiden. Daarom dringt de structurele vraag naar de mogelijke herbestemming van deze bedrijfsruimte met achterliggend perceel zich op. Gelet op de vorm, functionele indeling en schaal van de behoorlijk vergunde bestaande gebouwen, lijkt het vanzelfsprekend dat de nieuwe invulling ook eerder activiteiten zullen zijn die thuishoren in een KMO-zone dan in een landelijke woonzone. De residentiële bebouwing in dit deel aan de Staatsbaan aan de rand van Bekkevoort vormt overigens geen samenhangend geheel en maakt niet echt deel uit van een ‘woonweefsel’, gezien het beperkte aantal woningen en de inplanting op minder dan 100m tussen 2 KMO-zones.

Hendrickx BVBA verwierf door de jaren heen systematisch vnl. aan het bedrijf palende percelen en eigendommen/woningen aan de Staatsbaan. Nu wordt, met een concreet doel voor ogen, overwogen om ook te investeren in het reeds aan hun eigendom grenzende pand van FREJA Home Styling om er op zeer korte termijn nieuwe, bedrijfsgerelateerde diensten en producten aan te kunnen bieden. Strikt genomen kunnen deze wel in ‘woongebied met landelijk karakter’ plaatsvinden, maar een link met het bedrijf via de huidige bestemmingszone ‘agrarisch gebied’ is niet vergunbaar. Vandaar deze aanvraag planologisch attest om op korte termijn deze zone in te kunnen richten (lees: verharden met waterdoorlatende verharding) i.f.v. opslag van materiaal en een aanpassing van de groenbuffer om aan- en afvoer te organiseren via het bedrijventerrein van Hendrickx Bouwmaterialen zodat de N2 niet belast wordt met interne bewegingen.

Belangrijk hierbij is te vermelden, dat de huidige productie, milieubelasting en mobiliteit van het bedrijf t.p. NIET zal worden opgedreven. Wel wordt via dit planologisch attest gevraagd ervoor te zorgen dat - nieuwe bedrijfsgerelateerde activiteiten kunnen worden opgestart/aangeboden en in de juiste zone komen te liggen waar de nodige vergunningen kunnen afgeleverd worden, maximaal intern gelinkt aan de bestaande bedrijvigheid - een optimalisatie via een herstructurering van de KMO-zone of nieuwe uitbreiding mogelijk kan worden gemaakt, zonder door zijn schaalgrootte de draagkracht van de omgeving te overstijgen, zodat een bestaand bedrijf zich verder kan ontwikkelen - (ondergeschikt) ook bedrijfs-gerelateerd wonen in deze KMO-zone -omwille van veiligheidsredenen- kan voorzien blijven vanuit het principe van optimaal ruimtegebruik en beeldkwaliteit.

14

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

Door het afleveren van een positief Planologisch Attest voor de relatief beperkte uitbreiding van activiteiten van het bedrijf Hendrickx BVBA, wordt het signaal gegeven dat de bevoegde overheid op nóg langere termijn de gronden tussen de 2 BPA’s zonevreemde bedrijven (het bedrijf Hendrickx BVBA inbegrepen) ‘beter’ wil laten benutten. Dat het ambitieniveau van het bedrijf hoog ligt, zowel op het vlak van organisatie en inplanting als op vlak van kwaliteitsvolle architectuur van de gebouwen, illustreren de meest recente investeringen en verbouwingswerken. Door te streven naar een hoogwaardige beeldkwaliteit van de gebouwen en omgevingsaanleg aan de Staatsbaan, wordt niet alleen het imago van het bedrijf maar ook van de gemeente versterkt. Hiervoor dringt een herstructurering van de site zich dan ook op, en is een aanpassing van het huidige BPA noodzakelijk.

Parallel met deze aanvraag m.b.t. de omgeving van het bedrijf Hendrickx BVBA is het studiebureau creoSUM momenteel een Masterplan voor (heel) Bekkevoort aan het opmaken in opdracht van de gemeente om beter en structureel in te kunnen spelen op de ruimtelijke ontwikkelingen en problemen. Daarom werd creoSUM geconsulteerd en betrokken bij de opmaak van deze aanvraag Planologisch Attest. Op die manier werd in een vroeg stadium onderzocht en getoetst of de visie van de gemeente op lange termijn enerzijds en de behoefte en ambitie van het bedrijf anderzijds op elkaar kan worden afgestemd in vorm en tijd. Daarnaast kon in overleg ook de logische afbakening op korte- en lange termijn van het plangebied, waarvoor op dit moment een Planologisch Attest dient opgemaakt te worden, te kunnen vastleggen.

Vanuit ruimtelijk oogpunt is het immers weinig zinvol om enkel voor het gedeelte tussen de 2 BPA’s Zonevreemde Bedrijven een ruimtelijk ontwerp en ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken, zonder de herstructurering van de bedrijvenzone Hendrickx BVBA hierin op te nemen en op af te stemmen. Zowel uit het ontwerpend onderzoek zelf als uit het overleg in het kader van het Masterplan kwam naar voor dat het inzetten van het instrument ‘Planologisch Attest’ op dit moment enkel voor de zone tussen de 2 BPA’s Zonevreemde Bedrijven (incl. aanpassing van de bufferzone en perceel aan de Oude Leuvensestraat) zinvol leek. Voor de herstructurering van (de 60m diepe strook aan de N2 en verschuivingen binnen) de bedrijvenzone van Hendrickx BVBA staat een veel langere ontwikkelingstermijn voorop en is meer en intenser overleg nodig met de diverse overheden.

Huidige situatie Zie bijlage 14

15

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

2.2 Ruimtelijke behoefte op korte en lange termijn Om het bestaande bedrijf Hendrickx BVBA op sociaal en economisch vlak concurrentieel te houden wil Hendrickx BVBA vragen het afleveren van een positief planologisch attest te overwegen - om op korte termijn de bestemming van het terrein van FREJA Home Styling (percelen 228r, 228s, 228t) en de tussenliggende woning nr.263 op perceel 222f (reeds eigendom van Hendrickx BVBA) te herzien van ‘woongebied met landelijk karakter’ en (achterliggend) ‘agrarisch gebied’ naar KMO-zone (en buffer) - om in een latere fase ook de rest van het tussengebied (= slechts 1 woning nr.267 met achterliggend terrein) tot aan het bedrijf Constructie VanBrusselt BVBA om te vormen naar een KMO-zone, en ook het perceel 219w aan de Oude Leuvensebaan bij het bedrijventerrein van Hendrickx te integreren zodat deze kan geherstructureerd worden. - om de bepalingen van het huidige BPA Zonevreemde bedrijven Hendrickx BVBA beperkt te wijzigen om nieuwe en bestaande bedrijvigheid efficiënt en optimaal op elkaar kunnen worden afgestemd

Zo kan vanuit een actuele en dringende behoefte, met een na te streven totaalvisie voor ogen - snel een nieuwe invulling gegeven worden aan (de omgeving rond) het pand van FREJA Home Styling, die eerder aansluit op de (bedrijven in de) omgeving qua schaal en naar aard van de activiteiten, dan dat een herstel van een woonweefsel wordt vooropgesteld. - het vrachtverkeer en opslag voor de bestaande én nieuwe activiteiten worden gebundeld waardoor de N2 wordt ontlast

Ook het studiebureau creoSUM, dat momenteel bezig is met de opmaak van een Masterplan voor Bekkevoort, ziet dit scenario als een logische en realistische ontwikkeling van het terrein tussen 2 KMO-zones, net buiten de rand van het handelscentrum van Bekkevoort. De voorzet (voor de invulling/herorganisatie van een groter gebied op lange termijn) die via deze aanvraag Planologisch Attest wordt gedaan, kan perfect aansluiten op of geïntegreerd worden in een verder uitgewerkt RUP dat zal (moeten) opgemaakt worden conform dit Masterplan-in-opmaak.

Deze totaalvisie betekent een bijsturing van het BPA Zonevreemde bedrijven Hendrickx o.a. omdat dit nog voorziet in - een groenbuffer aan de randen met het woon- en agrarisch gebied - het behoud van de vrijstaande conciërgewoning met tuinzone, horend bij het bedrijf - op zichtlocatie vanaf de Staatsbaan mogelijkheid om minder fraaie bedrijfsactiviteiten (opslag van materiaal) te organiseren

Met het oog op een efficiënt gebruik van de KMO-grond lijkt het (op lange termijn) realistischer dat - de groenbuffers aan de gewijzigde bestemmingsgrenzen op elkaar afgestemd worden - de conciërgewoning in een andere vorm geïntegreerd kan worden, bvb. een wooneenheid binnen een grootschaliger bedrijfsgebouw (indien het beter past in de visie van de gemeente of provincie, kan ook het aantal wooneenheden dat momenteel aanwezig is binnen het plangebied of het aantal à rato van de woondichtheid opgelegd in het GRS, voorzien kunnen worden als meergezinswoning, die qua schaal aangepast is aan de vormgeving/architectuur binnen het plangebied) - op de belangrijkste zichtlocatie aan de Staatsbaan publieksgerichte functies in representatieve gebouwen worden ingericht, en opslag/laden&lossen meer aan het zicht wordt onttrokken en achterliggend georganiseerd - een aangepaste omgevingsaanleg i.f.v. gemeenschappelijke ontsluiting op N2, gegroepeerd parkeren, buiten-toonpark etc. wordt nagestreefd

Deze herbestemmingen betekenen een potentiële ruimtelijke en kwalitatieve verbetering voor zowel het omliggende woongebied en straatbeeld enerzijds als voor de KMO-zone(s) anderzijds.

16

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

Het planologisch attest wordt dus nu concreet aangevraagd in functie van - op korte termijn een herbestemming van ca 5.847 m²: een leegstaand bedrijfsgebouw (FREJA Home Styling) met bijhorend perceel en tussenliggende woning, gelegen in landelijke woonzone (ca 2.023m²) en agrarisch gebied (ca 3824m²), met plaatselijke aanpassing van de intermediaire buffer horend bij het bedrijf Hendrickx = percelen 228r, 228s, 228t en 222f - op langere termijn de herbestemming en herstructurering van het ‘woonlint’ in landelijk woongebied ca 1458 m² en achterliggend terrein in agrarisch gebied (ca 1824m²), gelegen tussen de 2 BPA’s Zonevreemde Bedrijven, waarbij dus de laatst resterende woning palend aan Constructies VanBrusselt en ook een perceel met oude hoeve aan de Oude Leuvensebaan (ca 843m²) in agrarisch gebied en (ca 1068m²) in landelijk woongebied wordt betrokken bij de economische activiteiten = percelen 229r, 229a², 229p en 219w m.h.o.o. de ontwikkeling/optimalisering van een thematische KMO-zone op veel langere termijn, binnen een ca. 60m diepe strook aan de N2 tussen (de bestaande toonzaal en kantoren van) het bedrijf Hendrickx en het bedrijf VanBrusselt.

plangebied i.f.v. ruimtelijke behoefte korte termijn (zie bijlage 6) plangebied i.f.v. ruimtelijke behoefte lange termijn (zie bijlage 7)

Na ontwerpend onderzoek voor de diverse fases, waarin mogelijke en realistische oplossingen voor de gewenste ruimtelijke inrichting van het bedrijventerrein werden afgetast aan de hand van de opmaak van inrichtingsschetsen, werd een basisplan aangeleverd als leidraad van het overleg met creoSUM, de gemeentelijke en provinciale diensten, AWV en VMM. Op basis van de input hieruit, werd het ontwerpvoorstel waarmee in het Masterplan zou kunnen rekening gehouden worden, aangepast en bijgestuurd. We kunnen er dus van uitgaan dat het opgenomen voorstel voldoende gedragen wordt door de betrokken overheden en adviesverlenende instanties.

17

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

2.3 Motivering van de integratie van de bestaande inrichtingen, de geplande werken en/of handelingen in de omgeving

Vandaag is het bedrijf Hendrickx een grote speler te midden van de grote regionale leveranciers van bouwmaterialen. Ook qua productie van betonproducten is het bedrijf een gevestigde waarde. De combinatie van duurzame en kwalitatieve (geproduceerde) producten, het aanbod van aanverwante bouwmaterialen aan een concurrentiële prijs en de correcte en betrouwbare klantenservice hebben ervoor gezorgd dat tal van professionals (aannemers) en particulieren hun grondstoffen of materialen aankopen bij het bedrijf Hendrickx BVBA. Om het bestaande (professionele) klantenbestand te behouden wordt getracht deze tevreden te stellen door in te spelen op verbeterde en nieuwe tendensen of evoluties op de markt. Daarnaast wordt er voortdurend gewerkt om nieuwe klanten aan te trekken en productieprocessen en diensten te optimaliseren. In het verleden werden systematisch heel wat veranderingen, vernieuwingen, uitbreiding- en verbeteringswerken uitgevoerd aan de gebouwen en op het terrein van de bouwmaterialenhandel. Getuige hiervan zijn de meer dan 8 afgeleverde stedenbouwkundige vergunningen tussen 1964 en 2012.

Wil Hendrickx BVBA zijn marktpositie handhaven binnen de huidige economische conjunctuur en zich veilig stellen t.o.v. de interne concurrentie dan dringt een verruiming van het aanbod voor de professionele afnemers zich op. Het bedrijf wil o.a. inspelen op de groeiende vraag naar - producten/artikels/diensten i.f.v. veiligheid, plannen en organiseren van een bouwwerf - een reinigings- en hersteldienst (metaalbewerking) voor materieel (o.a. stellingen, mallen, etc) - activiteiten i.f.v. de productie- en kwaliteitscontrole - tijdelijke afsluitingen (verplaatsbare panelen, hekwerk e.d.) en werf-accommodatie - verhuur en operationele leasing van machines en installaties voor burgerlijke en utiliteitsbouw zonder bedieningspersoneel (kranen, betonmolens, enz.) - groothandel in gereedschapswerktuigen - vervaardiging van geprefabriceerde constructies, overwegend van metaal : bouwketen, modulaire tentoonstellingselementen, telefooncellen, enz. - verhuur van steigers en werkplatforms zonder optrekken en afbreken …

Via het BPA Zonevreemde bedrijven zijn de randvoorwaarden gekend waarmee rekening gehouden moet worden op/binnen de huidige bedrijfssite, waar zowel aan productie als handel wordt gedaan. Hierin werd geen rekening gehouden met de hierboven vermelde bijkomende activiteiten/diensten, en hiervoor is geen ruimte beschikbaar binnen de bestaande KMO-zone. De gewenste ontwikkeling van deze aanvraag Planologisch Attest (en inrichtingsvoorstel) geeft in grote lijnen de uitbreiding van de oppervlakte van de KMO-zone aan. Het is geenszins de bedoeling om de productie op te drijven of het aandeel kleinhandel uit te breiden (ter plaatse) van het bedrijf Hendrickx.

In eerste instantie en op korte termijn zou binnen de bestaande en behoorlijk vergunde gebouwen van FREJA Homestyling een ondersteunende, complementaire, laagdynamische activiteit ondergebracht worden, die eerder thuishoort in een KMO-zone dan in woongebied, sterk gerelateerd aan het bestaande bedrijf Hendrickx BVBA, gezien het als doelgroep de professionele vakman in de bouw heeft. Het transport kan gecombineerd worden naar dezelfde klanten/werven en ook de administratie kan gebeuren vanuit de huidige kantoren van Hendrickx BVBA. Zo zouden ook de nieuwe activiteiten slechts een beperkt aantal extra voertuigbewegingen veroorzaken, vergelijkbaar met deze die de huidige activiteiten van FREJA Home Styling reeds met zich meebrengen. Ook naar extra milieubelasting is de impact op de omgeving beperkt omwille van de relatief beperkte ‘uitbreiding’ van economische activiteit. Wel is dan de aanleg van een waterdoorlatende klinkerverharding t.b.v. opslag in achterliggend agrarisch gebied en een verbinding t.p.v. de tussenliggende groenbuffer i.f.v. interne circulatie noodzakelijk. Het zou op korte termijn in een extra tewerkstelling van min. 3 personen voorzien.

18

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

Op korte termijn zouden toonzaal, ophaal/afleverservice, opslag en herstellingen kunnen georganiseerd kunnen worden in en rond de bestaande of evt. beperkt aangepaste gebouwen van FREJA Home Styling. Door het plaatselijk aanpassen van de groenbuffer tussen Hendrickx en FREJA en het beklinkeren van het achterliggend terrein i.f.v. buitenopslag, zal het vrachtverkeer en opslag voor de bestaande én nieuwe activiteiten worden gebundeld waardoor de N2 wordt ontlast. Een ‘toonpark’ zou tijdelijk, in afwachting van een definitieve herinrichting, worden aangelegd ten westen van de inrit.

Zie bijlage 15

19

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

Op middellange- of lange termijn -afhankelijk van de groei, de uitbreiding van het aanbod en behoefte aan extra ruimte- zou systematisch het woongebied tussen de KMO-zones van de bedrijven Hendrickx BVBA en Constructie VanBrusselt BVBA dan kunnen geherstructureerd worden i.f.v. een thematische KMO-zone voor de bouw-professional. De bestaande oude woningen worden dan vervangen door representatieve bedrijfsgebouwen met op elkaar afgestemde omgevingsaanleg/parkeergelegenheid/laad- en loszones e.d. Duurzaamheid, efficiënt ruimtegebruik en representatieve architectuur worden vooropgesteld. Door anderzijds ook het perceel met de (te) diep ingeplante oude hoeve aan de Oude Leuvensebaan mee op te nemen binnen de bedrijfszone, is er ruimte om ook personeelsparking en stockage, die nu aan de N2 georganiseerd is, evt. achter de representatieve nieuwe gebouwen te verplaatsen en een duidelijke groenbuffer aan te leggen tussen de woon- en bedrijfszone aan de Oude Leuvensebaan.

Zie bijlage 16 20

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

Deze ontwikkeling kan gekaderd worden als voorafname aan een herstructurering op nóg langere termijn mits logische of zelfs noodzakelijk bijsturing van het BPA Zonevreemde bedrijven, dat reeds voor het bedrijf Hendrickx BVBA werd opgemaakt maar niet is opgenomen in deze aanvraag Plan. Attest.

Zie bijlage 17

21

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

De randvoorwaarden voor de uitbreiding van de activiteiten en de toegelaten nieuwe handelingen van het bedrijf Hendrickx kunnen via het op te maken RUP worden vastgelegd en in functie van de omgeving en worden beperkt. De beoogde nieuwe bedrijvigheid zou qua milieu- en verkeershinder vergelijkbaar of in principe zelfs minder storend zijn dan deze die FREJA Home Styling genereert, zowel wat de dynamiek als de aard van de activiteit betreft. Een doorlopende groenbuffer als overgang naar de aanpalende, moeilijk verenigbare bestemmingszones (woon- en/of agrarisch gebied) is, in combinatie met deze van Constructie VanBrusselt BVBA, mogelijk. Qua mobiliteit kan de N2 ontlast worden door het mogelijk maken van laden & lossen via een (achterliggende) doorsteek tussen de terreinen.

Bij de op (middel)lange termijn voorziene herstructurering en/of uitbreiding van het bedrijventerrein wordt in een integrale gebiedsaanpak op een aantal problemen tegelijk ingespeeld. Zo is er sprake van afbraak van verouderde/ongeschikte bebouwing, gedeeltelijke herindeling en nieuwbouw op vrijkomende kavels, opwaardering van de buitenruimte en verbetering van de verkeerssituatie. Het doel is om het bedrijf Hendrickx BVBA in de hele zone voor een langere periode kansen te bieden om te optimaliseren naar duurzaamheid en energieprestatie en daarmee waarde en groeikansen toe te voegen. De investerings- en groeiprognoses van het bedrijf Hendrickx BVBA geven aan dat dit niet alleen een zinvolle piste is, maar ook noodzakelijk voor het bestaan van het bedrijf.

De verwante aard van de nieuwe activiteiten, als spin-off en nevenactiviteit van het bedrijf; verantwoordt de functionele inpasbaarheid en inplanting ervan op deze plaats. Dankzij het BPA Zonevreemde bedrijven is de herlocalisatie van het bedrijf Hendrickx BVBA niet noodzakelijk of voorzien, dus een alternatieve site voor de verdere uitbouw van de gerelateerde activiteiten werd dan ook niet onderzocht.

Een inschatting geven van het werkgelegenheidspotentieel is lastig. Op korte termijn zouden een 3-tal bijkomende werknemers aan de slag kunnen op de site van FREJA Homestyling. M.b.t. de ontwikkelingen op lange termijn kan moeilijk het aantal bijkomende werknemers concreet worden geschat. Realistisch zou het gaan om max. een 6-tal personeelsleden. Bij de uitbouw van een thematische KMO-zone volgens de extra-lange-termijnsvisie (geen onderwerp van deze aanvraag Planologisch Attest) zou ruimte voor een 30-tal werknemers kunnen ontstaan.

Ook de mobiliteitsgenererende effecten zijn momenteel niet precies te ramen. Uiteraard zullen bijkomende activiteiten een vermeerdering van het aantal bewegingen betekenen, maar gezien er geen productie (waar regelmatig transport voor aanleveren/wegvoeren van producten en artikels noodzakelijk is) of grote publiekstrekkende activiteiten worden gepland, zal de ontsluiting dankzij de uitstekende ligging aan de Staatsbaan/N2 gegarandeerd zonder noemenswaardige problemen kunnen verlopen. Het is bovendien de bedoeling om op lange termijn door een uitgekiend ontwerp (o.a. via gemeenschappelijke groene parkeerstroken in de diepte, tussen de nieuwe gebouwen) creatief de parkeerdruk en het aantal in- en uitritten vanaf de Staatsbaan te beperken/bundelen. Op korte termijn wijzigt er t.o.v. de referentiesituatie quasi niets. Het gemiddeld aantal voertuigbewegingen per dag van het bedrijf FREJA Homestyling (met 2 vrachtwagens, 1 personenwagen, 1 clark) is inkomend 10-tal, uitgaand 10-tal waarvan ongeveer de helft licht tot zwaar vrachtvervoer voor leveringen, ook een 10-tal inkomende en uitgaande voertuigbewegingen van de werknemers en zaakvoerders. M.b.t. de ontwikkelingen op lange termijn zijn er nog teveel onzekerheden, dat er moeilijk een concrete inschatting kan gemaakt worden van de mogelijke effecten. Grosso modo kan rekening gehouden worden met bijkomend verkeer in functie van max. een 6-tal personeelsleden (per auto), 2 extra leveringen (per vracht- of bestelwagen) en een 30-tal professionele bezoekers (per bestelwagen) per dag.

De aard van de geplande activiteiten binnen de uitgebreide KMO-zone zijn van die aard dat de milieuhinder als relatief laag tot normaal kan beschouwd worden. (zie 5. Screening plan-MER-plicht)

Het is precies het opzet om via een herstructurering en optimale invulling van de zone tussen de bestaande bebouwing van de bedrijven Hendrickx BVBA en Constructie VanBrusselt, de inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruimere omgeving vanuit stedenbouwkundige hoek van een (nieuwe) kwaliteitsvolle

22

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

KMO-site vorm te geven. De kleinschalige en verouderde eengezinswoningen die momenteel tussen de bedrijven in geprangd staan, zullen worden vervangen door bebouwing en groenzones die qua schaal, bouwdichtheid, ruimtegebruik e.d. … uitdrukkelijk een uniformer en visueel-vormelijk betere aansluiting zijn met de reeds bestaande KMO’s.

Binnen het plangebied zal er qua ruimtebeslag dus meer oppervlakte aan economische activiteiten ontwikkeld worden, ten koste van enerzijds (achterliggend) agrarisch gebied (weiland, akker) en anderzijds landelijke woonzone. Het in opmaak zijnde Masterplan (creoSUM) zal een voorstel opnemen voor het herbestemde agrarisch gebied. Het verlies aan aantal wooneenheden zou (deels) kunnen gecompenseerd worden door het voorzien van een (aantal) conciërgewoning(en), qua schaal en efficiënt ruimtegebruik beter geïntegreerd in de (later op te richten) bedrijfsgebouwen o.w.v veiligheid/toezicht.

Met het oog op de uitbouw van een duurzaam bedrijventerrein, zal bovendien onderzocht worden welke duurzaamheidsmaatregelen genomen kunnen worden, o.a. - Gezamenlijk gebruik van utilities en installaties - (Nuts) voorzieningen met hoog en/of duurzaam rendement - Collectieve inzameling en afvoer van afvalstoffen - Vervoer van goederen en personen - Intensivering van het gebruik van de ruimte - Duurzaam bouwen en inrichten - Collectieve organisatie bedrijventerrein - Bedrijfsgerichte voorzieningen - Interactie met de omgeving en leefbaarheid

23

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

3 RELEVANT BELEIDSKADER/JURIDISCHE CONTEXT

3.1 GEWESTPLAN

GWP -Diest. (KB 07/11/1978) De bedrijven Hendrickx BVBA , FREJA Home Styling en Constructie Van Brusselt BVBA (palend aan het plangebied) aan de Staatsbaan zijn allen gelegen voor de eerste 50m vanaf de rooilijn in ‘woongebied met landelijk karakter’. Achterliggend binnen gebied is ‘agrarisch gebied’.

Woongebieden met landelijk karakter

Agrarische gebieden

Landelijke waardevolle gebieden

3.2 BPA’s ZONEVREEMDE BEDRIJVEN Bijlage 9

1. BPA Zonevreemde Bedrijven Bekkevoort MB 16/10/2003 (BS 10/11/2003) - deelplan 5 Constructie VanBrusselt BVBA - deelplan 2: Hendrickx Bouwmaterialen BVBA

2. BPA Zonevreemde Bedrijven Bekkevoort fase 2 (herziening) Bijlage 8 MB 23/07/2007 (BS 21/08/2007) vervangt deelplan 2: Hendrickx BVBA

24

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

3.3 VERKAVELINGSVERGUNNINGEN Het Schepencollege van Bekkevoort heeft recent geen verkavelingvergunningen goedgekeurd binnen of in de directe omgeving van het plangebied.

3.4 RECHT VAN VOORKOOP Het recht van voorkoop in het kader van natuurbehoud werd ingesteld om ecologisch waardevolle percelen in afgebakende gebieden te kunnen aankopen en veilig stellen door een aangepast beheer. In regel worden de aangekochte percelen aangewezen als Vlaams natuurreservaat, bosreservaat of domeinbos of, na gebruiksoverdracht aan een erkende terrein beherende natuurvereniging, erkend als natuurreservaat. In Bekkevoort is het recht van voorkoop Natuur van toepassing in - Paepenbroek; - deel van de Begijnebeekvallei. Dit heeft geen invloed op het plangebied.

Het recht van voorkoop in het kader van de Vlaamse wooncode heeft tot doel de begunstigden ervan in staat te stellen bepaalde woningen en percelen, bestemd voor woningbouw te verwerven om die vervolgens aan te wenden om sociale huur- of koopwoningen of sociale kavels te realiseren. Dit recht van voorkoop, waarvan sprake in art. 85 §1 van de Vlaamse wooncode, is van toepassing op een specifieke groep van bestaande woningen in gans het Vlaams gewest. Daarnaast is het ook van toepassing in specifiek daartoe door de minister erkende woonvernieuwings- en woningbouwgebieden op percelen bestemd voor woningbouw, al dan niet bebouwd. In Bekkevoort werden aldus tot op heden nog geen specifieke gebieden afgebakend. Ook dit recht van voorkoop is dus niet van toepassing binnen het plangebied.

3.5 BESCHERMDE MONUMENTEN, LANDSCHAPPEN EN STADS- EN DORPSGEZICHTEN In de gemeente Bekkevoort zijn momenteel 8 monumenten en 1 dorpsgezicht wettelijke beschermd. Hiervan is geen gelegen binnen of in de onmiddellijke omgeving van het plangebied.

3.6 DE LANDSCHAPSATLAS In de gemeente Bekkevoort zijn geen erfgoedlandschappen of ankerplaatsen opgenomen in de landschapsatlas. Wel enkele relictzones, lijn-en puntrelicten, maar deze zijn niet gelegen in (de onmiddellijke omgeving van) het plangebied.

3.7 HABITAT EN VOGELRICHTLIJNGEBIEDEN Niet gelegen binnen de afbakening Habitat- en vogelrichtlijnen. De geplande activiteiten, plannen of programma’s kunnen, afzonderlijk of in combinatie met één of meerdere bestaande of voorgestelde activiteiten, plannen of programma's, geen betekenisvolle aantasting van de natuurlijke kenmerken van een speciale beschermingszone veroorzaken, gezien de grote afstand tot deze zones. Daarom dient het beoogde project niet onderworpen te worden aan een uitgebreide passende beoordeling wat betreft de betekenisvolle effecten voor de speciale beschermingszone.

25

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

3.8 WATERWINGEBIEDEN Hoewel de geologische samenstelling van de ondergrond maakt dat de Demervallei tussen Aarschot en Diest geschikt is als grondwaterwinningsgebied voor drinkwater en er in dit gebied meerdere waterwinningen voorkomen, is er geen enkele daarvan op het grondgebied van Bekkevoort. Het noordelijk deel van de gemeente ligt wel binnen de grondwaterbeschermingszone III van de waterwinning in de Nihoulstraat te Scherpenheuvel-Zichem. Het betreft hier een diepe winning met weinig of geen invloed op de grondwatertafel in de onmiddellijke omgeving. Binnen het plangebied moet er geen rekening gehouden worden met de strengere milieueisen die gelden in de beschermingszone en worden er geen vervuilende activiteiten, handelingen of inrichtingen gepland die de kwaliteit van het drinkwater in gevaar kunnen brengen.

3.9 NATUURRESERVATEN EN ANDERE GEBIEDEN MET BELANGRIJKE NATUURWAARDEN Het in 1990 opgestarte natuurreservaat Papenbroek is voor 15 ha gelegen in Bekkevoort, beginnend ten oosten van de ambachtelijke zone te Assent, en is voor 10 ha gelegen in Diest, ver van het plangebied. Aan de grenzen van Bekkevoort bevinden zich nog enkele belangrijke uitlopers van bosbestanden vanuit de periode van de Ferraris. Het betreft het Walenbos aan de grens met Tielt-Winge en het Begijnenbos aan de grens met Waanrode. In relatie hiermee zijn de kleinere bosgebieden binnen Bekkevoort belangrijk als natuurverbindingsgebied. Binnen het plangebied is er geen bos aanwezig.

3.10 NATUURVERBINDINGSGEBIEDEN Natuurverbindingsgebieden zijn gebieden die afgebakend worden op provinciaal niveau. Een natuurverbindingsgebied is een aaneengesloten gebied waar de natuurfunctie ondergeschikt is aan de andere functies en andere functies (doorgaans landbouw, bosbouw, ...) als hoofdgebruiker aanwezig zijn en de natuur als nevengebruiker; In 5.2 worden de in het provinciaal structuurplan geselecteerde natuurverbindingsgebieden voor Bekkevoort opgesomd.

3.11 VLAAMS ECOLOGISCH NETWERK (VEN) Binnen dit netwerk neemt natuur en natuurbescherming een belangrijke plaats in, maar landbouw en andere functies blijven in deze gebieden gewoon mogelijk. Wel concentreert de Vlaamse regering haar middelen natuur (-bescherming) voor een groot deel in die gebieden. In Bekkevoort werden in 2003 door de Vlaamse Regering volgende gebieden afgebakend: - als GEN-gebieden: o twee gebieden aan Heide, op de grens met Tielt-Winge, o het deel van de vallei van de Begijnenbeek, ten noorden van de dorpskern van Assent en zuidwaarts; - als GENO-gebied: o het deel van de vallei van de Begijnenbeek, ten NO van de dorpskern van Assent, op de grens met Diest.

26

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

3.12 AFBAKENING AGRARISCHE STRUCTUUR – HERBEVESTIGD AGRARISCH GEBIED

Het RSV wil het buitengebied vrijwaren voor de essentiële functies landbouw, natuur en bos. Om dit doel te bereiken wordt er, na een afbakening in 2 fasen, agrarisch gebied, natuurgebied, bosgebieden en andere groengebieden vastgelegd in bestemmingsplannen. De afbakening van de landbouw-, natuur-, en bosgebieden startte met de afbakening natuurgebieden als onderdeel van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) (zie 3.10). In de tweede fase worden landbouw, natuur en bos gelijktijdig ten opzichte van elkaar afgewogen. Vlaanderen werd hiervoor opgedeeld in 13 regio’s, Bekkevoort behoort tot de buitengebiedregio Hageland en is onderdeel van de deelruimte ‘Demervallei en Diestiaanheuvels’ en van de deelruimte ‘Valleien en heuvelruggen van Velpe en Gete’. Het studiegebied is gedeeltelijk gelegen in herbevestigd agrarisch gebied, nl. de buitengebiedregio. Het operationeel uitvoeringsprogramma geeft voor de (meer noordelijk gelegen) deelruimte ‘Demervallei en Diestiaanheuvels’ het volgende aan: - behoud en versterking van : o landbouw in een gevarieerd heuvellandschap; o landbouw met ruimte voor ontwikkeling voor landschappelijk waardevolle elementen; o complexen van ecologische en landschappelijke waarden verweven met landbouw; o uitgesproken natuurwaarden in valleien met ruimte voor waterberging; o gevarieerde open tot halfopen valleilandschappen met ruimte voor waterberging; o bosstructuren; o uitgesproken natuurwaarden; o natuurwaarden op getuigenheuvels; - ontwikkeling van landschappelijk en ecologisch waardevolle lineaire elementen; - vrijwaren en versterken van o waardevolle landschappen en erfgoedwaarden in valleien en op Diestiaanheuvels; o waardevolle openruimteverbindingen; - behoud en ontwikkeling van open waters met meerdere functies; - vrijwaren van waardevolle reliëfelementen; - ruimtelijk begrensde stedelijke gebieden;

27

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

Voor de (meer zuidelijk gelegen) deelruimte ‘Valleien en heuvelruggen van Velpe en Gete’ het volgende: - behoud en versterking van o de landbouw in een gevarieerd heuvellandschap; o landbouw verweven met boscomplexen; o uitgesproken natuurwaarden in valleien met ruimte voor waterberging; o gevarieerder valleilandschappen met ruimte voor waterberging; o bosstructuren; o van bosstructuren op hellingen; - ontwikkeling van landschappelijk en ecologisch waardevolle lineaire elementen; - vrijwaren van waardevolle openruimteverbindingen; - vrijwaren en versterken van waardevolle landschappen en erfgoedwaarden; - ruimtelijk begrensde stedelijke gebieden.

3.13 BIOLOGISCHE WAARDERINGSKAART

Het plangebied is op de biologische waarderingskaart niet ingekleurd.

3.14 DECREET INTEGRAAL WATERBELEID - WATERTOETS Onder verwijzing naar artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003, gewijzigd bij decreet van 25 mei 2007, betreffende het integraal waterbeleid , werd nagegaan of er enerzijds door het vooropgestelde plan schadelijke effecten op het watersysteem zullen optreden en anderzijds voorwaarden dienen opgelegd te worden om deze effecten te voorkomen, te beperken of, indien dit niet mogelijk is, te herstellen of te compenseren.

Dit gebeurde op basis van een aantal criteria (in onderstaande tabel) en op basis van een aantal watertoetskaarten Hellingenkaart (1) Erosiekaart (2) Winterbedkaart (3) Overstromingsgevoelige gebieden (2011) (4) Infiltratiegevoelige bodems (5) Grondwaterstromingsgevoelige gebieden (6)

28

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

Nr. SITUATIE BIJLAGE BEOORDELINGSSCHEMA 1 Het verkavelen van een stuk grond, het oprichten van een gebouw, al dan niet met I ° Gewijzigd overstromingsregime ondergrondse constructie, of het aanleggen van een verharding. ° Gewijzigde overstromingshoeveelheid ° Gewijzigde infiltratie naar het grondwater ° Gewijzigd grondwaterpatroon 2 De opslag van, het storten van bodemvreemd materiaal of de wijziging van vegetatie. II ° Opslag en storten van bodemvreemd materiaal ° Wijziging van vegetatie. 3 Een reliëfwijziging. III ° Reliëfwijziging. 4 Aanleggen van buffer- of infiltratievoorzieningen voor opvang van oppervlakte- of hemelwater. IV ° Buffering en infiltratie van oppervlakte- en hemelwater.

5 Een lozing op een rioleringsstelsel, het oppervlaktewater of het grondwater. V ° Wijziging van het aantal puntbronnen. 6 Een grondwaterwinning. VI ° Wijziging van de grondwaterwinning. 7 Een wijziging van de bedding en de structuurkwaliteit van de waterloop. VII ° Toename en bestendiging van knelpunten voor vismigratie in de waterloop. ° Migratiebelemmering voor fauna op de oever. Gewijzigd afvoergedrag van de waterloop.

Hellingenkaart (1) Erosiekaart (2) Winterbedkaart (3) Overstromingsgevoelige gebieden (4)

0,5 % Niet erosiegevoelig Geen winterbed Risicozones voor overstroming (2006) 0,5 – 5 % Erosiegevoelig Winterbedding Effectief overstromingsgevoelig (2011) 5 – 10 % Geen informatie Mogelijk overstromingsgevoelig (2011) ≥ 10 % Niet overstromingsgevoelig

Infiltratiegevoelige bodems (5) Grondwaterstromingsgevoelige gebieden (6) (1) Het merendeel v/h gebied is niet gelegen in hellend gebied (0,5-5%), licht hellend naar hoger gelegen wegen ten zuiden (5-10%). (2) Erosiekaart: merendeel van het gebied is niet erosiegevoelig, licht erosiegevoelig naar hoger gelegen wegen ten zuiden. (3) Winterbedding: geen informatie (4) Overstromingsgevoelige gebieden(2011): niet gelegen in overstromingsgevoelig gebied. Niet infiltratiegevoelig Zeer gevoelig (type1) (5) Infiltratiegevoelige bodems: gelegen in Infiltratiegevoelig Matig gevoelig (type2) infiltratiegevoelige bodem. Geen informatie Weinig gevoelig (type3) (6) Grondwaterstromingsgevoelige gebieden: Geen informatie gelegen in matig gevoelig grondwaterstromingsgevoelig gebied. 29

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

Toekomstige situatie: Het planologisch attest wordt aangevraagd in functie van een herbestemming van het achterliggend terrein in agrarisch gebied, horend bij een bedrijfsgebouw gelegen in landelijk woongebied op korte termijn en herstructurering van een woonlint i.f.v. de optimalisering van een KMO-zone anderzijds. Deze herbestemming betekent een ruimtelijke en kwalitatieve verbetering voor zowel het omliggende woongebied als de betreffende KMO- zone.

De grootte van de huidige bedrijfssite Hendrickx Bouwmaterialen BVBA bedraagt momenteel ongeveer ca 26.712m² Binnen deze aanvraag Planologisch Attest wordt voorzien - op korte termijn de oppervlakte van de percelen 222f (verhuurde woning naast FREJA) en 228r, 228s, 228t (momenteel eigendom van FREJA), zijnde ca 5.847 m², hieraan toe te voegen. - op (middel)lange termijn, (en evt. herziening BPA/opmaak van een RUP zonevreemde bedrijven), de oppervlakte van de percelen 229r, 229a², 229p (woning palend aan FREJA en VanBrusselt) van ca 3.282 m² én 222w (boerderij Oude Leuvensebaan) van ca 1.911m², hieraan toe te voegen, in totaal zijnde ca 5.193m²

Ten opzichte van de huidige situatie bedraagt de uitbreiding op korte termijn ca 5.847 m² of iets meer dan 20% van de bestaande. Ten opzichte van de huidige situatie bedraagt de uitbreiding op lange termijn ca 5.193m² of iets minder dan 20% van de bestaande. In totaal zou de bedrijfsoppervlakte van Hendrickx BVBA uitbreiden met zo’n 40% Voor het gebied incl. Constructies VanBrusselt voorzien de BPA’s zonevreemde bedrijven al een oppervlakte van ca. 29.957m² (Hendrickx BVBA = 26.712m² & Constructie VanBrusselt ca. 3.245 m²), zodat de totale uitbreiding van 11.040m² procentueel uitgedrukt neerkomt op een 35%.

De verharde oppervlakte wordt bepaald door de max. toegelaten oppervlakte van de nieuwe (bedrijfs)gebouwen en de niet-waterdoorlaatbare verharding. Voor de berekening van de capaciteit aan wateropvang zal het plan op korte termijn (activiteiten vinden plaats binnen bestaande gebouwen van FREJA, de zone voor buitenopslag zal voorzien worden van een waterdoorlatende klinkerverharding) en langere termijn concreet resulteren in een bijkomende verharde oppervlakte van resp. 0m² en max. 700m² (aanname) die leidt tot een vermindering van waterinfiltratie. Er wordt dan ook voorgesteld om de bijzondere voorwaarden, opgenomen in de actuele Milieuvergunning in de algemene stedenbouwkundige voorschriften op te nemen, o.a. m.b.t. verplicht opvangen van het hemelwater met een buffervolume met een inhoud van minstens 250 m³ per ha verharde oppervlak te voorzien.

Het plangebied is niet gelegen in kwetsbare gronden en in de omgeving van het plangebied komt geen winning van water voor openbaar drinkwater voor. De voorgestelde inplanting van een opslagzone heeft dan ook geen aanzienlijk effect op het grondwater.

30

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

4 RUIMTELIJKE STRUCTUURPLANNEN

4.1 RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN Vlaanderen (RSV) Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) bepaalt de planningscontext op gewestelijk niveau.

Bekkevoort wordt in het RSV opgenomen als een gemeente behorende tot het buitengebied. Vier basisdoelstellingen kunnen onttrokken worden uit de algemene visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Vlaanderen, hiervan zijn de volgende drie belangrijk voor de gemeente Bekkevoort:  het behoud en waar mogelijk de versterking van het buitengebied en een bundeling van wonen en werken in de kernen van het buitengebied;  het concentreren van economische activiteiten in die plaatsen die deel uitmaken van de bestaande economische structuur van Vlaanderen;  het optimaliseren van de bestaande verkeers- en vervoersinfrastructuur waarbij de ruimtelijke condities worden gecreëerd voor het verbeteren van het collectief vervoer en de organisatie van vervoersgenererende activiteiten op punten die ontsloten worden door openbaar vervoer.

Specifiek voor het buitengebied waartoe de gemeente Bekkevoort behoort zijn volgende doelstellingen van belang: 1. het buitengebied vrijwaren voor de essentiële functies 2. tegengaan van versnippering van het buitengebied 3. bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied 4. landbouw-, natuur- en bosfunctie in goed gestructureerde gehelen 5. bereiken van gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit in het buitengebied 6. afstemmen van ruimtelijk beleid en milieubeleid op basis van het fysisch systeem 7. bufferfunctie in het buitengebied

Voor wat betreft bijkomende bedrijventerreinen voorziet het RSV voor gans Vlaanderen dat 15 tot 20% van de bijkomende bedrijventerreinen buiten de economische knooppunten kunnen gerealiseerd worden in hoofddorpen. Voor Vlaams-Brabant betekent dit 27 ha voor onmiddellijk af te bakenen bedrijventerreinen en 185 ha voor reservebedrijventerreinen (lange termijn). De doorrekening en toewijzing ervan zal gebeuren via het PRS. De afbakening van het lokale bedrijventerrein is een gemeentelijke bevoegdheid, beperkt weliswaar door volgende criteria:  ontwikkeling enkel mogelijk in een hoofddorp en in economische knooppunten;  verantwoording vanuit een globale ruimtelijke visie op de gemeente en in het bijzonder op het hoofddorp;  de oppervlakte moet worden beperkt tot 5 ha omdat het een lokale problematiek betreft, omdat het in vele gevallen een “afwijkend BPA” betreft en omdat het bedrijventerrein gericht is op lokale bedrijven die beperkt van omvang zijn. De beperking van 5 ha is daarbij richtinggevend en kan niet worden opgevat als norm;  de kaveloppervlakte wordt afgestemd op lokale bedrijven;  geen zuivere kleinhandelsbedrijven op lokale bedrijventerreinen;  aansluiting bij de kern of een bestaand bedrijventerrein;  ontsluiting via gemeentelijke verzamelwegen rechtstreeks op primaire wegen of secundaire wegen;  uitwerking van de ontwikkeling van lokale bedrijventerreinen in gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen.

Hiernaast opteert het RSV voor geheel Vlaanderen voor een optimalisatie van het bestaand wegennet. Hiertoe werd er een categorisering naar functie voorgesteld.. 31

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

4.2 RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN Vlaams-Brabant (PRS) Het structuurplan PRS werd door de Provincieraad vastgesteld op 11 mei 2004 en goedgekeurd door de Vlaamse Minister van Ruimtelijke Ordening op 7 oktober 2004 en vult het kader voor de ruimtelijke ontwikkeling op provinciaal niveau, vastgesteld door het RSV, in.

Voor de gemeente Bekkevoort zijn in volgende thema’s van belang: Open ruimte  de gewenste natuurlijke structuur beoogt de vrijwaring en de versterking van de samenhang van alle ruimten met een +/- natuurlijk karakter;  grote samenhangende agrarische gehelen en kleinere gebieden die het duurzaam functioneren van de landbouw verzekeren dienen gevrijwaard en versterkt te worden;  samenhang wordt beoogd tussen de verschillende landschappen in de provincie. Bebouwde ruimte  de provincie wenst prioritair de stedelijke gebieden en de goed ontsloten kernen te ontwikkelen;  leefbaarheid en aantrekkelijkheid zijn prioritair ten opzichte van het louter kwantitatief invullen van de behoefte aan woningen en bedrijven. Mobiliteit  het belang van openbaar en/of collectief vervoer wordt benadrukt;  er wordt gestreefd naar een duurzame mobiliteit vanuit een duurzame ruimtelijke ontwikkeling waarbij de economische, sociale en ecologische componenten ten volle onderkend worden. Toerisme en recreatie  samenhang wordt nagestreefd tussen alle gebieden met een toeristisch-recreatief karakter;  de provincie wenst een netwerk uit te werken die een rijke variatie aan ontspanningsmogelijkheden biedt;

De provincie onderscheidt naast de vier thema’s, vier deelruimten: Bekkevoort behoort gedeeltelijk tot de landelijke kamer oost en voor het deel ten noorden van de N2 en de deelgemeente Assent tot het Demernetwerk. In de landelijke kamer oost is het provinciaal beleid gericht op het verlenen van een eigen identiteit aan elk van de fragmenten. Voor de uitwerking van het ‘Demernetwerk’ kiest de provincie voor een fijnmazigere oplossing waarbij elk van de ruimtelijke componenten deel uitmaakt van een netwerk.

Gewenste open ruimte structuur Een natuurverbindingsgebied dat vertrekt van het bosverdichtingsgebied rond Tielt-Winge loopt in oostelijke richting. De verbinding volgt de Hazenhoekloop en sluit rond Bekkevoort aan op de Begijnenbeek van waaruit ze in de richting van Diest doorloopt tot aan het Webbekomsbroek.

Gewenste economische structuur  bedrijvigheid vermengen met woonfunctie indien mogelijk;  gefaseerde ontwikkeling voor bedrijventerreinen;  Bekkevoort is één van de geselecteerde hoofddorpen die in aanmerking komen voor de inplanting van een lokaal bedrijventerrein;  Bekkevoort is eveneens één van de geselecteerde hoofddorpen die in aanmerking komen voor ruimtelijke heroriëntatie van de taakstelling, dit voorziet de mogelijkheid een lokaal bedrijventerrein te realiseren in een woonkern in plaats van in het hoofddorp van de gemeente.

Gewenste structuur voor mobiliteit Wegenselectie van toepassing op Bekkevoort:  N29 : secundaire weg type I

32

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

 N2 (aansluiting 24 A2/E40 Bekkevoort tot R26 Diest) : secundaire weg type II  N2 (R23 Leuven tot aansluiting 24 A2/E40 Bekkevoort) : secundaire weg type III

Volgende bindende bepalingen zijn van toepassing op Bekkevoort: o selectie natuurverbindingsgebieden:  verbinding Begijnenbeek met Begijnenbos en Meenselbeek naar Velpe; verbinding boscomplex Walenbos-Tieltse Motte en Begijnenbeek;  verbinding Begijnenbeek met Begijnenbos en Meenselbeek naar Velpe;  Velpe als natuurverbinding tussen bosgebieden Begijnenbeek, Diestiaanheuvels en Mollendaalbos;  verbinding bosgebieden bovenlopen Winge-Molenbeek en Begijnenbeek (Troostembergbos – Tafelbos –Kleisebos – Begijnenbos – Zuurbemde – Hulsbos – Kapellenbos – Wouwerdries). o selectie gave landschappen: holle wegen Bekkevoort – ;  hoofddorp: Bekkevoort;  woonkern: Assent;  kernen in het buitengebied: Molenbeek, Rijnrode, Struik, Wersbeek;  mobiliteit: N2; aansluiting 24 A2/E40 (Bekkevoort) – R26 (Diest): secundaire weg type II  N2; R23 (Leuven) – aansluiting 24 A2/E314 (Bekkevoort): secundaire weg type III  selectie van de toeristisch-recreatieve netwerken: het toeristisch-recreatief netwerk van de landelijke kamer oost.

4.3 GEMEENTELIJK RUIMTELIJK STRUCTUURPLAN Bekkevoort Zie bijlage 10,11 & 12 Het GRS werd op 24 mei 2012 goedgekeurd door de Vlaamse Minister van Ruimtelijke Ordening en vult het kader in voor de ruimtelijke ontwikkeling op gemeentelijk niveau, vastgesteld door het PRS.

De structuur van Bekkevoort is sterk zuidwest – noordoost gericht door de Diestiaanheuvels en de rivier- en beekvalleien. Zij vormen een samenhangend geheel dat het landschap van Bekkevoort structureert. Reeds van oudsher waren deze structurerend voor de wegenstructuur en voor de plaatsing van de dorpen. Deze elementen werken enerzijds als verbinding in de langsrichting en anderzijds delen ze het gebied in compartimenten in de dwarsrichting. Door de diversiteit in het reliëf en de bodemgesteldheid bestaat er een duidelijke tweeledigheid tussen het glooiende, arme landschap ten noorden en het meer heuvelachtige, rijke landschap ten zuiden van de Staatsbaan. Ook tussen de drogere heuvels en de vochtige valleigebieden, en tussen de minder steile noordelijke en de steilere én warmere zuidelijke heuvelflanken, bestaat een wezenlijk verschil. De gemeente wordt zodoende gekenmerkt door een zeer gevarieerd landschapsbeeld.

De E314, N2 en N29 zorgen voor de goede ontsluiting van de gemeente maar doorsnijden tevens, samen met enkele linten, het landschap met lineaire barrièrewerking tot gevolg. In de gemeente worden de patronen van de verschillende kernen nog steeds bepaald door de oorspronkelijke ontginningsstructuur, met uitzondering van Bekkevoort dat tot een hedendaags straatdorp is uitgegroeid langsheen de N2.

Bossen zijn veeleer zeldzaam in Bekkevoort, op de groene bossnippers die de ruimtelijk lineaire structuur van de valleien versterkt en de twee aangrenzende boscomplexen Begijnenbos en Walenbos na.

33

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

Met betrekking tot de economische structuur in Bekkevoort wordt de landbouw als belangrijke economische activiteit vermeld, vooral in oppervlakte die zij gebruikt. Daarnaast is het vooral de deurengigant Theuma te Assent die voor een groot deel de plaatselijke economie bepaalt. Verspreid over de gemeente bevinden zich de ambachtelijke bedrijven. (Vele van deze bedrijven zijn verweven met het wonen, andere zitten in landbouwgebied. Hier stelt zich het probleem dat een deel ervan zonevreemd gelegen zijn en geherlokaliseerd moeten worden.) Tot slot is het groot aantal kleinhandelszaken langs de Staatsbaan dat, in de commerciële dienstensector, het grootste terwerkstellingsaandeel in de fusiegemeente voor zich neemt. De kernactiviteiten bevinden zicht in de band langsheen de Staatsbaan van aan de aansluiting op Steenberg tot aan de Oude Tiensebaan.

Samengevat kunnen we voor de verschillende structurerende elementen volgende kernpunten in tabelvorm naar voor brengen:

Kwaliteiten Knelpunten - De nog sterk aanwezige historisch gegroeide natuurlijke structuren – - De slechte ecologische kwaliteit van de natuurlijke structuren – slechte Diestiaanheuvels, beekvalleien met aanwezigheid van bossnippers – waterkwaliteit, onderbreking van waardevol valleigebied – verdwijnen en belangrijke aangrenzende bosgebieden – KLE’s. verkleinen van bosgebieden en bossnippers.

- Potentieel sterk gebied voor kleinschalige grondgebonden landbouw – - Door industrialisering en globalisering kent de eerder kleinschalige goede gronden – natuurlijke bescherming van de teelten door het reliëf. landbouw in dit gebied een achteruitgang.

- Landelijke nederzettingsstructuur die historisch gegroeid is en nog zeer - Een heersende migratiedruk heeft de lintbebouwing zijn intrede doen weinig is aangetast op Bekkevoort na, dat door de aanleg van de N2 nemen en heeft ook het begrip zonevreemdheid niet onbekend gelaten in de uitgegroeid is tot een hedendaags straatdorp. gemeente.

- De gemeente wordt gekenmerkt door een optimale ontsluiting voor wat - Infrastructurele voorzieningen zorgen intern voor barrièrewerking en zijn betreft het autoverkeer naar omliggende gemeenten en grootsteden. vaak onveilig omwille van slechte afstemming en inrichting.

- Een reserve gebied aan bedrijfsterreinen biedt een toekomst voor de - Door het onontwikkeld zijn van de overblijvende bedrijfsterreinen is het niet lokale zonevreemde economie. mogelijk dadelijk te voorzien in de herlokalisatie van zonevreemde bedrijven.

In het richtinggevend deel van het GRS Bekkevoort vinden we de beleidsvisie terug over hoe Bekkevoort in de toekomst kan inspelen op deze kwaliteiten en de knelpunten kan wegwerken.  Optimaal gebruik van de ruimte in kern-bebouwde omgeving - multifunctioneel gebruik van de publieke ruimte; - verweving van functies; - inbreiding, verdichting en bundeling van activiteiten; - hergebruik en vernieuwing van bestaande en historische sites in de kernen - in de kernen met waardevol bouwkundig erfgoed de zichtassen respecteren en evt nieuwe bouwvolumes afstemmen op de context.  Beschermen en afstemmen van natuur en open landbouwruimte - inbreng en handhaving van natuur zijn noodzakelijk; - evenwicht tussen natuur en open landbouwruimte is belangrijk; - aanwezigheid van natuur en open ruimte is ook belangrijk in de kernen.  De historische eigenheid en diversiteit moet beschermd en hersteld worden

34

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

- natuurlijk gegroeide structuren moeten geaccentueerd worden; - banaliteit en vervlakking moeten worden tegengegaan; - er moet ingegaan worden op de eigen ontwikkelingsmogelijkheden van de diverse deelgebieden.  Duurzaamheid en draagkracht hanteren als norm - bij elke ingreep het langetermijnperspectief en de ruimere context in acht nemen; - karakteristieken als landelijkheid, rust, stilte en verkeersleefbaarheid zijn een norm en kunnen eventueel uitgespeeld worden.  Belang hechten aan de kwaliteit van de ruimte - ontwerpkwaliteit in (her-)inrichtingsplannen dienen nagestreefd te worden; - storende elementen bewerken zodat ze als positief element naar voor komen; - een optimaal functioneren van verschillende menselijke activiteiten is een must.

De basisdoelstellingen voor de gewenste ruimtelijke structuur  Historisch gegroeide landschappelijke structuur beschermen en versterken  Landbouw als hoofdgebruiker van de open ruimte  Herwaarderen en teruggeven van een kwaliteitsvol centrum aan Bekkevoort  Authenticiteit van de plattelandskernen behouden en versterken  Uitbouw van zachte recreatienetwerken  Verbeteren van de verkeersleefbaarheid

Voor het bedrijf Hendrickx BVBA is, wat de bestaande en gewenste economische situatie betreft, de rubriek ‘zonevreemde bedrijven’ van belang: Het gemeentelijk beleid ten aanzien van de zonevreemde constructies en nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in niet geëigende zoneringen dienen afgestemd te worden op de rol die de gemeente uitzet ten aanzien van de open ruimtegehelen zoals hiervoor omschreven. Voor de uitwerking van het afwegingskader open-ruimte structuur wordt gebruik gemaakt van twee afwegingskaders:  een afwegingskader voor bestaande grotendeels vergunde/vergund geachte constructies  een afwegingskader voor geplande ruimtelijke ontwikkelingen in niet geëigende zoneringen.

Deze afwegingskaders vormen de basis voor de opmaak van masterplannen en RUP’s, waarbinnen verder onderzoek en afweging dient te gebeuren. Al de niet behandelde onderdelen binnen deze afwegingskaders vallen onder de algemene regelgeving met betrekking tot zonevreemdheid. Algemeen geldt bij het hanteren van deze afwegingskaders dat voor de beoogde ontwikkelingen telkens de nodige behoeften dienen te worden aangetoond alsook dat er onderzoek dient te gebeuren naar de mogelijke inpassing van de ontwikkelingen binnen geëigende zoneringen en bestaande weefsels.

In Bekkevoort waren er ten tijde van de opmaak van het GRS een 75-tal bedrijven die zonevreemd zijn. De gemeente is dan ook, in functie van deze problematiek, in 2003 overgegaan tot de het opstellen van een sectoraal BPA zonevreemde bedrijven. Het bedrijf Hendrickx en Constructie VanBrusselt werden hierin opgenomen. De opmaak van het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven is uitgewerkt in nauwe samenhang met dit gemeentelijk structuurplanningsproces, het gevolg hiervan is dat dit structuurplanningsproces de basis is waarop de integratiemogelijkheden van de bedrijven zijn uitgewerkt.

Hendrickx BVBA wordt specifiek vermeld als bedrijf dat dringend nood had aan een oplossing voor haar situatie. Volgens het sectoraal BPA is een consolidatie van of uitbreiding van de huidige bedrijvigheid (zijnde productie, manipulatie en navolgende verhandeling van diverse bouwmaterialen) de hoofdbestemming voor Hendrickx BVBA. In geval van wijziging van activiteiten is andere ambachtelijke bedrijvigheid toegestaan, mits die op generlei wijze de overlast voor de omgeving verhoogt in vergelijking met de huidige activiteit. De afgeleverde stedenbouwkundige vergunningen

35

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort tonen aan dat de goede ruimtelijke ordening van het gebeid niet in het gedrang worden gebracht. De recente uitbreidingsaanvragen zijn in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften.

Voor de gewenste bebouwde structuur ligt de aandacht in het GRS Bekkevoort op  Het bundelen van bebouwing in de kernen  Het tegengaan van verdere lintbebouwing en verspreide bebouwing  Het bundelen van activiteiten

De gewenste verkeers- en vervoersinfrastructuur in het GRS Bekkevoort worden vooral bepaald door een goede verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid aals onderdeel van een goede ruimtelijke ordening.

De bindende bepalingen omvatten enerzijds de selecties van deelruimten en deelstructuren, waarvoor een specifiek (ruimtelijk) beleid zal worden gevoerd, anderzijds de selectie van de acties en maatregelen die voor de gemeente prioritair zijn en zullen worden uitgevoerd tijdens de planperiode. Volgende zijn relevant i.k.v. dit Planologisch Attest:  4: Opstellen van een Masterplan voor de kernen Bekkevoort – Assent en de opmaak van RUP’s ter uitvoering ervan: Hiervoor werd het studiebureau CreoSUM aangesteld, dat ook in het kader van de aanvraag Planologisch Attest werd geconsulteerd  6: Opstellen van een RUP zonevreemde bedrijven Een herziening van sectoraal BPA zonevreemde bedrijven werd op 23/07/2007 ministerieel goedgekeurd

Samen met het structuurplanningsproces werd ook een mobiliteitsplan voor de gemeente opgemaakt. In november 2011 werd de laatste herziening van het mobiliteitsplan Bekkevoort definitief goedgekeurd door de gemeenteraad. De belangrijkste aspecten zijn:  De categorisering van de wegen  De invoering van snelheidsregimes  Het creëren van een (alternatief) functioneel, recreatief en lokaal fietsroutenetwerk  De optimalisatie van het aanbod openbaar vervoer  De selectie van de routes voor zwaar verkeer

Afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur: Het studiegebied is gedeeltelijk gelegen in herbevestigd agrarisch gebied, nl. de buitengebiedregio

36

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

37

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

5 SCREENING PLAN-MER-PLICHT

Volgens het Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de nadere regels inzake het planologisch attest dd.29/03/2013 bestaat een aanvraag van een planologisch attest o.a. uit (…) (hoofdstuk II, artikel 2)  9° een passende beoordeling of verscherpte natuurtoets als die vereist is op grond van de relevante wetgeving en reglementering, en het advies erover van de bevoegde instantie, waaruit minstens blijkt dat alle aspecten voldoende onderzocht zijn;  10° documenten waaruit blijkt dat voldaan is aan de verplichtingen inzake milieueffectrapportage.

In principe is er o.w.v. de omvang en aard van het beoogde project en ligging op ruime afstand van dichtstbij gelegen VEN-gebied of SBZ weliswaar geen potentieel verband tussen de werking en ontsluiting van het (uitgebreide) bedrijf en dat VEN-gebied of SBZ en dus geen passende beoordeling of verscherpte natuurtoets vereist, maar de handleiding voor de opmaak Planologisch Attest verduidelijkt uitdrukkelijk dat de aanvraag vergezeld zal moeten zijn van de screeningsbeslissing van de dienst Mer waaruit blijkt dat geen MER vereist is (cfr. plan-MER), gezien de aanvrager een korte-termijnvergunning wil. Het is inderdaad de plan-MER-plicht die mogelijks van toepassing is, en niet de project-MER-plicht, omdat het planologisch attest geen vergunning is, maar wel – in de mate dat het attest zich gunstig uitspreekt over de korte-termijnbehoeften – een rechtsgrond voor een vergunning of voor vergunningen. Daardoor is het een “plan of programma dat het kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor een project”, zoals bedoeld in artikel 4.2.1 DABM, en beantwoordt het dus aan het toepassingsgebied dat in het D.A.B.M. wordt gegeven aan de mogelijke plan-MER-plicht.

Om aan te tonen dat het plan screeningsgerechtigd is, werd nagegaan of het plan het kader vormt voor een bijlage I-, bijlage II- of bijlage III-project (zie het recent gewijzigde artikel 4.2.3, §2, 1° van het D.A.B.M.). Hieruit werd besloten dat het plan niet het kader vormt voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I, II of III van het project-m.e.r;-besluit van 10 december 2004 en dus screeningsgerechtigd is.”

In het kader van deze wettelijke verplichting wordt voor het Planologisch Attest een screeningsdossier van de plan-MER-plicht opgesteld. Doelstelling van de MER-screening is na te gaan of er aanzienlijke milieueffecten kunnen verwacht worden ten gevolge van het plan, het aangegeven van mogelijke milderende maatregelen en op basis daarvan aanvullende (externe) criteria te laten voortvloeien m.b.t. randvoorwaarden, mogelijkheden en inrichting van het plangebied.

Concreet project waarvoor een Planologisch Attest wordt gevraagd: (zie nota hoofdstuk 2.3) Het is geenszins de bedoeling om de productie op te drijven of het aandeel kleinhandel uit te breiden (ter plaatse) van het bedrijf Hendrickx. In eerste instantie en op korte termijn zou binnen de bestaande en behoorlijk vergunde gebouwen van FREJA Homestyling een ondersteunende, complementaire, laagdynamische activiteit ondergebracht worden, die eerder thuishoort in een KMO-zone dan in woongebied, sterk gerelateerd aan het bestaande bedrijf Hendrickx BVBA, gezien het als doelgroep de professionele vakman in de bouw heeft. Het transport kan gecombineerd worden naar dezelfde klanten/werven en ook de administratie kan gebeuren vanuit de huidige kantoren van Hendrickx BVBA. Zo zouden ook de nieuwe activiteiten slechts een beperkt aantal extra voertuigbewegingen veroorzaken, vergelijkbaar met deze die de huidige activiteiten van FREJA Home Styling reeds met zich meebrengen. Ook naar extra milieubelasting is de impact op de omgeving beperkt omwille van de relatief beperkte ‘uitbreiding’ van economische activiteit. Wel is opslag in achterliggend agrarisch gebied en een verbinding i.f.v. interne circulatie t.p.v. de tussenliggende groenbuffer, noodzakelijk.

Voor het bedrijf Hendrickx BVBA werd een Milieuvergunning klasse 1 zie bijlage 13 (voor het verder uitbaten en veranderen van de inrichting voor fabricatie van beton- en isolatieblokken) verleend voor een termijn van 20 jaar, die aanving op 30 mei 2013. Heel wat milieueffecten werden dus vrij recent reeds onderzocht in het kader van die milieuvergunningsaanvraag. Dit Planologisch Attest wordt gevraagd in functie van een relatief kleine/beperkte uitbreiding van de KMO-zone in agrarisch gebied, ter vervanging van een bestaande schrijnwerkerij met toonzaal en woonst aan de Staatsbaan. De nieuwe bedrijvigheid zou qua milieu- en verkeershinder vergelijkbaar of in principe zelfs minder storend zijn dan de huidige (van FREJA Home Styling). Via de voorziene doorsteek

38

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort naar de KMO-zone van Hendrickx BVBA kan transport via de Staatsbaan vermeden worden. Enkel de bijkomende (buiten)opslag, waarvoor extra verharde oppervlakte zou aangelegd worden samen met de doorsteek t.p.v. de aangelegde buffer, kan als negatief effect op het milieu beschouwd worden. In vergelijking met het bedrijf Hendrickx BVBA is de uitbreiding, zowel wat de dynamiek als de aard van de activiteit betreft, verwaarloosbaar. Daarom kan eigenlijk vooraf al worden aangenomen dat er geen MER vereist is.

Wellicht is het onvoldoende dit te beoordelen o.b.v. volgende ‘korte situatieschets’ (meer uitgebreide info/illustraties in hoofdstuk 3 van de nota): Volgens de bodemkaart is de site en haar omgeving gelegen in de zandleemstreek op ‘matig natte lemig zandbodem met weinig duidelijke ijzer en/of humus B horizont’ Het terrein van HENDRICKX bvba ligt in niet- overstromingsgevoelig gebied. Ten noorden van het terrein liggen mogelijk en effectief overstromingsgevoelige gebieden rondom de Hazehoekloop.

Overeenkomstig de informatie van GIS.vlaanderen.be kan gesteld worden dat de site en haar omgeving NIET gelegen zijn in o Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden, o Gebieden van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN - IVON), o Natuurreservaten, o Bosreservaten, o Natuurinrichtingsgebieden, o Beschermingszones grondwaterwinningen, o Biologisch waardevolle percelen, o Ruilverkaveling, o Gebieden met recht van voorkoop vanuit landbouw, o Beschermde dorpsgezichten, o Beschermde landschappen, o Landinrichting, o Landschapsatlas Vlaanderen Ankerplaatsen, o een beschermd duingebied of voor het duingebied belangrijk landbouwgebied zoals aangegeven ter uitvoering van het decreet van 14:07.1993 houdende maatregelen tot bescherming van de kustduinen, natuurgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke waarde en de ermee vergelijkbare gebieden, o brongebieden, o de waterwingebieden en bijhorende beschermingszones type I en II vastgesteld ter uitvoering van het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer of o een volgens een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan vastgesteld erfgoedlandschap en niet ingekleurd zijn op de biologische waarderingskaart en de boskarteringskaart.

Ligging ten opzichte van de (gewest)grens: > 15 km. De milieueffecten zijn niet grensoverschrijdend van aard. Het bedrijf Hendrickx BVBA betreft geen SEVESO-inrichting, gezien noch de bestaande noch de geplande activiteiten onder het toepassingsgebied van de Europese Seveso II-richtlijn.vallen. Ook binnen een straal van 2 km zijn geen Seveso-bedrijven gelegen.

Daarom wordt in volgende paragrafen het screeningsonderzoek -het onderzoek naar het voorkomen van aanzienlijke milieueffecten als gevolg van het plan- gevoerd.

39

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

De procedure voor screening plan-milieueffectrapportage wordt doorlopen om op het einde een goedkeuringsbeslissing te ontvangen die bij de aanvraag tot planologisch attest wordt gevoegd.

In een eerste stap werd de screening digitaal ingediend via [email protected] samen met de vraag voor adressenlijst van een selectie van de relevante betrokken instanties, vermeld in artikel 3, §1, 3° van het plan-m.e.r.-besluit van 12 oktober 2007, die in het kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage geraadpleegd moeten worden. Het verzoek tot raadpleging (= screeningsnota) heeft het dossiernummer SCRPL15004 gekregen.

Deze versie van screeningsnota werd aangepast (zodat de definitieve screeningsnota enerzijds zou voldoen aan alle decretale formele vereisten en anderzijds alle concrete informatie zou bevatten die de dienst Milieueffectrapportagebeheer nodig heeft om al dan niet te kunnen besluiten dat het plan geen aanzienlijk negatieve milieueffecten kan hebben) nadat ze op 06/03/2015 werd verstuurd naar de volgende instanties:

Provinciebestuur Vlaams-Brabant Dienst Ruimtelijke Ordening Provincieplein 1 3010 Leuven Gemeente Bekkevoort Eugeen Coolsstraat 17 3460 Bekkevoort Departement Landbouw en Visserij VAC Diestsepoort 6 bus 101 3000 Leuven Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling Vlaams-Brabant Ruimte Vlaanderen – APL - Vlaams- VAC Diestsepoort 6 bus 91 3000 Leuven Brabant Onroerend Erfgoed - Vlaams-Brabant VAC Diestsepoort 6 bus 94 3000 Leuven Agentschap Wonen-Vlaanderen Afdeling Wonen Koning Albert II-laan 19 bus 40 1210 Brussel t.a.v. Hilde Van den Bosch Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming Koning Albert II-laan 20 bus 20 1000 Brussel Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen

 Ruimte Vlaanderen – APL - Vlaams-Brabant reageerde niet binnen de 14 dagen op de herinneringsbrief die verstuurd werd meer dan 30 dagen na de adviesvraag. Telefonisch werd ons bevestigd dat er geen advies zal worden opgemaakt.  Het Departement Landbouw en Visserij kan de voorgestelde uitbreidingsvraag in herbevestigd agrarisch gebied enkel ondersteunen wanneer de opslagnood duidelijk wordt onderbouwd, er een motivatie conform omzendbrief RO/2010/01 voorzien wordt en er duidelijke garanties zijn dat dit de uiterste ontwikkelingsgrenzen zijn waarbinnen ook verplicht de water- en de groenbuffers moeten gerealiseerd worden. De overige ontvangen adviezen werden gebundeld en als bijlage 26 bij deze nota gevoegd. De hieruit voortkomende aanpassingen aan de (screenings)nota zijn door de andere/blauwe tekstkleur herkenbaar t.o.v. de oorspronkelijke tekst. Beperkte bijkomende gegevens of informatie over hoe met bepaalde opmerkingen zal omgegaan worden in het verdere planproces worden via een aanvullende nota meegedeeld.

Het strikt voorwaardelijk gunstig advies van het Departement Landbouw en Visserij werd geformuleerd nadat de aanvraag vanuit landbouwkundig standpunt werd onderzocht. In de motivering wordt gesteld dat  de huidige bedrijfssite geen voorbeeld is van zuinig ruimtegebruik en slechts in beperkte mate gebruik wordt gemaakt van stapeling in de hoogte,  dat er geen motivering wordt toegevoegd welke mogelijkheid er bestaat om zuinig ruimtegebruik na te streven en het aandeel verharding te verminderen Daarom volgende toelichting/motivering:

40

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

 in de “Historische achtergrond” van het bedrijf Hendrickx BVBA (zie 1.6) en de “Motivering van de integratie van de bestaande inrichtingen, de geplande werken en/of handelingen in de omgeving” (zie 2.3) wordt de opslagnood reeds onderbouwd  de ‘verbreding’ van de activiteiten’ en het gamma is noodzakelijk ° omdat er minder en minder nieuwe gebouwen worden opgericht, terwijl het aandeel renovaties en verbouwingen enorm is toegenomen ° omdat de wetgeving inzake EPB en veiligheidsnormen is uitgebreid en verstrengd … hetgeen hieraan aangepaste materialen vraagt, buiten het huidige aanbod van hoofdzakelijk gebakken- en betonproducten en hulpmaterieel voor de veiligheid van de professional. Dit kan niet binnen de bestaande site zelf georganiseerd worden.  het is niet zozeer de bedoeling om via dit planologisch attest alle eigendommen enkel te benutten voor opslag, maar om via een herstructurering en het verstevigen van de buffers de bedrijvigheid te kunnen doen groeien met een zo efficiënt mogelijke invulling die zowel op het terrein zelf als naar de omgeving een verbetering is (ruimtelijk/circulatie) ° de visueel minderwaardige activiteiten en materialen worden gecentraliseerd en achterliggend ingeplant t.o.v. de (nieuwe bebouwing aan de) Staatbaan, ° een groenscherm op eigen terrein wordt als visuele- en geluidsbuffer naar de omwonenden (Oude Leuvensebaan en Staatsbaan) voorzien ° de veiligheid wordt verbeterd door het splitsen van vervoersstromen en activiteiten: - een centrale in- en uitrit voor zwaar verkeer, aparte parking voor personenvervoer ° publiek toegankelijke activiteiten worden georganiseerd aan de straatzijde Staatsbaan  via de foto-reportage in bijlage 26 wordt duidelijk dat er nu reeds in de mate van het mogelijke of technisch haalbare wel degelijk - maximaal stapeling in de hoogte gebeurt (tot 3 paletten hoog, dit is een maximum o.w.v. de stabiliteit en/of betreffende materialen of de maximale hoogte die een Clarks kan bedienen) - zuinig met de ruimte wordt omgesprongen: ° de 15m min. breedte van de vrije ruimte tussen de constructies en materialen wordt mede bepaald door de circulatieruimte die nodig is voor laden en lossen met vrachtwagens en heftrucks, die aan beide zijden bereikbaar moeten zijn ° de zone aan de Staatsbaan (omgeving percelen 220e en g) wordt minder dens en hoog gestapeld: dit is nl. de laad- en loszone, waar (grote) bestellingen van diverse producten/materialen worden verzameld door heftrucks, vervolgens gestockeerd per vrachtwagen om vervolgens vlot opgeladen te worden. Ook in de omgekeerde richting worden hier soms tijdelijk leveringen gestapeld vooraleer de materialen/producten in de rekken en/of op de eigenlijke plaats binnen het bedrijventerrein worden opgeslagen. Hierdoor wordt onnodige circulatie met zwaar vervoer binnen het terrein voorkomen  een verharding is nodig om op het bedrijventerrein optimaal, veilig en rein te circuleren, te laden & lossen en te stapelen; de verharding werd voorzien in klinkers o.w.v. de betere waterdoorlatende eigenschappen t.o.v. asfalt of beton, maar indien noodzakelijk wordt ook deels een waterdichte vloer voorzien i.f.v. draaibewegingen van (hef)trucks  de inrichting is erop gericht om waterproblematiek op het terrein en daarbuiten te voorkomen: ° de huidige buffering van het regenwater binnen de site zelf gebeurt via 4 waterbekkens, en bijkomend is er een opvangbekken (met vetafscheider etc.) ter plaatse van de afspuitzone (zie F15 bijlage 26 en plan bestaande toestand): de capaciteit is nu net voldoende, de afgelopen jaren is er nooit wateroverlast geweest ° bij een uitbreiding van verharde zones zullen in dezelfde optiek bijkomende bufferbekkens en voorzieningen op een logische plaats binnen de perceelsgrenzen worden aangelegd ° er zal bij de effectieve uitvoeringsplannen over gewaakt worden dat er voldaan wordt aan de hemelwatertoets en er geen afwatering gebeurt naar aanpalende percelen  de inrichting is er op gericht dat niet alleen de waterbuffers maar ook de groenbuffers t.o.v. andere bestemmingszones binnen de uiterste ontwikkelingsgrenzen van de uitbreidingszone in herbevestigd agrarisch gebied worden gerealiseerd,

41

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

 het bedrijf heeft geen interesse meer in de aankoop van bijkomende terreinen in landbouwgebied i.f.v. een nog grotere uitbreiding in HAG: - het heeft in het verleden afgezien van de aankoop van een perceel dat nu bij een woning aan de Oude Leuvensebaan 58 is gevoegd - het is de bedoeling dat de buffers die voorzien worden binnen dit plangebied aansluiten op deze van het BPA zonevreemde bedrijven Vanbrusselt; daarom is het niet logisch moest ook het gebied achter perceel 229p of voorbij de Staatsbaan 257 nog verworven en bezet.  de gemeente kan via bepalingen, opgenomen in de studie van CREOsum mbt de compensatie van de HAG, mee de garanties bepalen/bieden dat dit de uiterste ontwikkelingsgrenzen zijn waarbinnen ook verplicht de water- en de groenbuffers moeten gerealiseerd worden  gelet op de huidige eigendomsstructuur en het gebruik van het landbouwgebied dat wordt aangesneden, is de impact op het huidige landbouwgebied beperkt en staat het geen concrete toekomstige activiteiten in de weg: - er vinden geen landbouwactiviteiten plaats binnen deze zone noch in de directe omgeving - het betreft een ingesloten zone, niet verbonden aan een actief landbouwbedrijf - het landbouwgebied is eigendom van diverse particuliere eigenaars, die niet actief zijn in de agrarische sector, dus de behoefte om de percelen in functie van zone-eigen activiteiten in te zetten, is er niet

42

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

-

5.1 Bodem a. Bodemtype: referentiesituatie Uit de bodemkaart blijkt de site en haar omgeving gelegen in de zandleemstreek op ‘matig natte lemig zandbodem met weinig duidelijke ijzer en/of humus B horizont’. Uit de OVAM-databank van de verspreiding van bodemonderzoeken in Vlaanderen (toestand 01/01/2011) blijkt dat er binnen of in de nabije omgeving van het plangebied oriënterende en beschrijvende bodemonderzoeken zijn uitgevoerd. Actueler is echter het oriënterende en beschrijvende bodemonderzoek t.p.v. de site Hendrickx BVBA, waarvan het eindevaluatieverslag dateert van 19/12/2012, gekend onder het OVAM-dossiernr. 14.860. Het plangebied in functie waarvan het attest wordt aangevraagd wordt momenteel hoofdzakelijk ingenomen door weiland in agrarisch gebied en voorliggende bebouwing met bijhorende constructies in landelijke woonzone. De voorkomende bodem is hoofdzakelijk weinig gevoelig voor verdichting. Rekening houdend met het feit dat vooral waterdoorlatende verharding en (beperkt) bijkomende bebouwing wordt gevraagd, worden effecten inzake profielverstoring beperkt negatief beoordeeld. Daarnaast worden bijkomende buffers naar andere bestemmingszones aangeplant. Dit is dan weer matig positief. Binnen het plangebied zijn geen activiteiten gepland die bodemverontreiniging met zich mee zouden brengen.

b. Mogelijke effecten Binnen het plangebied zullen geen activiteiten voor gaan komen die mogelijk aanleiding kunnen geven tot (grootschalige) bodemverontreiniging. De aanwezige stockage- en logistieke activiteiten zullen beperkt uitbreiden. Het betreft het opslaan in openlucht van materiaal en producten, gestapeld in rekken op een zone in waterdoorlatende (klinker)verharding, aangeleverd door heftrucks of vrachtwagens. Deze activiteiten kunnen een mogelijk risico vormen voor bodemverontreiniging bij calamiteiten. Dit valt echter buiten de regelgeving en is onderhevig aan de regelgeving m.b.t. het bodemsaneringsdecreet. Indien bij calamiteiten de nodige acties volgens deze regelgeving worden ondernomen, worden de uiteindelijke effecten als niet significant ingeschat. Indien het bedrijf zich aan de VLAREM-normen houden (bijvoorbeeld indien relevant: vloeistofdichte pistes, opvangbakken voor gevaarlijke producten…), wordt het risico op bodemverontreiniging naar aanleiding van bedrijfsexploitatie als niet significant beoordeeld. Verder dient het bodemdecreet nageleefd te worden (periodieke onderzoeksplicht, grondverzet…)

c. Toetsing t.a.v. het nulalternatief Wanneer het plangebieden enkel een verdere uitbreidingen mogelijk maakt t.a.v. het bedrijf Hendrickx BVBA, zal het huidig bodemgebruik, bestaande uit het bedrijf FREJA Home Styling zelf en de eventuele uitbreidingszones die momenteel functioneren als parking, opslagruimte, akker of weide, behouden blijven. Verder is in dergelijke situatie geen verder risico op bodemverdichting of profielvernietiging.

d. Milderende maatregelen Er worden vanuit de discipline bodem geen specifieke milderende maatregelen voorgesteld. Bijkomende verhardingen zijn voornamelijk gesitueerd op de delen die vroeger in gebruik waren als weiland en sluiten voornamelijk aan bij het hoger gelegen woonlint. Naar analogie met de maatregelen die het bedrijf Hendrickx BVBA reeds heeft genomen op haar huidige terrein zullen, indien noodzakelijk, bufferbekkens aangelegd of de capaciteit van de bufferreservoirs uitgebreid worden waardoor het overtollige hemelwater toch kan infiltreren of gebufferd worden.

e. Conclusie Voor de discipline bodem zijn er geen significante effecten te verwachten indien er rekening gehouden wordt met de vigerende milieureglementeringen (VLAREM, VLAREBO, Bodemdecreet).

43

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

5.2 Water a. Referentiesituatie 1. Oppervlaktewater Bekkevoort is gelegen binnen het deelbekken Begijnenbeek in het Demerbekken dat op zijn beurt behoort tot het stroomgebiedsdistrict van de Schelde. Het deelbekken Begijnenbeek strekt zich uit over delen van de gemeenten Bekkevoort, Diest, , Halen, , Scherpenheuvel, Zichem en Tielt-Winge. Het omvat de volledige Begijnenbeek, Pijnbeek, Vijversloop en zijlopen. Door de beperkte schaal van de activiteit en de ligging zijn er geen gevaren voor een blijvende daling van het grondwater bij een behoud en beperkte uitbreiding van de activiteit op de bestaande locatie. 2. Afvalwater Het afvalwaterbeleid wordt gestuurd via de gemeentelijke zoneringsplannen, waarin afgebakend wordt welke zones te rioleren zijn en in welke zones IBA’s moeten komen (al dan niet collectief beheerd). Het plangebied is gelegen in collectief te optimaliseren buitengebied. Zowel het bedrijfsafvalwater als het huishoudelijk afvalwater kan worden geloosd in de riolering. Niet-verontreinigd regenwater kan worden opgevangen in regenwaterputten i.f.v. recuperatie en in bufferbekkens. De overloop kan worden aangesloten op de riolering. Deze rioleringen monden tot op dit moment nog uit in de Hazenhoekloop. Op het terrein van Hendrickx BVBA wordt het regenwater reeds in bekkens opgevangen/gebufferd. Gelet op de samenstelling van de bodem en het herbruik van hemelwater zijn er geen nadelige effecten te verwachten voor de waterafvoer. In het kader van het bekkenbeheer kan gemeld worden dat door Aquafin diverse onderzoeksstudies worden opgemaakt in het kader van het voorzien in pompstations en waterzuiveringsinstallaties. Aquafin voerde hiervoor locatieonderzoeken uit en diverse haalbaarheidsstudies. De realisatie van een waterzuiveringsinstallatie aan de Pijnbeek was de voorkeurlocatie. 3. Grondwater Het grondwater is voor het plangebied aangeduid als zeer kwetsbaar. Het bedrijf Hendrickx BVBA baat een grondwaterwinning uit (zie Milieuvergunning klasse I, vergund jaardebiet 500 m³) 4. Watertoetskaarten Zie 3.14: Het terrein van HENDRICKX bvba ligt in niet overstromingsgevoelig gebied. Ten noorden van het terrein liggen mogelijk en effectief overstromingsgevoelige gebieden rondom de Hazehoekloop.

b. Mogelijke effecten De invulling van het plangebied voorziet in de mogelijkheid van bijkomende verharde oppervlakte in waterdoorlatende klinkers dan momenteel het geval is. Bij de inschatting van de oppervlakte aan verharding die bijkomt is van de veronderstelling uitgegaan dat de achterliggende zone in het huidige agrarisch gebied voor buitenruimte (waar er geen beperkingen inzake verharding gelden) volledig zal gebruikt worden voor opslag, parking, stallen van voertuigen, circulatie of toonpark voor handelswaren en dus verhard wordt in waterdoorlatende materialen. Wanneer de buitenruimte niet voor dit doel gebruikt wordt , kan de zone ingericht worden als een groene ruimte waardoor de graad van verharding een overschatting kan zijn van de reële situatie. De stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (Besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004) moet worden nageleefd. Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat hemelwater in eerste instantie zoveel mogelijk gebrùmeuikt wordt. In tweede instantie moet het resterende gedeelte van het hemelwater worden geïnfiltreerd of gebufferd, zodat in laatste instantie slechts een beperkt debiet vertraagd wordt afgevoerd. Het hergebruik van (afstromend) hemelwater wordt nagestreefd. In alle bestemmingszones zijn ingrepen toegelaten in functie van de retentie en infiltratie van hemelwater en gescheiden behandeling en afvoer van afvalwater. Ook de Provinciale stedenbouwkundige verordening verharding die van kracht is sinds 3 november ll. moet worden gerespecteerd. De graad van verharding zal in het algemeen significant toenemen wat negatief te beoordelen is, doch o.w.v. de aard van de verharding (waterdoorlatende klinkers)

44

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

en het feit dat er rekening gehouden wordt met de stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater, zijn de uiteindelijke effecten op de natuurlijke waterhuishouding binnen de deelplangebieden als niet significant in te schatten. Verder worden er nog een aantal milderende maatregelen en suggesties gedaan die de effecten verder kunnen milderen. De activiteiten die binnen het plangebied worden toegelaten zijn niet van die aard dat er effecten te verwachten zijn op het grondwater (geen bemalingen, grote ondergrondse constructies…). Negatieve effecten op het oppervlaktewater omwille van lozingen van (huishoudelijk) afvalwater worden niet verwacht. De activiteiten die kunnen aansluiten op het rioleringsnet zullen maar beperkt zijn/uitbreiden waardoor er geen effecten te verwachten zijn op de rioleringsinfrastructuur. Gezien Hendrickx BVBA een milieuvergunning heeft, wordt er vanuit gegaan dat ze mogelijk milieuhinderlijke activiteiten uitvoeren die ook nadelig kunnen zijn voor de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater. De nieuwe activiteiten die gepland worden binnen het plangebied zullen wellicht niet milieuvergunning plichtig zijn, maar moeten desgevallend voldoen aan de algemene en eventueel sectorale lozingsnormen van VLAREM en mogelijk (afhankelijk van de milieuvoorwaarden in de milieuvergunning) ook een eigen koolwaterstoffenafscheider of vetvanger voorzien waardoor ook bij uitbreiding van de activiteit geen significant negatieve effecten verwacht worden op de kwaliteit van het oppervlaktewater en/of grondwater.

c. Toetsing t.a.v. het nulalternatief Wanneer het plangebied enkel een verdere uitbreidingen mogelijk maakt van de circulatie- en opslagzone van het bedrijf Hendrickx BVBA, zal het huidig bodemgebruik, bestaande uit het bedrijf FREJA Homestyling zelf en de achterliggende uitbreidingszone in agrarisch gebied, dat momenteel functioneert als tuinzone, beperkt verhard worden, deels in waterdoorlatende materialen, evt. beperkt in waterdichte vloer. Hoewel de infiltratiecapaciteit vermindert, blijft in dergelijke situatie geen verder risico. Wellicht zal de buffercapaciteit van de reeds aanwezige bekkens op het terrein van Hendrickx BVBA uitgebreid worden i.f.v. de nieuwe waterdoorlatende verharding die in agrarisch gebied i.f.v. de nieuw e

d. Milderende maatregelen Voor de discipline Water worden geen specifieke milderende maatregelen voorgesteld die noodzakelijk zijn om aanzienlijke negatieve effecten te vermijden. Wel werd de suggestie gedaan om het plan meer milieuvriendelijk te maken door in de regelgeving op te nemen het gebruik van waterdoorlatende verharding in alle zones maximaal toe te passen, behalve daar waar het omwille van milieuoverwegingen (VLAREM-normen die verharding verplicht opleggen) of praktische redenen niet haalbaar is.

e. Conclusie Vanuit discipline Water worden geen significant negatieve effecten verwacht rekening houdend met de milderende maatregel en bij het naleven van de vigerende regelgeving (verordening hemelwater, VLAREM-normen).

5.3 Fauna & flora a. Referentiesituatie 1. Speciale beschermingszones en VEN-gebieden Het plangebied is niet in of nabij VENgebied gelegen. 2. Biologische waardering De biologische waarderingskaart (versie 2.2, 2010), is een inventaris van de Vlaamse biotopen, opgemaakt door het Instituut voor natuur- en bosonderzoek (INBO). Binnen het plangebied komen geen waardevolle zones voor: en het is op de biologische waarderingskaart niet ingekleurd.

45

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

b. Mogelijke effecten 1. Biotoopverlies De invulling van het plangebied (i.c. andere activiteiten in de (bestaande) bedrijfsgebouwen in landelijk woongebied en het voorzien van een zone voor buitenopslag t.p.v. het huidige grasland) leidt niet tot een biologisch waardevol areaalverlies . Er kan verondersteld worden dat door de huidige bezetting van de terreinen en de bedrijfsactiviteit, de biologische waarde reeds achteruit is gegaan. Het verlies van biotoop is altijd relatief negatief te beoordelen. Er kunnen maatregelen genomen worden om de effecten te milderen. Zie hiervoor verder. Het gebruik van autochtoon en inheems plantgoed voor de buffers, zoals reeds voorzien in het BPA Zonevreemde bedrijven waardoor de biologische kwaliteit binnen het plangebied enigszins bevorderd wordt. 2. Verstoring De aanwezige verstoring zal meestal ook in de toekomst van dezelfde aard zijn. Het doel van het planologisch attest is om het plangebied te herbestemmen naar de noden van het aanwezige (aanpalende) bedrijf om zo het verdere bestaan mogelijk te maken. Positieve maatregelen kunnen genomen om aanwezige verstoring te milderen zoals het voorzien van een groenbuffer naar andere bestemmingszones. Ook dienen de buitenruimtes, indien deze niet gebruikt worden, groen ingericht worden. Er wordt niet verwacht dat er verstoring optreedt op de grondwaterhuishouding door de activiteiten die mogelijk gevolgen kunnen hebben voor grondwatergevoelige soorten op akkers naast de bedrijvenzone.

c. Toetsing t.a.v. het nulalternatief Wanneer het plangebied niet wordt ontwikkeld, zal het huidige bodemgebruik, de bedrijfsvoering, zonder mogelijkheid tot uitbreiding, blijven bestaan. Voor wat betreft de ecologische kwaliteit van het gebied biedt dit weinig meerwaarde t.a.v. de voorziene ontwikkelingen.

d. Milderende maatregelen Voor de discipline Fauna & Flora worden geen specifieke milderende maatregelen voorgesteld die noodzakelijk zijn om aanzienlijke negatieve effecten te vermijden. Wel werd de suggestie gedaan om het plan meer milieuvriendelijk te maken door • waardevolle groenelementen te inventariseren (er weren er geen gevonden) • waardevolle groenelementen die onmogelijk te behouden zijn, te compenseren. • de compensatie te realiseren voor de omzetting van herbevestigd agrarisch gebied (gebeurt door de gemeente Bekkevoort, binnen een ander planningsinitiatief – zie Masterplan CreoSUM) • het gebruik van autochtoon en streekeigen plantmateriaal op te leggen. • i.v.m. verlichting de bepaling op te nemen dat lichthinder dient te worden vermeden door o.a. types verlichting die strooilicht produceren worden vermeden

e. Conclusie Indien er rekening gehouden wordt met de voorgestelde milderende maatregelen, worden er geen significant negatieve effecten verwacht voor de discipline Fauna en Flora.

5.4 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie a. Referentiesituatie 1. Landschapsbeeld

46

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

• Ruimtegebruik: Hier wordt de uiterlijke verschijningsvorm van het bedrijf bekeken. Is het bedrijf inpasbaar of is het bedrijf een dominant gegeven in zijn omgeving? • Visueel: ruimtelijk beeld: wordt het bedrijf geïntegreerd in zijn omgeving naar ruimtelijk beeld of werkt het storend omwille van zijn verschijningsvorm, welstand, schaal en volume, afwezigheid van buffers. Er wordt onderscheid gemaakt naar “storend” en “niet storend”. • Omgevingsaspecten: is er al dan niet milieuhinder voor de omgeving door de aanwezigheid van de bedrijfsactiviteiten (dit door de aard van de activiteiten, het verkeer, enz.). Er wordt onderscheid gemaakt tussen ‘hinder’ en ‘geen hinder’.

Uit dit onderzoek blijkt voor de uitbreiding van de nieuwe activiteiten van Hendrickx t.p.v. FREJA Homestyling het volgende: • matige impact: - de bestaande vergunde constructies in landelijke woonzone zullen op korte termijn geen structurele wijzigingen in functie van de nieuwe activiteiten ondergaan: de architectuur en schaal past eerder in een KMO-zone dan in woongebied, maar past in de langetermijnsvisie voor het hele plangebied: de herbestemming en herstructurering van de zone tussen de 2 bestaande BPA’s zonevreemde bedrijven zou naar verschijningsvorm, schaal en volume zich inpassen bij de aanpalende bedrijvenzones en zo zou een ruimtelijke eenheid in de hand gewerkt, i.p.v. dat er een kleine wooncluster tussen de 2 bedrijven blijft in stand gehouden. - de nieuwe, achterliggende zone voor buitenopslag in agrarisch gebied, grenzend aan KMO-zone volgens BPA Zonevreemde bedrijven Constructie VanBrusselt is nu een open vertuinde zone en zal worden ingericht i.f.v. het opslaan in openlucht van materiaal en producten, gestapeld in rekken op een zone in waterdoorlatende (klinker)verharding. op langere termijn is het de bedoeling de opslagzone volledig uit het straatbeeld van de Staatsbaan te krijgen. Heftrucks en/of vrachtwagens zorgen voor de bevoorrading en bereiken het terrein langs de gewestweg, maar via een interne ontsluiting verbonden met het bedrijf Hendrickx BVBA - de bestaande buffer tegen de huidige bestemmingsgrens KMO-zone en agrarisch gebied/landelijk woongebied zal volgens de korte-termijnsvisie plaatselijk verdwijnen in afwachting van de uitvoering van de langere-termijnsvisie, waarin de nieuwe buffer, in combinatie met deze van de KMO- zone van Constructies VanBrusselt, voorzien is. Het is niet realistisch om een ‘tijdelijke’ groenbuffer aan te leggen, rekening houdend met de begrenzing van de bedrijfsactiviteiten op korte termijn op het terrein van FREJA (omdat het enige tijd vergt om deze te laten groeien). 2. Landschapsatlas Er zijn geen erfgoedlandschappen of ankerplaatsen in Bekkevoort. Wel enkele relictzones, lijn-en puntrelicten, maar deze zijn niet gelegen in (de onmiddellijke omgeving van) het plangebied. Bekkevoort maakt grotendeels deel uit van het Traditionele Landschap ‘Zandige Hageland’, dat gekenmerkt wordt door een glooiende topografie, waarin valleien en stedelijk weefsel structuurbepalend zijn en het traditioneel landschap (noordwestelijke hoek). 3. Inventaris onroerend erfgoed Er is geen bouwkundig erfgoed aanwezig binnen het plangebied. 4. Archeologische vondsten De Centrale Archeologische Inventaris is een inventaris van tot nog toe gekende archeologische vindplaatsen. Binnen het plangebied werden geen vondsten geregistreerd in de CAI. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om op basis van de Centrale Archeologische Inventaris uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen. De effectieve aan- of afwezigheid van archeologische sporen binnen het plangebied kan enkel door middel van verder onderzoek vastgesteld worden, maar is, zeker op korte termijn, niet relevant gezien het vnl. de aanleg van terreinverharding betreft. Het agentschap Onroerend Erfgoed merkte op dat het plangebied gelegen is langs de smalle doorgang van de Oude Leuvensebaan tussen de Schellekensberg en de Veurenberg, een belangrijke historische verbindingsweg Leuven-Diest. Het archeologisch potentieel is bijgevolg hoog.

47

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

b. Mogelijke effecten Landschapsbeeld- en beleving Het landschapsbeeld zal op korte termijn t.p.v. de bedrijfsgebouwen van FREJA Home Styling vanaf de Staatsbaan niet structureel wijzigen o.w.v. het geplande project. Wel zal de inname van het achterliggend (en momenteel onbebouwde) terrein in agrarisch gebied i.f.v. buitenopslag én de samenvoeging op langere termijn van een perceel aan de Oude Leuvensebaan met de KMO-zone merkbaar zijn naar de omgeving toe. De omhaagde percelen kunnen echter nu al beschouwd worden als ‘vertuind gebied’ i.p.v. deel uitmakend van een groter, samenhangend landbouwgebied: van ‘open landschap is nu al geen sprake meer. Het korte-termijns-project kan gezien worden als tussenfase. Op zeer lange termijn is het de bedoeling om (na opmaak van het Masterplan van creoSUM en RUP) de ontwikkeling/optimalisering van een thematische KMO-zone te realiseren binnen een 60m diepe strook aan de N2 tussen (de bestaande toonzaal en kantoren van) het bedrijf Hendrickx en het bedrijf VanBrusselt De bestaande oude woningen worden (dan) vervangen door representatieve bedrijfsgebouwen met op elkaar afgestemde omgevingsaanleg/parkeergelegenheid/laad- en loszones e.d.. Duurzaamheid, efficiënt ruimtegebruik en representatieve architectuur worden vooropgesteld. Door anderzijds ook het perceel met de (te) diep ingeplante oude hoeve aan de Oude Leuvensebaan mee op te nemen binnen de bedrijfszone, is er ruimte om ook stockage, die nu aan de N2 georganiseerd is, evt. achter de representatieve nieuwe gebouwen te verplaatsen en een duidelijke groenbuffer aan te leggen tussen de woon- en bedrijfszone aan de Oude Leuvensebaan. Het plangebied zal in combinatie met de voorzieningen op het terrein van Constructies VanBrusselt BVBA volledig ingebufferd (naar het woon- en achterliggende landbouwgebied m.u.v. zijde naar het bedrijf Hendrickx BVBA) zodat deze aanpalende zones geen visuele hinder meer ondervinden van de bedrijfsactiviteiten Het bevestigen van bedrijfs/opslagoppervlakte binnen deze landelijke zones wordt (juridisch gesproken) op het eerste zicht negatief beoordeeld. Gezien de bedrijfsgebouwen reeds bestaand zijn, kan dit effect niet gemilderd worden door de bebouwing zo goed mogelijk te integreren binnen de omgeving. In de algemene stedenbouwkundige voorschriften voor nieuwe bebouwing worden principes van duurzaam bouwen opgenomen: de woningen en de bedrijfsgebouwen dienen van kwalitatief hoog niveau te zijn wat betreft uitstraling, gebruik en onderhoud. Er dienen maatregelen genomen te worden wat betreft duurzaam ruimtegebruik. Ook de groenbuffers die voor de lange-termijnsvisie zijn ingetekend, milderen de mogelijke effecten op de aanpalende agrarische open ruimte waardoor er uiteindelijk geen significante gevolgen te verwachten zijn. Erfgoed en archeologisch potentieel: Eventuele archeologische waarden nabij gebouwen kunnen, door de mogelijke uitbreidingen aangetast worden. Dit is als negatief te beoordelen. In het kader van het ‘archeologiedecreet’ (decreet van het Vlaams Parlement 30 juni 1993, houdende de bescherming van het archeologisch patrimonium, inclusief de latere wijzigingen) en het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 20 april 1994, is de eigenaar en gebruiker van gronden waarop archeologische waarden zich bevinden, verplicht deze waarden te behoeden en te beschermen voor beschadiging en vernieling. Rekening houdend met het archeologisch potentieel, de omvang van het plangebied en de aard van de werken binnen de lange termijnsvisie zijn er negatieve affecten op het archeologisch erfgoed en moet bijgevolg rekening gehouden worden met een archeologisch vooronderzoek.

c. Milderende maatregelen Er wordt in de korte- en langetermijnsvisie van de aanvraag Planologisch Attest al rekening gehouden met onder meer de landschappelijke inkleding van het bedrijf en de kwaliteit van eventuele uitbreidingen. Er moet rekening gehouden worden met een archeologisch (voor)onderzoek als milderende maatregelen voor de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie. Desgevallend voorziet de bouwheer hiervoor voldoende tijd en middelen.

d. Toetsing t.a.v. het nulalternatief Wanneer de vraag om het afleveren van een positief Planologisch Attest niet gunstig beoordeeld wordt, mag aangenomen worden dat de huidige situatie behouden blijft. M.b.t. de discipline “landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie” is dit negatief te beoordelen gezien de voorgestelde ontwikkeling een betere landschappelijke inpassing van de KMO-activiteiten tussen 2 KMO-zones beoogt dan nu het geval is.

48

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

e. Conclusie Er zijn voor de discipline landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie geen significant negatieve effecten te verwachten door uitbreiden van de activiteiten van Hendrickx BVBA op korte termijn. Binnen de lange termijnsvisie zijn er wel mogelijk negatieve effecten op het archeologisch erfgoed en moet bijgevolg rekening gehouden worden met een archeologisch vooronderzoek als milderende maatregel.

5.5 Mens: sociaalorganisatorische en ruimtelijke aspecten, hinder en mobiliteit a. Referentiesituatie 1. Mens (mobiliteit en/of sociaalorganisatirische en ruimtelijke aspecten) Het ruimtelijk functioneren wordt toegelicht in 2.3 In het scenario korte- en lange termijn wordt qua mobiliteit hoofdzakelijk (een vergelijkbare met) de huidige situatie bestendigd en uitbreidingsmogelijkheden qua opslag en circulatie in agrarisch gebied toegelaten. Op langere termijn, wanneer de aansluiting met de bedrijvenzone van Constructies VanBrusselt wordt gemaakt en nieuwe bedrijfsgebouwen worden opgericht, beoogt het plan enkel een relatief kleinschalige ontwikkeling waardoor de te verwachten effecten op korte en middellange termijn sowieso beperkt zijn. Hoewel het geplande project een uitbreiding van KMO-zone betreft, wordt geen significante toename van verkeer verwacht t.o.v. de huidige situatie enerzijds o.w.v. de laagdynamische aard van de geplande activiteiten en anderzijds o.w.v. de organisatie van het bestemmingsverkeer en interne circulatie. De activiteiten en het transport ten behoeve daarvan in de gebouwen van FREJA Home Styling zullen worden gebundeld met deze van het bedrijf Hendrickx BVBA en dankzij een nieuwe een interne verbinding in de achterliggende opslagzone kan deze dan volledig en samen bediend worden via de in- en uitrit van het bedrijf Hendrickx, waardoor de N2 wordt ontlast. Gezien het doelpubliek de bouwprofessional is, die de site in principe niet of weinig zal bezoeken en desgevallend hoofdzakelijk per auto of bestelwagen, kan verondersteld worden dat de reeds bestaande parkeervoorzieningen voor de gebouwen van FREJA voldoende zijn als bezoekersparking. Bijkomend te realiseren parkeerplaatsen voor personeel, bezoekers en leveranciers op lange termijn wordt uitdrukkelijk gebundeld en (t.p.v. de aansluiting met de toegangsweg) bij voorkeur uit de routes van zwaar vervoer/leveringen gehouden. Dankzij de bijkomende oppervlakte aan de Oude Leuvensebaan kan via een reorganisatie op het terrein nog extra parkeerplaatsen voor personeel of leveranciers worden ingericht. Er wordt naar gestreefd om conflicten met doorgaand (fiets- en voetgangers)verkeer zoveel mogelijk te vermijden. Met uitzondering van de werknemers zal weinig gebruik worden gemaakt van de voorliggende bushalte of de fiets en moet ook slechts een beperkt aantal fiets-parkeerplaatsen voorzien worden.

Meer in detail: Het plan voorziet de uitbreiding van een KMO-zone: de ruimte voor bedrijvigheid tussen twee BPA’s zonevreemde bedrijven neemt toe, ten koste van landelijke woonzone en agrarisch gebied. Er ontstaat op termijn via een herstructurering van de huidig ingenomen bedrijfs- en bebouwde oppervlakte ruimte voor een aantal bijkomende activiteiten (en bedrijven). De uitbreiding sluit onmiddellijk aan bij bestaande bedrijventerreinen en het hogere wegennet (N2-E314).  Bereikbaarheid met de (vracht/bestel-)wagen Het bedrijventerrein kan via de N2 vanuit het oosten (E314- Bekkevoort) of westen (E314-Tielt-Winge) richting noord de en zuiden (klaverblad Lummen) bereikt worden. De bereikbaarheid is hierdoor optimaal. Momenteel wordt de N2 heraangelegd om de doortocht door centrum-Bekkevoort te verbeteren. Wanneer dit gerealiseerd wordt, wordt ook de bereikbaarheid van het bedrijventerrein met de E314 nog verbeterd.  Bereikbaarheid openbaar vervoer Tussen de conciërgewoning van Bouwmaterialen Hendrickx en FREJA HomeStyling is een bushalte gelegen. Deze wordt bediend door lijnen 370 en 552. De frequentie van deze buslijnen is afhankelijk van het tijdstip. Tijdens de spits wordt de halte bediend door meerdere bussen per uur.

49

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

 Fietsnetwerk Langs de N2 zijn er aanliggende fietspaden gesitueerd langs beide zijden. De kwaliteit van deze paden is goed. Netwerk voor voetgangers Langs de N2 zijn er ter hoogte van het bedrijventerrein geen voetgangersvoorzieningen aanwezig. Het fietspad wordt tevens gebruikt als voetpad. Er is wel een onverharde berm. O.w.v. het bedrijfsverkeer en de functie zijn zowel comfort als de verkeersveiligheid van de voetgangers niet ideaal.  Ontwikkeling van de automobiliteit Om het mogelijk verkeersgenererend effect te becijferen moet dit per (ruimtelijke) functie benaderd worden. (de gebruikte aantallen zijn ramingen, exacte waarden zijn niet gekend).

Op korte termijn wijzigt er t.o.v. de referentiesituatie quasi niets. Het gemiddeld aantal voertuigbewegingen per dag van het bedrijf FREJA Homestyling met 2 vrachtwagens, 1 personenwagen, 1 clark is inkomend 10-tal, uitgaand 10-tal waarvan ongeveer de helft licht tot zwaar vrachtvervoer voor leveringen, ook een 10-tal inkomende en uitgaande voertuigbewegingen van de werknemers en zaakvoerders. M.b.t. de ontwikkelingen op lange termijn zijn er nog teveel onzekerheden, dat er moeilijk een concrete inschatting kan gemaakt worden van de mogelijke effecten. Grosso modo kan rekening gehouden worden met bijkomend verkeer in functie van max. een 6-tal personeelsleden (per auto), 2 extra leveringen (per vracht- of bestelwagen) en een 30-tal professionele bezoekers (per bestelwagen) per dag.

Conclusie toenemende mobiliteit De beperkt toegenomen mobiliteit leidt nergens tot problemen in verband met de verkeersafwikkeling (werknemers, bevoorrading en klanten). De raming gaat uit van een gemiddeld autogebruik. De mobiliteitsgeneratie van het bedrijventerrein is beperkt. De ontwikkeling heeft geen effecten op het hogere wegennet (N2-E314). De effecten van de ontwikkeling zijn nauwelijks waarneembaar. De verkeersintensiteit zal hooguit slechts in beperkte mate toenemen. Het bestemmingsverkeer zal vooral gebruik zal maken van de N2. De weginfrastructuur moet niet aangepast worden om de verkeersveiligheid en de verkeersleefbaarheid te waarborgen en te verhogen.

Conclusie discipline mens (mobiliteit en sociaal organisatorische aspecten) De te verwachten mobiliteitseffecten zijn beperkt. Door de ligging en de aard van de geplande activiteiten in het projectgebied zijn de alternatieven voor het autogebruik beperkt. De verkeerscapaciteit van de wegen is voldoende. De effecten zijn gering negatief

2. Hinder (lucht) Gelet op het feit dat het plan enkel een relatief kleinschalige ontwikkeling beoogt (geen uitbreiding van milieubelastende productie) met slechts beperkte mobiliteitseffecten, zijn de te verwachten effecten op de luchtkwaliteit beperkt tot de uitstoot van verwarmingstoestellen en voertuigen. Het aantal verwachte bijkomende autobewegingen betreffen een erg klein aandeel van het bestemmingsverkeer, zelfs als aan- en afvoer van producten en afgewerkte producten op het terrein zelf ook in rekening wordt gebracht. Deze effecten zijn op niveau van de omgeving nauwelijks meetbaar gelet op de nabijheid van de E314.

Conclusie discipline lucht De te verwachten effecten voor de discipline lucht zijn erg beperkt. De effecten zijn gering negatief

50

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

3. Hinder (geluid) Het bedrijf Hendrickx BVBA trof i.f.v. haar bestaande activiteiten reeds diverse maatregelen om de geluidsproductie te beperken en te milderen naar de omgeving. Gelet op de beperkte mobiliteitseffecten en het feit dat het plan enkel een relatief kleinschalige ontwikkeling beoogt (geen uitbreiding van hoogdynamische productie), hebben de te mogelijk negatieve effecten voor de discipline geluid enkel betrekking op de aanpalende percelen. De geluidsproductie van het lokaal bedrijventerrein is beperkt. Sterk milieubelastende geluidsproducerende activiteiten zijn immers niet toegelaten en een groenbuffer naar andere bestemmingszones wordt verplicht.

Conclusie discipline geluid De te verwachten effecten voor de discipline geluid zijn beperkt, de geluidsproductie van de kleinschalige ontwikkeling is beperkt tot verwaarloosbaar. De toename is nauwelijks meetbaar. De effecten zijn gering negatief

4. Externe veiligheid (gezondheid). Het bedrijf Hendrickx BVBA betreft geen SEVESO-inrichting, gezien noch de bestaande noch de geplande activiteiten onder het toepassingsgebied van de Europese Seveso II-richtlijn.vallen. Ook binnen een straal van 2 km zijn geen Seveso-bedrijven gelegen.

b. Mogelijke effecten: zie a.

c. Milderende maatregelen Er worden voor de discipline Mens geen milderende maatregel voorgesteld: wel wordt de suggestie gedaan om in de regelgeving op te nemen dat groenbuffers naar andere bestemmingszones op elkaar worden afgestemd en aangelegd om de effecten op de omgeving te beperken.

d. Toetsing t.a.v. het nulalternatief Functies plangebied en mobiliteit Wanneer het plangebied niet ontwikkeld wordt, blijft de huidige bodemstemming behouden, zonder mogelijke uitbreiding of nabestemming. Het niet ontwikkelen van het plangebied zorgt verder voor het bestendigen van volgende knelpunten: • geen rechtszekerheid voor de herbestemming van het bedrijf Freja Homestyling; • economische leefbaarheid Hendrickx BVBA komt in gedrang • de bedrijfsvoering is minder efficiënt; • minder tewerkstelling.

Mogelijke geluidshinder en gezondheidsrisico’s blijven zowel in het nulalternatief als het Planologisch Attest bestaan. Dit wordt daarom neutraal beoordeeld. Ook biedt het nulalternatief niet meer potenties voor de landbouw aangezien FREJA al jaren uitgebaat wordt op deze locatie en ook in de toekomst de achterliggende zone in agrarisch gebied niet bij het aanpalende landbouwgebied gevoegd zal worden.

e. Conclusie Vanuit de discipline Mens zijn er geen significante negatieve effecten te verwachten door het vooropgestelde project..

51

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

5.6 Leemten in kennis De beperkte leemten in de kennis zijn het gevolg van onzekerheden over de concrete realisatie en invulling van het plangebied. Op het niveau van het plan kan dit niet verder worden uitgedetailleerd dan nu reeds het geval is. De leemten zijn niet van die aard dat ze aanleiding kunnen geven tot mogelijke aanzienlijke milieueffecten. Daarnaast zullen ruimtelijke effecten die het detailleringsniveau van de aanvraag van het Planologisch Attest overschrijden op het niveau van de stedenbouwkundige vergunning worden beoordeeld (bvb. architecturale aspecten, beplantingsvoorstellen, e.d.).

5.7 Grensoverschrijdende effecten Gelet op de ligging van het plangebied, de schaal van de ontwikkeling en het ontbreken van aanzienlijke milieueffecten wordt geconcludeerd dat er geen gewest- of landgrensoverschrijdende effecten zullen voorkomen n.a.v. het afleveren van een positief Planologisch Attest.

5.8 Disciplineoverschrijdende conclusie onderzoek milieueffecten Op basis van de op dit moment beschikbare informatie kan worden besloten dat t.g.v. de aanvraag Planologisch Attest op korte of lange termijn er geen aanwijzingen zijn dat er aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn. Het valt volgens voorgaand effectenonderzoek niet onder de plan-MER-plicht zoals voorzien in het plan-MER-decreet van 17/04/2007. De milderende maatregelen voorgesteld in dit onderzoek kunnen/zullen worden opgenomen of verwerkt in het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan.

5.9 Vraag tot het ontheffen van de plan-MER plicht De uitgevoerde screening toont aan dat het onderzoek uitgebreid en volledig gevoerd is. De screeningsnota werd aangepast /aangevuld aan de ontvangen adviezen. Een plan-MER zal redelijkerwijze dan ook geen bijkomende informatie geven over aanzienlijke milieueffecten, zodat dit screeningsdossier volgens de bepalingen van het Besluit van 12 oktober 2007 kan gehanteerd worden in het verdere besluitvormingsproces over een planologisch attest en/of een gemeentelijk R.U.P. Er wordt aan de dienst-MER gevraagd om uitsluitsel te geven over de ontheffing van de plicht tot opmaak van een plan-MER en om in navolging van dit document (uiterlijk binnen de 30 dagen na ontvangst van dit rapport) het advies over te maken door betekening of tegen ontvangstbewijs aan de initiatiefnemer en de bevoegde overheid.

Opgesteld te Diest, 10 september 2015

Lies MOONS Ruimtelijk Planner – Architect

52

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

6 BESLUIT

6.1 ALGEMEEN: Het bedrijf Hendrickx BVBA is een gezond en behoorlijk vergund klasse-I-milieuvergunningsplichtig bedrijf dat om economische redenen en wegens plaatsgebrek haar activiteiten wil uitbreiden in een aanpalend leegstaand (zonevreemd) bedrijfspand met achterliggend terrein in agrarisch gebied. kan dat ‘op korte termijn’ alleen via een planologisch attest. Dit attest geeft aan of een bedrijf al dan niet behouden kan worden op de plaats waar het gevestigd is en wat de ruimtelijke ontwikkelings- en herstructureringsmogelijkheden op korte en op lange termijn zijn. Via deze nota, met plannen en 3D-simulaties van mogelijke ontwikkelingsvoorstellen wordt getracht aan te tonen dat de goede ruimtelijke ordening niet wordt geschaad, en de ruimtelijke draagkracht van het gebied niet wordt overschreden en dat de bedrijfsexploitatie de bestemmingen in de onmiddellijke omgeving niet in het gedrang brengt of verstoort. Integendeel: het kan een eerste stap zijn om de ruimtelijke (functionele en beeld-) kwaliteit van het (agrarisch woon)gebied aan de Staatsbaan tussen 2 goedgekeurde BPA’s Zonevreemde Bedrijven te verbeteren.

Naast • de aard van de (geplande) activiteiten van het bedrijf; • het werkgelegenheidspotentieel; • de mobiliteitsgenererende effecten; • de milieuhinder; • het ruimtebeslag; • de investerings- en groeiprognoses; en • de mogelijkheden tot herlokalisatie • de omgeving in de bestaande toestand werd tevens rekening gehouden met beleidsmatig gewenste ontwikkelingen met betrekking tot de voormelde aandachtspunten, en met de uitgangspunten van het door CREOsum in opmaak zijnde Masterplan voor Bekkevoort

De inpasbaarheid in de onmiddellijke en ruimere omgeving vanuit stedenbouwkundige hoek van de relatief beperkte uitbreiding van het bedrijf Hendrickx BVBA blijkt gerechtvaardigd, wanneer het gaat om: • de functionele inpasbaarheid; • de mobiliteitsimpact (zoals bijvoorbeeld de parkeerdruk of de ontsluiting); • de schaal; • het ruimtegebruik en de bouwdichtheid; • visueel-vormelijke elementen (zoals bijvoorbeeld de aansluiting aan bij het bestaande gabariet); • cultuurhistorische aspecten; en • het bodemreliëf. Anderzijds worden in de screening criteria aangehaald die verder gaan dan het stedenbouwkundige en betrekking hebben op: • hinderaspecten, zowel hinder vanuit stedenbouwkundig oogpunt als milieuhinder; • gezondheid; • gebruiksgenot; en • veiligheid.

53

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

Daarom vraagt Hendrickx BVBA om het afleveren van een positief planologisch attest te overwegen op basis van de evaluatie van de ruimtelijke ontwikkelingsbehoeften van de onderneming op korte en op lange termijn. Rekening houdende met de uitspraak over het behoud en de (beperktere) ontwikkelingsmogelijkheden (die eerder reeds via de opname in het BPA zonevreemde bedrijven voor Hendrickx BVBA zijn gedaan) wordt verder gevraagd of een planologisch initiatief zal worden genomen ten gunste van het bedrijf zodat de onderneming reeds de nodige vergunningen kan bekomen voor het realiseren van de korte termijnbehoeften, nog voor de procedure tot opmaak van het ruimtelijk ordeningsplan is aangevat.

Door het afleveren van een positief Planologisch Attest voor de relatief beperkte uitbreiding van activiteiten van het bedrijf Hendrickx BVBA, wordt het signaal gegeven dat de bevoegde overheid op nóg langere termijn de gronden tussen de 2 BPA’s zonevreemde bedrijven (het bedrijf Hendrickx BVBA inbegrepen) ‘beter’ wil laten benutten. Dat het ambitieniveau van het bedrijf hoog ligt, zowel op het vlak van organisatie en inplanting als op vlak van kwaliteitsvolle architectuur van de gebouwen, illustreren de meest recente investeringen en verbouwingswerken. Door te streven naar een hoogwaardige beeldkwaliteit van de gebouwen en omgevingsaanleg aan de Staatsbaan, wordt niet alleen het imago van het bedrijf maar ook van de gemeente versterkt. Hiervoor dringt een herstructurering van de site zich dan ook op, en is een aanpassing van het huidige BPA noodzakelijk.

54

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

6.2 PLANGEBIED I.F.V. RUIMTELIJKE BEHOEFTE KORTE TERMIJN

55

20-06-2015 Planologisch Attest HENDRICKX BVBA Bekkevoort

6.3 PLANGEBIED I.F.V. RUIMTELIJKE BEHOEFTE LANGE TERMIJN

56